Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Thijssen over het bericht 'Experts: kabinet kan levering gas deze winter niet garanderen'
Vragen van het lid Thijssen (PvdA) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over het bericht «Experts: kabinet kan levering gas deze winter niet garanderen» (ingezonden 14 december 2021).
Antwoord van Minister Jetten (Klimaat en Energie) (ontvangen 22 maart 2022). Zie ook
Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1324.
Vraag 1
Kent u het bericht «Experts: kabinet kan levering gas deze winter niet garanderen»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u een indicatie geven van de kans dat er gastekorten ontstaan komende winter?
Antwoord 2
Het kabinet heeft diverse maatregelen genomen om de leveringszekerheid te borgen voor
beschermde afnemers. Zo zijn met Shell, ExxonMobil en NAM in het zogenaamde Norg Akkoord
afspraken gemaakt over de inzet van de gasopslagen Alkmaar, Norg en Grijpskerk in
de komende jaren. Niet alleen is vastgesteld dat de laagcalorische opslagen bij het
begin van de koudeseizoen voldoende gevuld moeten zijn, maar ook dat er tot en met
het einde van de koudeseizoen voldoende gas in de opslagen moet blijven. Dit om de
leveringszekerheid van laagcalorisch gas, het gas dat door vrijwel alle Nederlandse
huishoudens wordt gebruikt, te borgen. De huidige inschatting is er deze winter geen
tekorten aan laagcalorisch gas in Nederland zullen ontstaan een eventuele onderbreking
van gaslevering vanuit Rusland kan voor dit moment worden opgevangen.
Van belang is om de leveringszekerheid van het Europees gangbare hoogcalorische gas
ook vanuit een Europees perspectief te bezien. De gemiddelde vulgraad van de Europese
opslagen was aan het begin van het koudeseizoen met 77% (nu: ca 26%) krap ten opzichte
van andere jaren, maar onderzoeken en stresstesten2 van de Europese Commissie en Europese netbeheerders en toezichthouders (ENTSOG, ACER)
laten zien dat de gasinfrastructuur voldoende robuust is en de opslagen voldoende
zijn gevuld om ook een koude winter door te komen
Vraag 3
Vindt u het ook een slecht idee om een essentiële voorziening als gaslevering aan
de grillen van de markt over te laten? Wilt u hier een reflectie op geven tegen de
achtergrond van de huidige ontwikkelingen?
Antwoord 3
De Nederlandse gasmarkt is ingebed in een Europese markt en gekoppeld aan de mondiale
markt via LNG-stromen. Deze geïntegreerde markt heeft geleid tot meer concurrentie
door verschillende aanbieders en daarmee ook tot verbetering van de leveringszekerheid.
Lidstaten kunnen elkaar door betere interconnectiecapaciteit ondersteunen en gebruik
maken van elkaars gasfaciliteiten zoals LNG-terminals en opslagen. De geïntegreerde
markt met handelsbeurzen heeft het mogelijk gemaakt om in relatief korte tijd de winning
van het Groningenveld drastisch terug te schroeven van meer dan 40 miljard Nm3 in gasjaar 2013/14 tot minder dan 10 miljard Nm3 in gasjaar 2020/21, dit zonder dat de leveringszekerheid op enig moment in gevaar
is gekomen. De overheid heeft als publieke belang het borgen van de leveringszekerheid
van beschermde afnemers, dat wil zeggen de situatie dat deze eindafnemers van gas
op het juiste moment en in de juiste kwaliteit (voor beschermde afnemers in Nederland
is dat laagcalorisch gas) met de benodigde hoeveelheid worden beleverd. De betaalbaarheid
van energie is een ander publiek belang dat de overheid daarbij nastreeft.
De overheid laat leveringszekerheid daarbij niet volledig over aan de markt, maar
heeft gerichte wet- en regelgeving waarmee er een heldere systematiek is waarin de
verschillende spelers: leveranciers, netbeheerders, toezichthouder en het kabinet
ieder hun eigen verantwoordelijkheden hebben. Vanuit dat perspectief zijn in de Kamerbrief
van 14 maart jl. over gasleveringszekerheid ook maatregelen aangekondigd om de leveringszekerheid
op zowel de korte als de langere termijn te versterken.
Met het Norg Akkoord (zie beantwoording vraag 2) zijn reeds maatregelen genomen gericht
op de leveringszekerheid van laagcalorisch gas.
Daarnaast is in het Besluit leveringszekerheid Gaswet vastgelegd dat Gasunie Transport
Services (GTS, de beheerder van het landelijk gastransportnet) verantwoordelijk is
voor levering van gas aan kleinverbruikers bij temperaturen van – 9 t/m – 17 graden
Celsius. Daarbij is – 17 graden Celsius de temperatuur die voorkomt met een statistische
waarschijnlijkheid van eens in de 50 jaar. Daarmee gaat Nederland verder dan andere
lidstaten die veelal uitgaan van een temperatuur die eens in de 20 jaar voorkomt.
Naast de beschermde afnemers zijn er ook de niet-beschermde afnemers zoals grote industrieën.
Deze industriële afnemers zijn professionele gasinkopers en kunnen zelf bepalen welke
mate van leveringszekerheid ze wensen. Bij het inkopen zijn er meerdere opties: inkopen
op de spotmarkten (levering op korte termijn) of vooruit gas inkopen op de gashandelsplaats
tegen vastgelegde prijzen (tot 5 jaar vooruit op de Nederlandse gashandelsplaats)
of via lange termijn contracten met producenten/leveranciers. Ook kunnen zij gas opslaan
in een opslag om zo prijs- en leveringsrisico’s af te dekken. Aan het afdekken van
risico’s zijn kosten verbonden. Het is aan deze bedrijven om te bepalen welke leveringszekerheidsrisico
ze willen lopen.
De huidige situatie op de gasmarkt in combinatie met de geopolitieke spanningen maakt
het belang van leveringszekerheid nog eens extra zichtbaar en dient ook benut te worden
om kritisch te kijken of en waar meer overheidsinterventie gewenst is om de leveringszekerheid
nog meer te borgen. De Europese Commissie heeft op 15 december jl. haar voorstel uitgebracht
voor een decarbonisatiepakket voor gas met daarin ook voorstellen voor een gecoördineerd
Europees beleid voor gasopslagen. In aanvulling daarop heeft de Commissie in haar
communicatie RePOwerEU aangekondigd in april met wetgevende voorstellen voor gasopslag
te komen. Dit sluit aan bij de voornemens van het kabinet zoals aangekondigd in het
coalitieakkoord en verder uitgewerkt in voornoemde brief van 14 maart jl.
In de Kamerbrief over gasleveringszekerheid van 14 maart is dat alles in het licht
van de zeer gespannen geopolitieke situatie nader belicht en is aangegeven welke aanvullende
stappen worden gezet om de leveringszekerheid te borgen via onder meer het vullen
van de gasopslagen en aantrekken van meer LNG. Dit alles eerst en vooral met het oog
op de komende winter, maar ook voor de jaren daarna.
Vraag 4
Vindt u ook dat u een onverantwoord risico heeft genomen met betrekking tot de leveringszekerheid
van gas? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
Nee, zie het antwoord op vraag 3. En zoals aangegeven in de Kamerbrief van 14 maart
heeft het kabinet inmiddels besloten aanvullende maatregelen te treffen gezien de
zeer precaire geopolitieke situatie en de wens om de afhankelijkheid van Russische
energiebronnen, met name aardgas, snel af te bouwen.
Vraag 5
Wat zijn de mogelijke gevolgen van een koude winter voor huishoudens en bedrijven?
In welke mate wordt de levering van gas (wegens wetgeving van de Europese Unie) aan
huishoudens gegarandeerd?
Antwoord 5
Met de afspraken uit het Norg Akkoord (zie vraag 2), maar ook maatregelen die zijn
uiteen gezet in de Kamerbrief «Gasprijzen en het functioneren van de internationale
gasmarkt» (Kamerstuk 32 813, nr. 481) beoogt het kabinet de leveringszekerheid van de beschermde afnemers te borgen, ook
in een koude winter. Daarnaast is er het Besluit leveringszekerheid Gaswet (zie antwoord
op vraag 3).
Mocht er ondanks alles onverhoopt toch een ernstig fysiek tekort aan gas ontstaan
dat niet meer door de markt op grond van prijssignalen en vrijwillige afschakeling
kan worden opgevangen, dan ontstaat er een noodsituatie als omschreven in Verordening
(EU) 2017/1938 betreffende maatregelen tot veiligstelling van de gasleveringszekerheid.
Op dat moment treedt de maatregelenladder uit het Bescherm- en Herstelplan Gas in
werking (Kamerstuk 29 023, nr. 252). De overheid kan dan ultimo genoodzaakt zijn om middels een afschakelplan niet-beschermde
afnemers zoals bedrijven af te schakelen. Dit om ervoor te zorgen dat er voldoende
gas beschikbaar blijft voor beschermde afnemers zoals huishoudens en ziekenhuizen.
Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat is in overleg met bedrijfsleven om
ook op deze situatie voorbereid te zijn, om in dat geval een abrupte afschakeling
te voorkomen.
Vraag 6
Kunt u op een rij zetten wanneer u sinds het aantreden van kabinet-Rutte III door
(ambtelijk) adviseurs of belangrijke spelers in de sector als Gasunie en Gasterra
bent gewaarschuwd voor de kwetsbaarheid van uw beleid met betrekking tot gasleveringszekerheid?
Kunt u ook op een rij zetten hoe u vervolgens heeft gehandeld?
Antwoord 6
In de afgelopen jaren heeft de overheid zich, uitgebreid laten adviseren door alle
relevante partijen, waaronder GTS en GasTerra, over de gasleveringszekerheid en was
en is er nauw contact met buurlanden, de Europese Commissie en de lidstaten die onderdeel
zijn van de diverse risicogroepen waar Nederland op grond van voornoemde EU-verordening
deel van uitmaakt. Voor een antwoord op de daaruit volgende acties verwijs ik naar
antwoord op vraag 3.
Vraag 7
Deelt u de mening dat juist Nederland, dat relatief afhankelijk is van gas, er alles
aan moet doen om leveringszekerheid van gas te garanderen?
Antwoord 7
De Nederlandse energiehuishouding is nog steeds relatief sterk afhankelijk van gas.
En ondanks de ambitieuze klimaatdoelen blijft gas de komende decennia een grote rol
spelen. Het kabinet ziet het grote belang van de leveringszekerheid en heeft (zie
het antwoord op vraag 3) dan ook verschillende wet- en regelgeving opgesteld en met
het Norg Akkoord concrete afspraken gemaakt over het vullen van laagcalorisch gasopslagen
met als doel de leveringszekerheid van beschermde afnemers te borgen. Voor de niet-beschermde
afnemers zoals grote industriële gebruikers zijn zelf verantwoordelijk voor het bepalen
van het gewenste leveringszekerheidsniveau en de contracten die zij daartoe moeten
afsluiten. Dit is ook in lijn met de voornoemde EU-verordening, waarin lidstaten maatregelen
mogen en moeten nemen om de beschermde afnemers te beschermen tegen gastekorten.
Overigens mag bij dit alles niet uit het oog worden verloren dat Nederland met eigen
productie, een LNG-terminal, een uitgebreid en zeer robuust transportnet en diverse
gasopslagen, relatief beter is gepositioneerd dan andere lidstaten.
In het antwoord op vraag 3 is ingegaan op de geopolitieke spanningen en het effect
op de gasmarkt en het kabinet heeft aangegeven te komen tot verplichte vullingspercentages
voor de gasopslagen. Dit met als doel de afhankelijkheid van andere landen en dan
met name Rusland te verkleinen. In de met uw Kamer gedeelde brief van 14 maart over
gasleveringszekerheid wordt hier uitgebreider op ingegaan.
Vraag 8
Waarom heeft u niet, zoals de Franse overheid, strategische gasreserves gevuld, of,
zoals de Italiaanse overheid, afspraken gemaakt met gasleveranciers over een minimale
gasreserve? Bent u van plan dit in het vervolg wel te doen?
Antwoord 8
Zoals hiervoor aangegeven heeft ook de Nederlandse overheid door middel van het Norg
Akkoord afspraken gemaakt over het vullen van gasopslagen, dit met als doel de leveringszekerheid
van laagcalorisch gas, het gas dat wordt verbruikt door vrijwel alle Nederlandse huishoudens,
te borgen (zie het antwoord op vraag 2). Daarnaast heeft het kabinet aangekondigd
te komen tot verplichte vullingspercentages voor gasopslagen, zie ook antwoord op
vraag 3 en 7 en de Kamerbrief over leveringszekerheid gas die uw Kamer recent heeft
ontvangen.
Verder heeft de Europese Commissie in haar mededeling REPowerEU van 8 maart jl. laten
weten in april met een wetsvoorstel ten aanzien van het vullen van opslagen te komen.
Vraag 9
Hoe verklaart u dat, volgens een raming in een rapport in opdracht van Gasterra in
november 2018, Nederland in 2023 slechts 0,4% van de vraag naar gas heeft gedekt met
langetermijncontracten (of binnenlandse productie), terwijl dit in andere Europese
landen 36% tot 94% is?3
Antwoord 9
Nederland kent geen traditie van langetermijncontracten. Totdat de gasmarkt een open
markt werd, waren Nederlandse marktpartijen verplicht om jaarlijks hun gas in te kopen
bij het toen nog ongesplitste Gasunie. Na de aangepaste wet- en regelgeving als gevolg
van Europese wetgeving nam de ontwikkeling van de Nederlandse gashandelsplaats een
grote vlucht. Op deze handelsplaats vindt zowel handel in spotproducten plaats (dag-,
dag vooruit- en maand vooruit producten), maar er kan ook gas tot vijf jaar vooruit
worden ingekocht.
Verder geldt dat een groot aantal van de in Nederland actieve leveranciers ook in
andere landen van (Noordwest-)Europa) actief is. In algemene zin hebben deze leveranciers,
naast spotinkopen en kortlopende contracten, ook langetermijncontracten. Dit voor
hun gehele portfolio, waar ook hun Nederlandse activiteiten onder vallen. Dit vertekent
dus het vergelijken van percentages tussen landen. Dergelijke leveranciers verplichten
langetermijncontracten voor alleen Nederland te sluiten kan tot gevolg hebben dat
zij hun Nederlandse activiteiten afbouwen. Daarnaast staat dit op gespannen voet met
EU-regelgeving voor de interne markt voor gas die een rem zet op het opnemen van bestemmingsclausules
in gascontracten. Overigens mag bij dit alles niet uit het oog worden verloren dat
Nederland met eigen productie, een LNG-terminal, een uitgebreid en zeer robuust transportnet
en diverse gasopslagen, relatief beter is gepositioneerd dan andere lidstaten.
Vraag 10
Bent u ook van mening dat de gaslevering in Nederland, net als in onze buurlanden,
onder andere via langetermijncontracten veilig gesteld moet worden? Zo nee, waarom
niet? Zo ja, hoe gaat u dit bewerkstelligen?
Antwoord 10
Zie het antwoord op vraag 9.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.A.A. Jetten, minister voor Klimaat en Energie
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.