Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Houwelingen over de GGD GHOR en de stichting Landelijke Coördinatie COVID-19 Bestrijding
Vragen van het lid Van Houwelingen (FVD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de GGD GHOR en de stichting Landelijke Coördinatie COVID-19 Bestrijding (ingezonden 8 februari 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 21 maart
2022).
Vraag 1
Bent u ermee bekend dat er in Nederland sprake is van een structuur van 25 Gemeentelijke
Gezondheidsdiensten (GGD’en) die elk op zich aangestuurd worden door een gemeente?
En bent u ermee bekent dat deze GGD’en niet direct onder leiding staan van het Ministerie
van VWS?1
Antwoord 1
Ja, daar ben ik mee bekend.
Vraag 2
Klopt het dat er een overkoepelende vereniging voor deze 25 GGD’en en Geneeskundige
Hulpverleningsorganisaties in de Regio (GHOR) is, de GGD GHOR? En klopt het dat de
leden van deze GGD GHOR sinds 2012 de Directeuren Publieke Gezondheid (DPG) zijn,
die verantwoordelijk zijn voor de GGD en GHOR in de veiligheidsregio’s?
Antwoord 2
Ja, ik kan bevestigen dat dit klopt.
Vraag 3
Bent u ermee bekend dat de ledenvergadering van de GGD GHOR, het hoogste orgaan van
een vereniging, voorgezeten wordt door de voorzitter van GGD GHOR Nederland, in dit
geval de heer Rouvoet? En bent u ermee bekend dat deze voorzitter samen met 5 DPG’s
het dagelijks bestuur (presidium) van de GGD GHOR vormt?
Antwoord 3
Ja, daar ben ik mee bekend.
Vraag 4
Kunt u het proces schetsen voor de benoeming van de voorzitter van de GGD GHOR en
aangeven wie uiteindelijk besluit wie dit wordt? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4
GGD GHOR Nederland is een vereniging waar de 25 Directeuren Publieke Gezondheid lid
van zijn. GGD GHOR Nederland is een privaatrechtelijke organisatie (vereniging) waar
de rijksoverheid geen lid van is en ook bij niet betrokken is en ook geen verantwoordelijkheid
heeft bij de interne besluitvormingsprocessen. De besluitvorming moet voldoen aan
de eisen van het geldend recht, in het Burgerlijk Wetboek.
Vraag 5
Is de voorzitter van de GGD GHOR bevoegd om namens alle GGD’en te spreken? Dient deze
voorzitter haar leden te raadplegen indien er een adviesvraag vanuit het Ministerie
van VWS wordt voorgelegd of wanneer er een persbericht wordt uitgebracht? Zo nee,
waarom niet?
Antwoord 5
Dit is een bevoegdheid die aan de betreffende privaatrechtelijke organisatie is, zoals
ik heb beschreven in mijn antwoord bij vraag 4.
Vraag 6
Kunt u aangeven hoe er een selectie wordt gemaakt uit de 25 DPG’s over wie zitting
mag nemen in het presidium van de GGD GHOR?2
Antwoord 6
Ik ken de interne afspraken en werkwijze daarover niet. Ik wijs u op mijn antwoord
bij vraag 4.
Vraag 7
Kunt u aangeven hoe de beleidsadviezen van de GGD GHOR uitgerold worden over de 25 GGD’en
en de 25 GHOR veiligheidsregio’s? Is elke GGD verplicht zich aan de adviezen / het
beleid van de GGD GHOR te houden of mogen zij ook eigen keuzes maken voor hun regio?
Is elke GHOR in een veiligheidsregio verplicht zich aan de adviezen / het beleid van
de GGD GHOR te houden of mogen zij ook eigen keuzes maken voor hun regio?
Antwoord 7
Dit ligt in het verlangde van andere vragen die u stelde. Ik wijs u daarom op mijn
antwoord bij vraag 4.
Vraag 8
Bent u ermee bekend dat er vanuit de GGD GHOR per 1 januari 2022 een stichting Landelijke
Coördinatie COVID-19 Bestrijding is opgericht? Kunt u aangeven wie opdracht heeft
gegeven tot deze stichting en wanneer dit was? En kunt u aangeven wie de voorzitter
van deze stichting is? Wat is de opdracht van deze nieuwe stichting? Kunt u ook ingaan
op de verhouding tussen deze stichting met de GGD GHOR, en de verhouding van deze
nieuwe stichting met het Ministerie van VWS? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Ja, hier ben ik bekend mee.
De (toenmalige) Minister van VWS heeft op 5 november 2021 op grond van artikel 7,
eerste lid, van de Wet publieke gezondheid (Wpg) aan de voorzitters van de veiligheidsregio’s
een eenzijdige opdracht (bevel) gegeven, tot het treffen van maatregelen ter bestrijding
van de infectieziekte covid-19. De uitvoering van de aan de voorzitters opgedragen
maatregelen gebeurt door de GGD’en. De voorzitters van de veiligheidsregio’s moesten
op grond van de eenzijdige opdracht de voor die maatregelen noodzakelijke werkzaamheden
op landelijk niveau laten uitvoeren door een stichting van GGH GHOR (stichting Projectenbureau
Publieke Gezondheid en Veiligheid Nederland). GGD GHOR heeft besloten om de stichting
Landelijke Coördinatie COVID-19 Bestrijding (LCCB) op te richten en daarin de uitvoering
van de bovenbedoelde werkzaamheden op landelijk niveau onder te brengen. Voorzitter
van de (Raad van Toezicht van de) stichting LCCB is de heer A. Rouvoet. Ik heb de
eenzijdige opdracht aan de voorzitters van de veiligheidsregio’s inmiddels aangepast
waardoor de werkzaamheden op landelijk niveau die gemeenschappelijk zijn voor GGDꞌen
in 2022 moeten worden uitgevoerd door de stichting LCCB. De relatie van die stichting
met het Ministerie van VWS is louter een financiële. De stichting LCCB krijgt net
als de GGD’en op grond van de Wpg, de kosten ter uitvoering van de eenzijdige opdracht
aan de voorzitters van de veiligheidsregio’s, vergoed ten laste van de VWS-begroting.
Vraag 9
Kunt u alle bovenstaande vragen afzonderlijk beantwoorden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 9
Ja, dat kan.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.