Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van den Berg en Inge van Dijk over het bericht 'Huisartsentekort is doorn in ’t oog voor Gemertse politiek maar die kan het zelf niet oplossen; honderd mensen nu zonder arts'
Vragen van de leden Van den Berg en Inge van Dijk (beiden CDA) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het bericht «Huisartsentekort is doorn in ’t oog voor Gemertse politiek maar die kan het zelf niet oplossen; honderd mensen nu zonder arts» (ingezonden 3 februari 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 24 maart
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1952.
Vraag 1
Kent u het artikel «Huisartsentekort is doorn in ’t oog voor Gemertse politiek maar
die kan het zelf niet oplossen; honderd mensen nu zonder arts»? Wat vindt u hiervan?
Kent u het Actieplan Huisartsen van het CDA uit december 2020?1
2
Antwoord 1
Ja, ik ken het artikel en het actieplan. Ik vind het belangrijk dat huisartsenzorg
voor elke Nederlander beschikbaar is. De toegankelijkheid van de huisartsenzorg –
en de eerstelijnszorg in den brede – staat onder druk. Dit vraagt om actie op meerdere
vlakken: zowel aan de kant van de capaciteit als aan de kant van een slimme organisatie
van zorg.
Vraag 2
Kunt u een geactualiseerde versie van de infographics maken die in dit huisartsenplan
aan de orde komen, nader gespecifieerd voor deze regio (reistijd naar dichtstbijzijnde
huisartsenpost, percentage huisartsen ouder dan zestig jaar, afstand tot dichtstbijzijnde
huisartsenpraktijk, huisartsendichtheid)?
Antwoord 2
Op de websites https://vzinfo.nl/eerstelijnszorg/aanbod/huisartsenzorg en https://vzinfo.nl/eerstelijnszorg/regionaal/huisartsenzorg kunt u de meest recente versies van deze infographics vinden. Deze geven reeds een
beeld per regio.
Vraag 3
Bent u het eens dat het belangrijk is dat eerstelijnszorg dichtbij (wijk, kleine stad
of dorpskern) georganiseerd blijft?
Antwoord 3
Ja. Basiszorg, waar de huisartsenzorg onderdeel van is, moet voor iedere Nederlander
goed toegankelijk zijn. Voor de huisartsenzorg bestaan bereikbaarheidsnormen die gericht
zijn op huisartsenzorg bij spoed. In de uitvoeringsregeling van de Wet kwaliteit,
klachten en geschillen zorg (Wkkgz) is opgenomen:
«ten minste 90% van de inwoners in het verzorgingsgebied van een huisartsenpost kan
in de avond, nacht- en weekenduren binnen 30 minuten per auto een huisartsenpost of
dienstdoende huisarts bereiken, of een dienstdoende huisarts kan in de avond, nacht-
en weekenduren 90% van de inwoners in het verzorgingsgebied binnen 30 minuten met
de auto bereiken»
In de Beleidsregel toezichtkader zorgplicht zorgverzekeraars Zvw
3 van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) is de norm opgenomen dat op huisartsen bij
spoed de inspanningsverplichting rust om binnen 15 minuten bij de patiënt te zijn.
Vraag 4
Kunt u een overzicht geven van de huidige stand van het aantal opleidingsplaatsen
per regio met betrekking tot huisartsen, praktijkondersteuners en verpleegkundig specialisten?
Antwoord 4
Deze informatie heb ik niet voorhanden. Voor de huisartsenopleiding zijn voor 2022
landelijk in totaal 850 opleidingsplaatsen beschikbaar. Het is aan de Huisartsopleiding
Nederland (HON) om de opleidingsplaatsen te verdelen over Nederland. Via de subsidieregeling
opleiding tot advanced nurse practitioner en opleiding tot physician assistant zijn
voor deze twee opleidingen in totaal 700 plaatsen beschikbaar. De subsidieregeling
kent geen regionale component voor de verdeling van de plaatsen. VWS is in gesprek
met de verschillende partijen over hoe de regionale spreiding van opleidingsplekken
verder versterkt kan worden.
Vraag 5
Hoe ziet u in dit verband de opnamestop door huisartsen in de gemeente Gemert, dat
ertoe heeft geleid dat in Gemert 500 mensen op de wachtlijst staan en daar inmiddels
100 patiënten zijn zonder huisarts?
Antwoord 5
Hoewel ik het getal van 500 mensen op de wachtlijst niet heb kunnen verifiëren, staat
buiten kijf dat iedere Nederlander een beroep moet kunnen doen op huisartsenzorg.
Met de toenemende druk op de huisartsenzorg kan het in regio’s voorkomen dat mensen
niet (direct) bij een huisartsenpraktijk terecht kunnen. Als dat het geval is, kunnen
zij zich wenden tot hun zorgverzekeraar die via zorgbemiddeling naar een oplossing
kan zoeken. Zorgverzekeraar CZ heeft mij gemeld dat zij in deze specifieke casus voor
de gevallen waarin zorgbemiddeling (nog) geen uitkomst biedt een tijdelijke noodoplossing
beschikbaar stellen, in de vorm van digitale zorg met een fysieke achterwacht. Huisartsen,
zorgverzekeraar CZ en de gemeente zijn in gesprek over een oplossing voor de groep
mensen die zich nu niet bij een praktijk kan inschrijven. Hierin heeft elke partij
een eigen rol en verantwoordelijkheid. Er wordt verkend of een nieuwe (extra) praktijk
openen mogelijk is.
In bredere zin is de casus in Gemert een voorbeeld van de toenemende druk op de huisartsenzorg.
Dat zal in de komende jaren niet minder worden en het openen van extra praktijken
en opleiden van extra huisartsen is slechts beperkt mogelijk vanwege de krapte op
de arbeidsmarkt. Er lopen al verschillende activiteiten om de druk op de huisartsenzorg
te verminderen en ik wil daar nog sterker op inzetten.
In het coalitieakkoord is geld beschikbaar gesteld voor het opleiden van extra huisartsen.
Om aan de zorgvraag te kunnen blijven voldoen is naast extra capaciteit ook een sterk
georganiseerde basiszorg noodzakelijk. Ook hiervoor zijn middelen opgenomen in het
coalitieakkoord en ik ga hier snel mee aan de slag. Ik vind het van groot belang dat
de basiszorg in de regio zo wordt vormgegeven dat de spaarzame menskracht optimaal
wordt benut. Dat betekent dat goede samenwerking tussen onder meer de huisarts, de
wijkverpleging en paramedici de standaard moet worden. Een sterk georganiseerde basiszorg
helpt ook om innovaties – zoals digitale zorg – te implementeren en op te schalen.
Tot slot helpt een hogere organisatiegraad om in de regio goede afspraken te maken
tussen de basiszorg, de zorgverzekeraar, gemeenten en andere zorgaanbieders om zo
de zorg toekomstbestendig in te richten.
Vraag 6
Hoe ziet u de zorgplicht van de zorgverzekeraar in het algemeen, maar ook specifiek
voor deze situatie?
Antwoord 6
In artikel 11 van de zorgverzekeringswet is de zorgplicht geregeld. In lid 1 is het
volgende opgenomen:
«De zorgverzekeraar heeft jegens zijn verzekerden een zorgplicht die zodanig wordt
vormgegeven, dat de verzekerde bij wie het verzekerde risico zich voordoet, krachtens
de zorgverzekering recht heeft op prestaties bestaande uit:
a.
de zorg of de overige diensten waaraan hij behoefte heeft, of
b.
vergoeding van de kosten van deze zorg of overige diensten alsmede, desgevraagd,
activiteiten gericht op het verkrijgen van deze zorg of diensten.»
Een zorgverzekeraar moet dus in geval van een naturaverzekering zorgen dat een verzekerde
de zorg krijgt waar hij of zij recht op heeft. Dat geldt dus ook voor huisartsenzorg.
In de Beleidsregel toezichtkader zorgplicht zorgverzekeraars Zvw van de NZa is een verdere uitwerking opgenomen. Hierin staat dat een zorgverzekeraar
zorg moet (laten) leveren aan zijn verzekerden. En dat als een zorgverzekeraar ondanks
maximale inspanning zijn zorgplicht niet kan nakomen en hij zich beroept op overmacht,
hij de aanwezigheid van overmacht moet aantonen. Ook moet een zorgverzekeraar proactief
de beschikbaarheid van voldoende zorg voor zijn verzekerden organiseren. In dit toezichtkader
zijn ook specifieke eisen voor huisartsen opgenomen, die hebben betrekking op de bereikbaarheid
voor spoedgevallen.
De NZa heeft daarnaast nog nadere handvatten over de invulling van de zorgplicht gepubliceerd
(Kamerstuk 29 689, nr. 1088). Hierin is onder andere opgenomen dat een zorgverzekeraar mogelijke knelpunten oplost
of voorkomt in de aansluiting tussen de zorgbehoefte en het zorgaanbod op de (middel)lange
termijn.
Ook in deze specifieke casus is de zorgverzekeraar dus gehouden aan wat ik hierboven
beschrijf.
Vraag 7
Welke rol ziet u voor de gemeente Gemert in deze situatie?
Antwoord 7
Daar waar huisvestingsproblematiek een rol speelt bij huisartsen(praktijken) is het
belangrijk dat de gemeente een gesprekspartner is van de huisartsen en zorgverzekeraars
om te bezien of knelpunten kunnen worden opgelost.
Vraag 8
Bent u het eens dat zorgverzekeraars moeten borgen dat er voldoende zorg wordt ingekocht,
dat dit breed moet worden gezien en het dus ook gaat om praktijkondersteuners en verpleegkundig
specialisten om de capaciteit van de praktijk te verhogen? Zo ja, waarom wel? Zo nee
waarom niet?
Antwoord 8
Ja, een zorgverzekeraar moet voldoende zorg inkopen. Het gaat dan om zorg die onder
het verzekerde pakket valt, daarvoor geldt de zorgplicht. Zorgverzekeraars moeten
dus huisartsenzorg inkopen. De aanspraak huisartsenzorg hoeft echter niet altijd door
een huisarts zelf geleverd te worden, de aanspraak is immers functioneel omschreven.
De bekostiging biedt ook alle ruimte om dit in te vullen met verschillende professionals,
zoals praktijkondersteuners of verpleegkundig specialisten. Het is aan de verzekeraar
en aanbieders van huisartsenzorg samen om dit in de inkoop goed te organiseren, zodat
er voldoende zorgaanbod beschikbaar is.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.