Mededeling (uitstel antwoord) : Uitstel beantwoording vragen van het lid Westerveld over het bericht ‘Zuidaskantoren oefenden invloed uit op publicaties medewerkers belastingrecht’
Vragen van het lid Westerveld (GroenLinks) aan de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over het bericht «Zuidaskantoren oefenden invloed uit op publicaties medewerkers belastingrecht» (ingezonden 8 maart 2022).
Mededeling van Minister Dijkgraaf (Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) (ontvangen 21 maart
2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht van universiteitsblad Folia «Zuidaskantoren oefenden
invloed uit op publicaties medewerkers belastingrecht»?1
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat vrijwel alle hoogleraren belastingrecht aan de Universiteit
van Amsterdam (UvA) een baan hebben bij een groot advocaten- of belastingadvieskantoor?
Zijn er richtlijnen ten aanzien van nevenfuncties van het personeelsbestand aan kennisinstellingen?
Vraag 3
Deelt u de mening dat het zeer kwalijk is en schadelijk voor het aanzien van ons hoger
onderwijs als belangen van private partijen waarvoor hoogleraren werken, soms voorrang
krijgen op wetenschappelijke onafhankelijkheid en integriteit?
Vraag 4
Wat vindt u van de constatering in het artikel dat er sprake is van zelfcensuur en
dat sommige onderwerpen in de fiscale literatuur niet of onvoldoende aanbod komen,
vermoedelijk omdat het vanuit commercieel perspectief handiger is om deze onderwerpen
te laten rusten?
Vraag 5
Deelt u de mening dat de bevindingen van het Folia-onderzoek laten zien dat het enkel
terugvallen op zelfregulatie, zoals via de Nederlandse Gedragscode Wetenschapsbeoefening,
niet effectief genoeg is om te borgen dat commerciële belangen een voetafdruk nalaten
op wetenschappelijke publicaties? Zo nee, hoe gaat dat samen met de Folia-bevindingen?
Zo ja, wat zijn hiervan dan de implicaties?
Vraag 6
Deelt u de mening dat de bevindingen van Folia laten zien dat de problematiek niet
per se hoeft te raken aan de individuele wetenschappelijke integriteit, omdat een
belastingwetenschapper met commerciële nevenfunctie nog steeds de beste bedoelingen
kan hebben, maar juist wel aan het probleem van onafhankelijkheid, omdat er blijkbaar
informele druk is vanuit actoren waarvan de belastingwetenschapper financieel en carrièretechnisch
afhankelijk is?
Vraag 7
Bent u bereid om te laten onderzoeken of onderwerpen in het belastingrecht onderbelicht
raken door beïnvloeding vanuit derden? Bent u ook bereid om dit te laten onderzoeken
voor andere vakgebieden?
Vraag 8
Wat vindt u ervan dat uit diverse visitatierapporten blijkt dat de panelleden op de
hoogte zijn van de nauwe banden met de beroepspraktijk (en deze positief waarderen),
maar de problemen die dit met zich meebrengt onvoldoende worden opgemerkt? Deelt u
de mening dat door de beperkte opleidingsaccreditatie dergelijke situaties nog minder
snel opgemerkt worden?
Vraag 9
Hoe kunt u stimuleren dat universiteiten een betere balans hebben tussen hoogleraren
met een nevenfunctie en hoogleraren zonder een nevenfunctie die werkzaam zijn bij
specifieke afdelingen? Wat vraagt dit bijvoorbeeld van de financieringsstructuur van
bepaalde afdelingen?
Vraag 10
Denkt u dat de jarenlange ontoereikende bekostiging van de universiteiten ertoe kan
hebben geleid dat veel onderwijsgevend personeel ook elders werkzaam is?
Vraag 11
Hoe kijkt u aan tegen aanvullende richtlijnen voor specifieke faculteiten, waarbij
nevenfuncties de norm zijn?
Vraag 12
Kunt u aangeven of dit probleem speelt bij andere universiteiten en hogescholen? Zo
nee, bent u bereid dat in kaart te laten brengen door bijvoorbeeld de Inspectie van
het Onderwijs of de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie (NVAO)?
Vraag 13
Hoe beziet u de uitspraak van de Universiteiten van Nederland inzake transparantie,
dat «de afgelopen jaren [...] universiteiten flinke vooruitgang [hebben] geboekt met
de registratie van nevenwerkzaamheden. Uit de meest recente inventarisatie (voorjaar
2019) blijkt dat van 97 procent van alle hoogleraren de nevenwerkzaamheden online
staan», terwijl uit onderzoek van GroenLinks blijkt dat in het belastingrecht er in
17 procent van de gevallen geen transparantie is over de commerciële nevenfuctie op
de website van een universiteit (een gemiddelde voor alle universiteiten in Nederland),
en dat voor het overige academische personeel dit zelfs meer dan 60 procent is?2 3 Bent u bereid hierover met de Universiteiten van Nederland in gesprek te gaan?
Vraag 14
Ziet u aanvullende mogelijkheden om ongewenste «dubbele petten» tegen te gaan en de
onafhankelijkheid van onderzoekers op het gebied van belastingrecht te waarborgen?
Vraag 15
Bent u voornemens hierover in gesprek te gaan met de onderwijsinstellingen, de Inspectie
van het Onderwijs en de NVAO?
Mededeling
Op 8 maart 2022 heeft het lid Westerveld (GroenLinks) schriftelijke vragen gesteld
over Vragen over het bericht «Zuidaskantoren oefenden invloed uit op publicaties medewerkers
belastingrecht».
Tot mijn spijt is beantwoording binnen de gestelde termijn niet mogelijk, vanwege
de complexiteit van een aantal vragen en in verband met het horen van de Universiteit
van Amsterdam over dit artikel. Ik zal de vragen zo snel mogelijk beantwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.