Schriftelijke vragen : Passend onderwijs
Vragen van het lid Kwint (SP) aan de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs over passend onderwijs (ingezonden 7 april 2022).
Vraag 1
Wat is de stand van zaken aangaande de ontwikkeling en invoering van de landelijke
norm voor basisondersteuning?1
Vraag 2
Hoe komt het dat er na drie jaar nog steeds geen landelijke norm voor basisondersteuning
is ontwikkeld en ingevoerd?
Vraag 3
Bent u voornemens extra middelen vrij te maken voor de landelijke norm voor basisondersteuning,
zodat kinderen geen last hebben van financiële problemen van scholen en samenwerkingsverbanden?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 4
Bent u voornemens om een resultaatsverplichting te verbinden aan de landelijke norm
voor basisondersteuning? Zo nee, waarom niet?
Vraag 5
Klopt het dat de ontwikkelgroep een norm gaat ontwikkelen voor slechts drie ondersteuningsgebieden,
namelijk dyslexie, hoogbegaafdheid en leergedrag, en dat pas daarna andere ondersteuningsgebieden
worden uitgewerkt?
Vraag 6
Hoe gaat het proces verder nadat de ontwikkelgroep een norm heeft ontwikkeld voor
deze drie ontwikkelingsgebieden? Kunt u tevens een tijdlijn schetsen?
Vraag 7
Waarom worden de andere ondersteuningsgebieden niet direct meegenomen? Bent u bereid
dit alsnog te doen, zodat de landelijke norm voor basisondersteuning in zijn geheel
zo snel als mogelijk kan worden ingevoerd?
Vraag 8
Klopt het dat samenwerkingsverbanden op korte termijn hun ondersteuningsplan opnieuw
vaststellen voor enkele jaren? Is het dan nog mogelijk om de landelijke norm in te
voeren voordat de nieuwe periode is afgelopen? Zo nee, waarom niet en bent u dan bereid
dit alsnog wel te doen?
Vraag 9
Waarom negeert u de wens van de Kamer door de motie-Kwint over het beleggen van doorzettingsmacht
bij de onderwijsinspectie2 niet uit te voeren, terwijl er gezien het hoge aantal thuiszitters juist een taak
ligt voor de onderwijsinspectie vanwege het ontbreken van een dekkend onderwijsaanbod
in de samenwerkingsverbanden, zoals ook in de motie-Kwint c.s. wordt verzocht?
Vraag 10
Vindt u niet dat juist succesvolle initiatieven waar zorg en ondersteuning geboden
wordt aan kwetsbare leerlingen – vaak thuiszitters – behouden moeten blijven als zij
ook onderwijs willen gaan verzorgen? Zo ja, waarom worden deze initiatieven dan op
dit moment niet ondersteund en is er een heel nieuw experiment gestart, waardoor het
nog langer duurt voordat zorg en onderwijs gecombineerd kan worden? Zo nee, waarom
niet?
Vraag 11
Waarom bent u niet bereid de regie te pakken als het gaat om het regionaal opnieuw
bekijken van alle dossiers van thuiszitters en hun een passend onderwijsaanbod te
doen zoals in de Kamerbreed aangenomen motie-Kwint c.s. wordt verzocht?3
Vraag 12
Zou u opnieuw kunnen kijken naar welke mogelijkheden er wel zijn om deze motie alsnog
uit te voeren, passend in de nieuwe verzuimaanpak? Zo nee, waarom niet?4
Vraag 13
Deelt u de mening dat als informatie over de reden van thuiszitten regionaal wordt
geïnventariseerd, dit vervolgens landelijk gecategoriseerd kan worden naar redenen
van thuiszitten en ondersteuningsvraag, zodat er meer inzicht kan worden verschaft
in het probleem? Deelt u tevens de mening dat het niet uitvoeren van dit verzoek politieke
onwil is? Kunt u uw antwoorden toelichten?
Vraag 14
Wat is de status van de motie-Kwint/Van den Hul over het monitoren van de wachtlijsten
in het speciaal (basis)onderwijs en voortgezet speciaal onderwijs5? Wanneer kan de Kamer deze informatie verwachten?
Vraag 15
Deelt u de mening dat leerlingenvervoer een recht zou moeten zijn voor kinderen die
dit op basis van hun ondersteuningsvraag nodig hebben? Zo ja, wat vindt u ervan dat
dit niet voor alle kinderen beschikbaar is? Zo nee, waarom niet?6
Vraag 16
Zijn er bij u signalen bekend dat het leerlingenvervoer voor kinderen met een bepaalde
ondersteuningsvraag concurreert met leerlingenvervoer voor kinderen op basis van een
religieuze grondslag qua chauffeurs? Zou het niet eerlijker zijn om het vervoer eerst
beschikbaar te stellen voor zorgleerlingen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Vraag 17
Kunt u een overzicht geven van het eigen vermogen en bovenmatig eigen vermogen per
samenwerkingsverband passend onderwijs basisonderwijs en voortgezet onderwijs?7
Vraag 18
Welke verschillen zijn er tussen samenwerkingsverbanden die te maken hadden met positieve
verevening en de samenwerkingsverbanden met negatieve verevening qua financiële staat
en het aantal thuiszitters en vrijstellingen van onderwijs vanaf het begin van de
verevening tot nu? Wat valt u daarin op?
Vraag 19
Hoeveel geld zou het extra kosten om de samenwerkingsverbanden die geld tekortkomen
om alle kinderen de juiste ondersteuning en zorg te bieden voldoende te financieren?
Welke samenwerkingsverbanden zouden hiervoor volgens u in aanmerking moeten komen
als dit geregeld wordt?
Vraag 20
Is wat u betreft de verevening geslaagd gezien de staat van passend onderwijs? Kunt
u uw antwoord toelichten?
Vraag 21
Bent u bereid om de komende regeerperiode ook te kijken naar oplossingen buiten het
bestaande systeem en meer te kijken naar wat kinderen daadwerkelijk nodig hebben?
Kunt uw antwoord toelichten?
Indieners
-
Gericht aan
A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs -
Indiener
J.P. Kwint, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.