Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Michon-Derkzen en Ellian over het bericht dat veel vandalen de forse schade van de coronarellen niet hoeven te vergoeden
Vragen van de leden Michon-Derkzen en Ellian (beiden VVD) aan de Ministers van Justitie en Veiligheid en voor Rechtsbescherming over het bericht «Veel vandalen hoeven forse schade coronarellen niet te vergoeden» (ingezonden 28 januari 2022).
Antwoord van Minister Yeşilgöz-Zegerius (Justitie en Veiligheid), mede namens de Minister
voor Rechtsbescherming (ontvangen 23 maart 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2021–2022, nr. 1763.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Veel vandalen hoeven forse schade coronarellen niet
te vergoeden1»?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Bent u het ermee eens dat het uitgangspunt bij het aanrichten van schade, het verhalen
van die schade op de dader moet zijn? Zo ja/nee, waarom?
Antwoord 2
Ja. De rellen gingen gepaard met volstrekt onacceptabel en strafbaar gedrag, zoals
vandalisme, plunderingen en geweld tegen de politie. Dat vormde niet alleen een aantasting
van de rechtsorde, maar maakte ook moedwillig medeburgers tot slachtoffer waaronder
reeds door corona zwaar getroffen ondernemers. Voor slachtoffers is het verhalen van
schade van groot belang. Niet alleen omdat dit zorgt voor materieel herstel, maar
ook omdat dit zorgt voor een vorm van erkenning van het aangedane leed. Dat de dader
de door hem of haar aangerichte schade moet betalen, staat hierbij uiteraard voorop.
Iedereen is in beginsel verantwoordelijk voor de gevolgen van zijn of haar handelen
en dus ook voor het vergoeden van veroorzaakte schade.
Vraag 3
Klopt het dat het merendeel van de vandalen die vernielingen aanrichtten of winkels
plunderden tijdens de avondklokrellen een jaar geleden, die schade niet hoeft te vergoeden?
Waarom niet?
Antwoord 3
Daders van strafbare feiten moeten de schade die het gevolg is van die strafbare feiten
vergoeden. Dat is het uitgangspunt van het stelsel van schadevergoeding voor slachtoffers
van strafbare feiten. Dat uitgangspunt geldt dus ook voor de schade die vorig jaar
door ondernemers is geleden als gevolg van vernielingen tijdens de desbetreffende
rellen. Echter, bij deze schade was van nog groter belang dat de door corona al zo
zwaar getroffen ondernemers in eerste instantie een beroep zouden kunnen doen op hun
verzekeraar voor snel schadeherstel zodat de getroffen winkels ook weer snel open
zouden kunnen. Daartoe is ook, vooruitlopend op de totstandkoming van de Regeling
Bedrijvenschade, nauw overleg gevoerd met het Verbond van Verzekeraars. Het merendeel
van de ondernemers was, zoals mijn voorganger in zijn brief van 9 februari 2021 heeft
aangegeven2, verzekerd tegen dit soort schade en verzekeraars keren in de regel snel uit bij
meldingen van materiële schade.
De totale verzekerde schade als gevolg van deze rellen wordt door het Verbond van
Verzekeraars geschat op € 1 mln. Verzekeraars kunnen vervolgens via subrogatie in
de rechten van het slachtoffer treden, waarbij zij in een civiele procedure de schade
kunnen verhalen op de daders. In hoeverre verzekeraars van deze mogelijkheid gebruik
maken is een keuze die aan de verzekeraars is. Ik sta in contact met het Verbond van
Verzekeraars om te vernemen hoe dit verloopt.
Bij rellen zoals deze gaat het in de regel om onoverzichtelijke, chaotische situaties.
Het vergt daardoor uitvoerig onderzoek om te kunnen achterhalen of veroorzaakte schade
aan een dader kan worden toegerekend. Politie en Openbaar Ministerie hebben hier veel
tijd in gestoken. Als uit camerabeelden, getuigenverklaringen of processen-verbaal
van aanwezige politieambtenaren niet kan worden vastgesteld of een relschopper schade
heeft veroorzaakt, is het eisen en opleggen van het vergoeden van de schade niet mogelijk.
Op basis van cijfers van het OM, de Rechtspraak en het CJIB kan ik u het volgende
meedelen over hetgeen tot nu toe is verhaald aan schade op daders.3 Wat betreft verhaal via het strafproces heeft het OM 404 verdachten van de betreffende
rellen geregistreerd, waarvan 312 verdachten zijn gedagvaard of opgeroepen. Hierbij
ging het om diverse strafbare gedragingen, ook om delicten waarbij geen sprake was
van schade. In een aantal zaken heeft zich een benadeelde partij gevoegd. Bij het
CJIB zijn van 55 daders vonnissen bekend waarbij een schadevergoedingsmaatregel is
opgelegd. Hiermee is een totaal schadebedrag van ruim € 551.000,– gemoeid. Deze schadevergoedingen
komen ten goede aan 70 benadeelde partijen. Op het moment dat de vonnissen bij het
CJIB binnenkomen, begint het CJIB direct met het innen van de schadevergoedingsmaatregelen.
Op 19 januari 2022 was ruim € 36.700,– geïnd. Aan de inning van het resterende geld
wordt volop gewerkt. Daarnaast zijn er nog 180 strafzaken waarin door de rechter een
straf is opgelegd, maar die nog moeten worden aangeleverd aan het CJIB. Hierbij zitten
mogelijk ook vonnissen waarin een schadevergoedingsmaatregel is opgelegd.
Gelet op het bedrag van de opgelegde schadevergoedingsmaatregelen en de strafzaken
die nog moeten worden aangeleverd bij het CJIB, kan nog geen eindoordeel kan worden
gegeven over de mate waarin het verhaal op daders is gelukt. Ik kan u verzekeren dat
het mijn ambitie is om daders zoveel als mogelijk te laten betalen voor de aangerichte
schade.
Vanuit de Regeling bedrijvenschade coronarellen is aan 36 ondernemers in totaal een
bedrag van € 228.150,– aan schade vergoed. Bij de vormgeving van de Regeling Bedrijvenschade
is opgenomen dat de ondernemers die via de RVO een beroep doen op deze regeling daarmee
automatisch hun vordering voor de aangerichte schade overdragen aan de overheid. Dit
is gebeurd via een zogenaamde akte van cessie. De achterliggende gedachte was dat
zodoende de schade waarvoor een uitkering was verstrekt alsnog op de daders kan worden
verhaald. Het is mijn intentie om dit ook zoveel mogelijk te doen, vanuit de gedachte
dat als iemand schade veroorzaakt deze er ook voor moet opdraaien. Tegelijkertijd
ben ik mij ervan bewust dat dit een complexe aangelegenheid is, onder meer vanwege
de privacywetgeving. Op dit moment bekijk ik daarom samen met het OM of en zo ja op
welke wijze de schade waarvoor een tegemoetkoming is gegeven gekoppeld kan worden
aan een dader.
Vraag 4
Klopt het dat er naar aanleiding van de rellen in Rotterdam slechts drie mensen veroordeeld
werden tot een schadevergoeding? Klopt het voorts dat het Openbaar Ministerie (OM)
in Eindhoven (Oost-Nederland) er vaker in slaagt vandalen te vervolgen en veroordeeld
te krijgen? Kunt u het verschil tussen die steden dan wel die regio’s verklaren?
Antwoord 4
Cijfers rondom het strafrechtelijk vorderen van de schademaatregelen worden niet geregistreerd.
Hierdoor kan niet inzichtelijk worden gemaakt of er grote verschillen zijn tussen
de regio’s.
In meer algemene zin is bij de aanpak na de rellen ervaren dat het grote aantal personen
dat kon worden berecht en bestraft, behaald is door nauwe samenwerking tussen OM en
politie en het direct na de rellen inrichten van gezamenlijke werkprocessen.
Vraag 5
In hoeveel gevallen wordt een opgelegde schadevergoedingsmaatregel daadwerkelijk betaald
en hoe vaak wordt iemand gegijzeld indien de opgelegde schadevergoeding niet wordt
betaald?
Antwoord 5
Het inningspercentage van schadevergoedingsmaatregelen in het algemeen bedraagt na
drie jaar circa 70% en na 10 jaar ruim 80%. Het CJIB blijft in alle gevallen proberen
het bedrag van de schade te verhalen zolang de tenuitvoerleggingstermijn niet is verstreken.
Dat kan door middel van een betalingsregeling of het inzetten van een deurwaarder
maar ook kan het dwangmiddel gijzeling worden toegepast. Het dwangmiddel gijzeling
wordt niet toegepast indien aantoonbaar sprake is van betalingsonmacht.
Het dwangmiddel gijzeling is met ingang van 1 januari 2020 met de inwerkingtreding
van de wet USB mogelijk geworden. De strafrechter bepaalt het aantal dagen dat de
veroordeelde kan worden gegijzeld, voor het geval de veroordeelde de schadevergoedingsmaatregel
niet zou betalen. Gijzeling is een dwangmiddel en beoogt mensen die wel kunnen, maar
niet willen tot betaling te bewegen. Het dwangmiddel gijzeling is in 2021 30 maal
toegepast en in 2022 tot nu toe 12 keer.4
Vraag 6
Klopt het dat zowel het OM als u aangegeven hebben alles op alles te willen zetten
om de veroorzaakte schade te verhalen op daders? Wat hebben het OM en u gedaan om
de schade op de daders te verhalen?
Antwoord 6
Mijn ambtsvoorganger heeft in het debat van 27 januari 2021 over de rellen en de daaropvolgende
brief van 9 februari 2021 aangegeven dat hij het van groot belang vond dat de getroffen
ondernemers hun schade vergoed zouden krijgen. Hiervoor is de Regeling Bedrijvenschade
ingesteld, die op 1 april 2021 in werking trad.
Daarnaast heeft hij aangegeven het belangrijk te vinden dat de schade tijdens de rellen
zoveel als mogelijk op de daders wordt verhaald. Ook ik vind het belangrijk dat daders
zoveel mogelijk de door hen aangerichte schade betalen. Zoals in het bovenstaande
is aangegeven is dit via verschillende wegen ook gebeurd. Zoals in het antwoord op
vraag 3 is aangegeven is een significant bedrag aan schade ook daadwerkelijk opgelegd
aan de daders. Er is door verschillende organisaties veel tijd en energie gestoken
om dit voor elkaar te krijgen. Daarnaast lopen er nog diverse strafzaken die nog tot
veroordelingen tot het vergoeden van schade kunnen leiden.
Voor het verhalen van de schade die via de Regeling Bedrijvenschade is uitgekeerd
laat ik op dit moment onderzoeken of verhaal op basis van de akte van cessie mogelijk
is.
Het algemene beeld is dat de daarvoor in aanmerking komende ondernemers inderdaad
zijn gecompenseerd voor hun schade en dat diverse daders zijn veroordeeld tot het
betalen van schadevergoeding, maar dat lang niet alle schade aan daders gekoppeld
en dus op hen verhaald zal kunnen worden.
Vraag 7
Hoe effectief is de toepassing van snelrecht bij het verhalen van schade? Hoe vaak
is in 2020 en in 2021 een schadevergoeding toegewezen bij een snelrechtzaak?
Antwoord 7
Het snelrecht is geschikt voor strafzaken waarbij de bewijsvoering voor een delict
binnen enkele dagen rond kan zijn. Bij rellen als hier aan de orde is doorgaans sprake
van onoverzichtelijke situaties waarbij meer tijd nodig is om – bijvoorbeeld aan de
hand van camerabeelden – het bewijs rond te krijgen en te kunnen vaststellen welke
schade door verdachten is veroorzaakt. Bij de betreffende rellen is snelrecht ingezet
in de zaken waar dat naar het oordeel van het OM mogelijk was.
In onderstaande tabellen is het aantal bij (super)snelrechtzaken opgelegde schadevergoedingsmaatregelen
aangegeven.
Tabel Aantal opgelegde schadevergoedingsmaatregelen in 2020–2021 (super)snelrecht
Categorie 11
Categorie 22
Categorie 33
Categorie 44
Totaal
2020
176
56
485
62
779
2021
52
17
456
65
590
Dit is het aantal schadevergoedingsmaatregelen dat is opgelegd; bij sommige zaken
worden meerdere schadevergoedingsmaatregelen opgelegd per zaak. Dit gebeurt als er
meerdere benadeelde partijen zijn. Het is ook mogelijk dat er vorderingen benadeelde
partij zijn toegewezen zonder oplegging van een schadevergoedingsmaatregel. Deze zijn
die niet meegerekend in de tabel, dit is niet betrouwbaar uit de informatiesystemen
te halen.
X Noot
1
Categorie 1: Supersnelrecht, 0 <= 3 dagen van datum plegen feit tot datum eerste zitting
X Noot
2
Categorie 2: Supersnelrecht, > 3 en <= 6 dagen van datum plegen feit tot datum eerste
zitting
X Noot
3
Categorie 3: Snelrecht, > 6 en <= 17 dagen van datum plegen feit tot datum eerste
zitting. Met inverzekeringstelling/ voorlopige hechtenis.
X Noot
4
Categorie 4: Snelrecht, > 6 en <= 30 dagen van datum plegen feit tot datum eerste
zitting. Zonder inverzekeringstelling/ voorlopige hechtenis.
Vraag 8
Wordt er in het geval van schade aan overheidsgebouwen altijd aangifte gedaan?
Antwoord 8
Ik acht dit zeker gewenst, maar het is niet vast te stellen of dit ook altijd gebeurt.
Vraag 9
Vindt u dat het vorderen van schadevergoeding door het OM meer prioriteit moet krijgen?
Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat hier meer prioriteit aangegeven wordt?
Antwoord 9
Er is door onder andere politie en Openbaar Ministerie uitvoerig onderzoek gedaan
om te kunnen achterhalen of veroorzaakte schade aan een dader kan worden toegerekend.
In onoverzichtelijke situaties, zoals bij de betreffende rellen, is dit niet altijd
mogelijk gebleken, ondanks de inspanningen van politie en OM. Zie verder het antwoord
op vraag 3.
Bij een strafzaak staat de vervolging van de verdachte voor een strafbaar feit centraal.
De afgelopen jaren hebben de rechten van slachtoffers, waaronder het verhalen van
schade van het slachtoffer, een steeds belangrijker plek in het strafproces gekregen.
Als voorbeeld wijs ik op de OM-Aanwijzing Slachtofferrechten5 waarin het beleid van het OM ten aanzien van schadeverhaal is opgenomen en dat inhoudt
dat het OM het slachtoffer zo goed als mogelijk ondersteunt bij het verkrijgen van
een vergoeding van diens materiële en immateriële schade. Tegelijkertijd heb ik ervaren
dat de mogelijkheden om de schade op de daders te verhalen in de praktijk begrensd
blijken te zijn en dat hier nog verbeteringen in mogelijk zijn.
Ook de Commissie «Onderzoek stelsel schadevergoeding voor slachtoffers van strafbare
feiten» benadrukt in haar rapport6 het uitgangspunt dat de dader aansprakelijk is voor de schade die het slachtoffer
lijdt. In het verlengde daarvan doet de commissie voorstellen om de mogelijkheden
om de dader te verplichten tot een financiële schadevergoeding te bevorderen en te
verruimen. Op dit moment wordt samen met de betrokken ketenpartners gesproken over
de inhoud van het rapport. De voorstellen worden gezamenlijk uitgewerkt, waarbij de
consequenties, uitvoerbaarheid en kosten in kaart worden gebracht. De Minister voor
Rechtsbescherming zal uw Kamer voor het einde van het jaar middels een inhoudelijke
beleidsreactie op het advies nader informeren.
Vraag 10
Deelt u de mening dat toepassing van de voorschotregeling bij een afzonderlijke procedure
voor schadevergoeding wenselijk is, zoals ook is geconcludeerd door de Commissie onderzoek
stelsel schadevergoeding voor slachtoffers van strafbare feiten en het WODC? Zo nee,
waarom niet? Zo ja, kunt u bij voorjaarsnota financiële middelen vrij maken voor een
Pilot met een afzonderlijke schadevergoedingskamer? Wat vindt u van een aparte schadevergoedingsprocedure
voor slachtoffers?
Antwoord 10
De aanbevelingen die door de Commissie «Onderzoek stelsel schadevergoeding voor slachtoffers
van strafbare feiten» in haar rapport7 zijn gedaan omtrent aanpassing van de voorschotregeling en de inrichting van een
aparte schadevergoedingskamer vragen om het maken van inhoudelijke, budgettaire en
politieke keuzes. Met de betrokken ketenpartners worden de voorstellen gezamenlijk
uitgewerkt waarbij de consequenties, uitvoerbaarheid en kosten in kaart worden gebracht.
De Kamer wordt voor het eind van het jaar nader geïnformeerd over de inhoudelijke
beleidsreactie op het advies.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid -
Mede namens
F.M. Weerwind, minister voor Rechtsbescherming
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.