Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Koerhuis over de wachttijden bij het CBR
Vragen van het lid Koerhuis (VVD) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht dat de wachttijd van een rijexamen naar 20 weken gaat en CBR overweegt met «paardenmiddel» ophoging examenleeftijd (ingezonden 31 maart 2022).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 19 april 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Wachttijd rijexamen naar 20 weken, CBR overweegt «paardenmiddel»
ophogen examenleeftijd»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is de huidige wachttijd voor de verschillende theorie- en praktijkexamens?
Antwoord 2
De reserveringstermijnen zoals ook opgenomen in de rapportage over het eerste kwartaal
2022 zijn:
Soort examen
praktijkexamen B
herexamen praktijk B
theorie-examen B
praktijkexamen CDE
theorie-examen CDE
rijtest
Gemiddelde reserveringsermijn
gemiddeld 15,7 weken (minimaal- maximaal verschillende CBR-locaties: 1–23 weken)
gemiddeld 6,9 weken (minimaal-maximaal verschillende CBR-locaties: 1–14 weken)
gemiddeld 2,0 weken (minimaal-maximaal verschillende CBR-locaties: 1–5 weken)
gemiddeld 5,1 weken (minimaal-maximaal verschillende CBR-locaties: 1–7 weken)
gemiddeld 2,2 weken (minimaal-maximaal verschillende CBR-locaties: 1–4 weken)
gemiddeld 2,2 weken (minimaal-Maximaal verschillende CBR-locaties: 1–7 weken)
In het plan van aanpak van het CBR van maart 2021, gericht op de inhaalslag van de
examenafnames, is het streven aangegeven om in januari 2022 een gemiddelde reserveringstermijn
voor het eerste B-praktijkexamen te bereiken van 10–14 weken en aan het einde van
2022 een gemiddelde reserveringstermijn van 7 weken, de afgesproken key performance
indicator (kpi).
De kpi’s voor de overige soorten examens zijn:
soort examen
herexamen B
theorie-examen B
praktijkexamen CDE
theorie-examen CDE
rijtest
Kpi
5 weken
4 weken
7 weken
4 weken
4 weken
Vraag 3
Wat is de verwachte wachttijd voor de verschillende theorie- en praktijkexamens voor
de aankomende zes maanden?
Antwoord 3
Voor de praktijkexamens B is de verwachting dat de reserveringstermijnen tot de zomer
verder op zullen lopen en daarna langzaam zullen dalen. De oorzaak daarvan is tweeledig.
Door de Omikronvariant is het verzuim onder examinatoren sinds december 2021 explosief
gestegen.
Daarbij is de arbeidsmarkt bijzonder uitdagend waardoor de werving en opleiding van
nieuwe examinatoren trager verloopt dan voorzien, zo geeft het CBR aan.
De door het CBR verwachte daling van de reserveringstermijnen vanaf de zomer is gebaseerd
op het sturen door het CBR op het vergroten van de examencapaciteit gecombineerd met
het in gesprek blijven van het CBR met de rijschoolbranche over het verhogen van de
slagingspercentages. Gegeven de hoge mate van onzekerheid over het verloop van het
aantal besmettingen, de mogelijke uitbraak van nieuwe varianten en de ontwikkeling
van de marktvraag is het niet mogelijk een exacte en robuuste prognose te geven hoe
de wachttijd zich gaat ontwikkelen in de komende periode.
Het CBR verwacht dat de reserveringstermijnen voor alle theorie-examens de komende
periode binnen de kpi van maximaal 4 weken blijven. Ook de praktijkexamens CDE en
de rijtesten zullen binnen de kpi blijven (respectievelijk maximaal 7 weken en maximaal
4 weken).
Vraag 4
Hoeveel is de achterstand in praktijkexamens voor het rijbewijs B de afgelopen drie
maanden ingelopen? Hoeveel extra praktijkexamens zijn afgenomen de afgelopen drie
maanden?
Antwoord 4
De Kamer wordt periodiek geïnformeerd over de inhaalslag bij de examendienstverlening,
zie ook Kamerstuk 29 398, nr. 983. Tegelijkertijd met deze beantwoording ontvangt de Kamer de rapportage van het CBR
over het eerste kwartaal van 2022.
Er zijn sinds maart 2021 10.000 examens ingehaald. Dit is het resultaat van overwerk,
waardoor veel extra examens konden worden afgenomen. Dit aantal wordt gedrukt doordat
examinatoren ook zijn ingezet voor de opleiding van nieuwe examinatoren. Het getal
van 10.000 had hoger kunnen zijn als er geen hoge uitval van examinatoren door COVID-19
was geweest.
Vraag 5
In hoeverre heeft het aannemen van extra rijexaminatoren geleid tot het afnemen van
extra praktijkexamens voor het rijbewijs B?
Antwoord 5
In december 2021 zijn 18 nieuwe examinatoren gestart met het afnemen van examens.
Deze hebben 7.500 extra examens kunnen afnemen.
Helaas zijn minder nieuwe examinatoren gestart dan was voorzien. In januari, februari
en april 2022 zijn de volgende klassen met examinatoren in opleiding gegaan. Naar
verwachting zullen er in de komende maanden circa 40 nieuwe examinatoren uit de opleiding
stromen.
Vraag 6
Deelt u de mening dat er genoeg rijexaminatoren moeten zijn voor het afnemen van praktijkexamens
voor het rijbewijs B, het terugbrengen van de wachttijd en het volledig inlopen van
de achterstand? Welke stappen neemt u om ervoor te zorgen dat de achterstand bij het
Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) eind 2022 volledig is ingelopen?
Antwoord 6
In het plan van aanpak van het CBR gericht op de inhaalslag examenafname is aangegeven
dat er op hoofdlijnen twee type maatregelen zijn om de misgelopen examenmomenten in
te halen: het vergroten van de examencapaciteit en het verminderen van de vraag naar
examens. Het CBR staat aan de lat voor het vergroten van de examencapaciteit. Daarvoor
zijn verschillende maatregelen in uitvoering, zoals het werven en opleiden van 100
extra examinatoren, het maximaliseren van overwerk, werken op feest- en herdenkingsdagen
en het terughalen en langer in dienst houden van gepensioneerde examinatoren. Daarmee
doet CBR op dit vlak al het mogelijke om de examencapaciteit te maximeren. Overigens
geeft het CBR aan niet te stoppen met de werving van nieuwe examinatoren als het aantal
van 100 extra examinatoren is bereikt, maar continu zal doorgaan met de werving.
Voor het verkleinen van de vraag naar examens is een dringend beroep gedaan op de
rijscholen om de slagingspercentages te verhogen en kandidaten pas op examen te laten
gaan als deze er daadwerkelijk klaar voor zijn. Doelstelling was de slagingspercentages
te laten stijgen van gemiddeld 50% naar 60%. Op jaarbasis zijn daardoor 80.000 minder
examens nodig. Tot op heden is de gerealiseerde stijging van het slagingspercentage
circa 2,5%. In 2021 hebben de maatregelen effect gehad en zijn de reserveringstermijnen
op acceptabele niveaus gebleven en veel lager dan aanvankelijk werd verwacht (zie
de maandrapportages over mei t/m december 2021 die met de Kamer zijn gedeeld).
Het feit dat de reserveringstermijnen voor de praktijkexamens B nu zo oplopen is toe
te wijzen aan uitzonderlijke omstandigheden zoals het hoge verzuim als gevolg van
de Omikronvariant en de zeer moeilijke arbeidsmarkt. Daarin staat het CBR niet alleen.
De effecten daarvan zien we bij een groot aantal sectoren. Het CBR blijft inzetten
op de belangrijkste parameters om de capaciteit te verhogen: het terugdringen van
het verzuim en het werven en opleiden van nieuwe examinatoren. Daarnaast is het CBR
in gesprek met de branche om te bezien hoe zij nog meer resultaat kunnen bereiken
met het verhogen van de slagingspercentages.
Vraag 7
Is het aannemen van 100 extra examinatoren genoeg, gegeven de verwachte wachttijd
van 20 weken en de achterstand van 305.000 praktijkexamens? Zo nee, waarom heeft het
CBR niet ingezet op het aannemen van meer dan 100 extra examinatoren, gegeven de uitval
tijdens de opleiding?
Antwoord 7
Het aannemen van 100 extra examinatoren zou bij een normaal verzuim voldoende zijn
om de achterstand in te lopen. Het is echter in de huidige arbeidsmarkt bijzonder
lastig om 100 examinatoren te werven. Tot op heden zijn er ruim 8.000 cv’s in de selectieprocedure
betrokken. Dat heeft geresulteerd in 108 kandidaten die aan de opleiding zijn begonnen
of daarmee zullen starten in de komende klassen. Door uitval tijdens de opleiding
zal dat echter niet tot de 100 gewenste extra examinatoren leiden.
In het antwoord op vraag 6 is aangegeven wat de plannen van het CBR zijn rond het
werven van nieuwe examinatoren. Het opleiden van extra examinatoren zal overigens
op de korte termijn leiden tot minder examencapaciteit door inzet van huidige examinatoren
tijdens de opleiding en voor coaching.
Vraag 8
Hoe kan het aannemen van 100 extra examinatoren hebben geleid tot een, in het artikel
genoemde, relatief kleine nettowinst, terwijl het bereiken van de pensioengerechtigde
leeftijd van rijexaminatoren toch geen verrassing kan zijn?
Antwoord 8
In het antwoord op de vragen 4, 5, 6 en 7 is uiteengezet door welke factoren de reserveringstermijnen
vanaf einde 2021 fors zijn opgelopen. De relatief kleine nettowinst in 2021 is hoofdzakelijk
gerealiseerd door overwerk.
Het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd is voor het CBR geen verrassing.
Bij het CBR is exact in beeld hoeveel examinatoren op welk moment zullen uitstromen
vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd.
9
Bent u van mening dat het aannemen van 68 extra examinatoren genoeg is om de wachttijd
voor praktijkexamens volledig terug te brengen en de achterstand volledig in te lopen?
Zo nee, welke stappen bent u bereid te nemen?
Antwoord 9
Nee. Het streven van het CBR lag ook hoger dan 68 extra examinatoren (namelijk 100).
In het antwoord op vraag 6 is aangegeven wat de plannen van het CBR zijn rond het
werven van nieuwe examinatoren.
Vraag 10 en 11
Deelt u de mening dat de door het CBR genoemde oplossingen, namelijk het schrappen
van het faalangstexamen en de tussentijdse toets, leerlingen extra zorgen geeft? Bent
u bereid te voorkomen dat het CBR het faalangstexamen en de tussentijdse toets schrapt?
Deelt u de mening dat de door het CBR genoemde oplossing om 17-jarige leerlingen uit
te sluiten van praktijkexamens geen oplossing is en het probleem slechts uitstelt?
Bent u bereid om te voorkomen dat het CBR 17-jarige leerlingen uitsluit van praktijkexamens?
Antwoord 10 en 11
In het plan van aanpak van het CBR gericht op de inhaalslag examenafname is aangegeven
dat indien de maatregelen om de examencapaciteit te vergroten en de maatregelen om
de vraag naar examens te verkleinen onvoldoende effect hebben en de reserveringstermijnen
onacceptabel hoog worden er mogelijk noodmaatregelen overwogen kunnen worden. Dit
betreft het tijdelijk niet aanbieden van de tussentijdse toets, het tijdelijk niet
aanbieden van het faalangstexamen en het tijdelijk verhogen van de examenleeftijd
van 17 naar 18 jaar. Ik heb het CBR gevraagd om in afstemming met de rijschoolbranche
mij te adviseren of de inzet van noodmaatregelen gewenst en noodzakelijk is. Het gezamenlijk
advies van CBR en rijschoolbranche is om nu geen tijdelijke noodmaatregelen in te
zetten waarbij meeweegt dat er nog mogelijkheden zijn voor de rijscholen om nog scherper
de opleiding van de leerling te plannen. Bij de volgende kwartaalrapportage wordt
bezien hoe de omstandigheden zich ontwikkelen en of noodmaatregelen alsnog nodig zijn.
Ik neem dit advies vanuit de uitvoering en met betrokkenheid van de rijschoolbranche
ter harte.
Daarnaast heeft mijn voorganger toegezegd de Kamer te informeren voorafgaand aan de
inzet van tijdelijke noodmaatregelen.
Vraag 12
Hoeveel buitenlandse rijbewijzen zijn omgezet naar Nederlandse rijbewijzen de afgelopen
vijf jaar?
Antwoord 12
De RDW meldt voor de jaren 2017 t/m 2021 de volgende aantallen omwisselingen van buitenlandse
rijbewijzen voor een Nederlands rijbewijs. Het gaat hier zowel om EU-rijbewijzen als
niet-EU-rijbewijzen. Niet-EU-rijbewijzen geven alleen recht op omwisseling bij een
specifieke regeling, bijvoorbeeld bilaterale omwisselafspraken met een derde land,
de Brexit-regeling of de omwisselingsregeling voor kennismigranten.
2017
26.430
2018
29.210
2019
34.909
2020
35.954
2021
38.406
Vraag 13
Hoeveel leerlingen met een Nederlandse nationaliteit hebben een theorie- en praktijkexamen
voor het rijbewijs B gedaan de afgelopen vijf jaar en hoeveel leerlingen met een buitenlandse
nationaliteit, eventueel uitgesplitst naar buitenlandse nationaliteit?
Antwoord 13
In onderstaande tabel is het aantal geslaagde kandidaten voor het theorie- en praktijkexamen
over de afgelopen 5 jaar weergegeven. Daarbij is een uitsplitsing gemaakt naar kandidaten
met een Nederlandse nationaliteit en niet-Nederlandse nationaliteit.
Aantal geslaagde kandidaten theorie- en praktijkexamens B (Nederlandse en niet-Nederlandse
nationaliteit) Bron: CBR
Nederlandse nationaliteit
niet-Nederlandse nationaliteit
jaar
aantal praktijk
aantal theorie
totaal
aantal praktijk
aantal theorie
totaal
2017
202.592
223.258
425.850
12.170
15.353
27.523
2018
196.356
225.868
422.224
14.277
18.168
32.445
2019
202.942
212.310
415.252
15.637
17.862
33.499
2020
151.675
180.298
331.973
12.030
13.991
26.021
2021
168.278
212.864
381.142
13.056
19.469
32.525
totaal
921.843
1.054.598
1.976.441
67.170
84.843
152.013
Vraag 14
In hoeverre houdt u rekening met de mogelijkheid dat Oekraïners slechts voor 185 dagen
met een Oekraïens rijbewijs B mogen rijden in Nederland en na 185 dagen een theorie-
en praktijkexamen voor een Nederlands rijbewijs B moeten doen?
Antwoord 14
Op dit moment wordt door de Europese Commissie bezien of er gecoördineerde noodmaatregelen
voor Oekraïense rijbewijzen moeten worden genomen. Een verlenging van de genoemde
185-dagen-termijn, die in veel lidstaten wordt gehanteerd, komt hierbij als meest
urgente maatregel het eerst in beeld. Het is nog niet duidelijk welk middel de Commissie
hiervoor wil toepassen. Operationele richtsnoeren voor de lidstaten of een noodverordening
die is voorzien van opt-outs liggen hiervoor het meest voor de hand. Naar verwachting
is hierover binnen enkele weken meer duidelijkheid.
Vraag 15
Bent u bereid om te kijken naar alternatieve oplossingen zoals het inkorten van het
praktijkexamen, het overtakelen van het voor- en nagesprek (bij een positieve uitslag)
van de rijexaminator naar de rijinstructeur en het voorrang geven aan rijscholen met
een hoog slagingspercentage? Deelt u de mening dat dan extra praktijkexamens kunnen
worden afgenomen en gehaald?
Antwoord 15
Het examen dient valide en betrouwbaar te blijven vanuit de verkeersveiligheid van
ons allemaal. Het CBR kijkt wel voortdurend naar alternatieven, ook in overleg met
de rijscholenbranche. Over het inkorten van het examen is al eerder een motie ingediend
van het lid Geurts c.s. tijdens het notaoverleg CBR op 19 april 2021 (Kamerstuk 29 398, nr. 921). Het CBR heeft daarop een impactanalyse gedaan naar het inkorten van het praktijkexamen B
en de Kamer over de uitkomst daarvan per brief geïnformeerd op 25 mei 2021 (Kamerstuk
29 398, nr. 938). De conclusie van het CBR was dat de huidige indeling qua roosters en opbouw van
het examen dusdanig scherp is vastgelegd dat het CBR geen ruimte ziet om het examen
in te korten. Er staat 55 minuten voor een examen gereserveerd (aaneensluitend zonder
pauzes). Daarvan is 35 minuten wettelijk vastgelegd als het minimum voor het feitelijke
examen. De overige tijd is voor ontvangst, voorgesprek en nagesprek. Zowel het voor-
als het nagesprek worden daarbij in de huidige vorm door het CBR als essentieel onderdeel
van het examen gezien.
Met betrekking tot het verbinden van consequenties aan de slagingspercentages is het
CBR gevraagd, in afstemming met de rijschoolbranche, een plan uit te werken voor het
verbinden van consequenties aan de slagingspercentages van rijscholen, waarin wordt
aangegeven wat er binnen de huidige wettelijke kaders wel en niet mogelijk is. Het
CBR werkt onder meer uit welk slagingspercentage als ondergrens kan worden gehanteerd,
over welke periode dit gemeten wordt, welke sanctiemogelijkheden er zijn, wat de uitvoeringsconsequenties
zijn en wat het invoeringspad kan worden. Ik verwacht op korte termijn dit plan te
kunnen delen met de Kamer.
Vraag 16
Bent u bereid om deze vragen één voor één te beantwoorden voor het commissiedebat
Verkeersveiligheid op 20 april 2022
Antwoord 16
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.