Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Wassenberg over het verspreiden van schadelijke desinformatie over de wolf
Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Ministers voor Natuur en Stikstof en van Justitie en Veiligheid over het verspreiden van schadelijke desinformatie over de wolf (ingezonden 3 februari 2022).
Antwoord van Minister Van der Wal-Zeggelink (Natuur en Stikstof), mede namens de Minister
van Justitie en Veiligheid (ontvangen 23 maart 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen,
vergaderjaar 2021–2022, nr. 1825.
Vraag 1
Kent u het bericht «Hond in kudde, meerdere schapen vermist»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Zijn er officiële cijfers bekend van de aantallen kleinvee die gedood worden door
loslopende honden? Zo nee, waarom niet en bent u bereid daar nader onderzoek naar
te (laten) verrichten? Zo ja, kunt u de cijfers over de afgelopen vijf jaar met ons
delen?
Antwoord 2
Cijfers van landbouwhuisdieren die gedood worden door honden zijn niet beschikbaar,
omdat hier geen centrale registratie van plaatsvindt. BIJ12 komt alleen in actie bij
vermoedelijke wolvenschade. Na DNA-analyse kan blijken dat het een aanval van een
hond betrof. Dit zijn echter toevalligheden en geeft geen representatief beeld. Als
al direct na de aanval duidelijk is dat het om een hond gaat dan wordt BIJ12 hier
niet bij betrokken. Ik zie op dit moment geen aanleiding tot nader onderzoek.
Vraag 3
Is het waar dat gevestigde wolven een voorkeur hebben voor natuurlijke prooien anders
dan voor kleinvee? Zo nee, waarop baseert u uw antwoord? Zo ja, bent u bereid de natuurlijke
prooidieren van de wolf meer te beschermen tegen menselijk ingrijpen?
Antwoord 3
Uit de Factfinding studie2 die vorig jaar is uitgevoerd door Wageningen Environmental Research (Kamerstuk 33 576, nr. 251) komt naar voren dat het dieet van wolven in hoofdzaak wordt bepaald door de combinatie
van prooibeschikbaarheid (= welke soorten zijn in welke aantallen aanwezig) en prooikwetsbaarheid
(= zijn de prooien gemakkelijk te vangen of niet). Daarnaast kunnen individuele voorkeuren,
leerprocessen en de rangordepositie van de wolf binnen de groep, de samenstelling
verder beïnvloeden. Voor het gematigd klimaatgebied van Europa worden ree, edelhert
en zwijn aangeduid als de belangrijkste prooisoorten, maar ook andere regionaal aanwezige
hoefdieren, bijvoorbeeld damhert en moeflon, kunnen een belangrijke voedselbron vormen.
Daarnaast staan haasachtigen op het menu, hoewel het belang van deze prooicategorie
in het Europese gematigde klimaatgebied klein is. Ook de doodgereden wolvin op de
Zuid-Veluwe, GW1729f, had resten van haas in haar maag. Wanneer de beschikbaarheid
van wilde prooien ontoereikend blijkt, al dan niet tijdelijk, kan predatie van vee
plaatsvinden. Vee en wilde hoefdieren zijn vanuit het perspectief van wolven beide
gewoon hoefdieren.
De Wet natuurbescherming biedt voldoende basis voor het beschermen van prooisoorten
tegen menselijk handelen. Op dit moment is geen reden voor aanvullende bescherming.
Vraag 4
Kent u de Duitse verslagen van analyses van de fecaliën van wolven waaruit blijkt
dat de wolf een sterke voorkeur heeft voor natuurlijke prooien? Zo ja, heeft u redenen
om aan te nemen dat de situatie in Nederland substantieel zal afwijken van deze waarnemingen
en waarom?3
Antwoord 4
Ja, deze zijn mij bekend.
Het is de verwachting dat de situatie in Nederland voor wat betreft het natuurlijke
voedselpatroon van de wolf vergelijkbaar is met die in Duitsland.
Vraag 5
Bent u bereid ook in Nederland een dergelijke analyse te laten verrichten? Zo ja,
op welke termijn?
Antwoord 5
Het dieet van de wolf wordt meestal afgeleid door identificatie van prooiresten in
uitwerpselen. Traditioneel gebeurt dit mechanisch, namelijk micro- en macroscopische
determinatie van haren en verificatie van tand- en botfragmenten. Recentelijk kan
hier ook de genetische analyse aan toegevoegd worden. De Zoogdiervereniging heeft
onlangs, in samenwerking met de Universiteit Antwerpen, Universiteit Leiden en de
stichting Leo, een eerste onderzoek uitgevoerd naar het dieet van wolven in Nederland,
gebruikmakend van fecaliën analyse4. De resultaten van het dieetonderzoek via eDNA-analyse zijn waarschijnlijk eind april
beschikbaar.
Vraag 6
Is het waar dat Vlaanderen een aanzienlijk hogere straf kent voor het doden van een
wolf dan Nederland? Zo ja, bent u bereid de strafmaat in Nederland voor het doden
van de wolf te verhogen?5
Antwoord 6
Ik ben van mening dat de strafmaat in Nederland voldoende is. Ook ligt het strafmaximum
hoger dan in België. Het verhogen van de strafmaat is op dit moment niet aan de orde.
Zoals bij de beantwoording van eerdere Kamervragen (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar
2021–2022, nr. 837) is aangegeven, is het doden van een wolf in Nederland een overtreding van artikel
3.5, eerste lid, van de Wet natuurbescherming. Artikel 1a, onder 1°, van de Wet op
de economische delicten stelt dat overtreding van dit artikel een economisch delict
vormt. Artikel 2 van deze wet geeft aan dat het opzettelijk doden van een wolf een
misdrijf is. De strafmaat die hierop is gesteld is een gevangenisstraf van maximaal
6 jaar, een taakstraf of een geldboete van de vijfde categorie (maximaal € 90.000,-).
Hierbij kunnen tevens bijkomende straffen en maatregelen worden opgelegd. Het is aan
de rechter om de hoogte van de straf te bepalen. In Vlaanderen is het doden van wolven
strafbaar met een gevangenisstraf van een maand tot vijf jaar en/of een geldboete
van 100 tot 500.000 euro, voor zover dit opzettelijk gebeurt.
Vraag 7
Deelt u de mening dat het demoniseren van beschermde dieren als de wolf kan leiden
tot eigenrichting en het uitlokken van illegale jacht?
Antwoord 7
Burgers dienen zich te houden aan de wettelijke grenzen en eigenrichting dient te
worden voorkomen. Ik zie echter geen verband tussen de diverse uitingen over de wolf
en illegaal gedrag.
Vraag 8
Op welke manier kan de huidige wetgeving rondom haatzaaien, bedrog en misleiding ingezet
worden om desinformatie over de wolf te bestrijden, zeker als dit kan leiden tot strafbare
handelingen die gericht zijn tegen een beschermde diersoort?
Antwoord 8
Desinformatie valt in principe onder de bescherming van de vrijheid van meningsuiting.
Uitspraken over de wolf vallen ook onder de vrijheid van meningsuiting en deze mogen
worden geuit en verspreid, ook door belangenorganisaties. Toch kunnen zich situaties
voordoen dat een uiting strafbaar is, bijvoorbeeld wanneer dit aanzet tot haat (artikel
137d Sr). Dit is echter gericht op haat tegen mensen, en niet tegen dieren. Wel kunnen
in sommige gevallen de gevolgen van het verspreiden van onwaarheden leiden tot strafbare
feiten. Bijvoorbeeld wanneer een persoon op basis van onjuiste informatie over de
wolf het besluit neemt een wolf te doden, wat in strijd is met artikel 3.5, eerste
lid, van de Wet natuurbescherming. Hierbij kan iemand niet vervolgd worden voor het
verspreiden van desinformatie of onwaarheden, maar voor het plegen van een strafbaar
of onrechtmatig feit.
Vraag 9
Op welke manier gaat u techbedrijven verantwoordelijk houden voor het verspreiden
van desinformatie over de wolf, bijvoorbeeld in de vorm van een meldplicht?
Antwoord 9
Online platformen zoals Facebook en Twitter hebben in hun gebruiksvoorwaarden opgenomen
wat toegestaan is op hun platform en wat niet. Berichten die tegen het beleid ingaan
kunnen worden gerapporteerd. Het online platform zal dan oordelen of het bericht bijvoorbeeld
verwijderd wordt of niet. In de eerdere brief van de voormalige Minister van BZK wordt
verder ingegaan op de mogelijkheid van platformen om online content te reguleren,
het toepasselijke juridische kader en de rol van de overheid (Kamerstuk 26 643, nr. 782).
Vraag 10
Op welke manier gaat u belangenorganisaties verantwoordelijk houden voor het verspreiden
van desinformatie over de wolf?
Antwoord 10
Zoals bij de beantwoording van vraag 8 is aangegeven, valt desinformatie in principe
onder de bescherming van de vrijheid van meningsuiting. Het staat organisaties vrij
hun mening te uiten.
Vraag 11
Bent u bereid om een bewustwordingscampagne te starten met feitelijke informatie over
de wolf om de stortvloed aan schadelijke desinformatie van weerwoord te voorzien?
Antwoord 11
Verschillende provincies6 en maatschappelijke organisaties7
8 geven momenteel al informatie en voorlichting over het samenleven met de wolf. Ik
bekijk of en op welke manier vanuit mijn ministerie aanvullende voorlichting nodig
is. Deze voorlichting koppel ik aan de informatie uit het nieuwe wolvenplan dat na
de zomer gereed is.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof -
Mede namens
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.