Schriftelijke vragen : De noodzaak om de vraag naar veevoer terug te dringen nu hongersnood dreigt
Vragen van het lid Ouwehand (PvdD) aan de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over de noodzaak om de vraag naar veevoer terug te dringen nu hongersnood dreigt (ingezonden 1 april 2022).
Vraag 1
Heeft u gelezen dat Arif Husain, de economisch directeur van het Wereldvoedselprogramma
(WFP), waarschuwt dat de oorlog in Oekraïne door de snelle stijging van voedselprijzen
voor tientallen miljoenen mensen die wereldwijd op het randje van de honger balanceren
het definitieve zetje betekent?1
Vraag 2
Kunt u bevestigen dat Nederland, voordat de oorlog uitbrak, miljoenen tonnen voermaïs
uit Oekraïne haalde om hier aan dieren in de veehouderij te voeren en daarnaast ook
tarwe, zonnebloemzaden, koolzaad en raapzaad uit Oekraïne importeerde voor de (biologische)
veehouderij?2 3
Vraag 3
Erkent u dat Nederland, met zo’n 600 miljoen dieren die per jaar worden gefokt, gebruikt
en gedood in de veehouderij, een groot beslag legt op de wereldvoorraad plantaardige
eiwitten en op landbouwgronden binnen en buiten Europa?
Vraag 4
Heeft u gezien dat Nederlandse veehouders veevoer zijn gaan hamsteren door de stijgende
prijzen en de dreigende schaarste?4
Vraag 5
Deelt u de vrees van veevoergigant ForFarmers dat dit hamstergedrag de voorraadketen
verder onder druk zet?
Vraag 6
Kunt u bevestigen dat meer dan 60% van het Europese akkerland wordt ingezet voor de
productie van veevoer?5
Vraag 7
Kunt u bevestigen dat in Europa meer dan de helft van de graanproductie wordt gevoerd
aan koeien, varkens en andere dieren in de vee-industrie?6
Vraag 8
Kunt u bevestigen dat ook verreweg het grootste deel van het in Nederland geteelde
graan (tweederde of meer) wordt gebruikt voor veevoer?7
Vraag 9
Kunt u bevestigen dat de Nederlandse veehouderij als het gaat om eiwitrijke grondstoffen
voor meer dan de helft afhankelijk is van import van buiten Europa?8
Vraag 10
Heeft u gezien dat pluimveehouders vanwege de hoge voerkosten overwegen om minder
dieren «op te zetten», ofwel kuikens vet te mesten tot ze op een leeftijd van zes
weken naar de slacht worden afgevoerd?9
Vraag 11
Heeft u gezien dat Nederlandse pluimveehouders leghennen eerder naar de slacht brengen
omdat de prijzen voor veevoer snel zijn gestegen en ze het te duur vinden om de dieren
in leven te houden?10
Vraag 12
Heeft u gezien dat in de biologische veehouderij wordt gesproken over noodslachtingen
van dieren vanwege het wegvallen van de aanvoer van biologisch veevoer?
Vraag 13
Erkent u dat het immoreel zou zijn om dieren te fokken en ze vervolgens geen eten
meer te geven omdat dit ofwel te duur, ofwel onvoldoende beschikbaar is?
Vraag 14
Wat gaat u doen om dit te voorkomen?
Vraag 15
Kunt u bevestigen dat uit berekeningen van de Universiteit van Minnesota blijkt dat
4 miljard mensen extra kunnen worden gevoed als we onze akkers niet meer gebruiken
voor veevoer en biobrandstof, maar voor voedsel voor mensen?11
Vraag 16
Erkent u dat het, in het licht van zowel de stijgende voedselprijzen als de dreigende
hongersnood, immoreel is om grote hoeveelheden landbouwgrond te blijven gebruiken
voor de productie van veevoer en op die manier voedsel te blijven verspillen via de
veehouderij?
Vraag 17
Erkent u, gezien de huidige situatie, dat het noodzakelijk is om (sneller) landbouwgronden
beschikbaar te maken voor teelten voor directe menselijke consumptie en om – waar
mogelijk – gewassen die geschikt zijn voor directe menselijke consumptie zo snel mogelijk
daarvoor beschikbaar te stellen? Erkent u dat, vanwege de klimaat- en biodiversiteitscrisis,
voedseltekorten in de toekomst alleen maar zullen toenemen en dat daarmee de noodzaak
om landbouwgronden beschikbaar te maken voor menselijke consumptie alleen maar groter
zal worden?
Vraag 18
Erkent u dat het (versneld) verminderen van het aantal dieren in de veehouderij ervoor
zal zorgen dat er een minder groot beslag wordt gelegd op landbouwgronden binnen en
buiten Europa en op de wereldvoorraad plantaardige eiwitten?
Vraag 19
Erkent u dat het verminderen van het aantal dieren vanuit het principe van voedselzekerheid
én vanuit moreel oogpunt het beste kan door in de veehouderij minder dieren geboren
te laten worden? Bent u derhalve bereid tot het instellen van fokbeperkingen, om op
die manier een bijdrage te leveren aan het verminderen van het aantal dieren en daarmee
aan een eerlijker voedselverdeling en het voorkomen van nog grotere voedselschaarste?
Zo nee, waarom niet?
Vraag 20
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Esther Ouwehand, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.