Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Van der Molen en Van den Berg over het bericht 'Straks kan Zeeland alleen nog een bordje naast de met PFAS-water gevulde Hedwigepolder zetten: 'Geen vis eten!''
Vragen van de leden Van der Molen en Van den Berg (beiden CDA) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Straks kan Zeeland alleen nog een bordje naast de met PFAS-water gevulde Hedwigepolder zetten: «Geen vis eten!»» (ingezonden 10 februari 2022).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) en Staatssecretaris Heijnen
(Infrastructuur en Waterstaat), mede namens de Minister voor Natuur en Stikstof (ontvangen
17 maart 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1929.
Vraag 1
Hebt u kennisgenomen van het bericht «Straks kan Zeeland alleen nog een bordje naast
de met PFAS-water gevulde Hedwigepolder zetten: «Geen vis eten!»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Klopt het dat Vlaanderen, dat de Prosperpolder en de Hedwigepolder omvormt tot een
getijdennatuurgebied, van plan is nog voor de volgende winter de dijken door te steken?
Antwoord 2
Ja.
Vraag 3
Wat is er volgens Vlaanderen de oorzaak van dat er een jaar tijd is gewonnen in de
procedure, zodat de werkzaamheden nu «ineens» kunnen starten?
Antwoord 3
Volgens de planning komt het water enkele maanden eerder in het gebied, namelijk niet
begin 2023, maar eind 2022. De redenen hiervoor zijn dat de grond uit de dijk niet
behoeft te worden afgevoerd vanwege toepassing in de Panoramaheuvel en dat het aantal
werkbare dagen hoog is geweest vanwege gunstige weersomstandigheden.
Vraag 4
Acht u het voor de beoogde natuurontwikkeling van belang om de resultaten van het
onderzoek van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) naar PFAS in
de Westerschelde af te wachten alvorens over te gaan tot het binnenlaten van water
uit de Westerschelde in de Hedwigepolder?
Antwoord 4
In de Kamerbrief over gevolgen PFAS voor ontpoldering Hedwigepolder van 5 oktober
20212 en in de in de beantwoording van Kamervragen over gevolgen van PFAS-concentraties
Westerschelde voor Hedwigepolder van 16 november 20213 hebben de Minister en Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat aangegeven
dat de resultaten van de metingen in zwevend stof de beste indicatie zijn voor de
op termijn te verwachten kwaliteit van de waterbodem. Deze zwevend stofdeeltjes zullen
immers bezinken. De PFAS-concentraties in zwevend stof zijn hoger dan de concentraties
die zich op dit moment op de bodem van de Hedwigepolder bevinden, maar zijn niet dusdanig
hoog dat deze in strijd zijn met de zorgplichtbepaling uit de Waterwet.
Het genoemde onderzoek van RIVM richt zich op PFAS-concentraties in vis, schaal- en
schelpdieren en zeegroenten, die zich op dit moment al in de Westerschelde bevinden.
Dit onderzoek zal niet leiden tot nieuwe inzichten over de verwachte water- en bodemkwaliteit
van de ontpolderde Hedwigepolder.
Tegelijkertijd wordt druk op Vlaanderen uitgeoefend om de emissie van PFAS terug te
dringen en de vergunningvoorwaarden voor vervuilende bedrijven aan te scherpen. Er
is dan ook geen aanleiding tot het opschorten van het Hedwigeproject en de resultaten
van het onderzoek van het RIVM af te wachten.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het onwenselijk is dat in de Hedwigepolder vervuild slib neerslaat
als gevolg van de vervuiling van de Westerschelde? Wat is uw verwachting op dit punt?
Antwoord 5
Het sedimentatieproces, waardoor de bodem in het nieuwe natuurgebied gevormd wordt,
is een decennialang proces waarbij de laagjes steeds gevormd worden door het zwevend
stof dat op dat moment in het water aanwezig is. Nieuwe natuurgebieden zullen (minimaal)
dezelfde natuurkwaliteit en ontwikkelingsmogelijkheden hebben als bestaande natuur
in de Westerschelde die is ontstaan door opslibbing. Het huidige slib dat zich afzet
in de nieuwe natuurgebieden heeft een betere kwaliteit dan het slib dat in het verleden
is afgezet. Er zijn PFAS-maatregelen aangekondigd om de waterkwaliteit te verbeteren.
De dalende trend zal zich dus, zoals het er nu uitziet, doorzetten en hiervan zal
ook de (dan ontpolderde) Hedwigepolder profiteren.
Vraag 6
Deelt u de mening dat de Hedwigepolder niet onder water gezet dient te worden, zolang
het onderzoek naar de vervuiling met PFAS niet is afgerond?
Antwoord 6
Zoals bij vraag 4 is aangegeven zal het huidige RIVM-onderzoek niet leiden tot andere
inzichten over de verwachte water- en bodemkwaliteit van de ontpolderde Hedwigepolder.
Rijkswaterstaat blijft de PFAS-gehalten in water en zwevend stof monitoren. Door alle
ingezette acties, met name het beperken van de emissies in Vlaanderen, is de verwachting
dat deze concentraties zullen dalen.
Vraag 7
Klopt het dat de laatste eigenaar van de Hedwigepolder een procedure heeft aangespannen
bij de Raad van State om de onteigening opnieuw aan te vechten? Zo ja, wat zijn daarvan
de consequenties voor de voortgang van de ontpoldering?
Antwoord 7
De voormalige eigenaar van de Hedwigepolder heeft een herzieningsverzoek ingediend
met betrekking tot het Rijksinpassingsplan en de uitvoeringsbesluiten bij de Afdeling
bestuursrechtspraak van de Raad van State. Het indienen van dit verzoek heeft nu geen
consequenties voor de voortgang. Dat zou alleen anders kunnen zijn indien de uitspraak
van de Afdeling bestuursrechtspraak op dit verzoek dit zou bepalen, hetgeen ik niet
verwacht.
Vraag 8
Bent u bereid in gesprek te gaan met uw Belgische ambtgenoot over de Hedwigepolder
in verband met de PFAS-lozingen op de Westerschelde? Zo ja, wat zal de insteek van
dat gesprek zijn? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Ja. Er vindt op 25 maart een kennismakingsgesprek plaats tussen de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat en zijn Vlaamse collega Demir. In dit gesprek zal de Minister, net als
zijn voorganger, blijven aandringen op het verminderen van emissies van PFAS naar
de Westerschelde.
Vraag 9
Bent u bereid een regisseur of opdrachthouder aan te stellen naar het voorbeeld van
Vlaanderen, waar een «opdrachthouder voor de PFAS-problematiek» is aangesteld in de
persoon van Karl Vrancken, zoals gedeputeerde staten van Zeeland vragen in hun brief
aan u?4
Antwoord 9
In reactie op de brief van GedeputeerdeStaten van Zeeland heeft de Minister van Infrastructuur
en Waterstaat aangegeven bij zowel de rijksoverheid als de provincie Zeeland op hoogambtelijk
niveau een coördinator te willen aanwijzen, die overzicht en samenhang moet brengen
in alle acties die al zijn uitgezet. Over de uitwerking hiervan gaat de Minister met
GS van Zeeland in gesprek. Overigens heeft zijn voorganger naar aanleiding van een
brief van GS van Zeeland in augustus al coördinatie vanuit het Rijk aangeboden en
wordt sindsdien tussen de verschillende partijen intensief samengewerkt.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat -
Mede namens
Ch. van der Wal-Zeggelink, minister voor Natuur en Stikstof -
Mede ondertekenaar
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.