Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Nispen over een vergewisplicht voor websites met naaktbeelden en pornografisch materiaal
Vragen van het lid Van Nispen (SP) aan de Minister van Justitie en Veiligheid over een vergewisplicht voor websites met naaktbeelden en pornografisch materiaal (ingezonden 18 februari 2022).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid) (ontvangen 30 maart
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 2026.
Vraag 1
Wat is uw reactie op het artikel «Naakt alleen online met toestemming»?1
Antwoord 1
Het artikel in Trouw refereert aan een uitspraak van de rechtbank Amsterdam over mensen die figureren
in pornografisch of anderszins seksueel getint materiaal, terwijl onbekend is of zij
toestemming hebben gegeven om dat materiaal openbaar te maken. Volgens het artikel
heeft de rechter geoordeeld dat de verantwoordelijkheid om te controleren op de aanwezigheid
van toestemming bij de website zelf ligt, en deze websites zich niet kunnen beroepen
op gebruikersvoorwaarden die de verantwoordelijkheid daarvoor leggen bij degene die
die het materiaal online plaatst.
Uit de uitspraak in de zaak van de stichting Stop Online Shaming (SOS) en het Expertisebureau Online Kindermisbruik (EOKM) tegen Evolve Media (ECLI:NL:RBAMS:2022:557) komt – zakelijk weergegeven – naar voren dat de rechtbank
in dit specifieke geval constateert dat het internetplatform van de gedaagde zich
actief bemoeit met de content die via zijn dienstenaanbod wordt gehost en zich daarom
niet kan beroepen op de uitzondering van aansprakelijkheid van service hosting providers
op basis van artikel 6:196c BW. De rechtbank oordeelt verder dat het plaatsen van
beeldmateriaal zonder voorafgaande expliciete toestemming van de personen die hierop
zichtbaar zijn niet per definitie onrechtmatig is. De rechtbank formuleert daarbij
een norm: De vraag of onrechtmatig is gehandeld, vergt een afweging van fundamentele
rechten (bijvoorbeeld het recht op privacy tegenover de vrijheid van meningsuiting)
in de betreffende omstandigheden. Om dat vast te stellen is onder meer relevant of
een internetforum een rol speelt in het publieke debat of dat daarop journalistieke
activiteiten plaatsvinden. Mede in het licht van hetgeen hierover in de uitspraak
is overwogen, oordeelt de rechtbank in dit specifieke geval dat het zonder toestemming
openbaar maken van beelden van Nederlandse personen die figureren in pornografisch
of anderszins seksueel getint materiaal onrechtmatig is. De rechtbank komt tot dat
oordeel met betrekking tot beeldmateriaal dat (suggereert dat er) heimelijk is gefilmd
en bij beeldmateriaal dat doet vóórkomen dat het in de privésfeer is gefilmd. In dezelfde
categorie vallen heimelijk gefilmde beelden van mensen die geheel of gedeeltelijk
bloot zijn en zich onbespied wanen. Maar ook bij amateurbeelden die met medeweten
van de vermeende slachtoffers zijn vervaardigd, kan er niet van worden uitgegaan dat
daarbij tegelijkertijd toestemming is gegeven voor het openbaar maken van die beelden.
De rechtbank oordeelt dat in een bepaalde context een online adult platform zich ervan dient te vergewissen dat personen expliciet toestemming hebben
gegeven om materiaal waarop zij figureren op hun platform te plaatsen, omdat het platform
anders onrechtmatig handelt. Die context betreft onder meer dat het platform zich
actief bemoeit met de content die via zijn dienstenaanbod wordt gehost, en dat het
gaat om materiaal dat (a) heimelijk is gefilmd waarbij personen herkenbaar en (geheel
of gedeeltelijk) ontkleed zijn te zien op plekken waar zij zich onbespied wanen, òf
(b) amateurbeelden betreft waarbij personen die in de privésfeer seksuele handelingen
verrichten herkenbaar in beeld worden gebracht. Een platform dat als content provider
handelt, doet dat alleen rechtmatig indien het zich ervan vergewist dat deze personen
toestemmen in de openbaarmaking van dergelijke beelden.
De uitleg van de rechtbank over de aansprakelijkheid van platformen en de manier waarop
daaraan in dit specifieke geval invulling wordt gegeven is in lijn met hetgeen uiteengezet
is in recente Kamerbrieven over online content en in de beantwoording van eerdere
Kamervragen over dit thema.2
Vraag 2
Herinnert u zich uw eerdere antwoorden op Kamervragen over een vergewisplicht van
erotische websites en de aansprakelijkheid van social media platforms? Heeft u aan
uw eerdere antwoorden, naar aanleiding van dit vonnis, iets toe te voegen? Wat betekent
dit vonnis voor andere websites?3 4 5
Antwoord 2
Ja, dat herinner ik me. Ik zie de uitspraak van de rechtbank Amsterdam zoals beschreven
in mijn antwoord op vraag 1 als een bevestiging van de eerdere beantwoording van de
door u aangehaalde Kamervragen. Het vonnis laat zien dat internet service providers
die zich actief bemoeien met de content die via hun dienstenaanbod wordt gehost als
content provider beschouwd dienen te worden. Daarmee zijn zij geen service provider
in de zin van de richtlijn elektronische handel en de daarop gebaseerde nationale
wet- en regelgeving en kunnen zij zich bijgevolg niet beroepen op de beperkingen van
aansprakelijkheid die gelden voor service providers. Dit impliceert onder meer dat
content providers zich ervan dienen te vergewissen dat personen die figureren op mogelijk
onrechtmatige beelden expliciet toestemming hebben gegeven voor het openbaar maken
daarvan, alvorens deze beelden op het online platform mogen worden geplaatst.
Vraag 3
Deelt u de mening dat er een vergewisplicht moet komen waardoor niet alleen de gebruikers/uploaders
verantwoordelijk zijn voor het vergewissen van toestemming en meerderjarigheid van
de personen die in het erotisch of naakt videomateriaal verschijnen, maar dat ook
de platforms/websites waarop het materiaal verschijnt zich van die toestemming moeten
vergewissen? Zo nee, waarom niet? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 3
Nee, die mening deel ik niet. Zoals ik uiteen heb gezet in mijn antwoord op vraag
2, heeft de rechter in de door u aangehaalde uitspraak geoordeeld dat op basis van
de huidige wetgeving in een bepaalde context reeds van platformen en websites vereist
kan worden dat zij zich vergewissen van de expliciete toestemming van personen voordat
beelden waarop zij figureren online worden geplaatst of opgeslagen. Een algemene vergewisplicht
staat op gespannen voet met de uitsluiting van aansprakelijkheid zoals die geldt voor
service hosting providers en het verbod op algemene monitoring uit de richtlijn elektronische
handel en de daarop gebaseerde nationale wet- en regelgeving. Maar ook in het laatstgenoemde
geval staat een slachtoffer niet met lege handen: indien hosting providers ervan op
de hoogte worden gesteld dat bepaalde content strafbaar of onrechtmatig is, dan dienen
zij alsnog op te treden.
Vraag 4
Kunt u in ieder geval toezeggen om met de branche in gesprek te gaan over de gevolgen
van dit vonnis en de verplichting die aan aanbieders van erotisch videomateriaal?
Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
In het kader van de PPS-werkgroep «Children Safe on the Internet», waarin ook de branche is vertegenwoordigd, zijn wettelijke verplichtingen voor
internet tussenpersonen een vast en terugkerend punt op de agenda. Daarnaast zet ik
in op het maken van afspraken op Europees niveau inzake de algemene en gebruikersvoorwaarden
van internetplatformen in relatie tot onrechtmatige content. Tenslotte tracht ik te
bewerkstelligen dat mensen beter worden geïnformeerd over hun rechten in relatie tot
het gebruik van afbeeldingen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.