Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Jasper van Dijk over het weigeren van Europese Wob-aanvragen door de Europese Commissie over het Europees Herstelfonds
Vragen van het lid Jasper van Dijk (SP) aan de Minister van Buitenlandse Zaken over het weigeren van Europese Wob- aanvragen door de Europese Commissie over het Europees Herstelfonds (ingezonden 16 februari 2022).
Antwoord van Minister Hoekstra (Buitenlandse Zaken) (ontvangen 24 maart 2022).
Vraag 1, 2, 3, 4
Wat vindt u van de conclusies van het artikel van Follow The Money waarin gewezen
wordt op het met weinig argumenten afwijzen van de vele Wob-verzoeken betreffende
de documentatie over de gesprekken in het kader van het Herstelfonds? 1
Wat vindt u van het antwoord van de Europese Commissie op het Wob-verzoek van Follow
the Money waarin het verzoek wordt afgewezen omdat het financieel, monetair of economisch
belang van de Europese Unie op het spel staat?
Kunt u ingaan op het tweede argument voor afwijzing, namelijk dat openbaarmaking de
besluitvorming van de instelling zou ondermijnen?
Bent u het eens met het oordeel van postdoctoraal onderzoeker Maarten Hillebrandt
dat de Europese Commissie in haar afwijzing slordig te werk is gegaan?
Antwoord 1, 2, 3, 4
Het is niet aan het kabinet om te treden in de vraag of de Europese Commissie verordening
EG 1049/2001 (hierna: de Eurowob) correct heeft toegepast. Als er twijfels bestaan
of de Europese Commissie de verzoeken tot toegang correct heeft afgehandeld kan een
verzoeker zich richten tot de EU Ombudsman of het Gerecht (onderdeel EU Hof van Justitie).
Daarnaast heeft ook het Europees parlement (EP) een rol. Het EP controleert de Europese
Commissie en EP-leden kunnen de Europese Commissie hierover vragen stellen.
Vraag 5
Wat zegt het volgens u over de transparantie van de herstelplannen dat de journalisten
in vijftien lidstaten (die zich aansloten bij het onderzoeksteam van Follow the Money)
op nagenoeg dezelfde barrière stuitten?
Antwoord 5
Het is niet aan het kabinet om een oordeel te vellen over hoe andere lidstaten zijn
omgegaan met inzageverzoeken op nationaal niveau. Iedere lidstaat is zelf verantwoordelijk
voor de inrichting van deze nationale procedures. Aangenomen mag worden dat ook in
de nationale procedures instellingen zijn aangewezen zoals een ombudsman of een rechtbank
waar verzoekers zich tot kunnen richten als er twijfels bestaan over de correcte afhandeling
van een inzageverzoek.
In algemene zin geldt dat er tussen EU-lidstaten verschillen bestaan in de manier
waarop er met transparantie en informatievoorziening wordt omgegaan. Dat zou een verklaring
kunnen zijn voor de verschillen tussen landen.
In Nederland bestaat de mogelijkheid om een verzoek in te dienen op basis van de Wet
openbaarheid van bestuur (Wob). In het artikel staat dat het Wob-verzoek dat ingediend
is in Nederland door de journalisten als redelijk succesvol is geduid.
De Minister van Financiën heeft in de beantwoording van eerdere vragen van uw Kamer2 aangegeven dat de eerste conceptversie van het Nederlands Herstel- en Veerkrachtplan
voor raadpleging met uw Kamer en het bredere publiek zal worden gedeeld. Op basis
van ontvangen inbreng wordt een tweede conceptversie opgesteld die wederom gedeeld
zal worden met uw Kamer. Op deze manier hebben belanghebbenden voldoende mogelijkheden
tot het leveren van inbreng.
Bovendien heeft de Minister van Financiën de betrokken departementen verzocht om de
documenten die in het kader van het Wob-verzoek van het door u aangehaalde onderzoeksteam
openbaargemaakt worden, zo spoedig mogelijk met uw Kamer te delen. Voorafgaand aan
openbaarmaking worden de verschillende belanghebbenden, waaronder de Europese Commissie,
om zienswijzen gevraagd. Indien de Europese Commissie gemotiveerd aangeeft dat de
uitgewisselde stukken niet openbaar kunnen worden gemaakt, dan wordt die zienswijze
in principe gevolgd.
Vraag 6
Wat zegt dit volgens u over het huidige functioneren van de Eurowob?
Antwoord 6
Allereerst benadrukt het kabinet bij de beantwoording van deze vraag dat de (ervaringen
met) nationale procedures van lidstaten geen verband houden met (het functioneren
van) de Eurowob. Het staat EU onderdanen vrij om zowel binnen de eigen lidstaat als
op EU-niveau een verzoek tot toegang tot documenten in te dienen conform de daarvoor
geldende procedures.
Nederland maakt zich binnen de EU hard voor goede toepassing van de Eurowob. Daarnaast
zet Nederland zich samen met gelijkgezinde lidstaten in voor modernisering en het
in lijn brengen van deze verordening met het verdrag van Lissabon.3
Vraag 7
Kunt u ingaan op het idee van hoogleraar Europees Recht Leino-Sandberg dat naast redenen
voor het weigeren van documentatie ook moet worden gekeken naar de voordelen die opgaan
voor het openbaar maken, zoals een doorslaggevend publiek belang, ook wel overriding
genoemd?
Antwoord 7
Het meewegen van het publieke openbare belang is reeds onderdeel van de Eurowob. Dit
is opgenomen in artikel 4 lid 3 van de Eurowob.4 Dit artikel bevat een uitzonderingsgrond om openbaarmaking te weigeren wanneer het
besluitvormingsproces van een EU-instelling hierdoor ernstig zou ondermijnen. Deze
uitzonderingsgrond is een relatieve uitzonderingsgrond, waarin het hogere openbaar
belang expliciet is benoemd als een factor die moet worden meegewogen. Daarnaast worden
ook de in artikel 4 lid 2 van de Eurowob genoemde uitzonderingsgronden onderworpen
aan een belangenafweging waarbij het hogere openbaar belang als factor wordt meegewogen.5
Nederland bekijkt altijd scherp of er voldoende grond bestaat om een verzoek tot openbaarmaking
van documenten in bezit van de Raad te weigeren. Als dat niet het geval is, maakt
Nederland dat kenbaar binnen de Raad middels een tegenstem en een verklaring. In beroepszaken
voor het Gerecht heeft Nederland zich in sommige gevallen aan de zijde van verzoeker
geschaard. Een recent voorbeeld daarvan is de beroepszaak voor het Gerecht waar Nederland
optreedt aan de zijde van De Capitani (en dus tegen de Raad), omdat Nederland het
niet eens is met het besluit van de Raad om openbaarmaking van een aantal documenten
te weigeren.6
Vraag 8
Bent u het met Leino-Sandberg eens dat de Europese Commissie wel heel makkelijk deze
documenten categoriseert als «intern», waarmee deze discussie op oppervlakkige wijze
wordt beslecht?
Antwoord 8
Als er twijfels bestaan of de Europese Commissie de verzoeken tot toegang correct
heeft afgehandeld kan een verzoeker zich richten tot de EU Ombudsman of het Gerecht
(onderdeel EU Hof van Justitie). Zij kunnen dan toetsten of de uitzonderingsgronden
correct zijn toegepast.
Vraag 9, 10
Bent u het ermee eens dat dit gebrek aan transparantie extra schadelijk is als het
gaat om honderden miljarden euro’s zoals in het Herstelfonds?
Wat doet dit met het vertrouwen in de Europese Unie als het opvragen van documenten
zo makkelijk en zonder documentatie wordt afgedaan door de Europese Commissie?
Antwoord 9, 10
In algemene zin geldt dat transparantie over het besluitvormingsproces van de instellingen
bijdraagt aan het vertrouwen van de burgers in deze instellingen. Het is daarom belangrijk
dat EU-instellingen de Eurowob-verordening correct toepassen, ongeacht het onderwerp
waar het over gaat. Instellingen zoals de EU Ombudsman en het Gerecht spelen een belangrijke
rol in het toetsen van de juiste toepassing van de Eurowob door de EU-instellingen.
Binnen de Raad spant Nederland zich in om de EU-besluitvormingsprocedures inzichtelijker
en toegankelijker te maken. Bijvoorbeeld door in te blijven zetten op de herziening
van de limité-richtsnoeren van de Raad, zodat de limité-markering van Raadsdocumenten eerder wordt opgeheven.
Vraag 11
Kunt u zich in Europees verband inzetten (binnen de lopende discussies omtrent een
nieuwe Eurowob) voor een zo breed mogelijke definitie van inhoudelijke documentatie
en meer transparantie en maatwerk als het gaat om Eurowob verzoeken?
Antwoord 11
Zoals met uw Kamer besproken bij het CD informatievoorziening van 10 februari jl.
blijft het kabinet zich inzetten voor transparantere EU besluitvorming. Het non-paper
van 2019 bevat de inzet van Nederland en 9 gelijkgezinde lidstaten om de Eurowob te moderniseren en in lijn te brengen met het Verdrag
van Lissabon.7
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.