Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Hagen over nieuw bewijs voor zware vervuiling van Nederlandse waterwegen met plastickorrels
Vragen van het lid Hagen (D66) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over nieuw bewijs voor zware vervuiling van Nederlandse waterwegen met plastickorrels (ingezonden 9 maart 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat), mede namens
de Minister van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 19 april 2022). Zie ook Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2252.
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Klokkenluider draagt nieuw bewijs aan voor zware vervuiling
van Nederlandse waterwegen met plastickorrels»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herkent u de situatie die geschetst wordt in dit artikel, namelijk dat de Westerschelde
zwaar vervuild blijkt te zijn met zogenaamde «nurdles» (kleine plastic korrels) afkomstig
uit de plasticindustrie? Zo ja, kunt u toelichten wat u tot nu toe heeft ondernomen
om deze vervuiling tegen te gaan?
Antwoord 2
Vervuiling door nurdles vind ik zorgelijk. Het is onvoldoende zeker waar de kleine
plastic korrels (nurdles) in de Westerschelde precies vandaan komen. Wel weten we
dat jaarlijks grote hoeveelheden nurdles door de industrie worden geproduceerd, getransporteerd
en verwerkt. Ik vind het belangrijk dat de plasticindustrie er alles aan doet om milieuvervuiling
door deze plastic korrels te voorkomen. Met het initiatief Operation Clean Sweep zet
de plasticsindustrie belangrijke stappen naar het voorkomen van het verlies van nurdles,
maar het initiatief heeft nog niet geleid tot het volledig oplossen van het probleem.
Plastics Europe werkt aan de uitwerking van een certificeringssysteem. Ik vind het
belangrijk dat zo veel mogelijk partijen zich laten certificeren en dat dit certificeringssysteem
aansluit bij meetmethoden die worden ontwikkeld in de OSPAR-samenwerking, een regionaal
verdrag voor de bescherming van het mariene milieu van de Noordoost-Atlantische Oceaan
(zie ook antwoord 5).
Met het actieprogramma Schone Schelde 2022 werken bedrijven, overheden en NGO’s samen
aan het terugdringen en voorkomen van zwerfafval. De bronaanpak van nurdles is een
speerpunt in het actieprogramma. Rijkwaterstaat neemt actief deel aan deze Schone
Schelde samenwerking. Over de voortgang en de aanpak zal Minister Harbers u in het
najaar nader informeren.
Daarnaast is het belangrijk om te investeren in de kennisopbouw over (micro)plasticvervuiling
uit Nurdles. Nurdles zijn een van de voornaamste bronnen van milieuvervuiling door
microplastics. Het Ministerie van IenW investeert in de kennisopbouw over microplastics,
er is bijvoorbeeld € 230.000 beschikbaar gesteld voor onderzoek naar methoden om microplastics
in water te kunnen meten.
Vraag 3
Bent u het met ons eens dat het onderzoek dat in het artikel wordt aangehaald opnieuw
aantoont hoe noodzakelijk het is om de immense plasticvervuiling zo snel mogelijk
wereldwijd aan te pakken? Zo ja, welke actie heeft u hierop tot nu toe ondernomen?
Antwoord 3
Plasticvervuiling is een probleem dat over landsgrenzen heen gaat. Een belangrijke
stap om het plastic zwerfafval op het land, in het water en op oevers terug te dringen
is de richtlijn van de Europese Commissie voor de reductie van wegwerpplastics (hierna:
SUP-richtlijn). Sinds vorig jaar zijn eenmalige plastic rietjes, bordjes, bestek en
wattenstaafjes verboden. Onlangs heb ik aanvullende regels in de Staatscourant gepubliceerd
om het gebruik van kunststof drinkbekers en voedselverpakkingen voor eenmalig gebruik
te verminderen en het hergebruiken van verpakkingen te stimuleren. Met deze nieuwe
regels wordt ook de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) van kracht,
waardoor producenten van sigarettenfilters, vochtige doekjes en andere plastic producten
mee moeten betalen aan de kosten van het opruimen van zwerfafval. Over deze maatregelen
ter implementatie van de SUP-richtlijn heb ik uw kamer eind maart jl. geïnformeerd.2
Daarnaast steun ik de verschillende initiatieven van de Europese Commissie om milieuvervuiling
door microplastics te voorkomen uit zowel bewust toegevoegde als onbewust ontstane
microplastics. Naast een voorstel ter voorkoming en beperking van bewuste toegevoegde
microplastics werkt de Commissie ook aan een breder beleidspakket tegen de vervuiling
van microplastics die onbewust in het milieu terechtkomen. De Commissie heeft aangegeven
met dit beleidspakket ook microplasticvervuiling door nurdles te willen aanpakken.
Ik ben voorstander van een ambitieuze Europese aanpak en zal de Commissie hiertoe
blijven aansporen.
Ik vind het ook noodzakelijk om plasticvervuiling wereldwijd aan te pakken. Over de
vele acties om de plastic vervuiling mondiaal aan te pakken heb ik uw kamer onlangs
nog geïnformeerd in een reactie op twee brieven van de Plastic Soup Foundation.3 Ik ben blij dat – mede door de inspanningen van Nederland – tijdens de United Nations
Environment Assembly (UNEA) 5.2 eind maart jongstleden, een internationaal onderhandelingscomité
wordt ingesteld om te komen tot een juridisch bindende overeenkomst voor de aanpak
van mondiale plastic vervuiling. In 2022 starten de onderhandelingen voor een mondiaal
verdrag voor het tegengaan van vervuiling door plastics in het milieu.
Vraag 4
Bent u het met ons eens dat het Nederlandse stelstel van vergunning, toezicht en handhaving
(VTH-stelsel) heeft gefaald in het geval van de plasticvervuiling in de Westerschelde?
Antwoord 4
Bedrijven zijn allereerst zelf verantwoordelijk om te voorvoorkomen dat verontreinigende
stoffen, zoals plastic korrels, in het milieu terechtkomen. Het is aan het bevoegd
gezag om op basis van de water- en milieuregelgeving erop toe te zien dat aan de daarin
gestelde voorwaarden wordt voldaan. Zowel plastic producerende bedrijven als ook bedrijven
in de logistieke keten worden door Rijkswaterstaat en de Regionale Uitvoeringsdienst
Zeeland op regelmatige basis geïnspecteerd.
Vraag 5
Bent u het eens met de oproep van de directeur van de Plastic Soup Foundation dat
er in Nederland in deze situatie handhavend opgetreden moet worden en dat er vanuit
Nederland een oproep gedaan moet worden aan België en het Verenigd Koninkrijk om hetzelfde
te doen?
Antwoord 5
Over de handhaving verwijs ik u graag naar het antwoord op vraag 4.
Net als Nederland maken België en het Verenigd Koninkrijk deel uit van internationale
samenwerkingsverbanden om de milieuvervuiling door plastics te voorkomen en aan te
pakken. Bijvoorbeeld zetten Nederland, België en het Verenigd Koninkrijk zich binnen
de Regionale Zeeconventie OSPAR actief in voor het verder terugdringen van zwerfvuil
in de Noordoost-Atlantische Oceaan. Dit gebeurt onder andere door bij te dragen aan
het OSPAR Regional Action Plan Marine Litter. Bij de OSPAR ministeriële conferentie is in oktober 2021 een aanbeveling aangenomen
om de verliezen van nurdles te beperken. Ook wordt in OSPAR-verband gewerkt aan het
ontwikkelen van gezamenlijke monitoringstechnieken voor het meten van microplastics
in sediment, en zijn binnen OSPAR methoden ontwikkeld voor het meten van zwerfvuil
op stranden en van plastic deeltjes in de magen van Noordse stormvogels en van zeeschildpadden.
Ik vind het belangrijk dat alle landen zich houden aan de afspraken en zal in deze
samenwerkingsverbanden aandringen op een voortvarende aanpak om de milieuvervuiling
door plastics te voorkomen en aan te pakken.
Vraag 6
Kunt u toelichten in hoeverre u gesprekken voert met uw Belgische en Britse collega’s
over de vervuiling van Nederlandse waterwegen en of er in dit verband ook specifiek
wordt gesproken over plastic korrels? Wat zijn hier tot nu toe de concrete vervolgstappen
van?
Antwoord 6
Zoals ook toegelicht in antwoord 5 zijn er contacten met Belgische en Britse collega’s
over het tegengaan van milieuvervuiling door plastic en plastic nurdles in OSPAR-verband.
Plastic vervuiling is ook een onderwerp op de agenda van de Internationale Scheldecommissie
(ISC) met België en Frankrijk. In de ISC wordt besproken op welke manier de aanwezigheid
van verontreinigende stoffen, zoals plastics, in het gehele stroomgebied van de Schelde
kan worden gereduceerd.
Vraag 7
Wat betekent deze vervuiling voor de flora en fauna in de Hedwigepolder? En wat bent
u voornemens te gaan doen?
Antwoord 7
De flora en fauna van de Hedwigepolder en het toekomstige intergetijdengebied is in
principe niet anders dan de flora en fauna in de andere delen van het Westerscheldegebied.
De mogelijke invloed van verontreiniging van het gebied met plastics op flora en fauna
zal dan ook niet anders zijn dan de invloed die dergelijke verontreinigingen elders
hebben. Dat neemt niet weg dat ik mij in de Hedwigpolder net zo zal blijven inspannen
om milieuvervuiling te voorkomen en te beperken als in elk ander gebied.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.