Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Rajkowski over de beantwoording van de vragen 'Litouwen adviseert consument geen Xiaomi-telefoons meer te kopen'
Vragen van het lid Rajkowski (VVD) aan de Ministers van Economische Zaken en Klimaat en van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de beantwoording van de vragen «Litouwen adviseert consument geen Xiaomi-telefoons meer te kopen» (ingezonden 9 november 2021).
Antwoord van Minister Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat), mede namens de Minister
van Justitie en Veiligheid en de Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
(ontvangen 7 april 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022,
nr. 891.
Vraag 1
Hoe weet u zeker dat op de smartphones geen censuur wordt toegepast en dat deze software
constant uit staat, aangezien u in de beantwoording aangeeft dat er op de in de Europese
Unie verkochte smartphones geen censuur wordt toegepast, er voor Nederland op dit
moment geen aanleiding is om een dergelijk zwaarwegend advies af te geven en dat u
ziet dat het daadwerkelijk toepassen van dergelijke software inbreuk kan maken op
de grondrechten van gebruikers?
Antwoord 1
Het Ministerie van Defensie van Litouwen heeft onderzoek gedaan naar telefoons van
het merk Xiaomi. Daarbij is ook gekeken naar de functionaliteit die in deze vragen
wordt aangeduid als censuursoftware. Uit het onderzoek blijkt dat deze functionaliteit
is uitgeschakeld in de Europese Unie. Naar aanleiding van het Litouwse onderzoek heeft
ook het Duitse Bundesambt für Sicherheit in der Informationstechnik (BSI) een eigen onderzoek ingesteld. Daarbij zijn geen bijzonderheden aangetroffen.1 In beide onderzoeken is vastgesteld dat de software in de praktijk niet wordt toegepast.
Ik hecht eraan dat dit ook in de toekomst niet zal gebeuren.
Gebruikers van telefoons moeten immers met elkaar kunnen communiceren zonder dat er,
zoals zou gebeuren als de bedoelde functionaliteit wordt geactiveerd, door derden
inbreuk wordt gemaakt op de communicatie. Dit zogenoemde communicatiegeheim is onder
meer vastgelegd in artikel 5 van richtlijn 2002/58/EG (de e-privacyrichtlijn) en ook
in het voorstel voor een Europese e-privacyverordening die in de toekomst de e-privacyrichtlijn
zal vervangen.
Zolang de e-privacyverordening nog niet van kracht is, is een complicerende factor
dat artikel 11.2a van de Telecommunicatiewet waarin artikel 5 van de e-privacyrichtlijn
is omgezet, zich alleen richt tot aanbieders van openbare elektronische communicatienetwerken
en diensten en dus niet tot derden zoals de leverancier van de telefoon. Omdat de
totstandkoming van de e-privacyverordening nog op zich laat wachten, zal ik nader
bezien of het doelmatig is om de Telecommunicatiewet op dit punt aan te passen.
Naast de Telecommunicatiewet wordt het communicatiegeheim ook beschermd in het Wetboek
van Strafrecht. Zo stelt artikel 139c het met een technisch hulpmiddel aftappen of
opnemen van het telecommunicatieverkeer strafbaar. Betoogd zou kunnen worden dat het
met software bekijken (aftappen) en vervolgens aanpassen (het er uit filteren van
«ongewenste» zoekresultaten) van het telecommunicatieverkeer onder de werking van
deze strafbepaling valt (vgl. Hoge Raad, 17 december 2019, ECLI:NL:HR:2019:1973).
In dat geval zou het activeren van dergelijke software ertoe kunnen leiden dat sprake
is van een strafbaar feit.
Waar apparaten bijvoorbeeld de zoekresultaten filteren, dan kan dit voorts een inbreuk
vormen op de vrijheid van nieuwsgaring. Het is uiteindelijk aan de rechter om in voorkomende
gevallen een uitspraak te doen over de rechtmatigheid van zo’n filter.
Vraag 2
In hoeverre worden er, in het kader van «Bring-Your-Own-Device», privé Xiaomi-telefoons
gebruikt, waarvan in de beantwoording is aangegeven dat er sinds 2018 60 van zijn
aangeschaft, en is dit wenselijk?
Antwoord 2
Voor «Bring-Your-Own-Device» binnen de rijksoverheid geldt als uitgangspunt dat ieder
rijksonderdeel moet aangeven of en in welke gevallen het gebruik van eigen apparatuur
is toegestaan op basis van een eigen risicoafweging.
De (on)wenselijkheid hiervan verschilt dus per rijksonderdeel. Mocht het gebruik van
eigen toestellen toegestaan zijn dan geldt, net zoals voor overheidstoestellen, dat
op basis van de risicoafweging de juiste maatregelen worden getroffen om de overheidsinformatie
voldoende te beschermen, bijvoorbeeld door toepassing van cryptografische oplossingen
die op het eigen apparaat gebruikt kunnen worden.
In antwoord op eerdere vragen is aangegeven dat er zover bekend bij het Ministerie
van Binnenlandse Zaken sinds 2018 60 Xiaomi telefoons zijn aangeschaft binnen de rijksoverheid.
Deze zijn aangeschaft om te worden gebruikt als onderwerp van technisch, forensisch
of opsporingsonderzoek. Er is geen relatie tussen deze 60 telefoons en «Bring-Your-Own-Device»-beleid.
Vraag 3
In hoeverre biedt de Baseline Informatiebeveiliging Overheid voldoende handvatten
om nieuwe informatie en potentiële risico’s zoals censuursoftware zoveel als mogelijk
te voorkomen?
Antwoord 3
De Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) is een informatiebeveiligingskader
voor de hele overheid en is gebaseerd op de internationale standaarden ISO27001 en
ISO27002. De BIO kent een risicogebaseerde aanpak. Dat betekent dat overheidsorganisaties
op basis van risicoafweging (nieuwe) dreigingen onderkennen en daarop passende en
proportionele beveiligingsmaatregelen treffen. Zo ook deze casus.
De BIO kent (nog) geen specifieke maatregelen tegen dergelijke software. Dit jaar
wordt de BIO geëvalueerd. Onderdeel van die evaluatie is de herijking van de dreigingen
die richting geven aan de concrete overheidsmaatregelen in de BIO. Dit vraagstuk zal
daarbij worden meegenomen.
In algemene zin geldt dat eind 2018 ten aanzien van nationale veiligheidsrisico’s
een verscherpt inkoop- en aanbestedingsbeleid is geïmplementeerd voor de rijksoverheid.
Hierin is opgenomen dat bij inkoop en aanbesteding mogelijke risico’s voor de nationale
veiligheid per inkoopopdracht worden meegewogen. Bij de aanschaf en implementatie
van gevoelige apparatuur of programmatuur wordt volgens dit beleid rekening gehouden
met zowel risico’s in relatie tot een leverancier, als met het concrete gebruik van
de systemen, bijvoorbeeld als het gaat om de toegang tot systemen door derden.
Ter ondersteuning van dit beleid is aanvullend instrumentarium ontwikkeld door de
Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) en het Ministerie
van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) dat organisaties handvatten biedt
bij het maken van een risicoanalyse en het nemen van mitigerende maatregelen. Behoeftestellende
partijen zijn zelf verantwoordelijk voor de toepassing van dit instrumentarium en
het meewegen van nationale veiligheidsrisico’s. Het instrumentarium is ter beschikking
gesteld binnen de rijksoverheid en medeoverheden, alsmede aan organisaties die onderdeel
zijn van de vitale processen.
In het Commissiedebat Digitale overheid, datagebruik en algoritmen, en digitale identiteit
van 22 maart jl. heeft de Staatssecretaris voor Koninkrijksrelaties en Digitalisering
verder toegezegd een onderzoek te gaan doen naar inkoopeisen en -richtlijnen over
cyberveiligheid in het overheidsapparaat, dat voornamelijk zal gaan over landen met
een offensief cyberprogramma. In het daaropvolgende tweeminutendebat van 29 maart
is in aanvulling op de toezegging een motie ingediend door Kamerleden Rajkowski en
Van Weerdenburg, om in dit onderzoek ook te kijken naar de vitale sector.2 De motie is op 5 april aangenomen; de Kamer zal over het vervolg geïnformeerd worden.
Vraag 4
Wat zou u ervan vinden als Rijksambtenaren Chinese censuursoftware zouden downloaden
op hun apparaten?
Antwoord 4
In algemene zin is het onwenselijk als rijksambtenaren software zouden downloaden
op hun werkapparaten als die een conflict zou opleveren met hun werkzaamheden.
Verder wil ik opmerken dat de werkomgeving van rijksambtenaren op mobiele apparaten
zich bevindt op een afgeschermd deel dat niet toegankelijk is voor overige geïnstalleerde
software.
Vraag 5
Onderkent u dat Xiaomi telefoons, in tegenstelling tot wat er in de beantwoording
te lezen is, niet alleen via verschillende webwinkels verkocht worden, maar dat er
sinds 2020 ook een fysieke «Mi-store» is geopend in Rotterdam, de eerste fysieke Xiaomi
winkel in de Benelux?
Antwoord 5
In de eerdere beantwoording is aangegeven dat Xiaomi-toestellen in Nederland breed
verkrijgbaar zijn. Het klopt dat er een fysieke Xiaomi-winkel in Rotterdam is.
Vraag 6
Hoe beoordeelt u het feit dat aanbieders van apparaten waar censuursoftware op staat
winkels openen in Nederland en hun marktaandeel in Nederland groeiend is?
Antwoord 6
Het is belangrijk dat producten die hier op de markt worden gebracht voldoen aan de
relevante regelgeving. Dat wordt des te belangrijker als het een wijdverspreid product
is. Tegelijkertijd is het iedereen die zich aan de relevante Nederlandse en Europese
wetgeving houdt toegestaan producten op de Nederlandse en Europese markt te brengen.
Vraag 7
Klopt het dat de censuursoftware op afstand kan worden geactiveerd vanuit China, zonder
dat gebruikers dit doorhebben? Deelt u de mening dat deze functionaliteit een potentiële
bedreiging vormt voor de vrijheid van meningsuiting en de vrije toegang tot informatie
van Nederlandse gebruikers van Xiaomi-toestellen? Zo ja, hoe beoordeelt u dit? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 7
Een fabrikant kan op afstand wijzigingen doorvoeren aan producten en diensten door
software-updates uit te brengen. Op basis van artikel 11.7a van de Telecommunicatiewet
moet de fabrikant daarover de eindgebruiker informeren en bovendien diens toestemming
verkrijgen voor de wijziging.
De vrije nieuwsgaring wordt onder meer beschermd door artikel 10 van het Europees
Verdrag voor de Rechten van de Mens. Hiervoor is het van belang dat mensen degelijke
toegang hebben tot informatie zonder hierin te worden gehinderd. De gigantische hoeveelheid
informatie die in de moderne wereld voorhanden is maakt het echter noodzakelijk dat
technische hulpmiddelen zoals zoekmachines deze informatie filteren voordat het aan
gebruikers wordt voorgelegd. Voor vrije nieuwsgaring is het van belang dat deze filtering
waardenvrij plaatsvindt.
Het is onwenselijk voor gebruikers om heimelijk af te worden gehouden van specifieke
onderwerpen. Uit zowel het Litouwse als Duitse onderzoek blijkt echter dat dit in
de Europese Unie op Xiaomi telefoons ook niet wordt gedaan. Het is in het algemeen
belangrijk dat gebruikers de beperkingen van hun apparatuur kennen en begrijpen en
indien zij dat wensen kunnen kiezen uit alternatieve browsers en zoekmachines om te
voorzien in hun informatiebehoefte.
Vraag 8
Hoe beoordeelt u het feit dat ook de data van Nederlandse gebruikers die Xiaomi-toestellen
gebruiken wordt doorgestuurd naar Xiaomi-servers in China, waar conform de geldende
Chinese cyberveiligheidswet, ook de Chinese overheid toegang heeft tot de data van
Nederlandse gebruikers?
Antwoord 8
Nederland en de EU spreken in verschillende verbanden, waaronder binnen de VN, met
China over dataveiligheid. Centraal hierbij staat de bescherming van privacy, zoals
de naleving van de Algemene verordening gegevensbescherming (AVG), bescherming van
mensenrechten en het tegengaan van ongepaste toegang van overheden tot datagegevens.
Zoals aangegeven in de Notitie «Nederland-China: Een nieuwe balans» (Kamerstuk 35 207, nr. 1) staat het kabinet achter striktere handhaving en sterker uitdragen van bestaande
standaarden en normen, zoals de Europese regelgeving op het gebied van data, bescherming
van persoonsgegevens en privacy en productveiligheid.
Partijen moeten, wanneer zij in de EU producten of diensten aanbieden, voldoen aan
de vereisten die conform het gegevensbeschermingsrecht op hen rusten. In dit geval
zijn deze vereisten primair neergelegd in het algemene kader dat de AVG biedt voor
de verwerking van persoonsgegevens en de speciale regels uit de Telecommunicatiewet.
De AVG kent een ruim toepassingsbereik. Artikel 3, tweede lid, onder a AVG bepaalt
dat verwerkingsverantwoordelijken die goederen of diensten aanbieden aan betrokkenen
in de EU binnen het toepassingsbereik vallen. De AVG bepaalt onder meer dat er een
«rechtsgrondslag» moet zijn om persoonsgegevens te verwerken (bijvoorbeeld toestemming),
dat betrokkenen geïnformeerd moeten worden over de verwerking van hun gegevens en
dat zij in staat worden gesteld om de rechten uit te oefenen die zij over hun gegevens
hebben.
Voor zover het gaat om gegevens die worden afgelezen van het randapparaat van de eindgebruiker
(ook als dit geen persoonsgegevens zijn) is artikel 11.7a van de Telecommunicatiewet
van toepassing. Dit ook bij vraag 7 genoemde artikel bepaalt dat voor het plaatsen
en aflezen van informatie op een randapparaat de toestemming van de eindgebruiker
noodzakelijk is. Voor een rechtsgeldige toestemming is van belang dat de eindgebruiker
adequaat is geïnformeerd over de doeleinden van de gegevensverzameling en verwerking.
Op deze bepaling wordt toezicht gehouden door Autoriteit Consument en Markt (ACM).
In algemene zin geldt dat, wanneer persoonsgegevens naar een land buiten de Europese
Unie worden doorgegeven, er additionele voorwaarden gelden. Doorgifte is namelijk
slechts toegestaan op grond van een van de wettelijke bepalingen uit hoofdstuk V van
de AVG. Aangezien voor China geen door de Europese Commissie genomen adequaatheidsbesluit
bestaat, waarin wordt besloten dat dit land een passend beschermingsniveau waarborgt,
kan structurele doorgifte van persoonsgegevens alleen plaatsvinden voor zover er door
de verwerkingsverantwoordelijke «passende waarborgen» worden geboden.
Het is aan de Autoriteit Persoonsgegevens (AP), de toezichthouder op de AVG, om erop
toe te zien dat er passende waarborgen zijn getroffen. Als dit niet het geval is heeft
de AP onder meer de bevoegdheid om boetes op te leggen, maar ook om de verwerking
te verbieden.
Vraag 9
Klopt het dat de Belgische Staatsveiligheidsdienst al eerder publiekelijk heeft gewaarschuwd
voor spionage via Chinese spionage, waaronder die van Xiaomi? Zo ja, hoe beoordeelt
u dit en deelt u de mening dat deze waarschuwing zeer zorgelijk is?
Antwoord 9
Het klopt dat de Belgische Staatsveiligheid heeft gewaarschuwd voor potentiële Chinese
spionagedreiging. Zoals ook staat beschreven in het Dreigingsbeeld Statelijke Actoren
(DBSA)3 en de jaarverslagen van de inlichtingen- en veiligheidsdiensten is toenemende afhankelijkheid
van buitenlandse technologie een gegeven. Hierdoor bestaat het risico dat met technologische
toeleveringen de digitale spionage- en sabotagemogelijkheden toenemen. Waar dit de
nationale veiligheid raakt, wordt per geval afgewogen welke maatregelen proportioneel
zijn om dit risico te beheersen. Risico’s voor de nationale veiligheid kunnen met
name ontstaan wanneer technologie de Nederlandse vitale infrastructuur of gevoelige
kennis en informatie raakt.
Vraag 10
In hoeverre is de huidige aangewezen toezichthouder in staat om te controleren of
er censuursoftware op mobiele telefoons aanwezig is en of deze software daadwerkelijk
actief is?
Antwoord 10
De toekomstige e-privacy verordening bevat regels over (de verwerking van persoonsgegevens
bij) elektronische communicatie om te zorgen dat de persoonlijke levenssfeer wordt
beschermd. Daarin wordt het controleren van de communicatie, ook door leveranciers
van telefoons, verboden. Als de verordening van kracht wordt of voorafgaand daaraan
de Telecommunicatiewet wordt aangepast conform het gestelde onder vraag 1, is er pas
een aangewezen toezichthouder op dit punt.
Voor zover de vraag gaat over het in staat zijn om te controleren of er een betreffende
functionaliteit op mobiele telefoons aanwezig is en of deze actief is, komt uit de
genoemde onderzoeken bij vraag 1 naar voren dat dit het geval is. Uit die onderzoeken
bleek dat de functionaliteit in de praktijk niet wordt toegepast.
Vraag 11
Hoe beoordeelt u de aanwezigheid van censuursoftware op Xiaomi-toestellen in het kader
van een eerdere uitspraak, gedaan door de Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst,
dat er sprake is van een «wereldwijde grootschalige vergaring van persoonsgegevens
door Chinese actoren om profielen te maken van medewerkers van bedrijven en instellingen
waar het land digitaal wil inbreken»?
Antwoord 11
De betreffende functionaliteit ziet op het detecteren en blokkeren van bepaalde termen.
Deze functionaliteit heeft geen verband met grootschalige vergaring van persoonsgegevens.
Zie het antwoord op vraag 1 ten aanzien van deze functionaliteit en het antwoord op
vraag 8 ten aanzien van dataveiligheid.
Vraag 12
Deelt u de mening dat het zeer onwenselijk is dat ook de telefoons van Nederlandse
gebruikers deze software kunnen bevatten en dat er een mogelijkheid is dat de censuursoftware
wordt geactiveerd? Zo ja, bent u bereid een onafhankelijk onderzoek te laten uitvoeren
door bijvoorbeeld het Agentschap Telecom en de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding
en Veiligheid naar de mogelijke aanwezigheid van deze censuursoftware op Xiaomi-toestellen
die in Nederland worden verkocht? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Ik zie geen noodzaak tot het doen van een aanvullend onderzoek naar de in het artikel
genoemde software op Xiaomi-toestellen. Wel zal ik nader bezien of het doelmatig is
om de Telecommunicatiewet op dit punt aan te passen. Zie hiervoor het antwoord op
vraag 1.
Daarnaast is, zoals ook in de hoofdlijnenbrief digitalisering van 8 maart jl. aangegeven,
digitaal bewustzijn noodzakelijk. We investeren samen met de ministeries van Justitie
en Veiligheid en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties in het vergroten van kennis
onder burgers over digitale veiligheid en over technologische ontwikkelingen, zodat
zij zich bewust zijn van de mogelijkheden, beperkingen, kansen en risico’s van technologie.
Op de website veiliginternetten.nl wordt voorlichting en handelingsperspectief gegeven
over het veilig gebruik van een apparaat.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat -
Mede namens
A.C. van Huffelen, staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
Mede namens
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.