Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Plas over het bericht 'Olie, gas, graan en geld - Oekraïne laat zien hoe de wereld werkt'
Vragen van het lid Van der Plas (BBB) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, van Economische Zaken en Klimaat, voor Klimaat en Energie en van Buitenlandse Zaken over het bericht «Olie, gas, graan en geld – Oekraïne laat zien hoe de wereld werkt» (ingezonden 28 februari 2022).
Antwoord van Minister Staghouwer (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens
de Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking (ontvangen 13 april
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2167.
Vraag 1
Bent u ervan op de hoogte dat Rusland en Oekraïne zorgen voor de productie van 80%
van de wereldwijde export van zonnebloemolie, ongeveer 25% van tarwe en 20% van mais?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Weet u dat de oorlog er ook voor zorgt dat de prijzen van palmolie en soja hierdoor
naar recordhoogte zijn gestuwd?
Antwoord 2
De verwachting is dat als gevolg van de oorlog de prijzen voor enkele belangrijke
grondstoffen verder zullen stijgen. De verminderde beschikbaarheid van agrarische
grondstoffen uit Oekraïne en Rusland hebben op de korte termijn een sterk prijsopdrijvend
effect op de prijzen voor mogelijke substituten van producten waarvan het aanbod vermindert.
Dit geldt vooral voor mais en plantaardige oliegewassen zoals zonnebloem en koolzaad
met mogelijke substituten zoals palmolie en soja.
Vraag 3
Kunt u reflecteren op de militair-strategische voordelen van onze landbouwsector?
Antwoord 3
Hier heeft mijn voorganger reeds op gereflecteerd in reactie op de motie Geurts/Harbers
(Kamerstuk 35 600, nr. 32) en dit met uw Kamer gedeeld (Kamerstuk 35 925 XIV, nr. 21). Nederland heeft als handelsland van oudsher een open economie. In- en uitvoer zijn
pijlers van de welvaart in het land, en zorgen voor werkgelegenheid. Private ondernemingen,
van multinationale bedrijven tot startups, zijn dagelijks in de weer met buitenlandse
partners en klanten om het verdien- en innovatievermogen van onze economie verder
te versterken en bij te dragen aan de uitdagingen waar we wereldwijd voor staan. Nederland
kan, door de sterke en veelzijdige internationale representatie van de land- en tuinbouwsectoren,
op diverse manieren invloed uitoefenen op internationale vraagstukken. Ten eerste
zorgt de aanwezigheid van kennis en kunde voor een positieve bijdrage aan duurzame
voedselsystemen in de wereld die voldoende, betrouwbaar en gezond voedsel voor iedereen
produceren, economisch rendabel zijn en het klimaat, de biodiversiteit en genetische
diversiteit behouden. Op deze manier levert Nederland een belangrijke bijdrage aan
meerdere Sustainable Development Goals. Ten tweede zorgt de internationaal leidende
rol op land- en tuinbouwsectoren voor een sterke economische relatie met landen rond
de wereld, waar Nederland als open handelsland erg bij gebaat is. Ten derde wordt
er geregeld van gelegenheden als economische missies gebruik gemaakt om nadruk te
leggen op Nederlandse waarden zoals gelijkheid, duurzaamheid en mensenrechten. Tot
slot geeft de leidende rol binnen de agro-sectoren Nederland een sterke stem in internationale
fora, zoals de OESO en FAO.
Vraag 4
Heeft u zicht op de agrarische productieketens die door de aanval van Rusland op Oekraïne
in gevaar zijn gekomen?
Antwoord 4
Zowel persoonlijk, als via de ambtenaren van het Ministerie van Landbouw, Natuur en
Voedselkwaliteit, sta ik in nauw contact met het bedrijfsleven. Zo worden er overleggen
ingepland om de effecten op de agrarische productieketens in kaart te brengen. Inmiddels
heeft Wageningen Economic Research (WEcR) na een eerste verkennend onderzoek de effecten
op het functioneren van agrarische productieketens en de voedselvoorziening meer in
detail in kaart gebracht (kenmerk 2022D11317)). Deze studie is u 23 maart jl. toegezonden (kenmerk 2022Z05536). Ik ben ervan op de hoogte dat in deze fase van het conflict er met name knelpunten
liggen bij de beschikbaarheid van bepaalde biologische veevoedercomponenten en plantaardige
oliën. WEcR zal zo nodig in vervolgrapportages additionele informatie aanleveren,
die ik tevens met uw Kamer zal delen.
Vraag 5
Weet u hoeveel Nederlandse bedrijven (inclusief banken) in Oekraïne geïnvesteerd hebben
in de agrosector en/of de laatste jaren bedrijfsactiviteiten daarnaartoe verplaatst
hebben?
Antwoord 5
Gegevens over de omvang van de Nederlandse investeringen in de landbouw in Oekraïne
zijn niet in bezit van de Nederlandse overheid. Naast nieuwe activiteiten kan het
ook gaan om de uitbreiding van activiteiten van bedrijven die ook in Nederland zijn
gevestigd.
Vraag 6
Bent u op de hoogte van de negatieve impact die de vernietiging aangebracht tijdens
een oorlog, heeft op de vruchtbaarheid van landbouwgrond en de productiecapaciteit
van bedrijven en hoe schat u die in voor Oekraïne?
Antwoord 6
De negatieve impact op de productiecapaciteit hangt sterk af van de lengte en de intensiteit
van het conflict en van de mate waarin oorlogshandelingen zich afspelen op percelen
en of er bijvoorbeeld onontplofte explosieven zijn achtergebleven op landbouwgrond.
Belangrijk is daarbij in hoeverre inputs als machines (waaronder tractoren, zaai-
en oogstmachines, irrigatieapparatuur, kunstmest en gewasbeschermingsmiddelen) beschikbaar
zijn. Bredere negatieve gevolgen voor de macro- en micro-infrastructuur van Oekraïne
zullen ook van invloed zijn.
Vraag 7
Bent u er ook van op de hoogte dat forse prijsstijgingen van gas en olie zorgen voor
een sterke stijging van de prijzen voor meststoffen en kunstmest?
Antwoord 7
Ja.
Vraag 8
Realiseert u zich dat kostprijsverhoging van voedselproductie door veel duurdere kunstmest
en brandstof ook bij de boeren gecompenseerd moet worden? Zo ja, wat gaat u daaraan
doen?
Antwoord 8
Ik wil dat de lasten en risico’s van deze crisis zoveel mogelijk door iedereen gezamenlijk
worden gedragen, van de primaire producent tot en met de consument en alle schakels
daartussen. De prijsstijgingen van grondstoffen en energie moeten in de hele keten
worden verdeeld. Daarover spreek ik met ketenpartijen. Ik monitor de situatie nauwlettend
en heb hieromtrent ook nauw contact met de Europese Commissie en de landbouwministers
van de EU-lidstaten.
Vraag 9
Realiseert u zich dat veel boeren nu om liquiditeitsredenen minder kunstmest zullen
gebruiken voor de productie van hun gewassen en dit de komende jaren zorgt voor minder
oogsten, een dalende voedselproductie en daardoor hogere voedselprijzen? Zo ja, wat
gaat u daaraan doen?
Antwoord 9
De kosten voor kunstmest vormen evenwel slechts een deel van de productiekosten. Vooralsnog
ga ik er dan ook van uit dat mede vanwege de gestegen opbrengstprijzen, die naar verwachting
ook de komende tijd hoog zullen blijven, de liquiditeit niet dusdanig negatief wordt
beïnvloed dat de kunstmestaanwending niet meer voldoende is.
Vraag 10
Realiseert u zich dat structurele ondervoeding van planten en gewassen leidt tot extra
ziekten en plagen, waardoor de productiviteit nog verder onder druk komt te staan?
Zo ja, wat gaat u daaraan doen?
Antwoord 10
Er dreigt geen structurele ondervoeding van gewassen en de veestapel in Nederland
door de situatie in Oekraïne. De bestaande nationale en Europese programma’s gericht
op gezonde gewassen, dieren en bodems acht ik voldoende om het huidige niveau van
de productiviteit te borgen. Voor meer details over de gevolgen van de oorlog in Oekraïne
voor de voedselzekerheid verwijs ik u naar het rapport van WEcR zoals naar uw Kamer
verzonden (kenmerk 2022Z05536).
Vraag 11
Wat is de zelfvoorzieningsgraad voor voedsel binnen de EU?
Antwoord 11
In de EU ligt de graad van zelfvoorziening voor voedsel in totaliteit boven de 100%.
Per productgroep kan de zelfvoorzieningsgraad sterk verschillen. De EU is al vele
jaren een netto exporteur van agrarische producten en voedingsmiddelen.
Vraag 12
Wat is de actuele wereldvoedselvoorraad en de voedselvoorraad binnen de EU?
Antwoord 12
De uitgangssituatie is er één van lage voedselvoorraden in met name de armste gebieden.
Sinds 2020 wordt men geconfronteerd met sterk stijgende voedselprijzen en toenemende
honger: volgens de laatste editie van het jaarlijks State of Food Insecurity in the
World (SOFI) rapport van de FAO steeg het percentage ondervoede mensen in 2020 met
1,5% naar 9,9% en leefden tussen de 720 en 811 miljoen mensen met honger. De verstrekking
van noodhulp wereldwijd komt verder onder druk te staan, aangezien 50% van het graan
van het World Food Program (WFP) normaliter uit Oekraïne afkomstig is en de hoge energie
en verzekeringskosten het (toch al niet toereikende) humanitaire budget verder uitputten.
De voedselvoorraad binnen de EU is adequaat (zie de beantwoording op de vragen 11
en 13).
Vraag 13
Deelt u de mening dat voedselschaarste op de loer ligt? Zo ja, wat heeft u daar al
aan gedaan en wat gaat u daar de komende weken aan doen?
Antwoord 13
Er dreigt in de EU en in Nederland geen structurele voedselschaarste. Planten en dieren
kunnen voldoende geteeld en gehouden worden waardoor de producties op het huidige,
hoge niveau kunnen blijven. De voedingsmiddelenindustrie kan vervolgens deze grondstoffen
efficiënt verwerken en met behulp van de détailhandel, de consument een divers en
hoogwaardig voedselpakket aanbieden. Voor gebieden in Afrika en elders waar onvoldoende
toegang is tot inputs als zaden, water en kunstmest, wordt verwacht dat de bestaande,
ongunstige situatie verder verslechtert en de grondstoffen voor voedselbereiding schaarser
worden. Het kabinet zet in op een grotere zelfstandige rol van de betreffende landen
wat betreft de voedselvoorziening. Door middel van kennisoverdracht (onderzoek, voorlichting
en onderwijs) ten behoeve van de versterking van lokale en regionale voedselsystemen
wordt hieraan bijgedragen. Op de korte termijn wordt ingezet op (nood)voedselhulp
via de reguliere kanalen van o.a. het World Food Program dat hierin is gespecialiseerd.
Vraag 14
Van welke producten verwacht u nog dit jaar tekorten en wat betekent dit voor de portemonnee
van de burger in de komende tijd?
Antwoord 14
Op basis van de huidige beschikbare gegevens is er in de EU geen tekort te verwachten,
maar wel een stijging van de kosten voor het voedselpakket. Naast de stijging van
de grondstoffenprijzen, zijn de sterk gestegen kosten voor energie hier een reden
voor.
Vraag 15
Vindt u het, gezien de ontstane situatie, houdbaar om in onze voedselvoorziening afhankelijkheden
te hebben van Rusland, China en andere anti-Westerse staten?
Antwoord 15
De import van agrarische producten en voedingsmiddelen vanuit o.a. Rusland en China
is zeer beperkt. Zoals aangegeven in de brief aan uw Kamer (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1402), is de EU bovendien een grote voedselproducent en is het EU voedselsysteem robuust.
Wel zet het kabinet zich in om de risico’s van de afhankelijkheid van kritische grondstofstromen
te mitigeren om de weerbaarheid te vergroten.
Vraag 16
Deelt u de mening dat volle klimaatfondsen en lege portemonnees voor burgers onverkoopbaar
zijn? Zo ja, wat gaat u daaraan doen?
Antwoord 16
Ik herken dit beeld niet.
Vraag 17
Deelt u de mening dat we door de ontstane situatie in de wereld moeten voorkomen dat
welke boer dan ook zijn/haar bedrijf moet beëindigen, om zo de voedselzekerheid voor
onze burgers te waarborgen? Zo nee, hoe gaat u die dan waarborgen?
Antwoord 17
Het beëindigen door agrariërs in Nederland en daarbuiten van hun bedrijven is een
proces dat zich al vele decennia voltrekt en los staat van de omvang van de voedselproductie,
die zelfs nog jaarlijks toeneemt. De voedselzekerheid van de inwoners in de EU is
dan ook gewaarborgd. In ontwikkelingslanden ligt deze situatie anders. Intensivering
van de productie op een verantwoorde, duurzame wijze is noodzakelijk om in deze gebieden
de productie op peil te houden dan wel te verhogen.
Vraag 18
Deelt u de mening dat we door de ontstane situatie in de wereld de versnelde ombouw
naar biologische, kringloop- en extensieve landbouw (zoals beschreven in de Green
Deal en zoals bevorderd wordt in het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid), die leiden
tot lagere voedselproducties, moeten uitstellen om zo de voedselzekerheid voor onze
burgers te waarborgen? Zo nee, hoe gaat u die dan waarborgen?
Antwoord 18
Nee, die deel ik niet. Het is duidelijk dat de situatie in en rond Oekraïne op korte
termijn gevolgen heeft in de voedselketen en samen met onze EU partners nemen wij
ook maatregelen om die gevolgen op te vangen. Dat doet de markt overigens ook. Maar
het uitstellen van hetgeen de Green Deal beoogt is voor mij geen optie. De huidige
geopolitieke situatie benadrukt juist het belang van de transitie naar een duurzaam,
veerkrachtig en robuust EU-voedselsysteem waarmee op lange termijn de voedselproductie
op het huidige, hoge niveau gegarandeerd kan worden.
Vraag 19
Realiseert u zich dat import van voedsel van elders uit de wereld duurder en minder
duurzaam is?
Antwoord 19
Comparatieve voordelen en consumentenvoorkeuren vormen de basis van de internationale
handel van alle goederen, dus ook van agrarische producten. De EU is een netto exporteur
voor voedsel. Voor landbouwproducten spelen de lokale klimatologische, geologische
en geografische omstandigheden alsook de seizoenen nog eens een aanvullende rol. Transport
heeft daarnaast voor de meeste landbouwproducten slechts een beperkte invloed op de
klimaatafdruk van dat product. Daarbij komt dat importen niet per definitie minder
duurzaam zijn. In handelsovereenkomsten van de EU met zogenaamde derde landen die
ook agrarische handel betreffen, zijn afspraken over handel en duurzame ontwikkeling
(people, planet, profit) een belangrijk onderdeel.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H. Staghouwer, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede namens
E.N.A.J. Schreinemacher, minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.