Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op de vragen van de leden Kwint en Westerveld over het bericht dat schoolbesturen jarenlange partnerschappen sluiten met commerciële uitzendbureaus voor de inhuur van flexibel onderwijspersoneel
Vragen van de leden Kwint (SP) en Westerveld (GroenLinks) aan de Minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs over het bericht dat schoolbesturen jarenlange partnerschappen sluiten met commerciële uitzendbureaus voor de inhuur van flexibel onderwijspersoneel (ingezonden 15 februari 2022).
Antwoord van Minister Wiersma (Primair en Voortgezet Onderwijs) (ontvangen 15 maart
2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het artikel «In zee met de commerciëlen voor «flexibele» leraren»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Wat vindt u ervan dat schoolbesturen de bizarre prijzen van uitzendbureaus voor de
externe inhuur van leraren nu ontlopen door de inhuur van flexibel personeel aan te
besteden voor miljoenen euro’s?
Antwoord 2
Ook in deze tijden van arbeidsmarktkrapte is de inzet van flexibel personeel via uitzendbureaus
soms nodig, bijvoorbeeld voor vervanging bij ziekte. Bij de inzet van flexibel personeel
is het aan de schoolbesturen om het onderwijsgeld doelmatig te besteden; extreem hoge
tarieven van uitzendbureaus behoren daar niet toe. Een grotere aanbesteding, bijvoorbeeld
door gezamenlijke schoolbesturen in een regio, kan een manier zijn om controle te
houden over de kostprijs en excessen tegen te gaan.
Vraag 3
Hoe vallen deze grote aanbestedingen te rijmen met de aangenomen motie-Kwint/Westerveld2 waarin de regering wordt verzocht spoedig afspraken te maken met schoolbesturen om
het gebruik van uitzendbureaus tot een absoluut noodzakelijk minimum te beperken?
Waarom wordt deze motie niet naar behoren uitgevoerd? Hoe bent u van plan dat wel
te gaan doen?
Antwoord 3
Richting de werkgeversvertegenwoordigers en de schoolbesturen zal ik aandacht blijven
vragen voor een evenwichtige en doelmatige inzet van personele middelen. In mijn reactie
op het rapport «Publiek karakter voorop» van de Onderwijsraad (over het toenemende
private aanbod op scholen) van 24 februari 20223, heb ik aangegeven dat ik samen met de sectorraden strengere eisen ga opstellen voor
de samenwerking van scholen met private partijen.
Vraag 4
Deelt u de mening dat met deze aanbestedingen het probleem van lerarentekorten en
de weglek van grote sommen onderwijsgeld naar commerciële bedrijven niet opgelost
wordt? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 4
Het lerarentekort is een groot en breed vraagstuk dat vraagt om gerichte maatregelen
langs meerdere lijnen en om samenwerking op meerdere niveaus. Met het bieden van tijdelijke
vervanging kunnen ook uitzendbureaus bijdragen aan de continuïteit van het onderwijs.
Soms hebben scholen baat bij extern ingehuurde expertise. Ik vind het geen goede ontwikkeling
als externe bureaus structureel de onderwijstaken gaan overnemen, dat moeten we echt
voorkomen. Daarom ga ik, zoals hiervoor genoemd, met de sectorraden strengere eisen
opstellen voor de samenwerking met private partijen.
Vraag 5
Deelt u tevens de mening dat deze aanbestedingen voor de inhuur van flexibel personeel
het onderwijs nog verder «vermarkt» en dit een zeer onwenselijke ontwikkeling is?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 5
Zie mijn antwoorden op de vragen 2, 3 en 4. Ik juich het uiteraard toe als scholen
de flexibele inzet van personeel intern of onderling organiseren. Tegen de achtergrond
van de tekorten lopen zij echter tegen grenzen aan. Inhuur via een uitzendbureau kan
dan een welkome tijdelijke oplossing bieden. Het is niet de bedoeling dat zij structureel
onderwijsbasistaken gaan vervullen.
Vraag 6
Acht u het wenselijk dat schoolbesturen met deze aanbestedingen bijdragen aan de toename
van tijdelijkheid, flex en uitzendconstructies, terwijl die juist het lerarentekort
en de onderwijskwaliteit niet ten goede komen? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 6
Ik hecht grote waarde aan het stimuleren van vaste aanstellingen en meer uren werken.
Dit zijn belangrijke onderwerpen uit het coalitieakkoord, naast het investeren in
goede en voldoende leraren en schoolleiders. Momenteel werk ik mijn inzet op deze
terreinen uit en ik ga daarover vervolgens graag met uw Kamer in gesprek.
Vraag 7
In hoeverre heeft de personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad inspraak over
het beleid rondom externe inhuur? Is het bestuur verplicht om contracten met uitzendbureaus
voor te leggen aan de medezeggenschapsraad? Zo nee, welke bevoegdheden vallen dan
onder artikel 12 van de Wet op de medezeggenschap op scholen aangaande het personeelsbeleid?
Antwoord 7
De personeelsgeleding van de medezeggenschapsraad heeft instemmingsbevoegdheid op
de vaststelling of wijziging van de samenstelling van de zogeheten formatie. Dit betreft
geen instemming op specifieke contracten, maar instemming op het algehele formatieplan
bestaande uit de functiecategorieën en het aantal personeelsleden in de functies.
In dit plan kan ook worden aangegeven welk deel van de functies wordt ingevuld door
externe inhuur.
Tevens staat in de Wet medezeggenschap op scholen dat een school een medezeggenschapsreglement dient op te stellen. In dit reglement
kunnen afspraken worden gemaakt over te nemen besluiten door het bevoegd gezag en
over in welke gevallen er advies of instemming van de medezeggenschapsraad benodigd
is. Scholen kunnen ervoor kiezen om een instemmings- of adviesbevoegdheid over het
beleid rondom externe inhuur op te nemen in het medezeggenschapsreglement.
Vraag 8
Hoeveel onderwijsgeld gaat er inmiddels naar allerlei tussenbedrijven en uitzend-
en detacheringsbureaus voor de inhuur van externe leraren? Kunt u een overzicht geven
van hoeveel geld er in de afgelopen tien jaar naartoe is gegaan?
Antwoord 8
Deze precieze informatie is niet voorhanden. In de «Trendrapportage Arbeidsmarkt Leraren
po, vo en mbo 2021» die u in december heeft ontvangen (Kamerstuk 27 923, nr. 436, bijlage), is in hoofdstuk 3 informatie over Personeel niet in loondienst (PNIL)
opgenomen. Deze gegevens gaan (zowel voor po als voor vo) over het jaar 2020.
Hieruit blijkt dat in het primair onderwijs ongeveer 0,6% (58 miljoen euro) van het
totale personeelsbudget wordt besteed aan leraren via uitzend- en detacheringsbureaus.
Naar schatting 0,1% (12 miljoen euro) wordt besteed aan leraren die als zzp-er werken.
In het voortgezet onderwijs wordt ongeveer 0,9% (62 miljoen euro) van het totale personeelsbudget
besteed aan leraren via uitzend- en detacheringsbureaus. Naar schatting 0,1% (11 miljoen
euro) wordt besteed aan leraren die als zzp-er werken.
Vraag 9
Hoeveel kost het gemiddeld om een leraar in te huren via een commercieel uitzendbureau?
Wat is het verschil qua kosten met het zelf in dienst nemen van diezelfde leraar?
Kunt u een overzicht geven van die verhouding in de afgelopen tien jaar?
Antwoord 9
Hierover zijn geen gegevens voorhanden.
Vraag 10
Hoeveel leraren zijn er op dit moment in dienst via commerciële uitzend- en detacheringsbureaus
in zowel het primair als voortgezet onderwijs in Nederland?
Antwoord 10
Gegevens over aantallen leraren zijn niet voorhanden. Zoals in het antwoord op vraag
8 is weergegeven, beschikken we alleen over schattingen van het deel van het budget
dat wordt besteed aan inhuur via uitzending en detachering.
Vraag 11
Wat vindt u van de publieke tegenhanger «De Brede Selectie», opgericht door het Amsterdamse
openbare basisonderwijs zonder winstoogmerk als tegenhanger van de commerciële uitzendbureaus?
Zou het publiek organiseren niet de voorkeur moeten genieten boven commercieel aanbesteden?
Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 11
Dat is een ontzettend mooi initiatief. Het idee van De Brede Selectie is niet nieuw,
en het is ook goed om te zien dat niet alleen in Amsterdam maar ook in andere delen
van het land besturen regionaal het initiatief nemen om vervanging en mobiliteit gezamenlijk
op te pakken. Deels zijn deze initiatieven ontwikkeld in tijden van krimpende leerlingenaantallen
(om te voorkomen dat personeel ontslagen moest worden). Daarnaast zien we dat ook
de tekorten aanleiding kunnen zijn om gezamenlijk een vervangings- of mobiliteitscentrum
in te richten. Dat kan ik alleen maar toejuichen. Overigens verwacht ik niet dat hiermee
commerciële bureaus overbodig worden. Commerciële uitzendbureaus en regionale initiatieven
van schoolbesturen kunnen hun eigen, beperkte, functie hebben in het Nederlandse onderwijsbestel.
Zie verder mijn antwoorden op de vragen 2, 3 en 4.
Vraag 12
Bent u bereid schoolbesturen te stimuleren om samen te werken om op publieke wijze
leraren te werven zoals het Amsterdamse openbare onderwijs doet? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 12
Dit doen wij al en wel via de regionale aanpak van de tekorten4. Op basis van deze regeling konden regio’s subsidie aanvragen om gezamenlijk de tekorten
aan te pakken. Ook het inrichten van een vervangingspool (of mobiliteitscentrum),
zoals het Amsterdamse openbare onderwijs doet, kan daar deel van uitmaken. Net als
bijvoorbeeld het (gezamenlijk) werven, opleiden en begeleiden van zij- instromers.
Vraag 13
Hoe gaat u het lerarentekort de komende jaren aanpakken? Welke lessen heeft u getrokken
uit het beleid van Rutte III aangaande het lerarentekort? Wat zet u voort en wat is
nieuw?
Antwoord 13
Zoals in het coalitieakkoord staat, investeren wij in leraren en schoolleiders om
zo de kwaliteit van het onderwijs te verhogen. Door te investeren in (bij)scholing
en professionele ontwikkeling, in het verlagen van de werkdruk en in de verbetering
van de arbeidsvoorwaarden maken we het aantrekkelijk om te gaan en blijven werken
in het onderwijs. Dat zijn belangrijke stappen om het lerarentekort aan te pakken
en de kwaliteit van het onderwijs te verhogen. Over de verdere uitwerking, wat er
nog meer mogelijk is en de doelstelling van de aanpak van de tekorten informeer ik
uw Kamer dit voorjaar.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
A.D. Wiersma, minister voor Primair en Voortgezet Onderwijs
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.