Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Rudmer Heerema over het artikel 'De Atletiekunie is succesvol, maar zit in nijpende geldnood'
Vragen van het lid Rudmer Heerema (VVD) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over het artikel «De Atletiekunie is succesvol, maar zit in nijpende geldnood.» (ingezonden 16 maart 2022).
Antwoord van Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport) (ontvangen 12 april 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «De Atletiekunie is succesvol, maar zit in nijpende
geldnood»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat juist de Atletiekunie met goed beleid en structurele ontwikkeling een
bijzonder talentvolle groep topatleten en talenten heeft opgeleid die bezig is alle
trainingsinspanningen te verzilveren met internationaal aansprekende resultaten en
eremetaal?
Antwoord 2
Het klopt dat de Nederlandse atletiek de afgelopen jaren veel internationale successen
heeft gekend. Net als bij de prestaties van veel andere topsporters, ligt daar een
meerjarig investeringsprogramma van de sportbond onder. Met financiële steun van onder
meer NOC*NSF zetten kansrijke topsportbonden structurele opleidings- en topsportprogramma’s
op, die erop gericht zijn om de talentvolle sporters en de topsporters zo optimaal
mogelijk te ondersteunen in het bereiken van hun doelen.
Vraag 3
Klopt het dat de Atletiekunie een flinke bijdrage levert aan de top tien ambitie van
Nederland?
Antwoord 3
Ja.
Vraag 4
Waarom is de financiële ondersteuning die de Atletiekunie vanuit NOC*NSF ontvangt
de afgelopen jaren gedaald ondanks de successen die zij behalen? Hoe verhouden prestaties
die geleverd worden zich tot de financieringssystematiek?
Antwoord 4
De verdeling van de beschikbare financiële middelen over kansrijke topsportprogramma’s
is de verantwoordelijkheid van de NOC*NSF. De systematiek die daarbij wordt gehanteerd,
is in gezamenlijkheid bepaald door de sportbonden en NOC*NSF.
Betere prestaties leiden niet automatisch tot een hogere toekenning. Er is sprake
van een gesloten budget, dus wanneer de toekenning aan het ene programma wordt verhoogd,
zou dat ten koste gaan van een ander programma. Over de hele linie presteren (talentvolle)
topsporters uit de centrale programma’s goed en komen meer sporters en sporten in
aanmerking voor topsportfinanciering. Dit betekent dat het beschikbare topsportbudget
van NOC*NSF over meer programma’s verdeeld moet worden en de kosten per programma
over het algemeen hoger zijn geworden. Dit maakt dat de investeringsplannen van de
bonden niet voor 100% toegekend worden door NOC*NSF.
NOC*NSF geeft aan dat de totale toekenning ter ondersteuning van de centrale opleidings-
en topsportprogramma’s van de Atletiekunie in de afgelopen jaren niet is gedaald.
Hier speelt mee dat naast de directe toekenning aan de Atletiekunie zelf, de TeamNL
centra jaarlijks een bijdrage ontvangen van NOC*NSF voor expertinzet en accommodatiekosten
om de centrale opleidings- en topsportprogramma’s te faciliteren. De wijze van verdeling
van de bijdrage aan de TeamNL centra heeft NOC*NSF recent gewijzigd. In sommige gevallen
zou dit tot een verschuiving hebben geleid tussen de begroting van een bond, een TeamNL
centrum of NOC*NSF waardoor de indruk gewekt kan worden van een teruggang in middelen.
Vraag 5
Erkent u dat het van belang is dat topsporters voldoende ondersteuning krijgen van
specialisten, zoals bijvoorbeeld voedingsdeskundigen, sportpsychologen en fysiotherapeuten?
Antwoord 5
Ja. Deze expertinzet wordt daarom ook al jarenlang gefinancierd vanuit het totale
topsportbudget van NOC*NSF.
Vraag 6
Heeft u zicht op andere sportbonden waarbij soortgelijke financiële tekorten spelen?
Zo ja, welke sportbonden zijn dit en hoe groot zijn deze tekorten?
Antwoord 6
Bij een nagenoeg gelijkblijvend topsportbudget van NOC*NSF, meer sporters en sporten
die presteren, kostenstijgingen en sponsorinkomsten die onder druk staan, zijn zowel
bonden, TeamNL centra als NOC*NSF genoodzaakt om keuzes te maken. Zorgen over de toekomstbestendigheid
van de financiering van de opleidings- en topsportprogramma’s zijn door enkele partijen
informeel kenbaar gemaakt bij NOC*NSF.
Deze uitdaging wordt al langer herkend. Daarom ben ik vanuit Deelakkoord 6 «Topsport
inspireert» met de sportsector en gemeenten in gesprek over een gezamenlijke strategie
om de topsport toekomstbestendig en betaalbaar te houden.
Vraag 7
Welke acties worden er binnen deze sportbonden, eventueel met hulp van NOC*NSF, ondernomen
om deze tekorten op te lossen?
Antwoord 7
Sportbonden en NOC*NSF maken op basis van de beschikbare middelen continu een nauwkeurige
afweging in welke kosten en inzet absoluut noodzakelijk zijn en zullen op basis hiervan
prioriteiten stellen. Bijvoorbeeld als het gaat om het aantal geselecteerde sporters,
expertinzet en trainingsstages. Dit is bij iedere bond maatwerk en de keuzes die hierin
gemaakt worden, lopen dan ook uiteen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.