Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Hagen over ‘de afvalbergen die ontstaan door het verplaatsen van textielproducten vanuit Europa naar Ghana’
Vragen van het lid Hagen (D66) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over de afvalbergen die ontstaan door het verplaatsen van textielproducten vanuit Europa naar Ghana (ingezonden 1 maart 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Heijnen (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 13 april
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2066.
Vraag 1
Bent u bekend met de documentaire over kleding- en textielafval uit de docureeks «De
prijsknaller»?1
Antwoord 1
Ja, daar ben ik mee bekend.
Vraag 2
Herkent u de problematiek die geschetst wordt in deze documentaire, namelijk dat vanuit
Europa (en daarmee Nederland) jaarlijks miljoenen kilo’s textiel van lage kwaliteit
worden geëxporteerd naar Ghana, waar het vervolgens op grote afvalbergen terechtkomt
en ernstige milieuschade veroorzaakt?
Antwoord 2
Het is bekend dat er vanuit Europa textielstromen worden geëxporteerd naar onder meer
Ghana.
Voor Nederlandse textielbedrijven die aangesloten zijn bij de VHT2 geldt dat kleding/textiel verkocht wordt aan vaste handelspartners, waarbij het textiel
gesorteerd is op de specifieke wensen die deze handelspartners hebben. Dit zijn vaak
verschillende landen in Europa en Afrika waar afspraken mee zijn gemaakt. Op deze
wijze wordt voorkomen dat onverkoopbaar textiel en grote balen ongesorteerd textiel
op de markt worden aangeboden.
Vanuit de Europese Unie is het wettelijk niet toegestaan om ongesorteerde goederen
naar landen buiten de Europese Unie te sturen, dit is vastgelegd in de EVOA-wetgeving.3 In Nederland wordt dit gecontroleerd door de Inspectie Leefomgeving en Transport.
Gelet op de afspraken met vaste handelspartners in het buitenland en de EVOA-wetgeving,
worden enkel gesorteerde textielstromen die zijn afgestemd op de vraag van de tweedehands
markt, geëxporteerd. Buiten de Europese Unie zijn er echter verscheidene landen die
dergelijke EVOA-wetgeving (of een equivalent) niet kennen. Het bovenstaande in overweging
nemende is het niet heel aannemelijk dat het om textiel gaat dat uit Nederland is
geëxporteerd naar Ghana.
Vraag 3
Bent u het eens met de stelling dat dit probleem een resultaat is van het produceren
van steeds laagwaardigere kleding die sneller wordt afgedankt en ook minder verkoopbaar
is in andere landen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, welke oplossingen ziet u hiervoor?
Antwoord 3
De problematiek die wordt geschetst is herkenbaar. Een lagere kwaliteit van textiel
en de enorme toename van productie en consumptie van textiel vormen een probleem voor
het milieu. Textiel met een lage kwaliteit zal minder snel opnieuw gebruikt of verkocht
worden. Daarbovenop leidt het lage percentage hergebruik van textiel tot een toename
in textielafval. Dit zijn ook belangrijke aanleidingen geweest om het Beleidsprogramma
circulair textiel 2020–2025 uit te brengen.4 Het onlangs uitgebrachte voorstel van de Europese Commissie voor een verordening
betreffende ecologisch ontwerp voor duurzame producten (ecodesign) zal bovendien bindende en product specifieke eisen stellen om bijvoorbeeld de duurzaamheid,
recyclebaarheid en herbruikbaarheid van textiel te verbeteren.
De branchevereniging voor de textielwinningsindustrie, de Vereniging Herwinning Textiel
(VHT), heeft in een persbericht van oktober 2020 gesignaleerd dat de kwaliteit van
het ingezameld textiel onder druk staat door fast fashion.5 Dit signaal wordt serieus genomen en hierover vinden gesprekken plaats met de VHT
en andere ketenpartners.
Ten slotte is er een breed draagvlak bij belanghebbende partijen in de textielketen
voor de introductie van uitgebreide producentenverantwoordelijkheid (UPV) voor textiel.
Zij zien in dat de UPV textiel een belangrijke bijdrage levert aan de transitie naar
een circulaire textielketen. Met de UPV worden producenten van textiel verantwoordelijk
voor de inzameling, de recycling en het hergebruik van textiel dat wordt afgedankt.
Vraag 4
Kunt u aangeven hoe groot de handelsstromen van oud textiel van Nederland naar Polen,
en van Nederland direct naar Ghana en andere landen in West-Afrika zijn? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 4
Er zijn geen cijfers over deze handelsstromen bekend bij de Nederlandse overheid.
Nederlandse textielbedrijven zamelen kleding in en vervoeren deze kledingstukken naar
een sorteerbedrijf. Na de inzameling wordt het afval en de vervuilde of kapotte kleding
eruit gehaald, de kleding gesorteerd en voorbereid op een nieuwe bestemming. Wat opnieuw
te dragen is wordt verkocht en hiermee wordt de levensduur van kleding verlengd.
Zoals hierboven is aangegeven (vraag 2) geldt voor Nederlandse textielbedrijven die
aangesloten zijn bij de VHT6 dat hun kleding en textiel aan handelspartners wordt verkocht waarmee afspraken zijn
gemaakt. Dit is gebaseerd op de specifieke wensen van de handelspartners en op basis
daarvan wordt het textiel gesorteerd. Het gaat hierbij om verschillende landen in
Afrika en Europa.
Vraag 5
Kunt u toelichten welke stappen reeds zijn gezet om toenemende export van laagwaardig
textiel naar West-Afrikaanse landen te voorkomen, en welke stappen zijn gezet om sociaaleconomische
effecten en milieueffecten te voorkomen?
Antwoord 5
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 2, is het vanuit de Europese Unie wettelijk
niet toegestaan om ongesorteerde goederen naar landen buiten de Europese Unie te sturen.
Navraag bij de VHT leert dat er met haar leden in Nederland binnen de textielherwinningsindustrie
een Certificeringsregeling afgesproken om de kwaliteitsstandaard te borgen. Door middel
van de kwaliteitsstandaarden wordt er rekening gehouden met sociaaleconomische effecten
en milieueffecten.
Ook laten Nederlandse inzamelaars, sorteerders en verwerkers van textiel door middel
van de Certificeringsregeling zien dat ze voldoen aan de benodigde wetgeving en dat
het sorteerproces zo is ingericht dat het aansluit bij de wereldwijde vraag naar tweedehands
producten. Daarmee komt er vanuit de VHT zo min mogelijk textiel op de markt waar
geen vraag naar is in andere landen. De VHT ziet erop toe dat de aangesloten sorteerders,
recycleraars en verwerkers van textiel zich houden aan de afgesproken kwaliteitsstandaarden
en de daarbij behorende transparantie.
Vraag 6
Ontvangen landen als Ghana reeds een financiële bijdrage om deze afvalstroom te verwerken
en milieuschade van deze afvalbergen te beperken? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Vanuit Nederland ontvangt Ghana geen financiële bijdrage om deze afvalstroom te verwerken
en milieuschade van deze afvalbergen te beperken. Navraag leert dat momenteel de focus
van de Nederlandse ambassade in Ghana op landbouw, water, handel en cacao ligt, en
niet op kleding en textiel.
Vraag 7
Kunt u toelichten hoe de Europese regelgeving rondom de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid
(UPV) kan helpen voorkomen dat een overvloed aan afgedankte kleding in het Oosten
van Europa en vervolgens in West-Afrika of elders buiten Europa (zoals de woestijnen
van Chili) terechtkomt?
Antwoord 7
Op dit moment bestaat er (nog) geen geharmoniseerde UPV voor textiel in EU-verband.
Er komt wel een verplichting vanaf 2025 op basis van de Europese Kaderrichtlijn Afvalstoffen
om textiel gescheiden in te zamelen binnen de Europese Unie.
De Europese Unie is van plan een geharmoniseerd UPV-instrument voor textiel in te
voeren onder de herziening van de Kaderrichtlijn Afvalstoffen in 2023. Nederland heeft
hier actief voor gepleit – in samenspraak met andere lidstaten – en blijft dit ook
doen in Europese fora, onder meer bij de Europese Commissie. Er is sprake van een
Europese textielmarkt en de industrie is sterk met elkaar verweven. Een UPV op Europees
niveau kan voor verdere standaardisatie zorgen om voor meer hergebruik en recycling
van textiel te zorgen. Aangezien de invoering van een dergelijk systeem op Europees
niveau nog geen tijdlijn kent en Nederland haar eigen, ambitieuze doelstellingen heeft
vastgesteld om tot een volledig circulaire economie te komen in 2050, wordt de invoering
op nationaal niveau doorgevoerd en komt er in 2023 UPV voor textiel in Nederland.
Dit laat onverlet dat Nederland zich op Europees niveau blijft inzetten voor een circulaire
textielketen en Europese initiatieven aanmoedigt en verwelkomt. Bovendien moet de
UPV leiden tot een financiële prikkel bij bedrijven om (afgedankte) kleding niet te
exporteren buiten Nederland, maar meer hergebruik in Nederland te bevorderen en hiermee
de ontwikkeling van ongewenste textielophoping tegen te gaan.
Vraag 8
Kunt u aangeven welke oplossingsrichtingen uit het rapport van KplusV sinds 2020 zijn
geïmplementeerd om de negatieve impact van fast fashion te verminderen? Kunt u schetsen
wat met de verschillende aanbevelingen is gedaan?7
Antwoord 8
De oplossingsrichtingen in het rapport van KplusV over fast fashion zijn grotendeels
meegenomen bij de opstelling van het beleidsprogramma circulair textiel. Hierin is
een mix van maatregelen opgenomen die op de productie-, retail, gebruiks- en afdankfase
ingaan. Vanuit het beleidsprogramma wordt zo veel mogelijk ingezet op wet- en regelgeving
en minder op vrijwillige afspraken, om zo meer impact te kunnen bereiken. Een belangrijke
maatregel in het beleidsprogramma is de hierboven genoemde UPV voor textiel. Ook wordt
bij de Europese Commissie gepleit voor strengere wet- en regelgeving op textiel, bijvoorbeeld
op het gebied van producteisen en duurzaamheidslabels voor kleding.
Vraag 9
Kunt u aangeven welke beleidsinterventies er in voorbereiding zijn om een verandering
in consumentengedrag te bevorderen, of welke anderszins beperkende maatregelen van
het aanbod van laagwaardige kleding er in voorbereiding zijn, aangezien het merendeel
van het fashionaanbod momenteel bestaat uit fast-fashionproducten?
Antwoord 9
Onderdeel van mijn visie op een circulaire textielketen in 2050 is dat alle kleding
die in de winkel hangt duurzaam en circulair is. Dit heeft prioriteit boven het beïnvloeden
van consumentengedrag, omdat de keten in zijn geheel dan zo min mogelijk vervuilend
is. Hier wordt bijvoorbeeld invulling gegeven door het aangekondigde, Europese voorstel
voor een verordening betreffende ecologisch ontwerp voor duurzame producten. Naast
inzet op een duurzame textielketen, is bewustwording bij consumenten ook belangrijk.
Een verplicht duurzaamheidslabel bij nieuwe kleding, om de consument beter in staat
te stellen een duurzame keuze te maken en bewust te maken van de impact van textiel,
is daar een nuttig instrument voor. De Europese Commissie heeft aangekondigd als onderdeel
van het aangekondigde productpaspoort verplichte duurzaamheidsinformatie aan een product
te koppelen.
Daarnaast is in 2020 een gedragsonderzoek uitgevoerd op het gebied van kleding waarin
kansrijke gedragsinterventies zijn geformuleerd.8 Vervolgens heeft er in het najaar van 2021 een campagne plaatsgevonden in Utrecht
waarin consumenten zijn gestimuleerd om kennis te maken met het kopen van tweedehands
kleding en zo minder nieuwe kleding te kopen. Deze campagne is geëvalueerd en zal
dit jaar worden voortgezet en uitgebreid. In deze campagne worden mensen voorgelicht
over waarom het aanschaffen van tweedehands kleding beter is voor het milieu.
Vraag 10
Bent u bereid het probleem van groeiende afvalbergen in West-Afrikaanse landen door
de export van laagwaardige kleding uit Europa, aan te kaarten in Europa? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, op welke wijze gaat u dit doen en hoe houdt u de Kamer op de hoogte?
Antwoord 10
Op 30 maart jongstleden is de Europese textielstrategie gelanceerd. Ik verwelkom deze
strategie, die veel punten reflecteert die Nederland eerder in Europees verband heeft
opgebracht. De kamer zal via het gebruikelijke BNC fiche worden geïnformeerd over
de Nederlandse positie ten aanzien van de strategie. Hierin staat het Nederlandse
standpunt ten aanzien van de Europese textielstrategie en de inzet van Nederland in
Europees verband.
In de Europese strategie komt naar voren dat de Europese Commissie oog heeft voor
het internationale aspect van de textielketen en er ingezet wordt op zowel de sociale
als groene transitie binnen de keten. In samenwerking met de Minister van Buitenlandse
Handel en Ontwikkelingssamenwerking zal ik onderzoeken hoe het probleem rondom de
groeiende afvalbergen in West-Afrikaanse landen naar aanleiding van de inzet in de
Europese textielstrategie hoog op de agenda van de Europese Commissie kan blijven
staan. Ik zal de Kamer hiervan op de hoogte houden in de voortgangsrapportage van
het beleidsprogramma circulair textiel in het voorjaar van 2023, omdat dit de gelegenheid
biedt om de vervolgstappen van de Europese Commissie rondom de Europese textielstrategie
af te wachten en hierover het gesprek aan te gaan in Europees verband.
Ten slotte wordt er op Europees niveau ingezet op het belang van een langere levensduur
van kledingstukken, onder meer door middel van het uitgebrachte voorstel door de Europese
Commissie voor een verordening betreffende ecologisch ontwerp voor duurzame producten,
dat ook op 30 maart jl. is uitgekomen. Ik zal blijven pleiten voor hergebruik, recyclemogelijkheden
van textiel, evenals heldere informatie over stoffen die in textiel zijn verwerkt
en het verminderen van de ecologische voetafdruk wereldwijd door de textielsector.
Vraag 11
Kunt u deze vragen elk afzonderlijk zo spoedig mogelijk beantwoorden?
Antwoord 11
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.