Inbreng verslag schriftelijk overleg : Inbreng verslag van een schriftelijk overleg over de geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad 7 april 2022 (Kamerstuk 21501-32-1407)
2022D13044 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Binnen de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hebben de onderstaande
fracties de behoefte vragen en opmerkingen voor te leggen aan de Minister van Landbouw,
Natuur en Voedselkwaliteit over de Landbouw- en Visserijraad op 7 april 2022.
De voorzitter van de commissie, Geurts
De griffier van de commissie, Jansma
Inhoudsopgave
blz.
I
Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
2
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
5
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie
5
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
6
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie
7
Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie
11
Vragen en opmerkingen van het lid van de SGP-fractie
13
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
15
II
Antwoord / Reactie van de Minister
16
III
Volledige agenda
16
I Vragen en opmerkingen vanuit de fracties
Vragen en opmerkingen van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben kennisgenomen van de geannoteerde agenda en de
onderliggende stukken. Zij hebben daarbij enkele vragen.
Algemeen
De leden van de VVD-fractie vernemen in het kader van de onderhandelingen omtrent
derogatie graag van de Minister wanneer hij het wetsvoorstel over het toewerken naar
een grondgebonden melkveehouderij naar de Raad van State stuurt, ter consultatie aanbiedt,
aan de Kamer doet toekomen en voornemens is dit voorstel in werking te laten treden.
Gedachtenwisselingen over de ontwikkelingen op de landbouwmarkten in relatie tot Oekraïne
De leden van de VVD-fractie lezen dat een nieuw tijdelijk crisiskader voor staatssteun
en twee steunmaatregelen – activering van artikel 219 van de Gemeenschappelijke marktordening
(GMO) voor aanwending van de landbouwcrisisreserve en het openen van particuliere
opslag van varkensvlees – mogelijk ingezet gaan worden op de Nederlandse landbouwmarkt.
De Minister schrijft dat hij gaat bezien hoe dit gericht ingezet kan worden. Deze
leden willen graag weten waar de Minister op dit moment aan denkt en op welk moment
zij een concrete uitwerking kunnen verwachten.
Gezondheidssituatie en werkzaamheden vogelgriep (AOB)
De leden van de VVD-fractie zijn tevreden te lezen dat de Minister inzet op onderzoek
naar vaccinatie als mogelijke maatregel tegen vogelgriepdreiging. Kan de Minister,
vooruitlopend op de motie-Van Campen/De Groot (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1396), alvast een overzicht geven van bezwaren tegen vaccinatie van andere lidstaten?
Vragen en opmerkingen van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben met veel interesse kennisgenomen van de stukken
ten behoeve van dit schriftelijk overleg. Zij hebben daarover nog enkele vragen.
Gedachtewisseling over de situatie op de landbouwmarkten na de invasie van Oekraïne
en de mededeling van de Commissie over voedselzekerheid
De leden van de D66-fractie hebben met veel interesse kennisgenomen van de mededeling
van de Europese Commissie over het waarborgen van voedselzekerheid en het versterken
van de weerbaarheid van voedselsystemen. Net als de Europese Commissie, geloven deze
leden dat de sleutel tot het versterken van de weerbaarheid van voedselsystemen juist
bij de verduurzaming ligt, en dat het versnellen van de transitie juist kan helpen
bij het waarborgen van de voedselzekerheid. Hoe beoordeelt de Minister de voorstellen
die de Europese Commissie heeft gedaan ter bevordering van de mondiale voedselzekerheid
en ter ondersteuning van boeren en consumenten in dit licht? Zijn er extra voorstellen
of wijzigingen waar Nederland op in zal zetten? Zo ja, welke? Deze leden lezen in
de voorstellen niets terug over de rol en verantwoordelijkheden van supermarkten en
de verwerkende industrie in het stabiliseren van de (wereld)voedselmarkt. Is de Minister
het eens met deze leden dat er ook aandacht moet zijn voor de rol die deze spelers
kunnen spelen in het verbreden van de toegang tot voedsel? Zo nee, waarom niet? Zo
ja, heeft de Minister dit ter sprake gebracht of is hij bereid dit alsnog te doen?
Zo nee, waarom niet?
De leden van de D66-fractie vinden het belangrijk dat de voorstellen uit de mededeling
van de Europese Commissie de transitie naar kringlooplandbouw versnellen en niet in
de weg zitten. Deelt de Minister de mening dat de tijdelijke afwijking om de productie
van alle gewassen voor voedsel- en diervoederdoeleinden op braakliggend land mogelijk
te maken, zoveel mogelijk ingezet moet worden voor directe voedseldoeleinden? Zo ja,
op welke manier heeft de Minister dit ter sprake gebracht? Indien hij dit niet ter
sprake heeft gebracht, waarom niet? Kan de Minister uiteenzetten hoe hij uitvoering
heeft gegeven aan de motie van de leden Tjeerd de Groot en Sjoerdsma (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1404) over het in Europa pleiten voor het versoepelen van regels met betrekking tot dierlijke
eiwitten en kunstmestvervangers? Hoe heeft dit specifiek voor de dierlijke eiwitten
uitgepakt? Zijn er volgens de Minister risico’s aan te wijzen bij de tijdelijke flexibiliteit
in bestaande importeisen voor diervoeders? Deze leden hebben tevens begrepen dat in
de aanbevelingen lidstaten worden opgeroepen hun Nationaal Strategisch Plan (NSP)
te herzien en prioriteit te geven aan investeringen die erop gericht zijn de afhankelijkheid
van fossiele brandstoffen en input van zaken als gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest
te verminderen. Hoe is de Minister van plan hier in Nederland vorm aan te geven?
De leden van de D66-fractie hebben begrepen dat de landbouwcrisisreserve zal worden
aangewend en dat vanuit dit fonds ruim 8 miljoen euro beschikbaar komt voor Nederland,
waarbij de activiteiten die binnen dit fonds passen moeten bijdragen aan de circulaire
economie, nutriëntenmanagement, efficiënt gebruik van grondstoffen of milieu en klimaatvriendelijke
productiemethodes. In welke richting denkt de Minister voor het gebruiken van deze
landbouwcrisisreserve en wanneer verwacht hij de Kamer hierover te informeren?
De leden van de D66-fractie hebben tevens begrepen dat voor de visserijsector overwogen
wordt het crisismechanisme van het Europees Fonds voor Maritieme Zaken, Visserij en
Aquacultuur aan te wenden. Hoe verhoudt het aanwenden van dit crisismechanisme zich
tot de verduurzamingsplannen uit het «Fit-for-55»-pakket? Deelt de Minister de mening
dat de gelden vooral ingezet zouden moeten worden om een versnelling te realiseren
van de verduurzamingsplannen, bijvoorbeeld door aan de versnelde ontwikkeling van
duurzamere alternatieve brandstoffen en emissie verlagende vistechnieken? Zo nee,
waarom niet?
LULUCF
De leden van de D66-fractie constateren dat er een doelstelling voorligt voor Nederland
om in 2030 maximaal 4,5 megaton CO2-eq in de «Land use, land-use change, and forestry» (LULUCF)-sector uit te stoten.
Zij zijn verheugd dat de Europese Commissie uitstoot aan banden wil leggen om in gezamenlijkheid
de uitstoot van broeikasgassen te verminderen. Hoe verhoudt dat plafond zich tot nationale
doelen? Hoe ligt Nederland op koers voor het behalen van dat doel?
De leden van de D66-fractie constateren dat een belangrijk twistpunt de doelstelling
voor netto verwijderingen is. De rapporteur in het Europees Parlement wil de doelstelling
van 310 miljoen netto verwijderingen ophogen naar 490 miljoen. Steunt de Minister
de doelstellingsverhoging? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat hij ervoor zorgen
dat ook andere landen deze verhoging gaan steunen?
Biodiversiteitsstrategie
De leden van de D66-fractie constateren dat in maart de biodiversiteitsstrategie in
Europees verband besproken zou worden. Deze leden zijn van mening dat de strategie
een ambitieuze strategie moet zijn en hebben de Minister hier meermaals op geattendeerd.
Kan hij aangeven wat de laatste stand van zaken is omtrent de strategie? Is het de
Minister gelukt een doel van 30% beschermde natuur te bereiken met de collega’s in
Europees verband? Zo nee, wat gaat de Minister doen om te zorgen dat dit in de komende
maanden wél gerealiseerd wordt?
Ontbossingsverordening
De leden van de D66-fractie hebben kennisgenomen van de brief van de Minister omtrent
de ontbossingsverordening. Deze leden betreuren het dat er voorlopig geen ruimte lijkt
te zijn om de beschermde ecosystemen uit te breiden. Zij menen dat Nederland een aanjagende
rol moet spelen in het uitbreiden van deze verordening. De Minister geeft aan de Europese
Commissie te vragen of deze aan de slag kan gaan met de uitbreiding van ecosystemen.
Wat was hierop de reactie van de Europese Commissie? Heeft de Europese Commissie al
een tijdspad kunnen schetsen? En welke stappen gaat de Minister nu zetten om een aanjagende
rol te vervullen?
Vaccinatie pluimvee
De leden van de D66-fractie hebben meermaals aandacht gevraagd voor de huidige situatie
omtrent vogelgriep. Deze leden maken zich grote zorgen over de huidige verspreiding
en aanwezigheid van het virus in Europa. Zo hebben zij onder andere een actieplan
aangeboden aan de Minister met daarin acht voorstellen om een volgende pandemie te
voorkomen. Een van de acht voorstellen betreft het vaccineren van pluimvee. Deze leden
constateren dat handelsbelemmeringen nu nog een grote drempel vormen voor vaccinatie.
Kan de Minister een laatste stand van zaken geven over de gesprekken met zijn Europese
collega’s? Hoe staat het met de uitvoering van de motie van de leden Van Campen en
Tjeerd de Groot over handelsbelemmeringen en andere bezwaren tegen vaccinatie van
pluimvee in kaart brengen (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1396)? Wanneer kan de Kamer een schriftelijke reactie verwachten op het actieplan van
deze leden, welke is aangeboden tijdens het commissiedebat Zoönose en Dierziekten?
Vragen en opmerkingen van de leden van de CDA-fractie
De leden van de CDA-fractie hebben kennisgenomen van de onderliggende stukken voor
het schriftelijk over de Landbouw- en Visserijraad van 7 april 2022 en hebben daarover
op dit moment geen vragen.
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie hebben kennisgenomen van de brief van 29 maart 2022 over
de geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad van 7 april 2022. Deze leden hebben
hierover de volgende vragen en opmerkingen.
De leden van de PvdA-fractie maken zich ernstig zorgen om de voedselcrisis die op
ons af komt. De baas van het Wereldvoedselprogramma heeft recentelijk tijdens de VN-Veiligheidsraad
aangegeven1 dat er sprake is van een ramp boven op een ramp, en dat het niet beperkt zal blijven
tot Oekraïne en de regio, maar dat het effect zal hebben op de hele wereld. Iets dat
we sinds de Tweede Wereldoorlog niet hebben gezien. Al voor de oorlog hebben de Food
and Agriculture Organization (FAO) en de Wereldvoedselprogramma gewaarschuwd2 voor een acute voedselcrisis. De FAO heeft in een analyse twintig landen en een hele
regio aangeduid als zogenoemde ««hunger hotspots.»» In 1974 is door de VN de Universele
Verklaring over de Uitbanning van Honger en Ondervoeding3 aangenomen waardoor er ook voor ons land een verantwoordelijkheid ligt om daadkrachtig
op te treden tegen de voedselcrisis. Voelt de Minister deze verantwoordelijkheid in
zijn hoedanigheid van Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, hoe gaat de Minister die verantwoordelijkheid nemen? Hoe kan volgens
de Minister de Nederlandse landbouw bijdragen aan een oplossing of aan het voorkomen
van de voedselcrisis, op korte en lange termijn? Is de Minister voornemens om tijdens
de Raad andere lidstaten te wijzen op onze gezamenlijke verantwoordelijkheid? Gaat
hij inzetten op een zodanig Europees gecoördineerd actieplan om vanuit de Europese
Unie onze gezamenlijke verantwoordelijkheid te nemen?
De leden van de PvdA-fractie wijzen erop dat twee derde van het landbouwarsenaal in
de EU4 wordt gebruikt om gewassen te verbouwen die uitsluitend zijn bestemd voor veevoer
en veevoerproducenten. Onder andere Greenpeace stelt dat het verwachte tekort aan
granen dat wordt geproduceerd in Oekraïne als gevolg van de Russische invasie valt
te compenseren door de Europese veestapel dusdanig te krimpen waardoor er 8% minder
granen voor veevoer hoeft te worden gebruikt. Is de Minister op de hoogte van deze
kortetermijnoplossing en deelt hij deze visie? Hoe kan volgens de Minister de Nederlandse
landbouwsector eraan bijdragen om het verwachte tekort te compenseren? Wat gaat hij
daarvoor doen? Is hij voornemens om dit aan te kaarten tijdens de Raad?
De leden van de PvdA-fractie constateren daarnaast dat de FAO in een analyse5 heeft gewaarschuwd voor meer kans op de Afrikaanse varkenspest omdat er minder oog
is voor bioveiligheid. Deze dierziekte komt al jaren voor in Rusland en Oekraïne.
Hoe gaat de Minister om met deze waarschuwing? Is hij van mening dat er surveillance
op EU-niveau nodig is om virusintroductie op de Europese markt te voorkomen?
De leden van de PvdA-fractie spreken tot slot waardering uit dat voor het feit dat
de Minister voornemens is om te blijven inzetten op de noodzakelijke verduurzaming
van de landbouwsector middels de Green Deal en de Boer-tot-Bordstrategie. Deze leden
zijn van mening dat juist nú de transitie naar een groene kringlooplandbouw extra
belangrijk is om ons voedselsysteem weerbaar te maken en de voedselveiligheid in de
toekomst te kunnen garanderen. Onder andere Frankrijk heeft aangegeven om deze duurzame
maatregelen voorlopig te pauzeren. Hoe is de Minister van plan om in de Raad in te
blijven zetten op de noodzakelijke verduurzaming van de landbouwsector middels de
Green Deal en de Boer-tot-Bordstrategie? Hoe is de Minister van plan andere lidstaten,
indien nodig, te overtuigen? Gaat de Minister Frankrijk en eventueel andere landen
aanspreken dat het juist nú extra belangrijk is om in te zetten op de noodzakelijke
verduurzaming van de landbouwsector middels de Green Deal en de Boer-tot-Bordstrategie?
De leden van de PvdA-fractie onderschrijven nogmaals het belang om als Nederland adequaat
op te treden en een bijdrage te leveren om de voedselcrisis te verhelpen, tegelijkertijd
onderschrijven deze leden het belang van de maatregelen die nodig zijn voor de transitie
naar een groene kringlooplandbouw. Excessieve klimaatveranderingen zijn immers een
van de voornaamste oorzaken van de voedselcrisis, die door de oorlog in Oekraïne in
versnelling is geraakt. Deze leden kijken met veel belangstelling uit naar de antwoorden
van de Minister.
Vragen en opmerkingen van de leden van de GroenLinks-fractie
De leden van de GroenLinks-fractie hebben enkele opmerkingen en vragen bij de agenda
van de Landbouw- en Visserijraad en de daarop staande stukken.
De leden van de GroenLinks-fractie maken zich grote zorgen over het dreigende mondiale
voedseltekort door de oorlog in de Oekraïne. Deze leden zijn niet zozeer bezorgd over
de voedselbeschikbaarheid in de EU, maar wel over de gevolgen van oplopende prijzen
van graan, olie en ander basisvoedsel waardoor mensen in armere landen in het Midden-Oosten
en Noord-Afrika in grote problemen komen.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de Minister de analyse deelt dat deze
mensen voor hun basisvoedsel direct moeten concurreren met onze kippen en varkens?
Erkent de Minister dat we in Europa dagelijks het equivalent van vijftien miljoen
broden per dag tot biobrandstof destilleren voor in onze auto’s? Is de Minister het
met deze leden eens dat onze luxe wensen zoals autorijden of ongezond grote hoeveelheden
vlees, zuivel en eieren willen eten, de prijs en de beschikbaarheid van basisvoedsel
in armere landen beïnvloedt? Herkent de Minister hier het morele dilemma in en kan
hij erop in gaan hoe hij denkt dat hij en de Europese Unie dit moeten oplossen?
De leden van de GroenLinks-fractie constateren dat de Minister in een eerdere reactie
stelde dat er nu nog geen sprake was van hongersnood en hij hier ook nog niet op wilde
anticiperen. Is de Minister zich ervan bewust dat we nu moeten zaaien als we over
enkele maanden willen oogsten en dat we in het najaar meer geoogst moeten hebben dan
eerdere jaren willen we een hongersnood voorkomen? Hoe moeten Nederland en de Europese
Unie dit aanpakken? Kan de Minister uitleggen hoe lang we nog kunnen wachten met het
nemen van besluiten, voordat het te laat is?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen de Minister of hij bereid is om zich in
Europees verband in te zetten voor een onmiddellijk verbod of desnoods de opschorting
van het bijmengen van biobrandstoffen uit voedsel of voedergewassen. Deze leden vragen
de Minister om op kortst mogelijke termijn tot afspraken te komen over het inkrimpen
van de Nederlandse en Europese veestapel en een sterke beperking van het (bij)voeren
van dieren met voor mensen geschikt voedsel.
De leden van de GroenLinks-fractie vragen de Minister hoeveel calorieën aan met voor
mensen geschikt voedsel kan worden bespaard, als we de Europese veestapel inkrimpen
met het voor de export bestemde deel. Hoeveel extra mensen zouden met dit voedsel
kunnen blijven leven?
De leden van de GroenLinks-fractie vragen of de Minister bij benadering kan aangeven
hoeveel mensen zullen verhongeren door de Franse steunmaatregelen voor de gestegen
prijzen van veevoer. Heeft de Minister vergelijkbare plannen voor Nederland? Wat is
de menselijke prijs hiervan?
Vragen en opmerkingen van de leden van de PvdD-fractie
Landbouwgif
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie maken zich zorgen over de implementatie
en uitvoering van de Boer-tot-Bordstrategie. Deze strategie werd bijna twee jaar geleden
gepresenteerd6 en dit zou geleid moeten hebben tot het eerste concrete voorstel voor een nieuwe
verordening op 23 maart 2022. Deze «Verordening voor het duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen»
zou mogelijk het doel voor 50% reductie van pesticidegebruik uit de Boer-tot-Bordstrategie
wettelijk vastleggen.7 Onder grote lobbydruk is de presentatie van deze verordening echter met zeker een
halfjaar uitgesteld. Deze leden constateren dat de agro-industrie de oorlog in Oekraïne
aangrijpt om stevig te lobbyen tegen de verduurzaming van de Europese voedselproductie.8
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie verwachten dat de Minister dit uitstel
zou betreuren, omdat de Minister bij het televisieprogramma Op1 duidelijk heeft aangegeven
dat de inzet voor verduurzaming van de landbouw geïntensiveerd zou moeten worden.9 De Minister herhaalt tevens het belang van verduurzaming in de geannoteerde agenda
van de Landbouw- en Visserijraad van 7 april 2022. Deze leden delen dit inzicht en
waarderen dit standpunt van de Minister.
Tegelijkertijd constateren deze leden hier een tegenstrijdigheid. Uit ge-Wob-te stukken
blijkt dat Nederland al eerder heeft gepleit tegen nieuwe strengere regelgeving rondom landbouwgif in de nieuwe Verordening.10 De huidige richtlijn voor pesticiden uit 2009 zou volgens het ministerie al «voldoende
handvatten bieden voor duurzaam gebruik van pesticiden.» Dit komt sterk overeen met
de argumenten die door de chemische industrie worden gebruikt om de nieuwe verordening
van tafel te krijgen of af te zwakken.11 Kan de Minister bevestigen dat Nederland richting de Europese Commissie heeft gepleit
tegen strengere regels omtrent het gebruik van landbouwgif en zo ja, toelichten waarom
dat is gedaan? Waarom heeft de Minister dit standpunt niet met de Kamer gedeeld? Kan
de Minister het commentaar op specifieke punten uit de nieuwe Verordening, dat als
bijlage bij de ge-Wob-te email verstuurd lijkt te zijn,12 met de Kamer delen?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen voorts of de Minister kan aangeven
wanneer de Europese Commissie de nieuwe Verordening wel zal presenteren. Deze leden
roepen de Minister op om te stoppen met het overnemen van de lobby van landbouwgifproducenten
en bij de Europese Commissie aan te dringen op een voortvarende aanpak bij de implementatie
van de «Verordening voor het duurzaam gebruik van gewasbeschermingsmiddelen» en de
Boer-tot-Bordstrategie. Alleen zo kan de verduurzaming van de landbouw daadwerkelijk
geïntensiveerd worden. Kan de Minister dit toezeggen?
Europees steunpakket voor de landbouw
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie constateren dat de Europese Commissie
een regeling aankondigde voor private opslag van varkensvlees. Opbrengsten voor varkenshouders
zijn al lange tijd laag, onder andere omdat er al langere tijd te veel varkensvlees
op de markt is. Deze leden zijn altijd erg kritisch geweest op opslagregelingen. Overproductie
wordt op deze wijze kunstmatig en op kosten van de belastingbetaler in stand gehouden.
Deelt de Minister de mening dat een opslagregeling onbespreekbaar is zolang er niet
tegelijk stevig wordt ingezet op productiebeperking? Gaat de Minister dit inbrengen
tijdens de Raad?
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie lezen daarnaast dat naast de opslagregeling
er een steunpakket voor de landbouwsector is aangekondigd van 500 miljoen euro. Deze
leden horen graag van de Minister welke ruimte de lidstaten hebben om zelf te bepalen
hoe de budgetten worden ingezet. Voor welke doeleinden en voor welke sectoren is de
Minister van plan de budgetten aan te wenden? Zal de Minister bijvoorbeeld inzetten
op een versnelling van de verduurzaming van de landbouw, het opvangen van de prijsstijging
bij de consument, of het ondersteunen van de veehouderij?
Vogelgriep
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie constateren dat het vogelgriepvirus
nog steeds rondwaart in Europa en dat dit volgens Marion Koopmans blijft zorgen voor
een permanente pandemische dreiging in onze achtertuin.13 De Minister wil graag een strategische en constructieve discussie over het voorkomen
en bestrijden van vogelgriep, zo schrijft hij. Gaat de Minister in deze discussie
ook de gevaren van een hoge pluimveedichtheid bespreken, zoals ook beschreven is door
de commissie Bekedam? Zo nee, waarom niet?
Europese subsidies voor promotie van vlees en zuivel
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie lazen in het verslag van de Landbouw
en Visserijraad van 21 februari14, 15 dat de Minister heeft zich, naar aanleiding van de aangenomen motie van de Partij
voor de Dieren, in Europa actief heeft uitgesproken tegen de subsidies voor vleesreclames,
waarvoor dank. Het heeft echter niet mogen baten. Onlangs heeft de Europese Commissie
opnieuw 54 miljoen euro uitgetrokken voor de promotie van vlees en zuivel.16 Deelt de Minister de mening dat het uittrekken van tientallen miljoenen euro’s om
de consumptie van bijvoorbeeld varkensvlees te stimuleren op het moment dat mensen
minder vlees gaan eten, het behalen van de doelen op het gebied van onder andere klimaat
en gezondheid verder buiten bereik dreigt te brengen? Deelt de Minister de mening
dat, zolang deze subsidies worden verstrekt, versterkte actie nodig is om de schadelijke
effecten van deze campagnes tegen te gaan? Welke mogelijkheden ziet de Minister om
te voorkomen dat deze promotie zich richt op de Nederlandse markt en het vergroten
van de Nederlandse vleesconsumptie? Is de Minister bereid dit mee te nemen in de uitwerking
van de Nationale Eiwitstrategie?
Koolstofcycli, koolstoflandbouw en LULUCF
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie onderschrijven het essentiële belang
van het behouden van bossen voor klimaat en biodiversiteit. Deze leden lezen dat koolstoflandbouw
ingezet zal worden om koolstof in bossen op te slaan en dat een kernelement van dit
beleid is om ontbossing tegen te gaan. Welke maatregelen worden genomen om ontbossing
tegen te gaan en hoe verhoudt het tegengaan van ontbossing zich tot het huidige kapbeleid
en beleid omtrent houtige biomassa? Wat is de inzet van Nederland met betrekking tot
de afweging tussen klimaateffecten van het gebruik van (houtige) gewassen (biogrondstoffen)
voor koolstofvastlegging in landgebruik en hoogwaardig gebruik van biogrondstoffen
ter vervanging van fossiele grondstoffen? Wat wordt verstaan onder hoogwaardig gebruik
van biogrondstoffen? Wat zijn (houtige) gewassen (biogrondstoffen) voor koolstofvastlegging
in landgebruik en welke activiteiten vallen onder het gebruik hiervan?
Tot slot merken de leden van de Partij voor de Dieren-fractie op dat het International
Panel on Climate Change (IPCC)17 meldt dat er slechte vormen van klimaatadaptatie bestaan, zogenaamde maladaptation. Deze slechte aanpassingen kunnen leiden tot verhoogde broeikasgasuitstoot en kunnen
het systeem nog kwetsbaarder maken voor de gevolgen van klimaatverandering. Onder
andere het gebruik van bio-energie of het planten van niet inheemse bomen op natuurlijke
onbeboste gronden worden gezien als een slechte klimaatadaptatie. Hoe wordt voorkomen
dat slechte klimaataanpassingen worden toegepast in koolstoflandbouw of LULUCF? Hoe
worden deze toepassingen geïdentificeerd en geanalyseerd om toepassing te voorkomen?
In 2020 was de uitstoot van biogrondstoffen maar liefst 19 megaton CO2 volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Deze leden zien het planten
van bomen, die koolstof vastleggen, om deze vervolgens te verbranden als een slechte
vorm van klimaatadaptatie. Deelt de Minister dit inzicht?
Visserij
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie hebben kennisgenomen van de Europese
steun die wordt uitgetrokken voor de visserij vanwege de stijgende prijzen van fossiele
brandstof als gevolg van de oorlog in Oekraïne. Kan de Minister uiteenzetten hoeveel
en welke steun wordt of reeds is gegeven aan de visserijsector? Hoe beziet de Minister
het subsidiëren of compenseren van fossiel brandstofverbruik in het licht van de noodzaak
en ambities om broeikasgasemissie met tenminste 55% te verminderen in 2030 ten opzichte
van 1990? Hoe verhouden mogelijke tijdelijke compensatieplannen zich tot de verduurzamingsplannen?
Is de Minister het ermee eens dat het in stand houden van het huidige systeem met
fossiele brandstoffen een vertraging betekent voor het halen van de klimaatambities?
Is de Minister het ermee eens dat het beter is om te kijken naar uitkoopregelingen
voor de visserij? Zo nee, waarom niet?
Daarbij hebben de leden van de Partij voor de Dieren-fractie vernomen dat zeven natuurorganisaties,
waaronder ClientEarth en Oceana op 31 maart 2022 een brief18 hebben gestuurd naar de Europese Commissie. In deze brief vragen de organisaties
de commissie om een administratief onderzoek in te stellen naar visserijvangstgegevens
en fraude hieromtrent in Nederland. De organisaties geven aan dat, bij gebrek aan
betrouwbaar vangstregistratiesysteem met doeltreffende controles, fraude met inbegrip
van illegale visserij onvermijdelijk is. Dit ondermijnt de vispopulaties. Wat is de
reactie van de Minister op de brief? Deelt de Minister de zorgen van de organisaties?
Zo nee, waarom niet? Klopt het dat aanvoeraangiften en verkoopdocumenten ingevuld
worden op basis van niet geverifieerde ramingen? Zo nee, waaruit blijkt dat? Waaruit
blijkt dat het vangstregistratiesysteem op orde is? Is de Minister bereid om door
middel van een administratief onderzoek licht te werpen op de gang van zaken en de
werkelijke vangsthoeveelheden vast te stellen? Zo nee, waarom niet?
Droogte in Europa
De leden van de Partij voor de Dieren-fractie vragen de Minister of hij het meest
recente, zeer zorgwekkende rapport van de Intergovernmental Panel on Climate Change
(IPCC) heeft gelezen. Dit toont aan hoe gevaarlijk klimaatverandering is en hoe zorgelijk
dit is voor mensen, vanwege onder andere toenemende hittegolven, branden, droogte
en overstromingen. Het rapport stelt dat met name Zuid-Europa te maken gaat krijgen
met droogte en de teruglopende beschikbaarheid van zoet water. Spanje en Portugal
maken zich dan ook terecht zorgen over droogte in hun regio’s. Die zorgen moeten Nederland
ook raken. Afgelopen februari heeft de regio Andalusië een wet aangenomen die illegale
waterputten van fruittelers rond het natuur- en Werelderfgoedgebied Doñana legaliseert.
Dat is slecht nieuws voor de grutto’s, die daar een tussenstop maken. Deelt de Minister
dit inzicht en is de Minister bereid om ook grutto’s die onderweg van en naar Nederland
zijn te beschermen? Om de gevolgen van de droogte op te vangen, zou Spanje steun kunnen
zoeken bij het Solidariteitsfonds19 voor natuurrampen. Is de Minister bereid om de Spaanse Minister te verzoeken het
besluit terug te draaien en steun te zoeken bij het Solidariteitsfonds?
Vragen en opmerkingen van de leden van de Volt-fractie
De leden van de Volt-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de geannoteerde
agenda voor de Landbouw- en Visserijraad van 7 April 2022. Deze leden onderstrepen
het belang van de gedachtewisselingen over de ontwikkelingen op de landbouwmarkten
in relatie tot Oekraïne. Daarbij willen deze leden benadrukken dat naast de ontwikkelingen
voor de interne landbouwmarkten ook rekening gehouden dient te worden met de landbouwmarkten
wereldwijd en de mogelijke effecten voor voedselzekerheid in de rest van de wereld.
Daarnaast beklemtonen deze leden dat de ontwikkelingen in Oekraïne niet mogen worden
ingezet als argument om verduurzaming in te landbouw af te remmen of tegen te gaan.
Een ambitieuze Nederlandse inzet in de voorliggende verordeningen zijn daarom volgens
deze leden essentieel. Daartoe hebben deze leden de volgende vragen.
Geannoteerde Agenda
Gedachtenwisseling over de ontwikkelingen op de landbouwmarkten in relatie tot Oekraïne
& Presentatie en mogelijke gedachtewisseling over mededeling voedselzekerheid
De leden van de Volt-fractie lezen dat de Europese Unie via het EU Emergency Support
Programme 330 miljoen euro zal vrijmaken voor Oekraïne, om basisgoederen en diensten
aan te leveren aan Oekraïne. Tegelijkertijd zien deze leden dat in steden als Marioepoel
mensen afgesloten zijn van voedselvoorziening, medicijnen en water. Is het bedrag
van 330 miljoen euro voldoende? Investeert Nederland daarnaast nog meer in humanitaire
hulp, specifiek op het gebied van voedsel? Welke stappen worden er genomen om ervoor
te zorgen dat deze hulp Oekraïners ook daadwerkelijk bereikt?
De leden van de Volt-fractie lezen dat de Europese Unie meer humanitaire hulp wil
verlenen aan de regio's en bevolkingsgroepen die het zwaarst door voedselonzekerheid
worden getroffen. Hoe gaat Nederland bijdragen aan deze hulp? Is er een prognose hoeveel
van deze hulp er nodig zal zijn? Zal dit een onmiddellijke oplossing kunnen bieden
voor de grote graantekorten waar landen in Zuid-Azië, Afrika en Latijns-Amerika mee
te maken hebben? De Europese Commissie wil landen in de problemen van buiten de Europese
Unie helpen met het zelf opbouwen van bestendigere landbouwpraktijken. Hoe wil de
Europese Unie dit gaat doen? Welke bijdrage levert en gaat Nederland leveren om deze
landen te helpen met het opbouwen van bestendigere landbouwpraktijken? Daarnaast heeft
de Europese Unie in de periode 2014–2020 meer dan 10 miljard euro aan ontwikkelingssamenwerking
toegezegd om de voedselzekerheid voor de armste en meest kwetsbare mensen te verbeteren.
Is er een prognose die aangeeft of dit genoeg hulp is? Zo niet, welke andere stappen
zullen er genomen worden?
De leden van de Volt-fractie lezen dat de Europese Commissie een tijdelijk crisiskader
voor staatssteun heeft aangekondigd voor Europese boeren die getroffen zijn, waarbij
8 miljoen euro vrijgemaakt wordt voor Nederland. Hierbij geeft de Europese Commissie
aan dat er voorrang moet worden verleend aan boeren die zich toeleggen op duurzame
werkwijzen. Zijn er net als in het Gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) Europees-breed
afspraken gemaakt over het percentage van staatssteun dat aan boeren die duurzaam
produceren moet toekomen? Zo nee, zal Nederland hierop inzetten? Zo ja, wat is het
percentage en hoe wordt dit gecontroleerd en afgedwongen? Hoe is Nederland van plan
hiermee om te gaan? Kan de Minister aangeven hoe de 8 miljoen euro uit het steunpakket
van 500 miljoen euro zal worden besteed in Nederland? Hoe zal worden gegarandeerd
dat dit wordt geïnvesteerd in duurzame initiatieven in de landbouw? Op welke manier
wordt deze staatssteun ook beschikbaar en toegankelijk gemaakt voor de boeren in Caribisch
Nederland?
Verder lezen de leden van de Volt-fractie dat de Europese Commissie de mogelijkheid
geeft om gereduceerde btw-tarieven in te voeren om de betaalbaarheid van voedsel te
garanderen. Zal Nederland hier gebruik van maken en zo ja, bij welke producten zal
dit het geval zijn?
De Europese Commissie geeft daarnaast aan extra steun voor agro-ecologische praktijken
te willen geven om de afhankelijkheid van chemische productiemiddelen te verminderen
en duurzame voedselzekerheid te waarborgen. Wat zijn deze agro-ecologische praktijken
en hoe worden deze op dit moment al in Nederland uitgevoerd?
De leden van de Volt-fractie lezen dat de Europese Commissie inzet op tijdelijke flexibiliteit
ten aanzien van de bestaande invoervoorschriften voor dierenvoer. Welke consequenties
heeft dit voor landen waaruit dit diervoeder wordt geleverd? Wat is het gevolg voor
de voedselkwaliteitsregels in de EU? Zijn hier mogelijk lange-termijn consequenties
aan verbonden en zo ja, welke?
Kan de Minister aangeven of hij voornemens aanpassingen voor te stellen voor het NSP
om op het verzoek van de Europese Commissie in te gaan om prioriteit te geven aan
investeringen die erop gericht zijn de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen en
«inputs» als gewasbeschermingsmiddelen en kunstmest te verminderen? Zo ja, op welke
punten?
Herziening LULUCF-verordening
De leden van de Volt-fractie vragen of de Minister kan aangeven hoe hij aankijkt tegen
de vorderende compromisvoorstellen in de Raadswerkgroepen ten aanzien van de mate
waarin natuurlijke en biologische gevaren (bijvoorbeeld als gevolg van klimaatverandering)
moeten worden meegewogen voor de jaarlijkse doelstellingen onder de LULUCF verordening.
Kan de Minister aangeven wanneer hij verwacht dat de Raad tot een onderhandelingsmandaat
komt rondom de LULUCF verordening? Hoe staat de Minister tegenover de verhoging van
de doelstellingen van LULUCF in het conceptrapport van het Europees Parlement van
310 miljoen naar 490 miljoen CO2 ton netto verwijderingen tegen 2030? Zal Nederland dit voorstel steunen?
De leden van de Volt-fractie hebben de zorg dat het samenvoegen van de emissies onder
de LULUCF-verordening en de niet CO2-emissies van landbouw onder het Agriculture, Forestry and Other Land Use (AFOLU)-voorstel
mogelijk zal leiden tot het verschuilen van de landbouwsector achter uit bossen bestaande
koolstofputten en daardoor geen hervormingen in de landbouw zullen worden doorgevoerd.
Daarom vragen deze leden de Minister wat de mogelijke consequenties van het samenvoegen
van de emissies zijn voor het behalen van de klimaatdoelstellingen en de doelstellingen
van reductie van CO2-emissies in 2050.
Raadsconclusies Commissie mededeling duurzame koolstofcycli – onderdelen koolstoflandbouw
De leden van de Volt-fractie lezen dat de Minister aangeeft dat Nederland via het
Speciaal Landbouwcomité inbreng heeft geleverd voor de Raadsconclusies en dat deze
naar tevredenheid verwerkt zijn. Kan de Minister aangeven welke input Nederland heeft
geleverd aan de Raadsconclusies en hoe deze zijn verwerkt?
De Europese Commissie stelt voor dat per 2035 op EU-niveau klimaatneutraliteit wordt
gerealiseerd en een netto koolstofput na 2035. Nederland heeft zich hieraan gecommitteerd.
Welke manieren van CO2 opslag in de landbouw is het ministerie nu aan het ontwikkelen voor de Nederlandse
landbouw? Worden hier best practices over uitgewisseld tussen lidstaten?
De leden van de Volt-fractie lezen dat de Europese Commissie een expertgroep wil creëren
over koolstoflandbouw bestaande uit overheidsinstanties van de lidstaten en belanghebbenden.
Welke rol speelt Nederland hierin en gaat Nederland deelnemen aan de expertgroep?
Daarnaast wil de Europese Commissie «reguliere» koolstoflandbouw verder opbouwen.
Welke vormen van «reguliere» koolstoflandbouw vinden er in Nederland al plaats? Op
welke verdere opbouw wordt door de Minister ingezet?
Verder zet de Europese Commissie in op het bevorderen van «blauwe» koolstoflandbouw.
Dit betekent koolstofvastlegging in oceanen en kustecosystemen door algen, zeegras,
mangroves, kwelders en andere planten. Welke vormen van «blauwe» koolstoflandbouw
vinden er in Nederland al plaats? Op welke verdere opbouw wordt door de Minister ingezet?
De leden van de Volt-fractie lezen dat in de Raad wordt ingezet op een robuust certificeringskader
voor koolstoflandbouw. Wat verstaat Nederland hieronder? Hoe biedt een certificeringskader
voldoende incentive voor het verduurzamen van de landbouw en het opbouwen van duurzame
koolstofcycli? Welke kaders stelt Nederland aan deze certificering? Hoe wordt hierbij
greenwashing voorkomen?
Daarnaast wordt er voornamelijk ingezet op vrijwillige incentives voor landbeheer.
Hoe verhoudt zich dit tot de verplichte doelstellingen onder het «Fit-for-55»-pakket?
Vragen en opmerkingen van de SGP-fractie
De leden van de SGP-fractie hebben een vraag naar aanleiding van de Mededeling duurzame
koolstofcycli van de Europese Commissie. Zij hebben begrepen dat partijen die actief
zijn in de koolstoflandbouw behoefte hebben aan Europese/internationale standaarden
voor certificatie van koolstofopslag. Deze leden horen graag of de Minister van mening
is dat de Europese Commissie op dit punt voldoende stappen zet.
De leden van de SGP-fractie hebben een vraag over het in het kader van «Fit-for-55»-pakket
voorgestelde koolstofcorrectiemechanisme (CBAM). Deze leden willen erop wijzen dat
landbouwproducten zijn uitgezonderd, terwijl kunstmestproducten er wel onder vallen.
Dat betekent de boeren in de Europese Unie extra kosten moeten maken voor gebruik
van kunstmest, terwijl boeren in het buitenland deze extra kosten niet hebben. Omdat
landbouwproducten niet onder CBAM vallen, hebben buitenlandse boeren daarmee een concurrentievoordeel.
Deelt de Minister dit knelpunt? Wil hij zich inzetten voor een eerlijk speelveld,
bijvoorbeeld door landbouwproducten ook onder CBAM te scharen?
De leden van de SGP-fractie hebben een vraag over de voorgestelde herziening van de
LULUCF-verordening. Deze leden willen erop wijzen dat in veen(weide)bodems van nature
oxidatie en CO2-emissie plaatsvindt. Wat betekent dat voor de haalbaarheid van klimaatneutraliteit
per 2035? Is de Minister voornemens rekening te houden met de bijzondere positie van
het landgebruik in Nederland? Zo ja, hoe?
De leden van de SGP-fractie horen graag hoe de Minister de aangenomen motie Bisschop
c.s. (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1398) gaat uitvoeren waarin gevraagd wordt om een kritische beoordeling van de Green Deal
en de Boer-tot-Bordstrategie in het licht van de kwetsbaarheid van de internationale
voedselvoorziening, zoals gebleken is met de Oekraïnecrisis. Deze leden willen erop
wijzen dat analyses uitwijzen dat de ambities in de Boer-tot-Bordstrategie zouden
kunnen leiden tot een daling van de Europese tarweproductie met 20% en een sterke
daling van de (netto) export van graan. Dat heeft gevolgen voor de internationale
voedselvoorziening en prijsvorming, en daarmee voor de internationale voedselzekerheid.
Erkent de Minister deze gevolgen? Gaat hij bij de komende Landbouwraad in lijn met
de aangenomen motie aandringen op een kritische beoordeling van de ambities in de
Boer-tot-Bordstrategie?
De leden van de SGP-fractie hebben eerder aandacht gevraagd voor de gevolgen van het
nieuwe GLB en het NSP voor de akkerbouw. De akkerbouw heeft niet alleen te maken met
halvering van inkomenstoeslagen, maar ook met aanscherping van de basiseisen, terwijl
de grote vraag is of er via de Ecoregeling of de tweede pijler nog wat voor terugkomt.
Deze leden willen in verband met het belang van voedselzekerheid en een leefbaar landbouwinkomen
voorkomen dat én de inkomenstoeslag halveert, én sprake is van hogere randvoorwaarden
voor inkomenstoeslag én dat akkerbouwers maar beperkt aanspraak kunnen maken op de
Ecoregeling en de tweede pijler. Zij hebben in dit verband enkele vragen. Komen er
in de Ecoregeling van begin af aan voldoende opties voor de akkerbouw, zoals verzocht
via de motie-Bisschop/Van der Plas (Kamerstuk 28 625, nr. 301), waaronder precisielandbouw, maar ook niet-kerende grondbewerking? Hoe wordt ervoor
gezorgd dat geen adviseurs nodig zijn om aan de Ecoregeling mee te doen? Wordt in
het kader van de tweede pijler ingezet op steun voor teelt van eiwitgewassen?
De leden van de SGP-fractie horen graag wat de regering voornemens is te doen met
de acht miljoen euro die vanuit het Europese steunpakket voor ondersteuning van voedselproducenten
en consumenten die worden geraakt door de gevolgen van de oorlog in Oekraïne aan Nederland
ter beschikking wordt gesteld.
De leden van de SGP-fractie maken zich grote zorgen over de gevolgen van de enorm
gestegen brandstofprijzen voor de visserijsector. De Europese Commissie biedt in verband
met de crisis ruimte voor steunmaatregelen. Deze leden hebben begrepen dat de Franse
regering heeft gekozen voor compensatie van visserijbedrijven ter waarde van 35 cent
per liter diesel. Op welke wijze wil de Minister, met in achtneming van het feit dat
een belangrijke methode om brandstof te besparen (de pulskor) door de wetgever verboden
is, de Nederlandse visserijbedrijven steunen? Op welke wijze gaat hij daarnaast uitvoering
geven aan de motie-Bisschop (Kamerstuk 21 501-32, nr. 1405)?
De leden van de SGP-fractie hebben een vraag over de EU-ontbossingsverordening. Ongeveer
twee derde van de import van bijvoorbeeld tropisch hout is al gecertificeerd. Hoe
waardeert de Minister deze certificatie? Hoe wordt voorkomen dat goed gecertificeerde
importstromen doorkruist worden door de EU-ontbossingsverordening? Kan ervoor gezorgd
worden dat de maatregelen zich richten op niet of onvoldoende gecertificeerde importstromen?
Vragen en opmerkingen van het lid van de BBB-fractie
Het lid van de BBB heeft kennisgenomen van de geannoteerde agenda van de Landbouw-
en Visserijraad en heeft daarbij nog enkele vragen.
Voedselzekerheid is een onderwerp dat op dit moment bovenaan alle agenda’s zou moeten
staan, ook wanneer het produceren van voedsel zoveel geld kost dat het product niet
meer te betalen is, wat een aanslag betekent op de voedselzekerheid. Hierin zou er
geen ruimte mogen zijn voor speculatie op bestaande voedselvoorraden, wat een prijsopdrijvend
effect kan hebben en waardoor voedsel voor burgers in kwetsbare landen onbetaalbaar
kan worden. Hoe gaat de Minister de toegang tot voedsel voor iedereen garanderen?
Hoe verhoudt zich dat tot de strategieën die een prijsopdrijvend effect hebben op
voedselproductie? Wil de Minister dit ter sprake brengen in de komende Landbouw- en
Visserijraad?
Het lid van de BBB-fractie heeft eerder zorgen geuit over de effecten van alle visies,
plannen en strategieën op de voedselproductie in Nederland en Europa. Ook het klimaatbeleid
heeft hier forse impact op. Dit lid wil graag benadrukken dat er in de toekomst onderscheid
gemaakt zou moeten worden tussen kort-cyclische nutriëntenstromen, wat in de natuur
en de landbouw het geval is, en lang-cyclische nutriëntenstromen waar sprake van is
bij het verbranden van fossiele brandstoffen waarbij we wereldvoorraden aanspreken
die in miljoenen jaren zijn vastgelegd. Biologische processen zijn altijd aan emissies
onderhevig, om maar een basaal voorbeeld te noemen: wij mensen produceren in Nederland
alleen al 20 miljoen liter scheetgas per dag, dat voor ongeveer 20% uit methaan bestaat.
Mensen in Nederland ademen ook jaarlijks megatonnen aan CO2 uit: een broeikasgas. Emissies horen bij «leven» en de biologische korte koolstofkringloop
is in principe in balans. Klimaat is een onderwerp dat mondiaal moet worden beoordeeld,
en als er mondiaal geen toename is van bijvoorbeeld vee, en dat vee navenant een gelijke
productie heeft, dan zijn die broeikasgasemissies ook redelijk in balans (de concentraties
nemen over een langere periode niet toe), het vee produceert bijvoorbeeld geen koolstofcomponent
maar zet deze alleen tijdelijk om. Dan is het nog altijd zaak carbon leakage te voorkomen
en de productie daar te behouden waar deze het meest efficiënt plaatsvindt. Is de
Minister bereid dit beter aan te kaarten binnen de Europese Commissie? Dit lid is
van mening dat deze inzichten onvoldoende breed worden uitgedragen, iets dat zeker
in deze voedselonzekere tijden onaanvaardbaar is.
Koolstofheffing CBAM
Het lid van de BBB-fractie stelt dat de plannen om een koolstofheffing op te leggen
aan producten die van buiten de Europese Unie geïmporteerd worden alleen werken als
deze geldt voor alle producten. Op dit moment, omdat landbouwproducten nog niet worden
ingesloten, betekent het een kostprijsverhoging voor onze eigen voedselproducenten.
Immers, kunstmest valt wél onder CBAM, terwijl dezelfde landbouwproducten die onder
lagere standaarden oftewel een hogere carbon footprint geproduceerd zijn wél geïmporteerd
mogen worden. Is de Minister bereid dit onder de aandacht te brengen op de Landbouw-
en Visserijraad en samen met de andere lidstaten tot een plan te komen hoe dit opgelost
kan worden, alvorens de CBAM wordt ingevoerd?
Dit geldt ook voor het onderbrengen van de LULUCF-sector bij de AFOLU-sector. In de
Nederlandse situatie kunnen we nooit klimaatneutraal worden in deze sector en hebben
we netto-emissies. Dit lid wil dan ook waarschuwen voor het vastleggen van doelen
zoals «klimaatneutraliteit» in een klimaatwet, we weten welke problemen dat op het
gebied van stikstof oplevert. Wil de Minister toezeggen geen onrealistische doelen
in de wet vast te leggen, zodat we de ruimte krijgen te onderzoeken hoe we ook in
Nederland zo optimaal mogelijk, maar met behoud van onze landbouwers, gestalte kunnen
geven aan het klimaatbeleid? De huidige geopolitieke ontwikkelingen maken duidelijk
dat afhankelijkheid van fundamentele sectoren zoals energie maar ook voedselproductie
ons land kwetsbaar maken. Is de Minister dat met dit lid eens? Is de Minister bereid
om ook in de Landbouw- en Visserijraad te pleiten voor voedselautonomie, ook in Nederland?
Vogelgriep
Het lid van de BBB-fractie maakt zich ernstige zorgen over de aanhoudende problematiek
met betrekking tot vogelgriep. Is de Minister van plan om bij de Landbouw- en Visserijraad
te bepleiten dat er een aanpak moet komen om handelsbelemmeringen te aanzien van gevaccineerd
pluimvee weg te nemen? Kan de Minister aangeven wat zijn inzet daarop zal zijn?
II Antwoord / Reactie van de Minister
III Volledige agenda
Geannoteerde agenda Landbouw- en Visserijraad 7 april 2022
Kamerstuk (2022Z06016) 21 501-32- – Brief d.d. 29 maart 2022, Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
H. Staghouwer
Verslag Landbouw- en Visserijraad 21 maart 2022
Kamerstuk (2022Z06297) 21 501-32- – Brief d.d. 31 maart 2022, Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
H. Staghouwer
Antwoorden op vragen commissie over het Fiche: Verordening betreffende ontbossingsvrije
producten
Kamerstuk 22 112, nr. 3307 – Brief d.d. 7 maart 2022, Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, H.
Staghouwer
Toezeggingen over certificeringssystemen en definitie ecosystemen
Kamerstuk 21 501-32, nr. 1400 – Brief d.d. 08 maart 2022, Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, H.
Staghouwer
Overzicht van de te verwachten tijdlijn met betrekking tot Fit-for-55 en daarbij de
uitvoering van het NSP in relatie tot het coalitieakkoord
Kamerstuk (2022Z05012) 22 112- – Brief d.d. 16 maart 2022, Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
H. Staghouwer
SCoPAFF-vergadering gewasbeschermingsmiddelen 30 en 31 maart 2022
Kamerstuk (2022Z05928) - – Brief d.d. 29 maart 2022, Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
H. Staghouwer
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.L. Geurts, voorzitter van de vaste commissie voor Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede ondertekenaar
R.P. Jansma, griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.