Schriftelijke vragen : De zoönotische dreiging van het vogelgriepvirus
Vragen van het lid Ouwehand (PvdD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de zoönotische dreiging van het vogelgriepvirus (ingezonden 22 maart 2022).
Vraag 1
Herinnert u zich dat u in het commissiedebat Zoönosen en dierziekten stelde dat het
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport volgens de zoönosestructuur het voortouw
neemt zodra er aanwijzingen zijn dat een dierziekte ook ziekte bij mensen kan veroorzaken?1
Vraag 2
Heeft u gelezen dat ook uw voorganger stelde dat de zoönosestructuur in werking treedt
en het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport leidend wordt, zodra er enige
indicatie is dat de circulerende virussen zoönotische eigenschappen hebben?2
Vraag 3
Kunt u bevestigen dat al jaren bekend is dat bepaalde typen vogelgriepvirus, onder
andere die van de subclade 2.4.4b, ook bij mensen ziekte kunnen veroorzaken en in
veel gevallen ook tot sterfte leiden?3 en 4
Vraag 4
Kunt u bevestigen dat in het Verenigd Koninkrijk in januari jongstleden een man besmet
raakte met exact hetzelfde subtype vogelgriepvirus als nu in Nederland rondgaat, namelijk
H5N1, subclade 2.3.4b? Bent u op de hoogte van het feit dat in Rusland zeven mensen
besmet zijn geraakt met het vogelgriepvirus dat weliswaar van het subtype H5N8 was,
maar met dezelfde subclade 2.3.4b als het vogelgriepvirus dat nu in Nederland rondgaat?5 en 6
Vraag 5
Kunt u bevestigen dat er in 2021 28 menselijke infecties met vogelgriepvirus van het
subtype H5N6 uit China gemeld zijn met 31% sterfte, en dat sommige daarvan behoorden
tot subclade 2.3.4.4b, en een HA-gen bezaten dat nauw verwant was aan het vogelgriepvirus
dat in Europa en dus ook in Nederland circuleert?7
Vraag 6
Bent u op de hoogte van de waarschuwing die enkele maanden geleden is afgegeven door
wetenschappers verbonden aan onder andere European Centre for Disease Prevention and
Control (ECDC) en European Food Safety Authority (EFSA), waarin zij constateerden
dat een aantal signalen wijst op een verhoogd zoönotisch risico van het vogelgriepvirus
dat op dit moment ook in Nederland circuleert?8
Vraag 7
Erkent u dat het vogelgriepvirus dat momenteel in Europa en ook in Nederland rondgaat
dus wel degelijk zoönotische eigenschappen heeft en ziekte bij mensen kan veroorzaken?
Zo nee, kunt u dit toelichten?
Vraag 8
Kunt u bevestigen dat op dit moment de zoönosestructuur nog niet in werking is getreden?
Zo ja, hoe kan dat, gezien het bovenstaande? Wat is hiervoor de reden? Zo nee, wanneer
is deze in werking getreden?
Vraag 9
Kunt u bevestigen dat in de afgelopen vijf maanden alleen al in Nederland bij zes
van de negen aangetroffen zoogdieren die zijn gestorven aan vogelgriep (vier vossen,
een bunzing en een otter) een mutatie van het virus is gezien, waarmee het zich aanpast
aan de lagere lichaamstemperatuur van zoogdieren?
Vraag 10
Erkent u dat het niet klopt dat er slechts één keer een mutatie zou zijn gezien bij
één dier, zoals u leek te suggereren tijdens het commissiedebat Zoönosen en dierziekten
van 24 februari jl.?
Vraag 11
Kunt u bevestigen dat bij eerdere H5N1-uitbraken in Egypte en in Azië al twee mutaties
zijn gezien van de vijf bekende mutaties waarmee het vogelgriepvirus van mens op mens
overdraagbaar kan worden?9 en 10
Vraag 12
Kunt u de Kamer informeren over de bevindingen van het Deskundigenberaad-Zoönosen,
dat in maart is georganiseerd om de zoönotische risico’s van het vogelgriepvirus te
bespreken?
Vraag 13
Wie zijn de deelnemers aan het Deskundigenberaad-Zoönosen vogelgriep? Hoeveel deelnemers
werken voornamelijk in het domein van de diergeneeskunde of veehouderij en hoeveel
deelnemers werken voornamelijk in het domein van de humane geneeskunde of volksgezondheid?
Vraag 14
Kunt u deze vragen ieder afzonderlijk beantwoorden?
Indieners
-
Gericht aan
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Indiener
Esther Ouwehand, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.