Verslag van een schriftelijk overleg : Verslag van een schriftelijk overleg over de voorhang ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit register onderwijsdeelnemers in verband met het uitbreiden van de wettelijke grondslagen voor de verwerking van gegevens in het kader van het register onderwijsdeelnemers
34 878 Bundeling en aanpassing van regels over de registers met betrekking tot onderwijsdeelnemers (Wet register onderwijsdeelnemers)
Nr. 18
VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG
Vastgesteld 23 maart 2022
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen en
opmerkingen voorgelegd aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de
brief van 1 februari 2022 over de voorhang ontwerpbesluit tot wijziging van het Besluit
register onderwijsdeelnemers in verband met het uitbreiden van de wettelijke grondslagen
voor de verwerking van gegevens in het kader van het register onderwijsdeelnemers
(Kamerstuk 34 878, nr. 17).
De vragen en opmerkingen zijn op 17 februari 2022 aan de Minister van Onderwijs, Cultuur
en Wetenschap voorgelegd. Bij brief van 22 maart 2022 zijn de vragen beantwoord.
De voorzitter van de commissie, Michon-Derkzen
Adjunct-griffier van de commissie, Bosnjakovic
Inhoud
I
Vragen en opmerkingen uit de fracties
2
•
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
2
•
Inbreng van de leden van de D66-fractie
2
•
Inbreng van de leden van de PvdA-fractie
2
II
Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
3
I Vragen en opmerkingen uit de fracties
Inbreng van de leden van de VVD-fractie
De leden van de VVD-fractie hebben met interesse kennisgenomen van de Voorhang ontwerpbesluit
tot wijziging van het Besluit register onderwijsdeelnemers in verband met het uitbreiden
van de wettelijke grondslagen voor de verwerking van gegevens in het kader van het
register onderwijsdeelnemers en hebben hierover nog enkele vragen.
De leden van de VVD-fractie lezen dat het wetsvoorstel onder andere het volgende regelt:
uitbreiding van de grondslagen voor het verstrekken van gegevens uit het register
onderwijsdeelnemers aan (overheids)organisaties ten behoeve van de uitvoering van
diverse taken van deze organisaties (onder andere samenwerkingsverbanden passend onderwijs,
sectorraden, pensioenuitvoerders en de Belgische toezichthouder op de Belgische leerplichtwetgeving).
De leden vragen hoe de Minister erop toeziet dat de gegevens die door (overheids)instanties
uit het register onderwijsdeelnemers worden gehaald doelgericht en primair in het
belang van de betreffende onderwijsdeelnemers worden gebruikt. Tevens vragen de leden
de Minister om steeds goed te (blijven) borgen dat de AVG1-regels worden gerespecteerd.
Inbreng van de leden van de D66-fractie
De leden van de D66-fractie hebben geen nadere vragen over het ontwerpbesluit tot
wijziging van het Besluit register onderwijsdeelnemers in verband met het uitbreiden
van de wettelijke grondslagen voor de verwerking van gegevens in het kader van het
register onderwijsdeelnemers.
Inbreng van de leden van de PvdA-fractie
De leden van de PvdA-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van het onderhavige
ontwerpbesluit. Zij vinden het belangrijk dat ook buitenlandse en internationale scholen
worden aangesloten op het register onderwijsdeelnemers met het oog op een effectievere
aanpak van verzuim, maar begrijpen zij het goed dat dit nu eerder gebeurt voor de
B3-scholen dan voor de onderwijsinstellingen op Caribisch Nederland, waarbij het streven
is deze op Bonaire in 2022 aan te sluiten en de onderwijsinstellingen op de rest van
Caribisch Nederland pas in 2023? Welke invloed gaat dit uitstel hebben op de registratie
van diploma’s die scholieren op Caribisch Nederland behalen in het diplomaregister?
Dit diplomaregister bestaat immers al een aantal jaren, maar Caribisch Nederland valt
nog altijd buiten het werkingsgebied ervan, met alle gevolgen van dien voor de moeizame
inschrijving van Caribische gediplomeerden bij hbo- en mbo-instellingen in Europees
Nederland. Wat kan de Minister doen om de registratie van hun diploma’s in het diplomaregister
te bespoedigen, mede in het licht van het gegeven dat studeren in de regio vaak geen
goed alternatief vormt, aangezien dit in de Caribische regio veelal een zeer kostbare
aangelegenheid is, evenals studeren in de Verenigde Staten, zo vragen de leden.
II Reactie van de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
In dit schriftelijk overleg heeft uw vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
enkele vragen gesteld naar aanleiding van de voorhang van het ontwerpbesluit tot wijziging
van het Besluit register onderwijsdeelnemers in verband met het uitbreiden van de
wettelijke grondslagen voor de verwerking van gegevens in het kader van het register
onderwijsdeelnemers (Kamerstuk
34 878, nr. 17). Ik dank de leden voor de door hen gestelde vragen, waarop ik hierna, mede namens
de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs, zal ingaan.
De leden van de VVD-fractie lezen dat het wetsvoorstel onder andere het volgende regelt:
uitbreiding van de grondslagen voor het verstrekken van gegevens uit het register
onderwijsdeelnemers aan (overheids)organisaties ten behoeve van de uitvoering van
diverse taken van deze organisaties (onder andere samenwerkingsverbanden passend onderwijs,
sectorraden, pensioenuitvoerders en de Belgische toezichthouder op de Belgische leerplichtwetgeving).
De leden vragen hoe de Minister erop toeziet dat de gegevens die door (overheids)instanties
uit het register onderwijsdeelnemers worden gehaald doelgericht en primair in het
belang van de betreffende onderwijsdeelnemers worden gebruikt.
Als het gaat om het doelgebonden gebruik van de gegevens uit het register onderwijsdeelnemers
zijn in de eerste plaats de bepalingen in de Wet register onderwijsdeelnemers (WRO)
en het Besluit register onderwijsdeelnemers (BRO) van belang. Hierin zijn de gegevensverwerkingen
in het kader van het register gekoppeld aan doelen en taken.2 Een belangrijk uitgangspunt van de WRO is het gesloten verstrekkingenregime: in de
wet en de onderliggende amvb (BRO) is uitputtend geregeld aan wie en voor welke doeleinden
persoonsgegevens uit het register kunnen worden verstrekt. Verstrekking van persoonsgegevens
uit het register aan een instantie of voor doeleinden die niet in de WRO of het BRO
zijn benoemd is niet toegestaan.3 Dit betekent dat instanties gegevens alleen mogen gebruiken voor de doelen die bij
of krachtens de WRO zijn bepaald. De voorgestelde uitbreiding van de verstrekkingsgrondslagen
in het wetsvoorstel is overeenkomstig dit uitgangspunt.
Naast de WRO en het BRO is de AVG van belang voor het doelgebonden gebruik van gegevens.
Artikel 5 AVG bepaalt dat persoonsgegevens voor welbepaalde, uitdrukkelijk omschreven
en gerechtvaardigde doeleinden moeten worden verzameld en dat zij vervolgens niet
verder mogen worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met die doeleinden
(beginsel van doelbinding). De organisaties die gegevens ontvangen uit het register
onderwijsdeelnemers zijn verwerkingsverantwoordelijke in de zin van de AVG. Zij hebben
zelf de verantwoordelijkheid om aan het doelbindingsbeginsel van de AVG te voldoen.
De Autoriteit Persoonsgegevens houdt daarop toezicht.
Daarnaast zijn voor een zorgvuldige en doelmatige omgang met gegevens extra waarborgen
ingebouwd in het wetsvoorstel voor de gegevensverstrekking aan aangewezen private
organisaties. In de aanvraagprocedure wordt getoetst voor welke specifieke doelen
de gegevens worden gevraagd. Verder verbindt de Minister aan zijn verstrekkingsbesluit
voorschriften en beperkingen. Zo kan de voorwaarde worden gesteld dat medewerking
aan privacy-audits moet worden verleend. De Minister kan het verstrekkingsbesluit
intrekken als de betreffende private organisatie de gegevens voor andere doelen gebruikt
of de voorschriften en beperkingen die aan het verstrekkingsbesluit zijn verbonden
niet naleeft.4
Over de belangen van onderwijsdeelnemers in relatie tot het gebruik van de gegevens
uit het register onderwijsdeelnemers merk ik het volgende op. Het belang van de betreffende
onderwijsdeelnemers is soms op directe wijze betrokken bij het gegevensgebruik in
het kader van het register onderwijsdeelnemers. Te denken valt aan het gebruik van
inschrijvingsgegevens voor de verstrekking van studiefinanciering aan studenten of
het gebruik van diplomagegevens voor de beoordeling of iemand in aanmerking komt voor
opname in het BIG-register voor de medische beroepen. Soms is het belang van de betreffende
onderwijsdeelnemers op een meer indirecte wijze betrokken, bijvoorbeeld bij het gebruik
van gegevens voor beleidsvoorbereiding. Aangezien in de WRO en het BRO wordt vastgelegd
voor welke doelen gegevens mogen worden gebruikt, hebben de formele wetgever en de
regering, alsook beide Kamers vanwege de voorhangprocedure bij wijzigingen van het
BRO, een centrale rol bij het waarborgen dat het gegevensgebruik de belangen van onderwijsdeelnemers
dient.
Tevens vragen de leden van de VVD-fractie de Minister om steeds goed te (blijven)
borgen dat de AVG5-regels worden gerespecteerd.
Ik vind het van groot belang dat de regels van de AVG worden nageleefd bij de verwerking
van gegevens in het kader van het register onderwijsdeelnemers. Hierboven ben ik ingegaan
op het naleven van het doelbindingsvereiste van de AVG en de extra waarborgen die
het wetsvoorstel geeft voor verstrekking aan aangewezen private organisaties. Bij
de verwerking van registergegevens bestaan daarnaast sterke waarborgen voor de naleving
van andere belangrijke AVG-vereisten, zoals dataminimalisatie en beveiliging. Voor
bijna alle verstrekkingen geldt dat in de registerwetgeving zelf is geregeld welke
gegevens voor welke doelen precies worden verstrekt.6 Dit waarborgt dat niet meer gegevens dan nodig worden uitgewisseld. Bij gegevensverstrekking
voor onderzoeksdoeleinden wordt de noodzaak van te verstrekken gegevens getoetst aan
de hand van een aanvraag en wordt gewerkt met gegevens die niet direct tot personen
herleidbaar zijn (gepseudonimiseerde gegevens).7 Verder worden gegevens altijd uitgewisseld via de bestaande beveiligde systemen van
DUO. Deze systemen hebben bewezen betrouwbaar te zijn en werken met actuele en adequate
informatiebeveiligings- en privacystandaarden. Meer in het algemeen verdient en heeft
de naleving van AVG-regels de continue aandacht, zowel van DUO als van andere (uitvoerings)organisaties
binnen de overheid. De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
is op 21 juli 2021 bij de beantwoording van Kamervragen ingegaan op de maatregelen
die (uitvoerings)organisaties, waaronder DUO, treffen om naleving van de AVG te waarborgen.8
De leden van de PvdA-fractie vragen of de aansluiting van B3-scholen op het register
eerder gebeurt dan voor de onderwijsinstellingen op Caribisch Nederland, waarbij het
streven is deze op Bonaire in 2022 aan te sluiten en de onderwijsinstellingen in de
rest van Caribisch Nederland pas in 2023?
Het streven is de B3-scholen per 1 januari 2023 (bij inwerkingtreding van het wetsvoorstel)
aan te sluiten op het register onderwijsdeelnemers. Wat betreft de aansluiting van
bekostigde onderwijsinstellingen in Caribisch Nederland op het register is inderdaad
het streven om in 2022 onderwijsinstellingen op Bonaire aan te sluiten en de rest
van Caribisch Nederland in 2023. De reden hiervoor is dat Sint Eustatius en Saba niet
het Europees-Nederlandse stelsel hebben, zoals Bonaire.9 Dit betekent dat voor deze scholen meer aanpassingen in het register onderwijsdeelnemers
nodig zijn om de inschrijvingen en bijbehorende resultaatsgegevens van leerlingen
goed in het register te kunnen verwerken. De fasering is dus praktisch nodig om het
aansluiten zorgvuldig te laten verlopen.
Vervolgens vragen deze leden welke invloed dit uitstel heeft op de registratie van
de diploma’s die scholieren in Caribisch Nederland behalen, mede in verband met de
inschrijving van Caribische gediplomeerden bij hbo- en mbo-instellingen in Europees
Nederland.
Na aansluiting op het register onderwijsdeelnemers zijn de basisgegevens omtrent inschrijving
en de behaalde resultaten (zoals resultaten van toetsen of eindexamens) van Caribische
onderwijsdeelnemers beschikbaar om de aanmelding en inschrijving bij instellingen
in Europees Nederland te ondersteunen. Daarvoor worden door DUO de vooropleidinggegevens
van leerlingen verstrekt aan de instelling van aanmelding om de toelaatbaarheid te
toetsen. Hierdoor kan het administratieve proces van aanmelding en inschrijving plaatsvinden
zonder dat aankomende studenten papieren bewijsstukken hoeven te overleggen. Dit zal
voor de leerlingen afkomstig uit het voortgezet onderwijs op Bonaire mogelijk worden
bij aanmelding en inschrijving voor het studiejaar 2023–2024. Voor Sint Eustatius
en Saba zal dit een jaar later mogelijk zijn. Zo worden aankomende studenten uit Caribisch
Nederland ontzorgd en zal de overgang naar het vervolgonderwijs in het Europese deel
van Nederland soepeler kunnen verlopen. Ik hecht daar groot belang aan. In dit verband
wil ik ook vermelden dat op 1 september 2022 een wijziging van de Regeling register
onderwijsdeelnemers met betrekking tot vooropleidingsgegevens hoger onderwijs in werking
zal treden.10 Als sprake is van een vooropleiding afgerond in de openbare lichamen Bonaire, Sint
Eustatius of Saba of in de landen Aruba, Curaçao of Sint Maarten, zullen ho-instellingen
aan DUO het gegeven aanleveren in welk openbaar lichaam of autonoom land binnen het
Koninkrijk de vooropleiding is afgerond. Hierdoor wordt het mogelijk om, met het oog
op beleid ter ondersteuning van studenten uit het Caribisch gebied, in beleidsanalyses
specifiek te kijken naar deze groep studenten.
Tot slot vragen deze leden wat er kan worden gedaan om de registratie van diploma’s
in het diplomaregister te versnellen.
Bij de totstandkoming van de WRO en het BRO in 2020 is er voor gekozen om vooralsnog
alleen de bepalingen over basisgegevens van toepassing te laten zijn op Caribisch
Nederland.11 Achtergrond hiervan was dat voor 1 juli 2020 voor Caribisch Nederland alleen bepalingen
over het basisregister onderwijs (BRON) tot stand waren gebracht (deze waren nog niet
in werking getreden vanwege de uitvoerbaarheid). De bepalingen over het diplomaregister,
meldingsregister relatief verzuim of register vrijstellingen en vervangende leerplicht
waren niet van toepassing op de BES. De pilots die vanaf 2020 zijn gedaan op de BES
voor de aansluiting van scholen op het register onderwijsdeelnemers hebben daardoor
alleen betrekking gehad op de basisgegevens, niet op diplomagegevens, verzuimgegevens
of vrijstellingsgegevens. Het registreren en ontsluiten van diplomagegevens van Caribische
onderwijsdeelnemers (via Mijn Diploma’s) in het register onderwijsdeelnemers vraagt
hierdoor om een wijziging van zowel de WRO als het BRO. De mogelijkheden hiertoe en
de uitvoeringsgevolgen daarvan (voor zowel DUO als de BES-scholen) zal ik de komende
tijd onderzoeken. Dit onderzoek staat het verstrekken van basisgegevens van Caribische
onderwijsdeelnemers ten behoeve van de inschrijving in het Nederlandse vervolgonderwijs
niet in de weg, zoals in mijn antwoord op de vorige vraag naar voren kwam. Voor deze
verstrekking zijn in de WRO en het BRO al grondslagen opgenomen.12
Ondertekenaars
-
, -
Eerste ondertekenaar
I.J.M. Michon-Derkzen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
C.H. Bosnjakovic , adjunct-griffier