Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van den Berg en Van der Staaij over zelfvoorzienendheid met betrekking tot geneesmiddelen en medische hulpmiddelen
Vragen van de leden Van den Berg (CDA) en Van der Staaij (SGP) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over zelfvoorzienendheid met betrekking tot geneesmiddelen en medische hulpmiddelen (ingezonden 24 maart 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 1 april
2022).
Vraag 1
Herinnert u zich de vragen van de CDA-fractie tijdens het hoofdlijnendebat VWS over
het belang van zelfvoorzienendheid met betrekking tot geneesmiddelen en medische hulpmiddelen
alsmede het CDA pamflet: «Geneesmiddelentekorten» en uw antwoorden daarop?1 2
Antwoord 1
Ja die kan ik mij herinneren.
Vraag 2
Bent u bekend met het bericht «Brandbrief aan Minister Kuipers: houd medicijnenproductie
in Nederland»?3
Antwoord 2
Ja daar ben ik mee bekend.
Vraag 3
Bent u bekend met de brandbrief die door onder andere KWF Kankerbestrijding, de grote
Nederlandse apothekersorganisaties en de Hartstichting naar u is verstuurd, en ook
met het onderliggende onderzoeksrapport van Roland Berger, getiteld: «Productiecapaciteit
van generieke medicijnen in Nederland»?
Antwoord 3
Ik heb een «coalitiebrief» ontvangen betreffende het veiligstellen van generieke medicijnenproductie
in Nederland. Met die brief is ook een rapport van Roland Berger met als titel «Productiecapaciteit
van generieke medicijnen in Nederland» meegestuurd.
Vraag 4
Hoe beoordeelt u de conclusie in het rapport van Roland Berger dat er nog maar één
grote medicijnfabriek in Nederland staat die essentiële receptplichtige generieke
medicijnen in tabletvorm maakt? Deelt u deze conclusie, en zo nee: waarom niet?
Antwoord 4
Ik heb kennis genomen van het rapport dat in opdracht van een contractproducent van
generieke geneesmiddelen is opgesteld. Ik laat dit rapport door externen nader bestuderen.
Vooruitlopend op de uitkomsten kan ik melden dat het rapport zich met name lijkt te
focussen op de laatste stap in het productieproces van geneesmiddelproductie, namelijk
het tabletteren en verpakken. Voor het versterken van de leveringszekerheid en daarmee
de beschikbaarheid van geneesmiddelen voor patiënten en hun zorgverleners is borging
van de hele keten van geneesmiddelproductie van belang. Immers, als er kwetsbaarheden
en afhankelijkheden in het begin van de productieketen zitten – bijvoorbeeld bij de
nodige grondstoffen of werkzame stoffen en de daarvoor benodigde technologieën – dan
heeft dat effect op onder andere de beschikbaarheid van het eindproduct. In mijn aanpak
om de leveringszekerheid te versterken, kijk ik daarom uitdrukkelijk naar de gehele
keten en het brede plaatje zowel binnen Nederland als de Europese Unie. Dit sluit
ook aan op het strategisch industriebeleid waar Nederland zich inzet op stimulering
van innovatie, versnelde opschaling en bevordering van internationale samenwerking
van industriële (met name Europese) consortia4.
Vraag 5
Indien u deze conclusie niet deelt, kan u dan een overzicht geven van alle andere
nog overgebleven productiecapaciteit van generieke medicijnen in tabletvorm in Nederland?
Welke grote faciliteiten zijn er nog meer, buiten de fabriek in Leiden?
Antwoord 5
Zie mijn antwoord bij vraag 4. Daarnaast is er een overzicht beschikbaar bij de IGJ
waar alle goedgekeurde productie faciliteiten in staan vermeld. Deze is openbaar toegankelijk
via de website van EudraGMDP.
Vraag 6
Staat u nog steeds achter de stelling: «Het behoud van de grootste generieke geneesmiddelenfabriek
van Nederland achten wij van groot belang voor de leveringszekerheid van generieke
medicijnen», zoals geschreven in de Kamerbrief van 18 december 2020 (op basis waarvan
de Ministeries van Economische Zaken & Klimaat en Volksgezondheid, Welzijn & Sport
een lening van 6,7 miljoen euro hebben verstrekt om bovenstaand doel te verwezenlijken)?5
Antwoord 6
Ik sta achter deze stelling van het vorige kabinet.
Vraag 7
Hoe denkt u een relevante rol te spelen in de gesprekken over meer Europese pandemische
paraatheid en strategische autonomie op het gebied van volksgezondheid indien u deze
laatste grote medicijnenfabriek van Nederland die essentiële receptplichtige medicijnen
in tabletvorm maakt voor Nederland niet meer van groot belang acht?
Antwoord 7
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 4, 5 en 6. Aanvullend wil ik er op wijzen
dat ik voor de beleidsagenda leveringszekerheid van medische producten kijk naar de
gehele productie en toeleveringsketen van geneesmiddelen. In de beleidsagenda pandemische
paraatheid die ik dit voorjaar aan uw Kamer aanbied, ga ik hier ook nader op in. Nederland
speelt al geruime tijd een relevante rol in het kader van de discussies rondom de
EU farmaceutische strategie, de European Health Emergency Preparedness and Response
Authority (HERA) en open strategische autonomie in den brede. Zo kan bijvoorbeeld
de door de HERA geboden infrastructuur en monitoring van vraag en aanbod naar essentiële
medische materialen bijdragen aan het vergroten van de weerbaarheid en zorgvoorziening
in de EU.
Vraag 8
Bent u bereid om bijvoorbeeld in de voorwaarden van de volgende tenders van de zorgverzekeraars
af te dwingen dat tenminste een derde van de generieke medicijnen in tabletvorm bij
lokale aanbieders (voorwaarde dat zij produceren in Nederland) wordt besteld? En bent
u vervolgens bereid om een regeling te maken zodat dit in de toekomst consequent gebeurt?
Antwoord 8
Een onderdeel van het versterken van de leveringszekerheid is onderzoeken wat de mogelijkheden
zijn als het gaat om het versterken van de productie dicht bij huis en inkoopcriteria
van inkopende partijen, waaronder zorgverzekeraars. Ik beperk mij hier niet tot geneesmiddelen
in tabletvorm, maar bekijk dit vanuit de beschikbaarheid van medische producten in
brede zin.
De zorgverzekeraars hebben een eigen verantwoordelijkheid om in het kader van hun
wettelijke zorgplicht ervoor te zorgen dat geneesmiddelen beschikbaar zijn voor patiënten
en hun zorgverleners. Zorgverzekeraars hanteren hiervoor hun eigen inkoopbeleid. Op
dit moment ben ik in gesprek met zorgverzekeraars om te horen hoe hun inkoopcriteria
kunnen bijdragen aan leveringszekerheid. Ik zie dat verschillende zorgverzekeraars
daar al op inzetten door bijvoorbeeld fabrikanten te stimuleren bij te dragen aan
leveringszekerheid door contracten te continueren als er geen tekorten zijn geweest
in een voorbije periode en daarbij niet altijd enkel fabrikanten met de laagste prijs
te contracteren. Daarnaast ontvang ik ook signalen dat bij een groot deel van de geneesmiddeltekorten
de oorzaak van het tekort niet zozeer ligt bij de tablettering of verpakking. Samenvattend
zie ik geen aanleiding om zorgverzekeraars te dwingen om tenminste een derde van de
generieke medicijnen in tabletvorm te laten bestellen bij lokale aanbieders.
Vraag 9
Gelet op de tijdsdruk en de al snel komende tenders van de zorgverzekeraars: kunt
u deze vragen met voorrang en grote spoed beantwoorden?
Antwoord 9
Ik heb uw vragen per ommegaande behandeld en beantwoord.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.