Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Kent over het bericht dat de politie is gestuit op ‘Roemeense slaven’
Vragen van het lid Van Kent (SP) aan de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over het bericht dat de politie is gestuit op «Roemeense slaven» (ingezonden 16 februari 2022).
Antwoord van Minister Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) (ontvangen 29 maart
2022).
Vraag 1
Wat is uw reactie op het bericht: «Invallen in grensregio: politie stuit op «Roemeense
slaven» die in Nederlandse slachthuizen werken»1?
Antwoord 1
Situaties zoals deze zijn onacceptabel en iedere misstand is er één te veel.
Het is goed dat de handhavende instanties hier hun werk hebben gedaan en uit het nadere
onderzoek zal moeten blijken welke wet- en regelgeving hier mogelijk overtreden is.
In het bijzonder ben ik blij dat door de samenwerking van de Nederlandse Arbeidsinspectie
met de Duitse instanties de misstanden aan het licht zijn gekomen, omdat we specifiek
voor deze situaties de samenwerking met Noordrijn-Westfalen zijn aangegaan. Mijn voorganger
heeft hierover concrete afspraken gemaakt en die werpen nu zijn vruchten af.
Vraag 2
Vindt u het onmenselijk dat deze mensen 100 euro per persoon moeten betalen voor een
huis met maar één toilet en douche per veertien personen? Zo ja, hoe gaat u er zo
snel mogelijk voor zorgen dat dit niet meer voor kan komen?
Antwoord 2
De Nederlandse regels aangaande huurprijzen en kwaliteit van huisvesting gelden niet
in Duitsland. Daar gelden vanzelfsprekend de Duitse regels, waaronder regels die zien
op fatsoenlijke huisvesting. Op last van de Duitse autoriteiten zijn ten aanzien van
de geïnspecteerde onderkomens maatregelen getroffen. Door de samenwerking tussen Nederland
en Duitsland probeer ik ervoor te zorgen dat misstanden vroegtijdig worden gedetecteerd
en misbruik van de kwetsbare positie van arbeidsmigranten kan worden voorkomen.
Uit het artikel van De Gelderlander en de Neue Rhein Zeitung2 blijkt dat in Duitsland sinds vorig jaar juli een nieuwe wet van kracht is («Wohnraumstärkungsgesetz»).
De verhuurder moet aan lokale overheid melden aan wie men verhuurt en om hoeveel bewoners
het gaat. Op basis van dergelijke informatie zijn de gezamenlijke inspecties uitgevoerd.
Vraag 3
Bent u bereid om, vooruitlopend op de uitwerking van de adviezen van het Aanjaagteam
Arbeidsmigranten, tussentijds met een verplichting voor verhuur aan arbeidsmigranten
van tenminste één kamer, vallend onder het reguliere huurrecht, te komen?
Antwoord 3
In Nederland werkt de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening aan de
Wet Goed Verhuurderschap. Dit wetsvoorstel ligt op dit moment ter advies voor aan
de Raad van State. De wet geeft gemeenten de mogelijkheid een vergunning in te stellen
voor de verhuur aan arbeidsmigranten, waarbij gemeenten als voorwaarde kunnen stellen
dat een eigen slaapkamer per arbeidsmigrant wordt aangeboden. Zodra het advies van
de Raad van State binnen is, is het voornemen zo snel mogelijk met dit voorstel naar
de Tweede Kamer te gaan. Het is niet mogelijk om regels op te leggen aan verhuurders
in het buitenland. De Duitse overheid gaat over deze huisvesting en de huisvesting
moet aan de regels voldoen die in Duitsland gelden. Door de Duits-Nederlandse samenwerking
en het uitwisselen van informatie kunnen we ervoor te zorgen dat misstanden vroegtijdig
worden gedetecteerd en misbruik van kwetsbare arbeidsmigranten kan worden voorkomen.
Vraag 4
Wat vindt u ervan dat Nederlandse uitzendbureaus gebruikmaken van de in het artikel
aangehaalde constructie waardoor zij meer dan 25% van het loon voor huisvesting kunnen
inhouden?
Antwoord 4
De Nederlandse regels aangaande inhoudingen op het minimumloon zijn onverkort van
kracht. Wanneer iemand werkt op Nederlands grondgebied, dan gelden ook de regels omtrent
de Wet Minimumloon en de regels omtrent inhoudingen. De plaats van huisvesting is
daarin niet bepalend.
Vraag 5
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de uitzendbureaus die hier verantwoordelijk voor zijn
zo hard mogelijk worden aangepakt en deze constructie onmogelijk wordt gemaakt?
Antwoord 5
Juist om te voorkomen dat werkgevers de landsgrens misbruiken om bijvoorbeeld het
toezicht te ontlopen, zijn wij de samenwerking met Noordrijn-Westfalen gestart. Het
is niet zo dat de Nederlandse regels omzeild kunnen worden, maar toezichthouders moeten
met elkaar samenwerken om aan beide kanten van de grens feitelijk te kunnen controleren
of de wet- en regelgeving wordt nageleefd. Uitzendbureaus die huisvesting voor arbeidsmigranten
aanbieden, kunnen een certificaat van de Stichting Normering Flexwonen (SNF) behalen
wanneer ze voldoen aan de norm voor huisvesting. In dat kader is een onderzoek ingesteld
naar het betreffende bedrijf.
Vraag 6
Bent u bereid de uitzonderingen op inhouden en verrekenen op het wettelijk minimumloon
uitsluitend toe te staan voor reguliere huurcontracten en de andere mogelijkheden
uit de wet te schrappen?
Antwoord 6
In het besluit minimumloon zijn duidelijke voorwaarden gesteld waaronder inhoudingen
op het wettelijk minimumloon ten behoeve van huisvesting mogen worden gepleegd. Zo
mag volgens dit besluit alleen een inhouding voor huisvesting worden gedaan indien
de huisvesting gecertificeerd is door bijvoorbeeld SNF of AKF (Agrarisch Keurmerk
Flexwonen). Op deze manier wordt via de wet geborgd dat de huisvesting deugdelijk
is.
Vraag 7
Kunt u delen bij welk uitzendbureau deze misstanden zijn aangetroffen en welke boete
dit uitzendbureau heeft gekregen? Heeft het uitzendbureau een bestuursverbod opgelegd
gekregen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 7
Het onderzoek van de Nederlandse Arbeidsinspectie (NLA) naar overtreding van arbeidswetten
zoals de Wet Arbeid Vreemdelingen, de Arbeidstijdenwet en de Wet Minimumloon loopt
nog. Daarom is (nog) geen sprake van opgelegde sancties, zoals bestuurlijke boetes
of een civielrechtelijk bestuursverbod. Op lopende onderzoeken kan ik verder niet
ingaan.
Vraag 8
Gaat u ervoor zorgen dat ook de inlener hierop aangesproken wordt?
Antwoord 8
Het is de verantwoordelijkheid van zowel de inlener als ook van het uitzendbureau
dat arbeidsmigranten onder goede arbeidsvoorwaarden en -omstandigheden kunnen werken.
Zij dragen samen, als keten, verantwoordelijkheid om dit goed te organiseren. De NLA
onderzoekt waar dit aan de orde is ook of de inlenende partij aan diens verplichtingen
in het kader van de arbeidswetgeving heeft voldaan.
Vraag 9
Bent u het eens dat de regels rond het huisvesten en aannemen van arbeidsmigranten
zo snel mogelijk moeten worden aangescherpt zodat arbeidsmigranten zo goed mogelijk
tegen malafide uitzendbureaus worden beschermd? Zo ja, hoe gaat u ervoor zorgen dat
dit dit jaar nog gebeurt?
Antwoord 9
Via het stelsel van verplichte certificering voor uitzendbureaus, dat momenteel door
mijn ministerie wordt uitgewerkt, wordt de bescherming van uitzendkrachten verbeterd.
Ik ben het ermee eens dat het van belang is om daarin goede huisvesting van werkenden,
waaronder arbeidsmigranten te waarborgen. Ik zal uw Kamer medio dit jaar informeren
over de uitwerking en zet mij ervoor in om het nieuwe stelsel zo snel mogelijk in
werking te laten treden. Daarnaast werkt de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke
Ordening aan het wetsvoorstel Goed Verhuurderschap. Deze wet geeft gemeenten de mogelijkheid
een vergunningsplicht voor de verhuur aan arbeidsmigranten in te stellen. Daarbij
krijgen gemeente de mogelijkheid om bij het introduceren van die vergunningsplicht
een aantal kwaliteitseisen op te nemen. Het gaat daarbij om het eisen van een eigen
af te sluiten verblijfsruimte en eisen gericht op het bewaren en bereiden van voedsel
en was-voorzieningen. Op dit moment ligt het wetsvoorstel ter advies voor bij de Raad
van State.
Vraag 10
Hoe gaat u deze misstanden aanpakken terwijl de aanbevelingen van het Aanjaagteam
Arbeidsmigranten nog door uw ministerie worden uitgewerkt?
Antwoord 10
Zoals eerder aan uw Kamer gerapporteerd in de Kamerbrief Jaarrapportage Arbeidsmigranten3 wordt over de volle breedte de aanbevelingen van het aanjaagteam uitgevoerd. Hiertoe
behoort ook de aanbeveling van het Aanjaagteam om meer grensoverschrijdend te werken
en een apart multidisciplinair team in te stellen dat alleen grensoverschrijdende
zaken op zich neemt, dat gezamenlijk inspecteert en gegevens kan uitwisselen met buitenlandse
toezichthouders. Dit team moet samenwerken met de Europese Arbeidsautoriteit; de European
Labour Authority. De precieze opzet en vorm van dit team moet nog nader worden vastgesteld.
In de tussentijd worden (grensoverschrijdende) misstanden onverminderd aangepakt door
de verschillende toezichthouders en andere partijen. Met mijn collega’s van België,
Duitsland en Luxemburg heb ik hierover gesproken tijdens de Informele Raad Werkgelegenheid
en Sociaal Beleid in Bordeaux.
Vraag 11
Hoe gaat u ervoor zorgen dat de uitwerkingen van het advies van het Aanjaagteam Arbeidsmigranten
worden afgestemd met de Nederlandse buurlanden zodat uitbuiting over de grens via
dit soort constructies niet meer kan voorkomen?
Antwoord 11
In bilaterale- en multilaterale samenwerkingsverbanden (bijvoorbeeld via de Europese
Arbeidsautoriteit) wordt al heel nauw samengewerkt om grensoverschrijdende uitbuiting
aan te pakken. Hierover spreek ik tevens met collega’s in internationaal verband (zie
ook het antwoord op vraag 10). Ook in onze buurlanden wordt stevig ingezet op het
aanpakken van grensoverschrijdende misstanden. De ambassades van de EU-lidstaten in
ons land hebben een Engelstalige samenvatting van de Jaarrapportage Arbeidsmigranten
ontvangen. Zij zijn hiermee op de hoogte gebracht van de uitvoering die wordt gegeven
aan de aanbevelingen van het Aanjaagteam.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.