Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Graus over het artikel 'Luxemburgers kijken naar Delfzijl voor industriële houtzagerij: investering van meer dan 1 miljoen'
Vragen van de leden Graus en Edgar Mulder (beiden PVV) aan de Minister van Landbouw Natuur en Voedselkwaliteit over het artikel «Luxemburgers kijken naar Delfzijl voor industriële houtzagerij: investering van meer dan 1 miljoen» (ingezonden 11 februari 2022).
Antwoord van Minister Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof) (ontvangen 11 april
2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Luxemburgers kijken naar Delfzijl voor industriële
houtzagerij: investering van meer dan 1 miljoen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Herinnert u zich de aangenomen motie Graus (Kamerstuk 29 659, nr. 15), waarin de regering wordt verzocht erop toe te zien dat Staatsbosbeheer geen concurrentie-
en marktverstorende activiteiten ontplooit?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Klopt het bericht dat Staatsbosbeheer betrokken is bij de mogelijke totstandkoming
van een nieuw, grootschalig houtverwerkingsbedrijf van Wood Trading & Technologies
in Delfzijl? Zo ja, kunt u toelichten op welke wijze dat het geval is en welke contracten,
afspraken, intenties et cetera daaraan ten grondslag liggen?
Antwoord 3
Staatsbosbeheer is inderdaad één van de partners bij het zoeken naar voldoende verwerkingscapaciteit
in Nederland voor het duurzaam toepassen van Nederlands hout. WT&T is de Luxemburgse
vestiging van een groot Belgisch houtverwerkend bedrijf genaamd IBV. Staatsbosbeheer
heeft met IBV een intentieovereenkomst opgesteld, waarin de wederzijdse intentie is
vastgelegd te komen tot een contractuele verbintenis voor de levering van rondhout.
Dit hout wordt door Staatsbosbeheer momenteel met name naar Duitsland geëxporteerd.
Vraag 4
Is de inschatting juist dat de beoogde houtzagerij en de bijbehorende investering
van € 100 miljoen alleen kans maken als Staatsbosbeheer garandeert dat er een substantieel
volume rondhout geleverd zal worden? Zo ja, wat betekent dit volgens u voor de kleinere,
Nederlandse zagerijen en hun inkoop van hout bij Staatsbosbeheer?
Antwoord 4
Staatsbosbeheer is de grootste bosbeheerder van Nederland en levert een belangrijk
aandeel in het Nederlandse aanbod van rondhout, waar planken, balken en plaatmateriaal
uit gemaakt kunnen worden. Mede dankzij onder andere de participatie van Staatsbosbeheer
kan een dergelijke grootschalige zagerij aan voldoende rondhout komen.
Staatsbosbeheer is deze verkenning naar nieuwe verwerkingscapaciteit begonnen nadat
in de loop van 2017 de grootste zagerij van Nederland stopte. Sindsdien is veel rondhout
naar vooral Duitsland geëxporteerd om daar verzaagd te worden. Het gaat hierbij bijvoorbeeld
om houtsoorten die door de kleine Nederlandse zagerijen niet worden verwerkt, zoals
fijnspar. Dat deze optie onaantrekkelijk is voor Nederland, zowel vanuit het oogpunt
van vervoer als lokale toepassing voor een circulaire economie, heeft tot deze verkenning
geleid. Uiteraard omvat de garantie slechts een deel van de jaarlijkse beschikbare
hoeveelheid hout die Staatsbosbeheer oogst. Vanuit zowel het oogpunt van natuurbehoud
als financiële risicobeheersing zou een te groot volume niet verantwoord zijn. Kleinere
zagerijen zullen, wanneer zij bijvoorbeeld aantrekkelijk gelegen zijn of gespecialiseerd
zijn in bepaalde houtsoorten of afmetingen, nog steeds voldoende hout van Staatsbosbeheer
kunnen betrekken.
Vraag 5
Kunt u gedetailleerd ingaan op de vraag of hiermee niet het risico dreigt dat die
kleinere zagerijen minder of geen hout kunnen inkopen bij Staatsbosbeheer (of hieraan
gelieerde bedrijven) en dat Staatsbosbeheer in staat wordt gesteld om de condities
van de markt te bepalen?
Antwoord 5
Staatsbosbeheer zal een deel van het totale houtoogstvolume beschikbaar houden voor
kleinere zagerijen. Dit volume zal globaal gelijk zijn aan het huidige volume dat
ook nu bij kleinere zagerijen wordt afgezet. Dit risico is derhalve zeer klein. Hierdoor
blijven toekomstige leveringen aan kleinere zagerijen (binnen marktconforme condities)
mogelijk.
Vraag 6
Deelt u de opvatting dat als die situatie ontstaat, Staatsbosbeheer feitelijk als
marktmeester op de Nederlandse houtmarkt optreedt en dit ongewenst is omdat het niet
past bij een semi-overheidsinstelling die tevens actief is in de commerciële houthandel?
Welke garanties bent u voornemens te geven om dit risico te voorkomen?
Antwoord 6
Nee, ik deel deze opvatting niet. In Nederland wordt anno 2021 jaarlijks gemiddeld
zo’n 660.000 m3 hout geoogst. Staatsbosbeheer oogst in 2022 naar verwachting rond de 170.000 m3. Staatsbosbeheer is weliswaar de grootste Nederlandse boseigenaar, maar biedt slechts
25–30% van het totale houtvolume afkomstig uit Nederlandse bossen aan. Uit onderzoek
van Mazars, uit 2007, naar de houtmarktactiviteiten van Staatsbosbeheer, blijkt voorts
dat het marktgebied waarin Staatsbosbeheer opereert naast Nederland ook België en
de Duitse deelstaten Nedersaksen en Noordrijn-Westfalen beslaat (in 2007 in totaal
16,8 miljoen m3 rondhout). Daarmee is de rol van Staatsbosbeheer in deze markt nog veel kleiner.
Staatsbosbeheer heeft de wettelijke taak rijksbossen en natuurgronden te beheren.
De oogst en verkoop van hout maken integraal onderdeel uit van deze wettelijke taak.
Deze activiteit krijgt vorm binnen de kaders van de Wet markt en overheid. Staatsbosbeheer
heeft er de afgelopen jaren blijk van gegeven binnen de kaders van markt en overheid
te opereren. Ik ben derhalve van mening dat met de huidige regelgeving voldoende kaders
zijn meegegeven.
Vraag 7
Kunt u toelichten op welke wijze bij de invulling van de afspraken tussen Staatsbosbeheer
en Wood Trading & Technologies rekening is gehouden met de aangenomen motie Graus
(Kamerstuk 29 659, nr. 15)?
Antwoord 7
Zie hiervoor het antwoord op vraag 6. Staatsbosbeheer blijft binnen de kaders van
de Wet markt en overheid en de ruimte die is geboden binnen de Wet Verzelfstandiging
Staatsbosbeheer.
Zoals in antwoord op schriftelijke vragen in 2014 (Kamerstuk 29 659, nr. 125) is geantwoord door de toenmalige Staatssecretaris, valt de uitvoering van commerciële
activiteiten door Staatsbosbeheer onder de reikwijdte van Hoofdstuk 4b van de Mededingingswet,
dat betrekking heeft op overheden en overheidsbedrijven. Artikel 25i in dat hoofdstuk
vereist – evenals de Wet verzelfstandiging Staatsbosbeheer – dat als Staatsbosbeheer
economische activiteiten verricht, het de afnemers van een product of dienst ten minste
de integrale kosten van dat product of die dienst in rekening brengt. In het derde
lid van dat artikel en in het Besluit markt en overheid zijn nadere regels gesteld
over de kostendoorberekening. Staatsbosbeheer moet ten overstaan van de Autoriteit
Consument en Markt kunnen aantonen dat het aan deze regels heeft voldaan. Ook stelt
de Mededingingswet specifieke regels ter voorkoming van ongerechtvaardigde bevoordeling
van ondernemingen waarin bestuursorganen – in casu Staatsbosbeheer – deelnemen (artikel 25j).
Ook in dat verband geldt het principe van integrale kostendoorberekening, zoals uitgewerkt
in het Besluit markt en overheid (artikel 10) en het verbod op de toekenning van subsidies
aan de desbetreffende onderneming waar niet-overheidsbedrijven niet voor in aanmerking
komen (artikel 9 Besluit markt en overheid).
Het is de Raad van Toezicht van Staatsbosbeheer die hier op toeziet. Ook de Autoriteit
Consument en Markt (ACM) houdt toezicht op de vrije mededinging en kan indien nodig
ingrijpen.
Vraag 8
Waarom is gekozen voor levering van hout uit de productiebossen van Staatsbosbeheer
aan Wood Trading & Technologies en niet om dat hout aan andere zagerijen in Nederland
aan te bieden in het kader van gelijke behandeling en gelijk speelveld?
Antwoord 8
De keuze om met IBV, het moederbedrijf van WT&T, de oriëntatie voor de vestiging van
een nieuwe zagerij aan te gaan is gebaseerd op meerdere overwegingen:
• Door het wegvallen van de eerder genoemde grote houtzagerij in 2017 ontstond voor
de Nederlandse boseigenaar een afzetprobleem, dat de resterende verwerkers niet konden
opvangen. Ook werden bepaalde houtsoorten niet langer in Nederland verwerkbaar. Door
dit hout te exporteren werd dit afzetprobleem deels opgelost, maar de grotere transportafstanden
en hogere logistieke kosten leiden per saldo tot lagere houtopbrengsten.
• Staatsbosbeheer wordt gevraagd daar waar mogelijk bijdragen te leveren aan de ontwikkeling
van een biobased en circulaire economie. Bij de ontwikkeling van een biobased economie
en ketens voor duurzame houtbouw is het hebben van binnenlandse verwerking op grotere
schaal noodzakelijk. Dit is nodig omdat voor de vervolgstappen in de productie van
enginered wood (innovatieve methodes om hout een upgrade te geven en hoogwaardiger te gebruiken)
producten in vaste specificaties moeten worden geleverd. Dit is ook het geval voor
de productie van biobased chemicaliën.
Om voor bovenstaande uitdagingen een oplossing te bieden is een groot, modern houtverwerkingsbedrijf
onontbeerlijk. Deze oplossingen kunnen niet door kleinere zagerijen worden geboden.
Vraag 9
Kunt u tevens toelichten hoe de kennelijk voorgenomen levering door Staatsbosbeheer
zich verhoudt tot de uitspraak van de Hoge Raad van 26 november 2021, waarin wordt
geoordeeld dat de overheid op basis van het gelijkheidsbeginsel geen goederen exclusief
aan één partij mag verkopen en gelegenheid moet bieden aan potentiële gegadigden om
mee te dingen?2
Antwoord 9
Staatsbosbeheer zal geen goederen exclusief verkopen aan één partij. Dat schaadt bovendien
de marktpositie van Staatsbosbeheer. Verder zal het volume hout dat momenteel door
de kleinere Nederlandse zagerijen wordt afgenomen buiten de afspraak voor levering
van hout aan het beoogde houtverwerkend bedrijf worden gehouden.
Vraag 10
Is door Staatsbosbeheer gezocht naar andere potentiële gegadigden? Zo ja, hoe zag
de selectieprocedure er uit en op basis van welke argumenten is vervolgens gekozen
voor een nog niet bestaande zagerij? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 10
Ja. Staatsbosbeheer heeft contact gehad met potentiële gegadigden, waaronder bestaande
afnemers in Nederland. Er is gekozen voor een bestaande zagerij, IBV, die voornemens
is zich te vestigen in Nederland.
Vraag 11
Bent u van mening dat handelsactiviteiten, waarbij ruim 20% van de omzet uit hout
en biomassa van Staatsbosbeheer gerealiseerd wordt door inkoop bij derde partijen,
tot de kerntaken van Staatsbosbeheer behoren (Kamerstuk 29 659, nr. 156)? Hoe gaat u valse concurrentie en marktverstoring tegen in het licht van de reeds
genoemde motie Graus (Kamerstuk 29 659, nr. 15)?
Antwoord 11
Staatsbosbeheer heeft in 2021 minder dan 10% rondhout (23.675 m3) van derden ingekocht op het totaal omgezette volume (249.179 m3). In 2022 zal het oogstvolume rond de 170.000 m3 liggen. In het recente verleden is veel hout uit zieke of dode essen- of fijnsparrenbossen
geoogst, waarna Staatsbosbeheer nu en in de nabije toekomst minder oogst.
In de Wet Verzelfstandiging Staatsbosbeheer is geregeld dat Staatsbosbeheer bevoegd
is goederen (waaronder hout en biomassa) te verkrijgen en te vervreemden, alsmede
alle andere handelingen te verrichten die voor een goede vervulling van zijn taken
noodzakelijk zijn.
Daarnaast streeft Staatsbosbeheer naar het vergroten van inkomsten uit de markt (convenant
LNV – Staatsbosbeheer) en kan Staatsbosbeheer ook andere werkzaamheden uitvoeren,
mits die werkzaamheden samenhangen met de wettelijk opgedragen taken, niet leiden
tot concurrentievervalsing ten opzichte van private aanbieders van vergelijkbare diensten,
en tegen tenminste kostendekkende prijzen worden verricht. Dat is hier het geval.
Vraag 12
Bent u bereid de marktverhoudingen, de positie van Staatsbosbeheer op de markt voor
houtzagerijen en de levering van rondhout te onderzoeken en de resultaten hiervan
vóór het zomerreces naar de Kamer te sturen?
Antwoord 12
Aangezien Staatsbosbeheer acteert binnen de kaders van markt en overheid zie ik geen
aanleiding voor een grootschalig onderzoek. Wel ben ik bereid om met Staatsbosbeheer
het gesprek aan te gaan en te verkennen welke additionele maatregelen Staatsbosbeheer
zou kunnen treffen, om te voorkomen dat deze nieuwe fabriek een vitale ambachtelijke
sector in de weg zit. Dit alles uiteraard binnen de grenzen van de Wet Markt en Overheid.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.