Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Amhaouch over de antwoorden op schriftelijke vragen over fors hogere elektriciteits- en gasprijzen
Vragen van het lid Amhaouch (CDA) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over de antwoorden op schriftelijke vragen over fors hogere elektriciteits- en gasprijzen (ingezonden 28 december 2021).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie) (ontvangen 22 maart 2022). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1322.
Vraag 1
Bent u in uw antwoorden niet veel te optimistisch over de vulgraad van de gasopslagen
in Nederland? Hoe komt het dat u veel hogere percentages voor de vulgraad van de gasopslagen
presenteert dan in de online publieke data (AGSI) is te vinden?1
2
Antwoord 1
Zie het antwoord op de vragen 2 en 3.
Vraag 2
Klopt het dat de hoogcalorische gasopslagen op dit moment (27 december) een vulgraad
van 21% hebben in plaats van de door u gepresenteerde 45%?
Antwoord 2
De gepresenteerde 45% was de vulgraad aan het begin van de tweede week van december
van de Nederlandse opslagen voor hoogcalorisch gas gecombineerd met de vulgraad net
over de grens met Duitsland gelegen opslagen voor hoogcalorisch gas in Duitsland die
vanuit Nederland direct toegankelijk zijn. Aan het begin van de tweede week van december
was de vulgraad van uitsluitend de Nederlandse opslagen voor hoogcalorisch gas 35%.
Vraag 3
Klopt het dat de laagcalorische gasopslagen op dit moment (27 december) een vulgraad
van 54% hebben in plaats van de door u gepresenteerde 60%?
Antwoord 3
De gepresenteerde 60% was de stand van zaken aan het begin van de tweede week van
december.
Vraag 4
Kan het verschil voor de laagcalorische gasopslagen geheel of gedeeltelijk verklaard
worden door de gasopslagen net over de grens bij Enschede, die op het Nederlandse
gastransportnet zijn aangesloten?
Antwoord 4
Zoals aangegeven in het antwoord (voetnoot 6) op de eerdere Kamervragen zijn bij de
gepresenteerde cijfers de over de Duitse grens gelegen laagcalorische gasbergingen,
die exclusief op Nederlandse net zijn aangesloten, meegenomen.
Vraag 5
Als deze cijfers kloppen, staat u dan nog steeds op het standpunt dat de gasopslagen
voldoende gevuld om leveringszekerheid te borgen voor de beschermde gebruikers?
Antwoord 5
Alle Nederlandse beschermde afnemers gebruiken laagcalorisch gas. Om de leveringszekerheid
van deze afnemers te borgen heeft het kabinet met Shell, ExxonMobil en NAM in het
zogenaamde Norg Akkoord afspraken gemaakt over de inzet van de gasopslagen Alkmaar,
Norg en Grijpskerk in de komende jaren. Niet alleen is vastgesteld dat de laagcalorische
opslagen bij het begin van de koudeseizoen voldoende gevuld moeten zijn, maar ook
dat er tot en met het einde van de koudeseizoen voldoende gas in de opslagen moet
blijven.
Vraag 6
Klopt uw stellingname dat volgens de Europese netbeheerders ENTSO-G de Europese gasopslagen
in principe voldoende gevuld moeten zijn om ook een koude winter door te komen, aangezien
ENTSO-G slechts berekend heeft of er voldoende gastransportinfrastructuur is om de
gewenste volumes te transporteren, maar geen uitspraken doet of er wel voldoende gas
is?
Antwoord 6
ENTSOG heeft aangegeven dat een vulgraad van 77% aan het begin van het koude seizoen
in principe voldoende is om een koude winter door te komen. ENTSOG gaat er daarbij
vanuit dat er geen verstoring optreedt in de gaslevering.
Vraag 7
Bent u bekend met de disclaimer die ENTSO-G in haar rapporten maakt op dit punt3, namelijk dat «The Security of Supply results should be interpreted as an assessment
of the ability of the gas infrastructure to allow for an efficient cooperation of
the EU Member States to cope with an unusual cold winter season under different scenarios.
The EU-wide simulation is not a forecast of the expected gas supply situation»?
Antwoord 7
Ja, daar ben ik mee bekend.
Vraag 8
Pas wanneer er een ernstig fysiek tekort aan gas ontstaat dat niet meer door de markt
op grond van prijssignalen en vrijwillige afschakeling kan worden opgevangen, wordt
het Bescherm- en Herstelplan Gas ingeroepen, maar is dat niet te laat? Is het niet
verstandig om eerder al verbruikers op te roepen waar mogelijk vrijwillig minder gas
te verbruiken? Bijvoorbeeld kantoorpanden die nu niet of maar zeer beperkt in gebruik
zijn en toch verwarmd worden?
Antwoord 8
Het Bescherm- en Herstelplan kent de volgende drie niveaus van crisis
a. niveau van vroegtijdige waarschuwing: wanneer uit concrete, ernstige en betrouwbare
informatie blijkt dat er zich een gebeurtenis kan voordoen die de gasleveringssituatie
aanzienlijk kan doen verslechteren en kan leiden tot het ontstaan van een alarm- of
een noodsituatieniveau; het niveau van vroegtijdige waarschuwing kan worden geactiveerd
door een mechanisme voor vroegtijdige waarschuwing;
b. alarmniveau: wanneer er zich een verstoring van de gaslevering of een uitzonderlijk
hoge gasvraag voordoet die de gasleveringssituatie aanzienlijk doet verslechteren,
maar de markt nog in staat is deze verstoring of vraag op te vangen zonder gebruik
te moeten maken van niet-marktgebaseerde maatregelen;
c. noodsituatieniveau: wanneer zich een uitzonderlijk hoge gasvraag, een aanzienlijke
verstoring van de gaslevering of een andere aanzienlijke verslechtering van de gasleveringssituatie
voordoet, en alle relevante marktgebaseerde maatregelen zijn toegepast maar de gaslevering
niet volstaat om aan de resterende gasvraag te voldoen en er dus bijkomend ook niet-marktgebaseerde
maatregelen moeten worden genomen, met name om gasleveringen aan beschermde afnemers
overeenkomstig artikel 6 van de EU-verordening veilig te stellen.
Bij elk van deze niveaus van crisis horen andere maatregelen. Een oproep om minder
gas te verbruiken is de eerste maatregel die wordt afgeroepen als er sprake is van
een noodsituatie. Als er sprake is van één van de andere niveaus van crisis dan is
de markt in staat om eventuele tekorten op te vangen. Dat kan uiteraard ook door vrijwillig
af te zien van het gebruik van gas.
Overigens heeft op dit moment nog geen enkele lidstaat een niveau van crisis afgekondigd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.