Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van der Staaij over het besluit van de voorzieningenrechter dat een zwembad in Hilversum voorlopig geen coronatoegangsbewijs hoeft te controleren voor zwemles
Vragen van het lid Van der Staaij (SGP) aan de Ministers van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en van Justitie en Veiligheid over het besluit van de voorzieningenrechter dat een zwembad in Hilversum voorlopig geen coronatoegangsbewijs hoeft te controleren voor zwemles (ingezonden 29 december 2021).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de
Minister van Justitie en Veiligheid (ontvangen 22 maart 2022).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het besluit van de voorzieningenrechter Midden-Nederland
dat een zwembad in Hilversum ouders voorlopig niet hoeft te controleren op het coronatoegangsbewijs
als zij hun kinderen naar zwemles brengen?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat is uw reactie op het oordeel van de voorzieningenrechter dat «zwemles geen sportbeoefening
of vermaak is, maar dat kinderen op zwemles gaan om te leren zwemmen in het belang
van hun veiligheid»? Wat is uw reactie op het oordeel van de voorzieningenrechter
dat wanneer er sprake is van zwemles een zwembad niet gezien kan worden als sportlocatie,
aangezien zwemles niet gezien kan worden als sport of vermaak?
Antwoord 2
Zie het antwoord op vraag 4.
Vraag 3
Welke consequenties heeft het besluit van de voorzieningenrechter voor alle andere
zwembaden in Nederland waar het coronatoegangsbewijs verplicht moet worden gecontroleerd
bij zwemlessen?
Antwoord 3
Zie het antwoord op vraag 4.
Vraag 4
Deelt u de mening dat het voor de hand ligt om naar aanleiding van het besluit van
de voorzieningenrechter de landelijk geldende regels inzake het coronatoegangsbewijs
aan te passen, zodat ouders niet meer verplicht zijn om het coronatoegangsbewijs te
vertonen als zij hun kinderen komen brengen, ophalen of omkleden bij zwemles, en ook
personen van twaalf jaar en ouder die zelf zwemlessen volgen geen coronatoegangsbewijs
meer hoeven te vertonen? Bent u hiertoe bereid?
Antwoord 4
Vanaf 25 februari jl. is het niet langer noodzakelijk om een CTB te tonen voor toegang
tot een publieke binnenruimte van een sportlocatie. Dit geldt derhalve ook voor de
toegang tot zwembaden en voor de deelname aan zwemlessen.
Het kabinet heeft, nu het voor ieder kind van groot belang is om zwemvaardig te zijn,
er voor gekozen om zwemlessen tijdens de lockdown zoveel mogelijk door te laten gaan.
Voorop staat dat kinderen en jongeren geen CTB hoefden te tonen bij het sporten en
bij de zwemlessen. Voor de publieke binnenruimte van een locatie voor de beoefening
van sport, zoals zwembaden, gold namelijk vanaf 18 jaar een CTB-plicht voor het publiek.
Deze CTB-plicht voor volwassenen droeg bij aan een veiligere situatie op de sportlocatie
en dus ook bij zwemlessen. Ouders die de sportlocatie wilden betreden om kinderen
te brengen, halen of om te helpen bij het omkleden waren daarom wel verplicht een
CTB te laten zien. Hierop gold een uitzondering voor personen die noodzakelijk zijn
bij de begeleiding van kinderen en jongeren met een beperking. In de casus die voorlag
bij de voorzieningenrechter Midden-Nederland werd de vraag gesteld of ouders zonder
CTB het zwembad mogen betreden om hun kind te halen, brengen en omkleden. De voorzieningenrechter
oordeelde kortgezegd dat er in deze specifieke situatie geen sprake is van een sportlocatie
en daarom aan de ouders geen CTB kon worden gevraagd. De voorzieningenrechter kwam
tot dit oordeel mede op basis van het feit dat dit specifieke zwembad bijna uitsluitend
wordt gebruikt voor zwemles en het hoofddoel hiervan onderwijs is en geen sport. Zwemles
valt reeds de gehele covid-19 crisis onder het sportregime. Dat zwemles een educatief
element bevat is daarbij niet onderscheidend. Bovendien valt zwemles (met uitzondering
van schoolzwemmen) niet onder de definitie van een onderwijsactiviteit als bedoeld
in de Tijdelijke regeling maatregelen covid-19. Zwembaden waar zwemlessen worden aangeboden
zijn daarom over het algemeen locaties voor de beoefening van sport. In deze gevallen
veranderde de plicht om het CTB van ouders te controleren dan ook niet. De uitspraak
van de voorzieningenrechter maakte dit niet anders. Ik zag daarom geen aanleiding
om ouders de mogelijkheid te geven om zonder CTB zwembaden te betreden, de veiligheid
van de daar aanwezige andere ouders, personeel en zwemmers staat immers voorop. Vanzelfsprekend
had dit geen betrekking op de specifieke casus die voorlag bij de voorzieningenrechter
Midden-Nederland.
Vraag 5
Kunt u deze vragen met spoed beantwoorden?
Antwoord 5
Het is helaas niet gelukt om deze vragen met spoed te beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
D. Yesilgöz-Zegerius, minister van Justitie en Veiligheid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.