Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Hammelburg en Belhaj over de compensatieprojecten in Hawija
Vragen van de leden Hammelburg en Belhaj (beiden D66) aan de Minister van Defensie over de compensatieprojecten in Hawija (ingezonden 23 februari 2022).
Antwoord van Minister Ollongren (Defensie) (ontvangen 13 april 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht dat de burgemeester van Hawija niet te spreken is over
de Nederlandse compensatieprojecten in Hawija?1
2
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe oordeelt u over deze uitspraken?
Antwoord 2
In de genoemde artikelen geeft de burgemeester aan sceptisch te zijn over de vorderingen
van de projecten en stelt hij dat er geen contact plaatsvindt tussen de uitvoerders
van de projecten en de lokale autoriteiten.
Het kabinet herkent zich niet in deze uitspraken. De International Organization for Migration (IOM) en het United Nations Development Programme (UNDP) betrekken de lokale autoriteiten en inwoners van Hawija bij de uitvoering
van hun projecten om te zorgen dat deze zo goed mogelijk aansluiten op de lokale behoefte.
Naar aanleiding van de kritiek van de burgemeester is er in december specifiek bij
UNDP en IOM nagevraagd hoe de communicatie met de autoriteiten in Irak verloopt. Beide
organisaties hebben aangegeven dat er regelmatig contact is met de Iraakse autoriteiten
op verschillende niveaus, waaronder de gemeente Hawija, de provincie Kirkuk en verschillende
ministeries. Zo werkt UNDP nauw samen met de gouverneur van Kirkuk en het Ministerie
van Elektriciteit. Ook informeert UNDP de gemeente van Hawija consequent over de voortgang.
IOM heeft contact met het ministerie voor Mijnactie en informeert de gemeente van
Hawija eveneens. IOM nodigt de burgemeester met regelmaat uit voor besprekingen. Het
is aan de burgemeester zelf om te besluiten hier al dan niet bij aanwezig te zijn.
Op 3 december jl. is door vertegenwoordigers van het Ministerie van Defensie en het
Ministerie van Buitenlandse Zaken met de burgemeester van Hawija gesproken. Tijdens
dit gesprek hebben de vertegenwoordigers van beide ministeries de planning en projectdoelstellingen
aan de burgemeester toegelicht.
Het is voor het kabinet van belang dat de resultaten van beide projecten worden behaald
en de doelstellingen worden waargemaakt. Hierover bestaat regelmatig contact met UNDP
en IOM.
Vraag 3
Kunt u een update verschaffen over de status van de compensatieprojecten en daarbij
ingaan op het algehele herstel van Hawija, de economische activiteit, infrastructuur
en voorziening van basisdiensten? Wat is er sinds begin december vorig jaar gerealiseerd?
Klopt het dat het IOM project nog niet is begonnen?
Antwoord 3
In opdracht van Nederland worden twee herstelprojecten uitgevoerd ten gunste van de
gemeenschap in Hawija. Het betreft projecten van IOM en UNDP. In totaal wordt ruim
vier miljoen euro aan de projecten besteed. Zoals aan uw Kamer vermeld, zijn beide
projecten reeds begonnen (Kamerstuk 27 925, nr. 862).
IOM
De hoofddoelstelling van het project van IOM is om bij te dragen aan het post-conflict
herstel van het district Hawija door de infrastructuur te herstellen ter bevordering
van de economie, het scheppen van werkgelegenheid en het herstel van basisvoorzieningen.
Het project van IOM is in mei gestart en bestaat grofweg uit drie componenten: herstel
van de industriële infrastructuur, herstel van de landbouwinfrastructuur, en puinruimen
in de industriële zone. IOM heeft tot op heden uitgebreide voorbereidende werkzaamheden
verricht, zoals inventarisatie van de schade, het beoordelen van de gebiedsverontreiniging
en selectie van de te herstellen infrastructuur. Het project van IOM heeft in beginsel
een looptijd tot en met 31 oktober 2022.
Wat betreft het herstel van de industriële infrastructuur, heeft IOM 171 bedrijfspanden
(waaronder winkels, showrooms, werkplaatsen) geïdentificeerd voor herstelwerkzaamheden.
Voor de uitvoering hanteert IOM een owner-driven benadering. IOM heeft in overleg met de eigenaren een herstelplan voor de bedrijfspanden
opgezet. De eigenaren van de bedrijfspanden zullen van IOM een subsidie ontvangen
waarmee zij dit herstelplan binnen een bepaalde termijn kunnen uitvoeren. Dit gebeurt
onder supervisie van IOM en op basis van een contract dat wordt ondertekend door de
eigenaar, IOM en de gemeente Hawija. De verwachting is dat de daadwerkelijke herstelwerkzaamheden
in april zullen beginnen.
Parallel hieraan treft IOM voorbereidingen voor het herstel van de landbouwinfrastructuur.
IOM heeft meerdere focusgroepen en key informant interviews georganiseerd om de behoeften van de gemeenschap te identificeren en een lijst met
potentiële projecten samen te stellen. Deze projecten worden nu besproken met de ingenieurs
van IOM, eventuele partners en de autoriteiten.
Met betrekking tot het puinruimen importeert IOM een puinruimer naar Irak. De puinruimer
is in maart jl. in Erbil gearriveerd en wordt momenteel gereed gemaakt voor transport
naar Hawija. Dit is later dan oorspronkelijk gepland, vanwege een vertraging in de
lokale toestemmings- en douaneprocedures. Zowel het ministerie als Defensie als de
ambassade in Bagdad houden hierbij vinger aan de pols.
In de periode tussen november 2021 en eind januari 2022 heeft IOM samen met het ontmijningsbedrijf
Tetra Tech de veiligheid van het te ontruimen gebied onderzocht en beoordeeld. De
verwachting is dat het Iraakse ministerie voor Mijnactie de noordelijke zone van de
industriële zone op korte termijn veilig zal verklaren voor de ontruimingsactiviteiten.
Dit zal gebeuren middels een cash-for-work programma, waaraan ongeveer 180 mensen zullen meewerken. De verwachting is dat dit
programma medio mei 2022 van start gaat.
UNDP
Het project van UNDP heeft als doel het elektrische distributienetwerk van Hawija
te verbeteren, ten gunste van het industriegebied en de omliggende woonwijk. Het project
van UNDP bestaat uit twee componenten, zijnde werkzaamheden aan het elektriciteitsdistributienetwerk
en het installeren van een extra mobiel onderstation. Dit onderstation is bedoeld
om het beschikbare vermogen te stabiliseren en reguleren zodat het ook de zware industrie
stabiel kan draaien en dat verschillende apparatuur, inclusief hoogspanningsapparatuur,
kan worden gebruikt zonder dat deze beschadigd raakt.
De werkzaamheden voor het herstel van het elektriciteitsdistributienetwerk zijn in
oktober 2021 begonnen en op 19 februari jl. afgerond. Er zijn 325 elektriciteitspalen
geplaatst met bijbehorende transformatoren (20 in totaal), bedrading en geleiders.
Vertegenwoordigers van de eindgebruiker, zijnde technische experts van het Ministerie
van Elektriciteit, zijn nauw betrokken geweest bij de projectactiviteit en hebben
de posities van de palen en transformatoren gekozen. De toezichtcommissie, bestaande
uit vertegenwoordigers van het ministerie en ingenieurs van UNDP, heeft de installatie
in de gaten gehouden. De eindgebruiker heeft het netwerk reeds getest en functioneel
verklaart. Het contract voor de levering en de installatie van het mobiele onderstation
werd in november jl. gegund. De fabrieksfabricage van het mobiele onderstation is
vervolgens in december gestart.
Het creëren van werkgelegenheid en de terugkeer van bewoners zijn doelstellingen die
tijd kosten en niet eenvoudig te realiseren zijn. Het kabinet vindt het belangrijk
dat IOM en UNDP hun projecten zorgvuldig, veilig en in consultatie met de gemeenschap
opzetten om zo duurzame verbetering te bewerkstelligen.
Vraag 4
Ondervinden IOM en UNDP problemen of vertraging met het uitvoeren van de compensatieprojecten?
Zo ja, waarom? Wat kunt u hier aan doen?
Antwoord 4
Beide projecten hebben op verschillende fronten vertraging ondervonden. De vertraging
die IOM tot op heden heeft opgelopen, is voornamelijk te wijten aan administratieve
barrières, uitstel van beslissingen door autoriteiten, veiligheidsredenen, en wijzigingen
in de landelijke importregelgeving. Dergelijke ontwikkelingen zijn niet ongebruikelijk
in de lokale context van Irak en beide projectorganisaties hebben ruimschoots ervaring
in hoe hiermee om te gaan. Het project van UNDP heeft bij de start vertraging opgelopen
door een administratieve omissie aan de kant van het Ministerie van Defensie, waarbij
een fout werd gemaakt bij de eerste uitbetaling in augustus 2021. Dit is begin oktober
2021 hersteld, waarna UNDP met de uitvoering van het project kon starten.
IOM en UNDP houden het Ministerie van Defensie en de Nederlandse ambassade in Irak
met regelmaat op de hoogte van de ontwikkelingen en onvoorziene vertragende omstandigheden.
Tot op heden is er nog geen noodzaak geweest om vanuit de ambassade of vanuit het
ministerie te interveniëren.
Vraag 5
Zijn de tijdspaden van de IOM (tot 31 oktober 2022) en UNDP (tot augustus 2022) nog
accuraat? Lukt het in die tijd om de hoofddoelstellingen te behalen? Zo nee, bent
u voornemens de projecten te verlengen?
Antwoord 5
Ondanks de geschetste vertragingen zoals beschreven in de beantwoording van vraag
4, verwachten IOM en UNDP de afgesproken projectdoelstellingen binnen de genoemde
tijdspaden te behalen. Het kabinet is zich er echter van bewust dat het voltooien
van werkzaamheden in deze regio uitdagingen met zich meebrengt en er ontwikkelingen
kunnen optreden die de planning beïnvloeden. Het kabinet zou in een dergelijk geval
bereid zijn verlenging te overwegen. Gezien de vertraging binnen het project van IOM
heeft Defensie het contact over de voortgang geïntensiveerd. Voorop staat dat de hoofddoelstellingen
moeten worden behaald.
Vraag 6
Zijn er voldoende middelen beschikbaar gesteld voor de compensatieprojecten? Hoe garandeert
u dat de middelen juist worden besteed?
Antwoord 6
Er zijn voldoende middelen beschikbaar gesteld ten behoeve van de projecten. Met betrekking
tot de besteding van de middelen zijn er contractafspraken gemaakt met UNDP en IOM
waarin monitoring- en rapportageregimes zijn opgenomen. Beide organisaties rapporteren
ieder kwartaal over de voortgang van de projecten. Ook is er geregeld tussentijds
contact tussen het Ministerie van Defensie, de Nederlandse ambassade in Irak, UNDP
en IOM over de uitvoering van de projecten. UNDP en IOM zullen tevens voorzien in
een eindrapportage.
Vraag 7
Klopt het dat IOM en UNDP niet samenwerken met de lokale overheden en/of lokale autoriteiten
en diensten hebben geconsulteerd met betrekking tot de lokale behoeften in Hawija?
Zo ja, waarom niet?
Antwoord 7
Nee, dit klopt niet. Zie hiervoor ook de beantwoording op vragen 2 en 3.
Vraag 8
Klopt het dat de Nederlandse consul geprobeerd heeft om mensen te ontmoedigen compensatie
na te streven?
Antwoord 8
Nee. Navraag leert dat in contacten met de burgemeester van Hawija geen sprake is
geweest van ontmoediging van het nastreven van compensatie.
Vraag 9
Kunt u deze vragen afzonderlijk beantwoorden?
Antwoord 9
Ja, zie de bovenstaande beantwoording.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
K.H. Ollongren, minister van Defensie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.