Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Westerveld over Oekraïense studenten die in Nederland studeren en de wetenschappelijke samenwerking met Rusland
Vragen van het lid Westerveld (GroenLinks) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over Oekraïense studenten die in Nederland studeren en de wetenschappelijke samenwerking met Rusland (ingezonden 3 maart 2022).
Antwoord van Minister Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 24 maart
2022).
Vraag 1
Bent u in gesprek met onderwijsinstellingen over de situatie van Oekraïense studenten
in Nederland? Zo nee, bent u voornemens dit te doen?
Antwoord 1
Ja, ik ben direct vanaf het begin van de oorlog in Oekraïne in gesprek met de onderwijsinstellingen.
Vraag 2
Is bekend hoeveel Oekraïense studenten op dit moment studeren aan een Nederlandse
onderwijsinstelling?
Antwoord 2
Er studeren momenteel bijna 800 Oekraïense studenten aan Nederlandse hoger onderwijsinstellingen
en er staan bijna 60 Oekraïense studenten aan Nederlands middelbaar beroepsonderwijs
instellingen ingeschreven.1
Vraag 3
Heeft u in beeld wat de oorlog in Oekraïne betekent voor de (financiële) situatie
van Oekraïense studenten hier?
Antwoord 3
Deze informatie komt steeds beter in beeld. Doordat diverse Oekraïense banken een
opnamelimiet hebben ingesteld, hebben diverse Oekraïense studenten moeite om bij hun
financiële middelen te komen. Ook zijn er signalen binnen gekomen van schrijnende
gevallen waarbij familie van studenten de volledige rekening heeft leeg gepind om
te kunnen vluchten. Ik adviseer studenten om hun financiële middelen op een Nederlandse
bank te storten. Voor (financiële) noodhulp kunnen Oekraïense studenten zich wenden
tot hun onderwijsinstelling.
Vraag 4
Kunt u in kaart brengen op welke manieren deze studenten kunnen worden ondersteund
en kunt u aangeven of dit volgens u voldoende is? Zo nee, op welke aanvullende manieren
kunnen deze studenten ondersteund worden?
Antwoord 4
De eerste signalen die we hebben ontvangen betreffen financiële ondersteuning en mentale
ondersteuning. Ik heb de hoger onderwijsinstellingen verzocht Oekraïense studenten
zo goed mogelijk op te vangen en waar mogelijk (financieel) te ondersteunen. De instellingen
kunnen hierbij aanspraak maken op de € 1 miljoen die ik in mijn brief van 4 maart
jongstleden heb toegezegd2. Ik ben blij dat de onderwijsinstellingen zelf al veel acties ondernemen om de oorlog
in Oekraïne bespreekbaar te maken op de onderwijsinstelling en deze studenten financieel
te ondersteunen.
Vraag 5
Hoe worden studenten ondersteund die te maken hebben met weggevallen financiële ondersteuning
vanuit Oekraïne, bijvoorbeeld door familieleden?
Antwoord 5
Deze studenten kunnen zich in eerste instantie melden bij hun onderwijsinstelling
die voor de korte termijn een financiële bijdrage kunnen leveren. De onderwijsinstellingen
wenden fondsen aan om studenten te helpen die in acute financiële problemen komen.
Het voorzien in levensonderhoud van studenten is geen onderdeel van de zorgplicht
van onderwijsinstellingen, maar hoort dit thuis bij gemeenten of de centrale overheid.
Gezien de acute nood van een deel van de studenten kijken instellingen met zorg naar
de noodvraag van betreffende studenten.
Vraag 6
Welke gevolgen heeft deze oorlog op bestaande samenwerkingsverbanden met Oekraïense
onderwijsinstellingen?
Antwoord 6
Deze impact wordt nu langzaam zichtbaar en voelbaar. Er is op persoonlijk niveau veel
medeleven en waar mogelijk wordt de informele samenwerking voortgezet. De crisis maakt
het voor veel Oekraïners echter moeilijk om «normaal» door te werken en studeren.
De komende tijd moet uitwijzen of bestaande samenwerkingsverbanden op de reguliere
wijze voortgezet kunnen worden.
Vraag 7
Wat betekent de Oekraïense dienstplicht voor Oekraïense mannelijke studenten hier?
Antwoord 7
Als mannelijke Oekraïense studenten in dienstplicht moeten, kan het zijn dat ze hun
studie en verblijf in Nederland moeten onderbreken en naar Oekraïne moeten afreizen.
Of de student hier gehoor aan geeft is een private afweging. De Nederlandse wetgeving
laat toe dat een Oekraïense student zijn verblijfsrecht in Nederland houdt zolang
deze de dienstplicht vervult en binnen zes maanden na beëindiging van de dienstplicht
naar Nederland terug is gekeerd.
Vraag 8
Bent u bekend met het bericht «Banden met Rusland verbreken? De Nederlandse wetenschap
blijft stil».3
Antwoord 8
Ja.
Vraag 9
Wat is uw appreciatie van het feit dat het Duitse hoger onderwijs en de wetenschap
heeft besloten de samenwerking met Russische universiteiten, wetenschapsorganisaties
en hogescholen te staken?
Antwoord 9
Dit is in lijn met de uitspraak van Europese ministers in de Raad van Europa en de
Europese Commissie. Ook ik ben van mening dat we de formele samenwerking met Russische
universiteiten, wetenschapsorganisaties en hogescholen moeten bevriezen. Dit heb ik
in een dringend advies naar de voorzitters van UNL, VH, NFU, KNAW en NWO gestuurd.
Dit is op 4 maart jongstleden met uw Kamer gedeeld.4
Vraag 10
Wat is het kabinetstandpunt op dit punt en de kabinetsinzet in de Europese Unie als
het gaat om wetenschappelijke samenwerking met Rusland?
Antwoord 10
Zie het antwoord op vraag 9.
Vraag 11
Bent u in gesprek met de UNL en de VH over hun beleid ten aanzien van het continueren
van de wetenschappelijke samenwerking met Rusland?5
Antwoord 11
In nauwe afstemming met onder andere UNL en de VH heb ik op 4 maart jongstleden een
dringende oproep kunnen uitsturen naar de voorzitters van UNL, VH, NFU, KNAW en NWO.
Dit geeft instellingen handvatten hoe om te gaan met de Europese sancties ten aanzien
van de formele samenwerking met Russische instanties.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.