Schriftelijke vragen : Exportsteun uit Nederlands belastinggeld voor een omstreden project op de Filipijnen (deel 2)
Vragen van de leden Van Raan en Teunissen (beiden PvdD) aan de Ministers van Financiën en voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking over exportsteun uit Nederlands belastinggeld voor een omstreden project op de Filipijnen (deel 2) (ingezonden 15 maart 2022).
Vraag 1
            
Bent u bekend met het artikel «Nederlandse «Maasvlakte» in de baai van Manilla staat
               haaks op bescherming natuur»?1
Vraag 2
            
Herinnert u zich de antwoorden op de schriftelijke vragen van 27 augustus 2021 over
               exportsteun uit Nederlands belastinggeld voor een omstreden project op de Filipijnen?2
Vraag 3
            
Hoe ziet u het New Manilla International Airport project (NMIA) in het kader van beleidscoherentie
               met duurzame ontwikkeling, bijvoorbeeld als het gaat om Strategic Development Goal
               (SDG) 17.14 «Beleidscoherentie voor duurzame ontwikkeling versterken»?
            
Vraag 4
            
Kunt u hierbij ingaan op de door Deltares met financiële steun door de Nederlandse
               overheid ontwikkelde Manilla Bay Sustainable Development Masterplan (MBSDMP), waaruit
               blijkt dat de omgeving Bulacan aanmerkt als «strict protection zone» en de ontwikkeling
               in het desbetreffende gebied ontraadt vanwege het negatieve effect op biodiversiteit,
               overstromingsgevaar en bodemdaling?
            
Vraag 5
            
Vallen de huidige werkzaamheden van Boskalis in het gebied onder de exportkredietverzekering
               (ekv)-aanvraag en de bijbehorende MVO-beoordeling? Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 6
            
Hoe waardeert u de betrokkenheid van Boskalis als aannemer van San Miguel Corporation
               (SMC), een bedrijf dat een geschiedenis heeft van negatieve impact op mens en milieu?3
Vraag 7
            
Waarom is de Commissie Milieu Effect Rapportage (MER) die onafhankelijk adviseert
               over milieueffectrapportages en die nauw bij het MBSDMP betrokken is geweest, niet
               benaderd voor een onafhankelijke beoordeling van de Environmental and Social Impact
               Assessment (ESIA) van het NMIA project?
            
Vraag 8
            
Bent u bereid om Atradius DSB alsnog de opdracht te geven om de Commissie MER te betrekken?
               Zo nee, waarom niet?
            
Vraag 9
            
Hoe vallen de activiteiten van Boskalis in de baai van Manilla en de mogelijke steun
               vanuit de ekv te rijmen met de Nederlandse ambities ten aanzien van klimaatadaptatie
               zoals onder andere is beschreven in de Nederlands Internationaal Waterambitie (NIWA)?
            
Vraag 10
            
Bent u bekend met de 2018 studie van Wetlands International en IUCN die de omgeving
               van het NMIA-project in Bulacan aanmerkt als een «internationally important waterbird
               site» en het recent verschenen Birdlife magazine waar het gevaar van het NMIA voor
               vogelhabitaten en wetlands in de baai van Manilla wordt beschreven? Hoe ziet u het
               NMIA-project in het licht van deze studies?
            
Vraag 11
            
Herinnert u zich het antwoord op vraag 5 uit onze schriftelijke vragen over exportsteun
               uit Nederlands belastinggeld voor een omstreden project op de Filipijnen: «Op dit
               moment kan ik niet bevestigen of de aantijgingen van gedwongen verhuizingen en van
               vernietiging van mangroven kloppen.»? Kunt u dit inmiddels wel bevestigen? Zo ja,
               wat betekent dit voor de ekv? Zo nee, hoe kan het dat dit wel bekend is bij de coalitie
               van Filipijnse en Nederlandse maatschappelijke organisaties en wetenschappers, maar
               niet bij het kabinet en Atradius DSB, zoals ook weer bevestigd in het artikel «Nederlandse
               «Maasvlakte» in de baai van Manilla staat haaks op bescherming natuur»?
            
Vraag 12
            
Klopt het dat er geen milieueffectrapportage is gemaakt voor de bouw van het vliegveld
               en dat de effecten van het nieuwe vliegveld op onder andere vogeltrekroutes en bodemdaling
               daardoor onbekend zijn? Zo ja, bent u het ermee eens dat het uitvoeren van een dergelijke
               effectrapportage noodzakelijk is om een zorgvuldige afweging te kunnen maken met betrekking
               tot de effecten van het project op mens en natuur?
            
Vraag 13
            
Bent u van mening dat er alles aan gedaan wordt om de effecten van deze mogelijke
               ekv op mens, dier, natuur en milieu in kaart te brengen?
            
Ondertekenaars
- 
              
                  Eerste ondertekenaar
L. van Raan, Tweede Kamerlid - 
              
                  Mede ondertekenaar
Christine Teunissen, Tweede Kamerlid 
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.