Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Eppink over het bericht ‘Schapenhouders Drenthe zijn klaar met de wolf’
Vragen van het lid Eppink (JA21) aan de Minister voor Natuur en Stikstof over het bericht «Schapenhouders Drenthe zijn klaar met de wolf» (ingezonden 18 februari 2022).
Antwoord van Minister Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof) (ontvangen 31 maart
2022).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Schapenhouders Drenthe zijn klaar met de wolf»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven hoeveel schade-uitkering er per jaar tussen 2015 en 2021 is uitgekeerd,
gelet op uw eerdere antwoord dat er in de periode 2015–2021 «ongeveer 164.000 euro»
voor wolvenschade is uitgekeerd door provincies als tegemoetkoming?2
Antwoord 2
De provincies zijn verantwoordelijk voor de uitbetaling van een tegemoetkoming in
de schade. BIJ12 is de interprovinciale uitvoeringsorganisatie die dit namens de provincies
uitvoert. Hieronder treft u het door BIJ12 aangeleverde overzicht van de per kalenderjaar
uitbetaalde bedragen voor schade door wolven aan.
Jaar
Bedrag in €
2015
1.515,00
2016
0,00
2017
10.777,00
2018
32.683,00
2019
28.590,16
2020
73.168,29
2021 (voorlopig)
17.520,55
Eindtotaal
164.254,00
Vraag 3
Is er volgens u sprake van een groeiende trend tussen 2015 en nu wat betreft wolvenschade
en de kosten daarvan?
Antwoord 3
Het aantal wolven dat zich in Nederland heeft gevestigd sinds 2015 is toegenomen.
De schade-uitkeringen door de provincies zijn hiermee in lijn.
Vraag 4
Bent u van mening dat de schade door wolven in 2022 en komende jaren hoger zal zijn
dan in 2021? Kunt u uitleggen waarom wel of niet?
Antwoord 4
De omvang van de schade is niet te voorspellen. Deze hangt niet alleen af van het
te verwachten aantal wolven, maar ook van de beschermingsmaatregelen die dierhouders
treffen om predatie op gehouden landbouwhuisdieren te voorkomen.
Vraag 5
Bent u van mening dat het eerlijk is dat, zoals een burger aangeeft, «20.000 euro
voor een hek» niet genoeg blijkt om de kosten te drukken omdat arbeidsuren niet vergoed
worden, ook gelet op uw eerdere antwoord dat er in de periode 2015–2021 «ongeveer
533.000 euro voor wolfwerende materialen in bruikleen is uitgegeven»?3
Antwoord 5
Primair is de dierhouder zelf verantwoordelijk voor het voorkomen van wolvenaanvallen
op zijn dieren. Verschillende provincies kennen een subsidieregeling voor de aanschaf
van wolfwerende rasters. Het is de bevoegdheid van de provincies om subsidie te verlenen,
de hoogte van het subsidiebedrag vast te stellen en de voorwaarden die zijn verbonden
aan de subsidie te bepalen.
Ik ben van mening dat deze hulp bij de preventie van predatie op landbouwhuisdieren
voldoende is.
Vraag 6
Bent u van mening dat ook arbeidsuren hetzij installatiekosten door een extern bedrijf
vergoed moeten worden?
Antwoord 6
De subsidies van de provincies gaan uit van redelijkheid en billijkheid. De basis
wordt daarbij gevormd door een vergoeding van de directe kosten. Zoals bij het antwoord
op vraag 5 is aangegeven, ben ik van mening dat de door provincies aangeboden hulp
bij de preventie voldoende is.
Vraag 7
Bent u van mening dat wachten op een schadevergoeding sinds oktober 2021, zoals bij
sommige gedupeerden het geval is, correct is, waarbij gedupeerden van wolvenschade
ook aangeven dat zij vaak langer dan de zes weken wachttermijn moeten wachten?
Antwoord 7
In de meeste gevallen kan een uitbetaling binnen 16 weken worden gedaan. BIJ12 handelt
een melding af binnen 10 weken na ontvangst van het taxatierapport. Het taxatiebureau
levert na een melding het taxatierapport binnen 6 weken op aan BIJ12. Soms duurt dit
langer, bijvoorbeeld omdat het taxatiebureau lang(er) moet wachten op eventuele facturen
van een dierenarts of het destructiebedrijf. De facturen zijn nodig om een taxatierapport
af te ronden en een tegemoetkoming te verlenen. In andere gevallen is er sprake van
gewonde of vermiste dieren, waardoor het taxatiebureau een wachttijd moet inbouwen
om alle informatie compleet te krijgen.
Vraag 8
Bent u voornemens om met Bij12 in gesprek te gaan over het sneller oplossen van de
lopende schadeclaims?
Antwoord 8
Mijn ambtenaren hebben regelmatig constructief overleg met BIJ12. Het is daardoor
bekend dat BIJ12 er alles aan doet om de aanvragen voor schadevergoeding zo snel en
zorgvuldig mogelijk af te wikkelen.
Vraag 9
Bent u van mening dat er in de provincie Drenthe, die een wolvenconsulent heeft aangenomen,
en in Nederland sprake is van een wolvenprobleem?
Antwoord 9
Er is in Nederland geen sprake van een wolvenprobleem. Tot op heden kunnen we enkel
spreken van probleemsituaties waarbij wolven schade toebrengen aan landbouwhuisdieren.
De wolvenconsulent in Drenthe adviseert daarom in deze situaties schapen- en geitenhouders
over goede preventieve maatregelen.
Vraag 10
Bent u van mening dat wolven thuishoren in de Nederlandse natuur?
Antwoord 10
Ja, wolven zijn van grote waarde voor een natuurlijk evenwicht en de biodiversiteit
in Nederland.
Vraag 11
Bent u van mening dat wolven actief geweerd moeten worden uit Nederland?
Antwoord 11
Nee, zie mijn antwoord op vraag 10.
Vraag 12
Bent u van mening dat wolven de biodiversiteit in Nederland aan kunnen tasten, bijvoorbeeld
door het doodbijten van wilde dieren zoals zwijnen, zwijnen, reeën, edelherten, ganzen,
eenden, fazanten, korhoenders en andere vogels?
Vraag 13
Wat is er volgens u mogelijk binnen de huidige wetgeving om wolven actief buiten Nederland
te houden?
Antwoord 13
Het zal niet mogelijk zijn om wolven buiten Nederland te houden. De wolf is een strikt
beschermde diersoort die zich op eigen kracht weer in Nederland heeft gevestigd en
die, zoals bij vraag 12 aangegeven, zorgt voor een verrijking van de biodiversiteit.
Vraag 14
Is het volgens u aannemelijk dat wolven in de toekomst overlast zullen veroorzaken
in dorpen en stedelijke gebieden in Nederland?
Antwoord 14
Ervaren overlast door de aanwezigheid van de wolf valt ook in de toekomst niet uit
te sluiten. De Factfinding studie,4 die vorig jaar is uitgevoerd door Wageningen Environmental Research (Kamerstuk 33 576, nr. 251), geeft aan dat zo lang wolven mensen zien als een potentiële bedreiging of toppredator,
wolven de confrontatie met mensen zullen blijven mijden. Het risico zit in het afleggen
van schuwheid naar mensen toe, veelal veroorzaakt door menselijk handelen. Met name
indien wolven mensen gaan associëren met voedsel kan overlast ontstaan. Daarnaast
kunnen wolven leren dat onvoldoende beschermd vee een geschikte voedselbron is, ook
al komt vee meestal in de buurt van mensen voor.
Vraag 15
Kan Nederland volgens u leren van Duitsland, waar wolven jaarlijks circa drieduizend
boerderijdieren doden, in het bijzonder van de milieuminister van Noordrijn-Westfalen,
die wolven wil afschieten die te dicht bij mensen zijn geweest?5, 6
Antwoord 15
In de beantwoording van eerdere vragen (kenmerk 2021D49842) is aangegeven dat vanwege grote verschillen in aantallen wolven, beleid op landelijk
of regionaal niveau, aard en omvang van de natuur, veedichtheid, historische ervaring
met grote roofdieren en maatschappelijk draagvlak de situatie in de verschillende
lidstaten moeilijk met elkaar te vergelijken is.
Het afschieten van de wolf kan alleen worden toegestaan met inachtneming van de betreffende
regels onder het Verdrag van Bern en de Habitatrichtlijn. Hierbij moet aan drie cumulatieve
criteria voldaan worden:
(1) er moet sprake zijn van een in het Verdrag van Bern c.q. de Habitatrichtlijn genoemd
doel (bijvoorbeeld onderzoek, openbare veiligheid of het voorkomen van ernstige schade
aan vee);
(2) bevredigende alternatieven voor het beoogde ingrijpen ontbreken; en
(3) het ingrijpen staat niet in de weg aan het bereiken van een goede staat van instandhouding.
Vooral deze laatste twee eisen maken afschot van een gezonde wolf al snel problematisch.
Het is regelmatig voorgekomen dat lidstaten in dit verband op de vingers getikt zijn
door de Europese Commissie voor afschot van wolven of andere grote roofdieren dat
niet in overeenstemming was met de internationale regels.
Vraag 16
Kunt u aangeven of en hoe Nederlandse burgers zich fysiek mogen verdedigen op het
moment dat een wolf/meerdere wolven een mens bedreigt/bedreigen, bijvoorbeeld op een
moment wanneer «voorzichtig zijn» of wegrennen niet meer mogelijk is, gelet op uw
eerdere antwoord dat «extra bescherming van mensen [tegen wolven] niet nodig is» vanwege
«het kleine risico om als mens gebeten te worden door een wolf»?7
Antwoord 16
Ik begrijp dat sommige burgers het gevoel kunnen hebben zich te moeten verdedigen
tegen de wolf. Uit de Factfinding studie komt echter naar voren dat het aantal incidenten
in onze westerse leefomgeving gering is en het risico om als mens gebeten te worden
door een wolf heel klein, vanwege hun natuurlijke schuwheid voor mensen (Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1632). De juridische analyse8 geeft aan dat op grond van art. 172, derde lid van de Gemeentewet de burgemeester
bevoegd is bij verstoring van de openbare orde of bij ernstige vrees voor het ontstaan
daarvan, de bevelen te geven die noodzakelijk te achten zijn voor de handhaving van
de openbare orde. Dit kan ook betrekking hebben op het ingrijpen in een situatie waarin
een wolf een mens dreigt aan te vallen. De wolf kan op bevel worden gedood. Er moet
dan sprake zijn van direct en acuut gevaar.
Vraag 17
Wat kunnen Nederlandse burgers in een stedelijk gebied en dorpen – waar niet altijd
ruimte is om (stroom)hekken neer te zetten – volgens u doen om zich te beschermen
tegen overlast of aanvallen van wolven?
Antwoord 17
De beste manier om aanvallen van een wolf op vee te voorkomen is om preventieve maatregelen
te nemen. Hierbij kan gedacht worden aan het 's nachts op stal zetten van vee. De
provincies bieden waar mogelijk hulp aan veehouders aan. Meer informatie hierover
is voor veehouders te vinden op de website van BIJ12. Een goede begeleiding en voorlichting
van veehouders om de gewenste preventieve maatregelen ook deugdelijk te plaatsen is
hierbij van belang. De provincie kan veehouders ook helpen met het tijdelijk uitlenen
van wolfwerende noodrasters op het moment dat een wolf daadwerkelijk in de buurt is.
Vraag 18
Is het volgens u strafbaar om als Nederlands burger jezelf te verdedigen tegen een
wolvenaanval?
Antwoord 18
Het opzettelijk doden van een wolf door een burger, behoudens een ontheffing, is een
overtreding van artikel 3.5, eerste lid, van de Wet natuurbescherming. Handelen in
strijd met de verbodsbepaling van artikel 3.5, eerste lid, van de Wet natuurbescherming
is aangewezen als economisch delict als bedoeld in artikel 1a, onder 1°, van de Wet
op de economische delicten. In artikel 12 van de Habitatrichtlijn is vastgelegd dat
alle nodige maatregelen moeten worden genomen om het illegaal doden van wolven te
voorkomen. De landelijke en provinciale overheden geven op zo breed mogelijke manieren
invulling aan deze wettelijke verplichting.
Zoals in het antwoord op vraag 16 aangegeven, is de kans op een aanval van de wolf
op de mens gelukkig zeer klein. De noodzaak om als burger zichzelf tegen een wolvenaanval
te moeten verdedigen, zal daarom ook zeer zelden voorkomen. In geval van direct en
acuut gevaar kan voor een burger sprake zijn van handelen in een noodsituatie. Daarbij
bestaat de mogelijkheid zich te beroepen op de rechtvaardigingsgrond «overmacht in
noodtoestand» (artikel 40 jo. 91 Wetboek van Strafrecht). In dat geval moet het handelen
van de burger die zichzelf verdedigt in redelijke verhouding staan tot het na te streven
doel en daarnaast mogen er geen alternatieve, minder ingrijpende middelen voorhanden
zijn. Bij een geslaagd beroep op overmacht in een noodtoestand wordt de wederrechtelijkheid
van het handelen van de burger ontnomen.
Tevens kan, zoals in het antwoord op vraag 16 is aangegeven, de burgemeester in acute
noodsituaties ingrijpen.
Vraag 19
Bent u voornemens of staat u open om middels een wetswijziging Nederlandse burgers
die zich willen weren tegen wolven meer juridische bescherming te bieden?
Antwoord 19
Er zijn juridisch voldoende mogelijkheden voor bescherming van mens en dier tegen
eventuele aanvallen door de wolf. Een wetswijziging is derhalve niet nodig.
Vraag 20
Kunt u elke vraag afzonderlijk beantwoorden en binnen de gebruikelijke beantwoordingstermijn
van drie weken?
Antwoord 20
Een gedegen beantwoording van de vragen heeft meer tijd gekost en daardoor is het
niet gelukt om de vragen binnen de gebruikelijke termijn te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.