Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Beckerman over het nationaliseren van de kleine NAM-velden
Vragen van het lid Beckerman (SP) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over het nationaliseren van de kleine NAM-velden (ingezonden 15 december 2021).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen
14 maart 2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1386.
Vraag 1
Bent u ervan op de hoogte dat Denemarken, Costa Rica, Frankrijk, Ierland en Zweden
geen nieuwe boorvergunningen meer af zullen geven en een einddatum willen afspreken
voor olie- en gaswinning?1 Wat is uw reactie?
Antwoord 1
Ja, hier ben ik van op de hoogte. Om de klimaatdoelen te halen is het belangrijk dat
het energiesysteem in Nederland en de rest van de wereld richting 2050 wordt verduurzaamd.
Ik waardeer het dat landen als Denemarken, Costa Rica, Frankrijk, Ierland en Zweden
hun olie- en gasgebruik willen terugbrengen, onder andere door het niet meer uitgeven
van nieuwe exploratievergunningen.
Vraag 2
Bent u bereid gehoor te geven aan hun oproep en deel te nemen aan de Beyond Oil &
Gas Alliance? Zo ja, op welke wijze gaat u de druk op investeerders opvoeren zich
terug te trekken uit fossiele energie? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2
De Beyond Oil and Gas Alliance is gericht op het niet meer uitgeven van nieuwe exploratie-
en exploitatievergunningen voor olie- en gaswinning. In Nederland zet het kabinet
in op het decarboniseren van het gassysteem door middel van energiebesparing en het
vervangen van aardgas door elektriciteit, groen gas, duurzame waterstof en duurzame
warmte. Deze omslag vergt tijd. De verwachting is dat aardgas de komende decennia
nog noodzakelijk is voor bijvoorbeeld de productie van elektriciteit en de energie-
en warmtebehoefte van huishoudens in Nederland. Zolang er in Nederland nog vraag is
naar aardgas, geeft het kabinet de voorkeur aan gaswinning uit de Nederlandse kleine
velden onder de Noordzee, omdat aardgas nog een belangrijke rol speelt in de energietransitie
en productie in eigen land Nederland minder afhankelijk maakt van import van aardgas
uit landen zoals Rusland. Productie in eigen land draagt daarmee bij aan energieleveringszekerheid.
Daarnaast zorgt gaswinning uit Nederlandse kleine velden voor behoud van kennis van
de diepe ondergrond en aanwezige gasinfrastructuur. Deze kennis en infrastructuur
kan worden gebruikt in het kader van de energietransitie, zoals mogelijk voor de opslag
en het transport van waterstof. In het kader van de huidige geopolitieke situatie
en ontwikkelingen op de gasmarkt wil het kabinet opsporings- en winningsactiviteiten
op de Noordzee versnellen, onder meer door geologische onzekerheden in vergunningsgebieden
op de Noordzee te reduceren die exploratieactiviteiten belemmeren en de doorlooptijd
van vergunningsprocedures te verkorten.
Vraag 3
Erkent u dat u, vanwege bestaande vergunningen, geen zeggenschap heeft over het wel
of niet winnen van gas op plekken waar problemen zijn of waar het draagvlak van de
samenleving ontbreekt?
Antwoord 3
Een winningsvergunning is een marktordeningsvergunning. Dit geeft een partij het alleenrecht
om binnen een specifiek gebied gas te winnen. Daarmee heeft een partij nog geen toestemming
om op een specifieke locatie een boring te doen of een winningsinstallatie in gebruik
te nemen. Hiervoor is een goedgekeurd winningsplan nodig. Voordat er door mij een
definitief besluit wordt genomen op een winningsplan wordt het conceptbesluit ter
inzage gelegd. Iedereen kan van deze gelegenheid gebruik maken om zienswijzen in te
dienen. Deze zienswijzen worden meegenomen in het definitieve besluit. Daarbij geldt
dat instemming met een winningsplan uitsluitend kan worden geweigerd op basis van
de limitatieve gronden in artikel 36 van de Mijnbouwwet, namelijk in het belang van
de veiligheid voor omwonenden of het voorkomen van schade aan gebouwen of infrastructurele
werken of de functionaliteit daarvan, in het belang van het planmatig gebruik of beheer
van delfstoffen, aardwarmte, andere natuurlijke rijkdommen of indien er nadelige gevolgen
voor het milieu of voor de natuur ontstaan. Naast deze formele procedure is het voor
mijnbouwbedrijven gebruikelijk om voorafgaand aan nieuwe gaswinningsprojecten in gesprek
te gaan met omwonenden om te kijken hoe zij eventuele zorgen kunnen adresseren. Dit
uitgangspunt is verankerd in de sectorale gedragscode kleine velden.
Vraag 4
Deelt u de mening dat de verkoop van de kleine velden van de Nederlandse Aardolie
Maatschappij (NAM) op een goed moment komt zodat u (de Staat) de kans krijgt deze
velden te kopen en zo grip krijgt op het beleid?
Antwoord 4
Het staat iedere marktpartij vrij om op basis van eigen genomen afwegingen te besluiten
om bepaalde bedrijfsonderdelen aan te trekken of af te willen stoten. De NAM heeft
geconcludeerd dat door de beperkte ruimte die zij zien om verder te investeren in
de zogeheten kleine velden, zij het beter achten dat deze bedrijfsonderdelen overgenomen
worden door een operator die meer investeringsruimte heeft. Het kabinet heeft geen
plannen om de gasvelden te kopen.
Vraag 5
Deelt u de mening dat het goed is dat de staat als eigenaar van de kleine gasvelden
de gaswinning in Nederland kan uitfaseren?
Antwoord 5
Zoals toegelicht in het antwoord op vraag 2, geeft het kabinet de voorkeur aan gaswinning
uit kleine velden onder de Noordzee boven import. Op het moment dat een operator,
met meer mogelijkheden om te investeren, één of meerdere onderdelen van de NAM overneemt,
zou dit kunnen leiden tot nieuwe exploraties en boringen en daarmee een minder grote
afname in de natuurlijke afbouw van de gaswinning uit de kleine velden.
Vraag 6
Hoeveel leveren de kleine gasvelden de Staat jaarlijks op? Hoeveel leveren ze de NAM
jaarlijks op? Hoeveel ontvangt de NAM aan subsidies voor de kleine velden?
Antwoord 6
De staatsinkomsten (gasbaten) uit aardgas uit kleine velden bedragen gemiddeld ongeveer
70% van de opbrengsten. De overige circa 30% van de opbrengsten zijn voor de mijnbouwonderneming.
De jaarlijkse omvang van de opbrengsten voor de Staat en mijnbouwondernemingen is
afhankelijk van de gasprijs en de productievolumes. In de Kamerbrief van 14 september
2020 over Kabinetsaanpak Klimaatbeleid (Kamerstuk 32 813, nr. 566) heeft mijn voorganger uw Kamer geïnformeerd over subsidies van fossiele brandstoffen.
Voor gaswinning uit kleine velden zijn er geen subsidies in de vorm van een financiële
tegemoetkoming, overheidsgoederen of -diensten of specifieke fondsen beschikbaar.
Wel kunnen mijnbouwondernemingen, zoals NAM, gebruik maken van een investeringsaftrek
ten behoeve van de opsporing en winning van aardgas uit Nederlandse kleine velden.
Deze investeringsaftrek kan worden toegepast op het winstaandeel, wat een extra heffing
voor mijnbouwbedrijven is krachtens de Mijnbouwwet naast de vennootschapsbelasting.
De investeringen in exploratie en winning door EBN betreffen geen subsidies, omdat
het hierbij om risicodragend (en winstdelend) vermogen gaat. In het convenant «investeringsaftrek
gaswinning kleine velden» staat de afspraak dat de mijnbouwbedrijven voor de kleine
velden op land (inclusief gaswinning onder de Waddenzee) vrijwillig afzien van de
investeringsaftrek.
Vraag 7
Deelt u de mening dat lusten en lasten van het winnen van bodemschatten eerlijk verdeeld
zouden moeten zijn? Wilt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 7
Het is voor mijnbouwondernemingen gebruikelijk om bij nieuwe projecten te kijken hoe
zij een positieve bijdrage kunnen leveren aan de omgeving in de gebieden waar nieuwe
projecten plaatsvinden. Zij hebben hiervoor principes vastgelegd in de sectorale gedragscode
kleine velden. In de pilot Ternaard heeft mijn voorganger, in de geest van de nieuwe
Omgevingswet, samen met de regio afspraken gemaakt over de verdeling van lusten en
lasten en ondersteuning van de regio bij de ontwikkeling van duurzame energieprojecten.
Ik wil kijken of ook bij andere energieprojecten een vorm van gebiedsinvestering mogelijk
en wenselijk is. Vraagstukken die daarbij spelen zijn op welke wijze een bijdrage
kan worden geleverd aan de omgeving, hoe dit door werkt naar andere projecten van
nationaal belang en hoe dit financieel geregeld kan worden. Deze vraagstukken vergen
een zorgvuldige beoordeling en afweging.
Vraag 8
Ziet u de mogelijkheden voor een eerlijker schadeafhandeling rondom mijnbouwlocaties
wanneer de staat hier verantwoordelijk voor zou zijn? Kunt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 8
Sinds 1 juli 2020 worden meldingen van bewoners en kleine bedrijven over mogelijke
schade door bodembeweging als gevolg van gaswinning uit Nederlandse kleine velden
afgehandeld door de onafhankelijke Commissie Mijnbouwschade. De Commissie Mijnbouwschade
doet onderzoek naar de oorzaak en omvang van de schade en brengt hierover advies uit
aan de schademelder en de mijnbouwonderneming. De Commissie Mijnbouwschade ontzorgt
bewoners en kleine bedrijven door in feite de bewijslast van schademelders over te
nemen. De adviezen van de Commissie Mijnbouwschade zijn bindend voor de mijnbouwonderneming.
Hiermee is geborgd dat bewoners en kleine bedrijven die schade hebben door bodembeweging
als gevolg van gaswinning uit kleine velden niet met deze schade achterblijven. Ik
ben van mening dat hiermee een eerlijke, transparante en laagdrempelige afhandeling
van schade is ingesteld en dat het wel of niet overnemen van kleine velden door de
Staat hier los van staat. De Commissie Mijnbouwschade wordt jaarlijks geëvalueerd.
De eerste jaarlijkse evaluatie wordt verwacht in het eerste kwartaal van 2022.
Vraag 9
Deelt u de mening dat het nationaliseren van de gaswinning en het uitfaseren daarvan
ervoor zorgt dat de hoge subsidies die naar fossiele brandstoffen gaan dan geïnvesteerd
kunnen worden in echt duurzame energie? Wilt u uw antwoord toelichten?
Antwoord 9
Zoals uiteengezet in het antwoord op vraag 6 is er bij gaswinning uit de kleine velden
geen sprake van subsidie in de vorm van een financiële tegemoetkoming, overheidsgoederen
of -diensten of specifieke fondsen, maar van een investeringsaftrek. Met deze investeringsaftrek
wordt beoogd om te voorkomen dat gaswinning uit Nederlandse kleine velden te snel
wordt afgebouwd ten opzichte van de Nederlandse vraag en dat de infrastructuur vroegtijdig
wordt ontmanteld waardoor deze niet meer kan worden gebruikt in het kader van de energietransitie.
Het tenietdoen van de benoemde investeringsaftrek zou mogelijk zelfs het averechtse
effect kunnen hebben dat de gasbaten en daarmee de inkomsten voor de staat lager uitvallen,
waardoor er minder middelen beschikbaar zijn voor de energietransitie.
Vraag 10
Wat is uw reactie op de wens van de gemeente Westerkwartier die ook graag ziet dat
de staat deze gasvelden koopt?2
Antwoord 10
Zoals aangegeven in het antwoord op vraag 4 heeft het kabinet geen plannen om gasvelden
te kopen. Ik zal met belangstelling kennis nemen van de uitkomsten van het onderzoek
van de Rijksuniversiteit Groningen (RuG) die benaderd zijn door de gemeente Westerkwartier
om een haalbaarheidsonderzoek te verrichten.
Vraag 11
Bent u op de hoogte van de plannen van NAM om gaswinning opnieuw op te starten bij
Sebaldeburen?3
Antwoord 11
Ja, ik ben hiervan op de hoogte. NAM heeft op 16 december 2021 melding gedaan in het
kader van het Besluit algemene regels milieu mijnbouw over het opnieuw opstarten van
de gastoestroom in de put Sebaldeburen-1 (SEB-1). Op grond van het bestaande winningsplan
Grijpskerk-Zuid is winning uit het gasveld Sebaldeburen mogelijk.
Vraag 12
Welke technische redenen zorgden ervoor dat in 2017 de winning in Sebaldeburen werd
stilgelegd? Wat is eraan gedaan? Heeft de toezichthouder inmiddels toestemming gegeven
om daar weer gas te winnen?
Antwoord 12
Vanaf 2010 is de put in Sebaldeburen langzaam dichtgeslibd door zoutafzetting. De
winning werd niet door SodM stilgelegd. De NAM werkt momenteel aan het verhelpen van
dit probleem, SodM houdt toezicht op de werkzaamheden die de NAM daartoe verricht.
In 2017 is een nieuw winningsplan ingediend, waarmee de Minister heeft ingestemd in
2019. Deze aanpassing betrof alleen verlenging van de periode van de winning tot 2023.
Er was geen andere inschatting van de risico’s ten gevolge van deze verlenging. De
NAM mag de winning dus na het herstel hervatten en dient daarbij uiteraard aan de
vergunningvereisten te voldoen.
Vraag 13
Zijn er in de omgeving van deze locatie, nabij Grijpskerk, al schademeldingen gedaan
bij de Commissie Mijnbouwschade of het Instituut Mijnbouwschade Groningen? Zo ja,
hoeveel? Hoeveel zijn er toegewezen?
Antwoord 13
Het Instituut Mijnbouw Schade (IMG) handelt schade ontstaan door bodembeweging van
het Groningenveld en de gasopslag Norg af, deze schades zijn mogelijk ook aanwezig
in Sebaldeburen. Sebaldeburen ligt in de gemeente Westerkwartier in de provincie Groningen.
Op de website van het IMG4 staan de meest recente aantallen van gemelde en afgehandelde schades in de gemeente
Westerkwartier. De Commissie Mijnbouwschade adviseert over mogelijke schade bij winning
en opslag van gas uit kleine velden en ontzorgt schademelders. De Commissie Mijnbouwschade
heeft tot dusver geen schadevergoedingen geadviseerd in de gemeente Westerkwartier.
Vraag 14
Wat vindt u van het feit dat de NAM, lopende de procedure, heeft laten weten te stoppen
met fracking door middel van hydraulisch stimuleren in Pieterzijl, met als reden dat
dit niet meer rendabel is?5 Welke verandering heeft ertoe geleid dat dit besluit is genomen?
Antwoord 14
Een winningsplan bevat een verwachte winning in de toekomst. Het is dus altijd mogelijk
dat er ontwikkelingen zijn waardoor de verwachte werkzaamheden wijzigen. In het geval
van Pieterzijl-Oost had de NAM in het winningsplan aangegeven naar verwachting te
moeten fracken in het gasveld. Interne heroverweging van de NAM heeft, zo deelde de
NAM mee, ertoe geleid dat zij de frack niet meer rendabel acht. Aangezien de frack
nog onderdeel was van een beroepsprocedure, vind ik het goed dat de NAM hier transparant
over is geweest.
Vraag 15
Zijn er meerdere locaties in Nederland waar gas wordt gewonnen op deze manier door
de NAM of zijn er plannen om dat te doen? Zo ja, is het daar nog wel rendabel?
Antwoord 15
Als de NAM van plan is om een frack te zetten dan moet dit beschreven staan in het
winningsplan. In het onderzoek dat TNO in 2019 deed in opdracht van SodM is een overzicht
gegeven van alle locaties waar olie en/of gas wordt gewonnen met gebruikmaking van
een frack6.
Vraag 16
Heeft het besluit van de NAM om kleine gasvelden te verkopen, mogelijk gevolgen voor
het niet toepassen van de fracking-methode in Pieterzijl? Kunt u de omwonenden geruststellen?
Antwoord 16
Op basis van het winningsplan mag NAM of een nieuwe partij niet fracken. Mocht een
nieuwe partij wel willen fracken bij Pieterzijl, dan zal deze partij een nieuw winningsplan
moeten indienen. Dit nieuwe winningsplan zal dan door mij volgens de gebruikelijke
procedures opnieuw worden beoordeeld, op basis van adviezen van de wettelijke adviseurs
en decentrale overheden. Daarbij is er ook gelegenheid voor inspraak voor omwonenden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.