Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Laan en Van Nispen over de ontoereikendheid van de aanpak om ontuchtplegers en daders van seksueel geweld in de sport te weren
Vragen van de leden Van der Laan (D66) en Van Nispen (SP) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over de ontoereikendheid van de aanpak om ontuchtplegers en daders van seksueel geweld in de sport te weren (ingezonden 14 maart 2022).
Antwoord van Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport) (ontvangen 14 april 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «Ontuchtplegers in de sportwereld hebben nog steeds
vrij spel: veroordeelde dansdocent hervat beroep zonder probleem op andere locatie»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herkent u de problematiek die geschetst wordt in het artikel, waarbij zedendelinquenten
door hiaten in het registratiesysteem erin slagen om na een strafrechtelijke veroordeling
elders hun activiteiten als trainer te vervolgen?
Antwoord 2
Het inzetten van screeningsmethoden als een Verklaring Omtrent Gedrag en het register
ontuchtplegers kunnen bijdragen aan een veilige omgeving. Ik herken echter de geschetste
problematiek dat het gebruik van deze methoden geen garantie geeft op een veilige
omgeving. Om die reden is het gebruik van beide screeningsmethoden aanbevolen. Daarnaast
vormt het altijd een sluitstuk van een breder integriteitsbeleid. Het hebben van een
integriteitsbeleid alsmede voorlichting en preventie zijn namelijk net zo goed belangrijke
onderdelen in het creëren van een veilige sportomgeving.
Vraag 3
Deelt u de mening dat de zogenoemde «zwarte lijsten» van de koepelorganisatie NOC*NSF
en JustID niet effectief functioneren, omdat een informatieoverdracht tussen beide
systemen ontbreekt? Zo ja, kunt u toelichten hoe u ervoor gaat zorgen dat er een verbreding
van het informatiesysteem wordt gerealiseerd?
Antwoord 3
Ik acht het koppelen van tuchtrechtinformatie aan de Verklaring Omtrent het Gedrag
Natuurlijke Personen (VOG) niet wenselijk. De Verklaring Omtrent Gedrag is een verklaring
waaruit blijkt dat het justitiële verleden van iemand geen bezwaar vormt voor het
vervullen van een functie of taak in de samenleving. Daarbij is het Justitieel Documentatie
Systeem (JDS) de belangrijkste bron. Hierin staan onder meer onherroepelijke veroordelingen,
lopende strafzaken en geseponeerde zaken geregistreerd. Het Ministerie van Justitie
en Veiligheid, verantwoordelijk voor de VOG-screening, acht het betrekken van tuchtrechtrechtelijke
uitspraken bij de VOG-screening niet wenselijk, omdat het tuchtrecht buiten het strafrecht
valt. De systematiek van de VOG gaat uit van strafrechtelijke gegevens, onder andere
om de rechtsbescherming van betrokkene te waarborgen. Over het functioneren en het
gebruik van de registratielijst ontuchtplegers ben ik al langer met NOC*NSF in gesprek.
Zodra hier meer over bekend is zal ik u informeren.
Vraag 4
Bent u van mening dat het vragen naar een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) een
te vrijblijvend karakter heeft? Zo ja, kunt u toelichten of, en zo ja, welke specifieke
stappen u gaat zetten om in iedere gemeente trainers of andere opleiders te laten
toetsen door JustID? Ziet u daar nog een onderscheid tussen sporten waar het risico
op grensoverschrijdend gedrag groter is en sporten waar dat kleiner is?
Antwoord 4
NOC*NSF werkt momenteel al aan een minder vrijblijvende toepassing van het VOG-instrument
samen met sportbonden en gemeenten. Deze ontwikkeling steun ik en deze opgave neem
ik ook mee in de verdiepingsslag op het sportstelsel van de toekomst. Daarnaast is
het Ministerie van VWS voornemens om de komende 3 jaar in totaal 2 miljoen extra te
investeren om het gebruik van de VOG te vergroten in de vrijwilligerssector. Vooralsnog
maak ik geen onderscheid tussen sporten. Grensoverschrijdend gedrag kan immers overal
plaatsvinden.
Vraag 5
Gezien het feit dat NOC*NSF en de overkoepelende vrijwilligersorganisatie Vereniging
NOV in 2019 het plan hadden om een gemeenschappelijk registratiesysteem op te tuigen,
kunt u reflecteren op het feit dat dit systeem uiteindelijk niet tot ontwikkeling
is gekomen?
Antwoord 5
Een gezamenlijk tuchtregistratiesysteem blijkt met de huidige wet Algemene Verordening
Gegevensbescherming onmogelijk. Voldoen aan de eisen van deze wet en tegelijkertijd
door verschillende organisaties in verschillende sectoren persoonsgegevens uitwisselen
blijkt in de huidige situatie onhaalbaar. Met de Nederlandse Organisatie Vrijwilligerswerk
(NOV), NOC*NSF en het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken (CIO) ben ik in overleg
over het veiligheids- en integriteitsbeleid voor de verschillende sectoren. Het gebruik
screeningsmethoden door middel van de VOG is een sluitstuk daarvan. Zie ook antwoord
2.
Vraag 6
Kunt u toelichten op welke wijze er reeds stappen zijn gezet om te voorkomen dat zedendelinquenten
als trainer terugkeren in de sportsector?
Antwoord 6
Het gebruik van de Verklaring Omtrent Gedrag (VOG) draagt bij aan het voorkomen dat
zedendelinquenten opnieuw kunnen gaan werken met kwetsbare personen, zoals minderjarigen.
Bij een VOG-aanvraag wordt onderzoek gedaan naar het justitiële verleden van de aanvrager.
De VOG wordt afgegeven als blijkt dat het (justitiële) verleden geen bezwaar vormt
voor het vervullen van een specifieke taak of functie in de samenleving. Bij de VOG-beoordeling
worden onder andere onherroepelijke veroordelingen, maar ook transacties van het OM
en openstaande strafzaken die betrokken bij de VOG-beoordeling. Ik stimuleer het gebruik
van de regeling gratis VOG, waarbij het hebben van een bijbehorend integriteitsbeleid
een vereiste is om gebruik te kunnen maken van deze regeling. Daarnaast bevorder ik
met het Sportakkoord een positieve sportcultuur waarin grensoverschrijdend gedrag
zoveel als mogelijk wordt voorkomen.
Vraag 7
Bent u het eens met de mening van het College voor de Rechten van de Mens dat de nationale
wetgeving tekortschiet om seksueel wangedrag uit de sportwereld te weren? Zo ja, kunt
u schetsen wat er met die aanbeveling is of wordt gedaan?
Antwoord 7
Ik zie dat het nog onvoldoende lukt als maatschappij om het tij te keren tegen grensoverschrijdend
gedrag. Om die reden is onlangs aangekondigd dat dit kabinet de aankomende periode
gaat toewerken naar een nationaal actieplan met een integrale en gecoördineerde aanpak
seksueel grensoverschrijdend gedrag2.
Vraag 8
Kunt u aangeven welke beleidsinterventies er verder in voorbereiding zijn om een veilig
sportklimaat in de sportsector te bewerkstelligen en of deze ook bij de geplande sportwet
worden betrokken?
Antwoord 8
Naast alle bestaande acties om een positieve sportcultuur te bereiken via het Sportakkoord
en de opvolging van de aanbevelingen van «Ongelijke leggers» bekijk ik welke beleidsinterventies
er nog meer nodig zijn ter bevordering van een veilige sport. Deze worden in samenhang
bekeken met de ontwikkelingen in de verdiepingsslag op het sportstelsel van de toekomst,
waarbij ook op tafel ligt of een sportwet daar een rol bij kan spelen. Hierover ben
ik met betrokken partijen in overleg. Ik zal u voorafgaand aan het commissiedebat
Sport hierover nader informeren.
Vraag 9
Kunt u deze vragen elk afzonderlijk en zo spoedig mogelijk beantwoorden?
Antwoord 9
Ik heb uw vragen zo spoedig als mogelijk beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.