Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Klaver en Van der Lee over het bericht 'Kaag wil extra sancties trustkantoren, grote gevolgen voor Zuidas'
Vragen van de leden Klaver en Van der Lee (beiden GroenLinks) aan de Minister van Financiën over het bericht «Kaag wil extra sancties trustkantoren, grote gevolgen voor Zuidas» (ingezonden 3 maart 2022).
Antwoord van Minister Kaag (Financiën), mede namens de Staatssecretaris van Financiën
– Fiscaliteit en Belastingdienst (ontvangen 29 maart 2022).
Vraag 1
Kunt u de Kamer gegeven de urgentie van de oorlog in Oekraïne en maatregelen tegen
Rusland op de kortst mogelijke termijn informeren over uw nadere voornemens ten aanzien
van de aanpak van de Nederlandse trustsector, bijvoorbeeld door voor het einde van
de week een brief aan de Kamer te doen toekomen of onderstaande Kamervragen binnen
een week te beantwoorden, ook in het licht van uw voornemen, geuit in de hoofdlijnenbrief,
om de Kamer «actief, accuraat, volledig en tijdig te informeren»?1
Antwoord 1
Ik heb mij ingezet om deze vragen zo spoedig mogelijk te beantwoorden.
Vraag 2
Hoeveel Russisch vermogen is in Nederlandse brievenbusfirma’s ongeveer of in ieder
geval ondergebracht? En hoeveel van dat vermogen is naar (grove) schatting effectief
bevriesbaar, omdat het bijvoorbeeld liquide is en op een Europese rekening staat,
vastgoed in de EU is of iets dergelijks, in plaats van niet bevriesbare bezittingen
in bijvoorbeeld Rusland die in Nederland in de boeken staan?
Antwoord 2
Als Minister van Financiën beschik ik niet over data betreffende Russisch vermogen
in Nederlandse brievenbusfirma’s. Voor zover toezichthouders, de Belastingdienst of
opsporingsautoriteiten hierover informatie hebben, kunnen zij in verband met geheimhoudingsverplichtingen
daar geen mededelingen over doen. Wel heeft De Nederlandsche Bank (DNB) statistische
gegevens over directe investeringen vanuit Rusland naar Nederland. Het gaat hierbij
volgens DNB ongeveer om 27 miljard euro. Het is niet bekend welk deel van dit vermogen
effectief bevriesbaar is in Nederland of de Europese Unie.
In mijn brief van 22 maart jl. waarin ik uw Kamer informeerde over bevriezingen door
de financiële sector heb ik toegelicht dat in Nederland alleen financiële instellingen
een melding doen van het bevriezen van vermogen van gesanctioneerde entiteiten. Dat
bevriezen kunnen financiële instellingen als het vermogen bij hun is ondergebracht
of hun diensten worden gebruikt. Voor anderen dan financiële instellingen die kunnen
beschikken over vermogen van gesanctioneerden geldt eveneens de plicht om te bevriezen,
omdat de Sanctiewet 1977 op iedereen in Nederland van toepassing is. Zij hoeven die
bevriezingen echter niet te melden. Gezien de verschillende rollen en verantwoordelijkheden
met betrekking tot bevriezingen heeft het kabinet besloten tot een werkgroep onder
leiding van het Ministerie van Buitenlandse Zaken die gaat kijken naar de effectiviteit
van de uitvoering en handhaving van de sanctieregelgeving. Deze werkgroep kijkt ook
specifiek naar activa van gesanctioneerde personen en entiteiten.
Vraag 3
Welke obstakels ziet u voor de handhaving van de ingestelde en aangekondigde sancties?
Welke mogelijkheden ziet u om deze obstakels weg te nemen?
Antwoord 3
Zoals in het antwoord op vraag 2 genoemd heeft het kabinet besloten een werkgroep
in te stellen die onder leiding van het Ministerie van Buitenlandse Zaken gaat kijken
naar de effectiviteit van de uitvoering en handhaving van de sanctieregelgeving Daarnaast
zal ik, zoals aangekondigd in mijn brief van 14 maart jl., ook in gesprek gaan met
de toezichthouders op de financiële sector over de beschikbare capaciteit voor hun
specifieke taken op dit terrein.
Vraag 4
Kunt u toelichten wat u bedoelt met «Er is nog veel meer mogelijk op het gebied van
sancties»? Welke mogelijkheden ziet u met betrekking tot sancties en trustkantoren?
Antwoord 4
Het kabinet wil alle opties op tafel houden qua sancties gericht op Rusland. Zowel
in de financiële sector als op andere terreinen zijn aanvullende sancties mogelijk.
Specifiek in relatie tot vermogen dat via brievenbusfirma’s loopt, zijn sancties mogelijk
tegen het bieden van diensten aan deze entiteiten. Ik denk dan aan het verbieden van
het verlenen van trustdiensten aan cliënten en uiteindelijk belanghebbenden (UBO’s)
van cliënten uit Rusland of Belarus. Naast het sanctioneren van individuen en rechtspersonen,
leidt dit verbod ertoe dat vermogenden uit deze landen moeilijker hun geld door de
EU kunnen laten stromen. Dit raakt personen in de kring van Poetin of in ieder geval
personen die profiteren van het regime in Rusland. Een dergelijke maatregel sorteert
het meest effect als deze in Europees verband wordt vastgesteld en daar zet ik mij
op dit moment voor in. Mochten hierin onvoldoende stappen worden gezet dan zal ik
hiertoe nationale (spoed)wetgeving in procedure brengen en ontvangt uw Kamer op korte
termijn een wetsvoorstel.
Vraag 5
Houdt u vast aan het bestaande standpunt dat er, ondanks lopend onderzoek over de
kosten en baten van de Nederlandse trustsector, van een verbod op de Nederlandse trustsector
«voorlopig geen sprake is»? Of bent u bereid versneld met wetgeving te komen om de
gehele Nederlandse trustsector te verbieden?
Antwoord 5
In juli 2021 heeft mijn voorganger uw Kamer geïnformeerd, gelet op de vraag of bij
trustdienstverlening de integriteit wel voldoende te waarborgen is, onderzoek te doen
naar de toekomst van de trustsector. Dit onderzoek is aanbesteed en loopt. De uitkomsten
van dat onderzoek verwacht ik voor deze zomer. In het onderzoek wordt gekeken naar
de maatschappelijke en de financieel-economische (meer)waarde van de trustsector,
in de breedste zin van het woord. De onderzoekers buigen zich over verschillende scenario’s.
Een van de scenario’s is een algeheel verbod op het verlenen van trustdiensten. Na
afronding van het onderzoek zal ik uw Kamer het onderzoek toesturen met mijn appreciatie.
Vraag 6
Hoeveel extra middelen gaat u beschikbaar stellen voor een verscherpte aanpak van
illegale trustdienstverlening?
Antwoord 6
In juli 2021 heeft mijn voorganger uw Kamer geïnformeerd dat onderzocht wordt of er
intensivering van het toezicht nodig is en of hier extra middelen voor nodig zijn.2 Momenteel onderzoek ik met toezichthouders DNB en Bureau Toezicht Wwft of er extra
toezicht aangaande illegale trustdienstverlening nodig is en hoe dergelijk extra toezicht
zo effectief mogelijk gestalte kan krijgen. Hierbij wordt ook gekeken of extra middelen
nodig zijn.
In deze brief is ook aangekondigd dat in het kader van het Financieel Expertise Centrum
(FEC), een samenwerkingsverband van DNB, AFM, FIOD, Belastingdienst, OM, FIU en Politie,
het project Illegale Trustdienstverlening loopt. Het project is gericht op een gezamenlijke
aanpak van de betrokken instanties om illegale trustdienstverlening terug te dringen.
Vraag 7
Hoe gaat u trustkantoren met overzeese vestigingen, zoals op Cyprus en in de Verenigde
Arabische Emiraten, die werken voor Russische uiteindelijke belanghebbenden, dwingen
om openheid te geven over de constructies die deze trustkantoren via Nederlandse en
andere jurisdicties mogelijk maken?
Antwoord 7
Het wettelijk regime voor trustkantoren, de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren
van terrorisme (Wwft) en de Wet toezicht trustkantoren 2018 (Wtt 2018), verplichten
trustkantoren tot het achterhalen van de uiteindelijke belanghebbenden (UBO). Deze
wettelijke verplichting geldt in de hele Europese Unie. Ook geldt voor rechtspersonen
in de Europese Unie de verplichting om in de lidstaat waarin de rechtspersoon is gevestigd
de UBO’s in te schrijven in het UBO-register.
Trustkantoren en vestigingen van trustkantoren gevestigd in Europese lidstaten, zoals
op Cyprus, zijn verplicht om cliëntonderzoek uit te voeren en uiteindelijke belanghebbenden
te identificeren. Dit geldt ook voor Russische uiteindelijke belanghebbenden. Voor
Nederlandse trustkantoren met een bijkantoor of een meerderheidsdochteronderneming
in een staat die geen Europese lidstaat is, geldt conform de Wwft ook de verplichting
cliëntenonderzoek te verrichten. Wanneer een bijkantoor of een meerderheidsdochteronderneming
in een staat is gevestigd waar het geldend recht de Wwft gestelde normen in de weg
staat, zoals bijvoorbeeld cliëntenonderzoek naar de UBO, dan informeert het trustkantoor
DNB. In aanvulling daarop dient het trustkantoor aanvullende maatregelen te nemen
om hieruit voortvloeiende risico’s op witwassen of financieren van terrorisme te beheersen.
Een trustkantoor kan door DNB worden aangesproken als een bijkantoor of meerderheidsdochteronderneming
of een vestiging, tekort schiet in de naleving van de verplichting tot cliëntenonderzoek.
In beginsel kent een trustkantoor geen wettelijke verplichting tot openheid over constructies
met uiteindelijke belanghebbenden, ook niet als deze Russisch zijn. In Nederland zijn
trustkantoren verplicht openheid te geven aan de Nederlandse toezichthouder wanneer
er sprake is van incidenten of wanneer er sprake is van een gesanctioneerde UBO bij
een cliënt. Daarnaast moeten trustkantoren ongebruikelijke transacties melden aan
FIU-Nederland. Trustkantoren dienen zich te allen tijde aan de sanctiewetgeving te
houden.
Mijn inzet is om trustkantoren te verbieden om Russische cliënten te bedienen. Openheid
is dan niet meer nodig aangezien het dan simpelweg verboden is om nog langer voor
in Rusland gevestigde entiteiten of voor entiteiten met een in Rusland gevestigde
UBO te werken.
Vraag 8
Hoe ver bent u bereid te gaan om advocatenkantoren zoals Houthoff te dwingen om afstand
te doen van hun Russische klanten en openheid te laten geven over het soort van fiscale
constructies die zij adviseerden aan Russische klanten om belasting te ontwijken?
Antwoord 8
Iedereen moet de verplichtingen uit de Sanctiewet 1977 naleven, ook advocaten. In
de brief aan de onder zijn toezicht vallende advocaten schrijft de Amsterdamse Deken
terecht dat van advocaten een sterk verhoogde waakzaamheid wordt verwacht bij het
aanvaarden van nieuwe opdrachten of het voortzetten van bestaande opdrachten. Met
referte aan paragraaf 7.1 van de Verordening op de advocatuur (Voda) wijst hij verder
op de noodzaak de actuele stand van zaken met betrekking tot sancties nauwlettend
te monitoren en bij Wwft-plichtige zaken ongebruikelijke transacties onverwijld te
melden bij de FIU-Nederland. Verschillende advocatenkantoren hebben publiek aangegeven
dat zij hun relaties verbroken met de Russische overheid en gelieerde personen en
bedrijven verbreken. Daarnaast staat de Minister voor Rechtsbescherming in contact
met de Nederlandse Orde van Advocaten (NOvA) over deze materie en samen blijven zij
monitoren of in de praktijk naast de mogelijkheden uit de Sanctiewet, Wwft en Voda
nog nadere maatregelen nodig zijn.
Vraag 9
Bent u, net als bijvoorbeeld Frankrijk, bereid om alles op alles te zetten om activa
van Russen op de EU-sanctielijst in Nederland niet alleen te bevriezen maar ook af
te pakken?
Antwoord 9
Activa van Russen die op de EU-sanctielijst staan, moeten direct worden bevroren door
eenieder die in de EU en dus ook in Nederland dienstverlening aan hen aanbiedt. Dat
is niet gelijk aan het in beslag nemen en het confisqueren. De Minister van Justitie
en Veiligheid heeft mij laten weten dat activa van Russische en Belarussische personen
in Nederland slechts op strafvorderlijke titel in beslag kunnen worden genomen en
geconfisqueerd door de Staat. Dit kan alleen als er een verdenking is van een strafbaar
feit respectievelijk een onherroepelijke uitspraak is met een veroordeling voor een
strafbaar feit. In de praktijk is er tijdelijk vaak wel eenzelfde effect, in die zin
dat de persoon of entiteit waar het om gaat door bevriezing geen rechtshandelingen,
bijvoorbeeld verkopen, meer kan verrichten met betrekking tot die activa. Daarnaast
is door de Europese Commissie een Taskforce opgericht op bevriezing en beslagname
in het kader van de naleving van de sanctiepakketten, waaraan Nederland deelneemt.
De Nederlandse werkgroep die ik in mijn antwoord op vraag 2 heb genoemd kan hiervoor
ook informatie leveren.
Vraag 10
Bent u bereid om, in EU-verband, ook sancties op te leggen aan Russen die op dit moment
nog niet op de sanctielijst staan, maar wel nauwe banden hebben met het Kremlin, en/of
familie of ondersteuners zijn van oligarchen? En hoe verhoudt dit zich tot het geldende
EU-recht?
Antwoord 10
Inmiddels zijn tegen 862 personen en 53 entiteiten beperkende EU-maatregelen – sancties –
ingevoerd als reactie op de Russische militaire agressie in Oekraïne. De bedoeling
van aanvullingen op de sanctielijst is om de kring rondom Poetin te raken. Het kabinet
sluit geen enkele aanvullende sanctiemaatregel uit, evenmin listing van personen en entiteiten en aan hen verwante personen en entiteiten die de Russische
overheid steunen, er profijt van trekken, en/of er inkomsten voor genereren. EU-sancties
zijn geldend EU-recht. Een tijdlijn met informatie, waardoor het aantal gesanctioneerde
personen en entiteiten kunt u vinden op de website van de Europese Commissie, de AFM
en de DNB3
Vraag 11
Bent u bereid te pleiten voor een wereldwijde registratie van activa («global asset
registry»)? Sluit u in dat kader zich aan bij de oproep van de Italiaanse premier
Draghi om tot een internationaal publiekelijk toegankelijk register te komen voor
oligarchen met een vermogen hoger dan 10 miljoen euro? Hoe gaat u zich hier voor inzetten?
Antwoord 11
Momenteel wordt op Europees niveau een verkenning uitgevoerd naar de haalbaarheid
van een EU-vermogensregister. Het Europees Parlement heeft om een dergelijke verkenning
gevraagd. Deze studie heeft als doel de haalbaarheid van het project te beoordelen
vanuit alle perspectieven, inclusief operationele en juridische aspecten en in het
bijzonder de bescherming van fundamentele rechten en persoonsgegevens. Naar aanleiding
van deze haalbaarheidsstudie zal de Europese Commissie bezien of verdere stappen proportioneel
en noodzakelijk zijn.
Bedoelde haalbaarheidsstudie zal ook in kaart brengen welke registers reeds bestaan
binnen de Europese Unie. In dat licht is het goed om op te merken dat in het kader
van het voorkomen van het gebruik van het financiële stelsel voor witwassen en terrorismefinanciering
reeds diverse registers bestaan. De Europese anti-witwasrichtlijn verplicht namelijk
tot het creëren en koppelen van registers waarin de uiteindelijk belanghebbenden van
juridische entiteiten en juridische constructies (o.a. trusts) moeten worden opgenomen.
Daarnaast kent Nederland – evenals andere lidstaten van de EU – diverse andere registers
waarin vermogensbestanddelen worden geregistreerd. Daarbij kan gedacht worden aan
het Kadaster waarin onroerende zaken worden geregistreerd. De Europese Commissie heeft
in de zomer van vorig jaar een pakket wetgevende voorstellen uitgebracht op het terrein
van het voorkomen van het gebruik van het financieel stelsel voor witwassen en terrorismefinanciering,
waarin wordt voorgesteld om bepaalde autoriteiten zoals FIUs en AML/CFT-toezichthouders
toegang te verlenen tot onroerendgoedregisters, zodat deze autoriteiten tijdig de
eigenaar van een onroerende zaak kunnen identificeren. Ook wordt op Europees niveau
gekeken naar mogelijkheden om een database te creëren waarin FIUs informatie m.b.t.
virtuele valuta kunnen vinden.
Vraag 12, 13, 14, 15, 16 en 17
Bent u bereid tot het schrappen van de safe harbour voor rente- en royaltydoorstromers,
conform de aanbeveling in het rapport van de Commissie Doorstroomvennootschappen,
waardoor het minder aantrekkelijk wordt voor brievenbusfirma’s om zich in Nederland
te vestigen?
Bent u bereid tot uitbreiding van de spontane uitwisseling van informatie over vennootschappen
en spontane informatie-uitwisseling bij vrijgestelde vervreemdingswinsten, conform
de aanbeveling van de Commissie Doorstroomvennootschappen?
Bent u bereid in EU-verband te pleiten voor een duidelijke invulling van het anti-misbruikbeginsel,
in de context van het Europese Unshell-voorstel om brievenbusfirma’s aan te pakken?
Bent u bereid conform het advies van de Commissie Doorstroomvennootschappen de verplichtingen
aan te scherpen voor wanneer leidinggevend personeel als UBO van een entiteit wordt
aangemerkt? En bent u bereid systematische analyse van UBO-registers door journalisten
en het publiek mogelijk te maken? En bent u voor een wereldwijde invoering van zo’n
transparant UBO-register? Welke stappen gaat u op de voorgenoemde punten op korte
termijn zetten?
Bent u bereid om ervoor te zorgen dat afzonderlijke entiteiten die onderdeel uitmaken
van een groep niet langer, onder bepaalde voorwaarden, de mogelijkheid hebben om vrijgesteld
te worden van gebruikelijke rapportageverplichtingen, zoals nu nog geregeld in artikel 403
Burgelijk Wetboek (BW) Boek 2, teneinde te vermoeilijken dat Nederlandse brievenbusfirma’s
ingezet worden voor verhulling?
Bent u bereid voor ondernemingen die in Nederland enkel op papier gevestigd zijn te
verbieden nog langer gebruik te maken van investeringsbeschermingen via een investeringsbeschermingsovereenkomst
(IBO)? Als dit op korte termijn in internationaal verband niet lukt, bent u dan bereid
bestaande IBO’s met enkel op papier in Nederland gevestigde ondernemingen te heronderhandelen?
Deelt u de vaststelling dat de aanpak van ongewenst gebruik van IBO’s tot nu toe nog
te veel achterloopt bij de aanpak van misbruik in belastingverdragen?
Antwoord 12, 13, 14, 15, 16 en 17
De Commissie Doorstroomvennootschappen heeft aanbevelingen gedaan op verschillende
terreinen, zoals fiscale regelgeving, jaarrekeningenrecht, transparantie, toezicht,
opsporing en investeringsbeschermingsovereenkomsten. Het vorige kabinet heeft op 22 november
2021 het rapport aan uw Kamer aangeboden en een eerste reactie gegeven op dit rapport.4 De aanbevelingen van de commissie sluiten voor een belangrijk deel aan bij de weg
die het vorig kabinet heeft ingeslagen. De Staatssecretaris voor Fiscaliteit en Belastingdienst
zal u informeren over de manier waarop het kabinet wil omgaan met de aanbevelingen
van de Commissie Doorstroomvennootschappen.
Vraag 18
Welke rol speelt Nederland op dit moment in de trans-Atlantische taskforce (G7-verband)
om tot uitbreiding van het sanctiepakket over te gaan? Hoe gaat u hierin inhoudelijk
een voortrekkersrol nemen?
Antwoord 18
Het kabinet is voorstander van zo nauw mogelijke coördinatie en samenwerking met sleutelpartners
op het gebied van sancties. Wij hebben kennis genomen van het initiatief en momenteel
vindt er overleg plaats tussen de verschillende departementen, in het bijzonder Financiën,
Buitenlandse Zaken en Justitie en Veiligheid, om te kijken wat Nederland in dit verband
kan betekenen en welke grondslagen Nederland heeft om mogelijk een rol te spelen in
de trans-Atlantische taskforce. Na deze inventarisatie zullen de betrokken bewindspersonen
bepalen of en welke rol Nederland hierin kan vervullen. Daarbij verwijs ik naar het
antwoord op vraag 9 en de daargenoemde taskforce die door de Europese Commissie is
ingesteld.
Vraag 19
Welke contacten heeft u op dit moment met de Maltese overheid om ervoor te zorgen
dat ook zij zich scharen achter het voorstel om de toegang tot zogenoemde «gouden
paspoorten» ernstig te vermoeilijken?
Antwoord 19
Op dit moment zijn hierover geen contacten tussen mijn collega van Buitenlandse Zaken
en Malta. Voorts is de noodzaak hiertoe niet evident aangezien dit punt al door de
Commissie is opgepakt. De Europese Commissie startte namelijk in 2020 een inbreukprocedure
tegen Malta, waar een aanmaning op volgde in 2021. Het kabinet steunt deze beslissingen.5
Vraag 20
Bent u bereid om het Regeerakkoord open te breken en aanvullende nationale maatregelen
te nemen om belastingontwijking en de facilitering van witwassen tegen te gaan? Zo
nee, waarom niet? Zo ja, kunt u dit specificeren?
Antwoord 20
Het kabinet ziet een ambitieuze verdere aanpak van belastingontwijking en witwassen
voor zich in de komende jaren. Aangezien het gaat om grensoverschrijdende problematiek
is een internationale aanpak daarbij belangrijk. Een goed voorbeeld hiervan is het
akkoord over de herziening van het internationale belastingstelsel (pijler 1 & 2)
dat in oktober 2021 met 137 landen in OESO-verband is bereikt. Daarnaast heeft de
Europese Commissie recentelijk een voorstel gepresenteerd om ongewenste doorstroom
via doorstroomvennootschappen tegen te gaan. Het kabinet zet zich bij deze voorstellen
met een positieve en constructieve houding maximaal in om tot een succesvolle implementatie
te komen.
Het coalitieakkoord kondigt verder aan dat bedrijven en hun bestuurders die witwassen
faciliteren nog steviger zullen worden aangepakt. Dit is onderdeel van de totale aanpak
van witwassen. Momenteel worden verschillende (inter)nationale evaluaties uitgevoerd
naar de effectiviteit van de aanpak van witwassen en terrorismefinanciering, zoals
onderzoek door de Algemene Rekenkamer naar de opbrengsten van de meldketen met betrekking
tot witwasbestrijding en een evaluatie van Nederland door de Financial Action Task
Force (FATF). In deze onderzoeken gaat ook aandacht uit naar de manier waarop trustkantoren
en beroepsgroepen als notarissen, advocaten en accountants hun verplichtingen als
poortwachter uitvoeren en hoe daar toezicht op wordt gehouden. Ook de strafrechtelijke
aanpak van het faciliteren van witwassen komt aan de orde. De uitkomsten van evaluaties
bieden aanknopingspunten om de aanpak, waar nodig, verder te verbeteren. Ik informeer
uw Kamer op korte termijn over het proces rond de evaluaties en de aanpak van de opvolging
van de uitkomsten.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën -
Mede namens
M.L.A. van Rij, staatssecretaris van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.