Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Minhas en Peter de Groot over het bericht ‘Vewin: drinkwater voor 900.000 nieuwe woningen niet zeker’
Vragen van de leden Minhas en Peter de Groot (beiden VVD) aan de Ministers van Infrastructuur en Waterstaat en voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over het bericht «Vewin: drinkwater voor 900.000 nieuwe woningen niet zeker» (ingezonden 22 maart 2022).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat), mede namens de Minister
voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (ontvangen 21 april 2022). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2414.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Vewin: drinkwater voor 900.000 nieuwe woningen niet
zeker»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op het feit dat het vinden en benutten van nieuwe drinkwaterbronnen
steeds moeizamer gaat en er daarom onzekerheid heerst of drinkwaterbedrijven straks
drinkwater kunnen leveren voor alle nieuwe woningen tot 2030?
Antwoord 2
Het beschermen van bestaande drinkwaterbronnen en waar nodig het vinden en beschermen
van nieuwe drinkwaterbronnen is een belangrijke opgave, die terecht de aandacht vraagt
en ook heeft.
Drinkwaterbedrijven hebben op grond van de Drinkwaterwet de plicht aan huishoudens
drinkwater te leveren. De drinkwaterbedrijven stellen leveringsplannen op waarin vraag
en aanbod per bedrijf is uitgewerkt. De ILT houdt hier toezicht op. Dit is wettelijk
geregeld en daarmee is de levering voor ten minste de komende 10 jaar geborgd.
Provincies en drinkwaterbedrijven hebben samen onderzoek gedaan naar de (toenemende)
drinkwatervraag en het beschikbare aanbod van bronnen. Provincies wijzen Aanvullende
Strategische Voorraden (ASV’s) aan zodat er tot 2040 voldoende grondwater beschikbaar
is voor het bereiden van drinkwater. Het Rijk wijst daarnaast Nationale Grondwaterreserves
(NGR’s) aan. Daarmee stuurt het Rijk via bodem en water in de ruimtelijke inrichting.
Via actielijn 2 van het Programma Woningbouw is er aandacht voor het wegnemen van
knelpunten voor de woningbouw (zoals problemen met de levering van drinkwater) en
het versnellen van de procedures.
Ook wordt er gekeken naar mogelijkheden voor waterbesparing en welke andere bronnen
in de toekomst benut kunnen worden voor de bereiding van drinkwater, zoals het ontzilten
van brak water en het uitbreiden van oppervlaktewater-winningen.
Het RIVM heeft onderzocht wat de huidige staat is van de drinkwaterbronnen. Uw Kamer
heeft hierover in mei 2021 een rapport ontvangen2. Dit onderzoek gaat vooral in op de kwaliteit van de drinkwaterbronnen. RIVM werkt
aan een aanvullend rapport over de beschikbaarheid van bronnen, dat medio 2022 zal
worden afgerond. Ik zal uw Kamer hierover informeren in aanloop van het WGO Water.
Het beeld uit de onderzoeken is dat klimaatverandering en sociaaleconomische ontwikkelingen
de beleidsopgave voor de waterkwaliteit (zowel oppervlaktewater als grondwater) en
waterbeschikbaarheid vergroten.
De opgave om voor de ontwikkeling van de bevolking tot 2040 en de daaraan verbonden
extra woningen drinkwater te leveren is aanzienlijk en vergt van alle betrokken partijen
inzet. Met de genoemde acties van drinkwaterbedrijven, provincies en Rijk wordt hier
hard aan gewerkt en met de betrokken overheden volgen we de voortgang via de Stuurgroep
Water.
Vraag 3
Kunt u toelichten wat de huidige staat is van de drinkwaterbronnen in Nederland en
waarom het vinden en benutten van deze bronnen zo veel moeilijker is geworden en steeds
moeilijker wordt?
Antwoord 3
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 4
In hoeverre worden drinkwaterbedrijven op dit moment betrokken bij de plannen van
de Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening voor de bouw van 900.000
woningen tot 2030? Hoe gaat u een goede samenwerking tussen de (drink)watersector
en de bouwsector waarborgen?
Antwoord 4
Drinkwaterbedrijven worden ook vanwege de bescherming van drinkwaterbronnen in het
algemeen betrokken bij de ruimtelijke planvorming. En ze hebben via de Drinkwaterwet
ook zelf de verantwoordelijkheid om te investeren in de levering van voldoende en
veilig drinkwater. De ILT houdt hier toezicht op. Over de investeringsplannen en eventuele
knelpunten daarbij vindt afstemming plaats met de drinkwatersector. Hier is tevens
aandacht voor in het Programma Woningbouw3 van de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening. Het mitigeren van
knelpunten voor de woningbouw is onderdeel van actielijn 2 van het Programma.
Vraag 5
Hoe gaat u voorkomen dat het watersysteem nog verder onder druk komt te staan bij
een nog altijd groeiende economie en bevolking?
Antwoord 5
De grenzen van het watersysteem zijn op diverse locaties inderdaad bereikt of worden
al overschreden. Met een meer verplichtende invulling van de watertoets, het uitwerken
van water en bodem als basis voor ruimtelijke inrichting, het zuiniger omgaan met
water, het stimuleren van hergebruik én het waterkwaliteitsbeleid wil de rijksoverheid
ervoor zorgen dat er een duurzaam evenwicht komt tussen vraag en aanbod van zoet water.
Daarnaast komen via de Studiegroep Grondwater de opgaven voor grondwaterkwaliteit
en -kwantiteit in beeld en welke (extra) inzet op die opgaven nodig is.
Vraag 6
Wat bedragen de concrete plannen om droogte, verzilting en een toenemende watervraag
op te vangen?
Antwoord 6
Het Deltaprogramma Zoetwater heeft als overkoepelend doel om Nederland weerbaar te
maken tegen watertekorten. Voor de tweede fase van het Deltaprogramma Zoetwater hebben
Rijk en regio het Deltaplan Zoetwater 2022–2027 opgesteld4. Het Deltaplan 2022–2027 omvat meer dan 150 maatregelen die zijn uitgewerkt in de
zoetwaterregio's en voor het hoofdwatersysteem, passend bij de nationale en regionale
opgaven. Het gaat om een maatregelenpakket van circa € 800 mln, waarvan € 250 mln
vanuit het Deltafonds en € 550 mln vanuit de zoetwaterregio’s. De maatregelen geven
invulling aan de voorkeursvolgorde voor waterbeheer, zoals opgenomen in de Nationale
Omgevingsvisie (NOVI) en het Nationaal Waterprogramma 2022–2027. Uitgangspunt is dat
bij de ruimtelijke inrichting en landgebruik meer rekening moet worden gehouden met
waterbeschikbaarheid. Daarnaast zullen alle watergebruikers, waaronder landbouw, natuur,
industrie en consumenten, zuiniger moeten omgaan met water. De waterbeheerders zullen
water beter vasthouden en slimmer verdelen. Bij een fenomeen als klimaatverandering
is nooit alle schade te voorkomen. Een bepaalde mate van droogteschade zal geaccepteerd
moeten worden.
Vraag 7
Heeft u in beeld in hoeverre de drinkwaterbedrijven op dit moment in de drinkwaterbehoefte
voor de bouw van nieuwe woningen tot 2030 kunnen voorzien? Hoe gaat u ervoor zorgen
dat dit de bouwplannen tot 2030 niet verstoord?
Antwoord 7
Aan de drinkwaterbedrijven is gevraagd de knelpunten die zij zien in kaart te brengen,
zodat er gericht naar oplossingen kan worden gezocht. Vitens heeft een noodkreet richting
de Provincie Overijssel geuit dat er al op korte termijn leveringsproblemen ontstaan,
onder andere door het niet tijdig beschikbaar komen van vergunningen voor uitbreiding
van winningen. De Provincie Overijssel en Vitens zullen de knelpunten op korte termijn
verder bespreken.
Het is het van belang om in contact te blijven met de drinkwaterbedrijven om in de
gaten te houden waar mogelijk knelpunten gaan ontstaan. Dit contact is nodig op Rijksniveau,
maar ook op regionaal en lokaal niveau. In het programma Woningbouw geeft de Minister
voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening in actielijn 2 aan dat het voorkomen
van knelpunten en het versnellen van procedures prioriteit heeft. Samen met de drinkwaterbedrijven
zal naar oplossingen worden gezocht voor de knelpunten. Zie ook de beantwoording van
vraag 2.
Via de voortgangsrapportage van de Beleidsnota Drinkwater 2021–2026 houd ik zicht
op de beschikbaarheid van voldoende en veilige drinkwaterbronnen.
Vraag 8
Bent u het eens dat het waarborgen van een goede drinkwaterkwaliteit in Nederland
een hoge prioriteit heeft en het als gevolg hiervan een volwaardige plaats verdient
in de nadere uitwerking van de Nationale Woon- en Bouwagenda en het programma Woningbouw?
Antwoord 8
Het is van groot belang dat er voldoende drinkwater is en dat dit van een goede kwaliteit
is. Via actielijn 2 van het Programma Woningbouw is er aandacht voor het wegnemen
van knelpunten voor de woningbouw (zoals problemen met de levering van drinkwater)
en het versnellen van de procedures. Er wordt op dit moment via de bestaande kanalen
aan gewerkt om ervoor te zorgen dat de levering van kwalitatief goed drinkwater gegarandeerd
blijft voor zowel de nabije als de verre toekomst. Samen met mijn collega van Volkshuisvesting
en Ruimtelijke Ordening overleg ik hierover met de drinkwaterbedrijven.
Vraag 9
Bent u ook van mening dat er dringend nieuwe bronnen voor drinkwater moeten worden
aangewezen en beschermd en drinkwaterbedrijven meer ruimte (snellere vergunningverlening
en meer financieringsruimte om te investeren in nieuwe productie-, zuiverings- en
distributiecapaciteit) moet worden geboden om deze bronnen ook daadwerkelijk te benutten?
Hoe verhoudt zich dit tot de aangekondigde watertoets?
Antwoord 9
Ik onderschrijf de urgentie om te zorgen voor de beschikbaarheid van voldoende bronnen
voor de bereiding van drinkwater. De provincies werken samen met de drinkwaterbedrijven
aan een robuuste drinkwatervoorziening. Het proces om strategische voorraden aan te
wijzen loopt en is in een aantal provincies afgerond. In de overige provincies gebeurt
dit medio 2022. Het betreft een actie die is afgesproken in het kader van de structuurvisie
ondergrond (STRONG). De vergunningverlening voor deze grondwateronttrekkingen is een
verantwoordelijkheid van de provincies. Vanwege de invloed die een drinkwaterwinning
kan hebben op zijn omgeving vergt het realiseren van nieuwe winningen een zorgvuldig
gebiedsproces. Het is aan de provincies, drinkwaterbedrijven, waterschappen en omgevingspartners
om keuzes te maken over de ruimtelijke inrichting. Er wordt in dit proces ook gekeken
naar alternatieve bronnen voor de bereiding van drinkwater, zoals het ontzilten van
brak water en het uitbreiden van oppervlaktewaterwinningen en naar de mogelijkheden
voor waterbesparing.
De financieringsruimte om te investeren in nieuwe productie-, zuiverings- en distributiecapaciteit
is voor de komende jaren voldoende. Met de verhoging van de WACC (Weighted Average
Cost of Capital) van 2,75% naar 2,95% is dit eind vorig jaar geregeld. Er is onderzoek
gestart naar toekomstbestendige financierbaarheid van investeringen door de drinkwatersector.
Daarbij zijn de drinkwaterbedrijven betrokken.
De watertoets verplicht een initiatiefnemer de waterbeheerder vroegtijdig te betrekken.
Het is een wettelijk verplicht instrument dat ervoor zorgt dat het belang van water
en klimaatadaptatie wordt meegewogen in de relevante besluiten over het fysieke domein.
Onder de Omgevingswet wordt de watertoets versterkt, doordat deze is opgenomen in
instructieregels in het Besluit kwaliteit leefomgeving. Gemotiveerd moet worden waarom
het advies van een waterbeheerder eventueel niet wordt gevolgd. Het advies vanuit
de waterbeheerder wordt daarmee minder vrijblijvend dan het huidige watertoetsadvies.
Vraag 10
Bent u het eens dat – gezien het tien tot vijftien jaar duurt voordat het water van
de nieuwe drinkwaterbronnen uit de kraan loopt – er door de rijksoverheid dringend
ondersteuning moet komen om samen met provincies aanvullende strategische voorraden
aan te wijzen, deze te verankeren en een beschermde status te geven?
Antwoord 10
Dit proces loopt in het kader van de structuurvisie ondergrond (STRONG). Zie ook het
antwoord op vragen 2, 7 en 9.
Vraag 11
Heeft u in beeld welke duurzame waterbesparende technieken en innovaties – gericht
op het verlagen van het gemiddelde- en piekgebruik en het beter vasthouden en (her)gebruiken
van (regen)water – de beschikbaarheid en kwaliteit van drinkwater kunnen verbeteren?
Antwoord 11
Zoals aangekondigd in de Beleidsnota Drinkwater 2021–2026 wordt gewerkt aan een verkenning
naar drinkwaterbesparing waarin naar alle mogelijke maatregelen wordt gekeken om het
gemiddeld- en piekgebruik van drinkwater te verlagen. Waterbesparing is een belangrijk
instrument om vraag en aanbod beter in balans te krijgen. Deze verkenning wordt samen
met betrokken partijen uitgevoerd, zoals de waterbedrijven, provincies, gemeenten
en bedrijfsleven.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.