Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Nijboer over regels in het Bouwbesluit 2012 die in de weg staan bij de opvang van Oekraïense vluchtelingen
Vragen van het lid Nijboer (PvdA) aan de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening over regels in het bouwbesluit 2012 die in de weg staan bij de opvang van Oekraïense vluchtelingen (ingezonden 23 maart 2022).
Antwoord van Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) (ontvangen
19 april 2022).
Vraag 1
Bent u op de hoogte van gemeenten die in onzekerheid zitten omtrent het toepassen
van regels uit het bouwbesluit 2012 voor tijdelijke crisisopvang van Oekraïense vluchtelingen?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw standpunt rondom de regels die gehandhaafd moeten worden bij crisisopvang
en welke ruimer geïnterpreteerd mogen worden op het vlak bewoonbaarheid?
Antwoord 2
Omdat er reeds sprake is van minimumeisen voor bestaande bouw, ligt het niet voor
de hand eisen opzij te zetten. Met een beroep op gelijkwaardigheid kan een gemeente
altijd beoordelen of in een bepaald geval ook op een andere manier (dan de prestatie-eis)
voldaan wordt aan de functionele eis die het Bouwbesluit 2012 stelt. In de handreiking
die samen met de VNG is gemaakt staan praktische tips: Handreiking Gemeentelijke Opvang Oekraïners (GOO) | Publicatie | Rijksoverheid.nl
Vraag 3
De PvdA hoort van gemeenten dat zij op het gebied van herbestemming van gebouwen wel
ruimte voelen om ruimer om te gaan met regels, maar dit niet zo voelen bij regels
die gelden voor gebouwen die voortvloeien uit het bouwbesluit 2012. Kunt u hierbij
aangeven wat er volgens u mogelijk moet zijn en welke standaarden middels een gedoogbeleid
tijdelijk verlaagd kunnen worden?
Antwoord 3
De eisen die aan bestaande bouw worden gesteld zijn de absolute minimumeisen. De regels
voor functiewijziging en tijdelijke bouw zijn over het algemeen al lager dan het nieuwbouwniveau,
en liggen veelal op het niveau van bestaande bouw. Voor tijdelijke oplossingen kan
een beroep worden gedaan op gelijkwaardigheid. Het is aan gemeenten om dit te beoordelen,
dat kan bijvoorbeeld in overleg met de brandweer. Voorbeeld is het tijdelijk inzetten
van een brandwacht.
Vraag 4
Snapt u dat gemeenten het lastig vinden om te bepalen in hoeverre zij bestaande regels
aan de kant mogen zetten om opvang te regelen? Zo ja, bent u van plan meer duidelijkheid
te scheppen voor gemeenten?
Antwoord 4
De genoemde handreiking bij antwoord 2 biedt veel noodzakelijke informatie voor de
opvang van Oekraïense ontheemden. De VNG heeft aan het opstellen van deze handreiking
meegewerkt.
Vraag 5
Bent u bereid om in gesprek te gaan met de VNG en/of individuele gemeenten wanneer
zij vragen hebben over de eisen voor crisisopvang?
Antwoord 5
De VNG is vanaf het eerste moment betrokken bij de organisatie en afstemming van de
opvang van de vluchtelingenstroom die op gang is gekomen. De eerder genoemde handreiking
is dan ook met de VNG opgesteld.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.