Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van de leden Nijboer en Beckerman over gelijke gevallen die ongelijk worden behandeld
Vragen van de leden Nijboer (PvdA) en Beckerman (SP) aan de Staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat over gelijke gevallen die ongelijk worden behandeld (ingezonden 17 februari 2022).
Antwoord van Staatssecretaris Vijlbrief (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen
14 maart 2022).
Vraag 1
Bent u in uw eerste weken voorbeelden tegengekomen van mensen in soortgelijke situaties
die ongelijk behandeld worden? Zou u daar een beeld van kunnen schetsen?
Antwoord 1
Als Staatssecretaris Mijnbouw heb ik inmiddels Groningen meerdere keren bezocht en
met Groningers gesproken over hun situatie. Tijdens deze werkbezoeken heb ik ervaren
dat er door de jaren heen verschillen tussen bewoners zijn ontstaan. Deze verschillen
zijn soms niet verklaarbaar. Een voorbeeld waarbij Groningers in een soortgelijke
situatie verkeren, maar niet allemaal hetzelfde behandeld worden, kwam ik tegen op
de eerste dag van mijn aantreden als Staatssecretaris. Dit was namelijk bij de woningverbeteringssubsidie
aan de orde. Het is niet meer dan terecht dat er nu voldoende budget beschikbaar is,
zodat iedereen die hiervoor in aanmerking komt deze subsidie alsnog kan aanvragen.
De komende periode werk ik tenminste twee dagen per maand in Groningen. Daarbij krijg
ik meer zicht op de verschillen die er zijn ontstaan. Deze ervaringen neem ik mee
in het traject dat ik in mijn beleidsbrief Groningen (Kamerstuk 33 529, Nr. 948) heb toegezegd om uw Kamer voor de zomer te berichten welke mogelijkheden het kabinet
ziet om deze onuitlegbare verschillen zoveel mogelijk te beperken.
Vraag 2
Bent u bekend met de vier huizenblokken aan de Ommelanderstraat in Ten Boer die exact
hetzelfde zijn gebouwd als de blokken aan de overzijde van de weg maar totaal anders
worden behandeld?
Antwoord 2
Ja, daarmee ben ik bekend.
Vraag 3
Bent u ermee bekend dat voor dezelfde huizenblokken (zelfde bouwjaar, zelfde bouwer,
zelfde ontwerp) is besloten deze te slopen en een duurzame nieuwbouwwoning terug te
plaatsen en dat dit voor de vier blokken aan de overzijde van de weg niet geldt?
Antwoord 3
Ja, de vergelijking waarop wordt gedoeld betreft een type woning dat ook aan de naastgelegen
Blinkerdlaan in Ten Boer is gebouwd. De woningen aan de Blinkerdlaan vallen binnen
de batch 1588 en de vier bedoelde huizenblokken aan de Ommelanderstraat niet. De woningen
aan de naastgelegen Blinkerdlaan komen op basis van eerder uitgevoerde beoordelingen
met de NPR9998 uit 2015 in aanmerking voor sloop/nieuwbouw. De bedoelde vier huizenblokken
aan de Ommelanderstraat vielen aanvankelijk buiten de scope van het lokaal plan van
aanpak van de gemeente Groningen, omdat deze conform HRA-analyses niet zijn beoordeeld
met een verhoogd of licht verhoogd risicoprofiel. De gemeente Groningen heeft deze
huizenblokken op 2 juli 2020 toegevoegd aan het lokale plan van aanpak. Opname van
de woningen aan de Ommelanderstraat heeft plaatsgevonden in 2021. Volgens de planning
van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) worden de versterkingsadviezen opgeleverd
in het eerste kwartaal van 2022, en in het tweede kwartaal van 2022 besproken met
de woningeigenaren. Of deze woningen in aanmerking komen voor sloop/nieuwbouw is nu
dan ook nog niet bekend.
Met de bestuurlijke afspraken van 6 november 2020 als uitgangspunt, acht ik het, samen
met de gemeente Groningen, uitlegbaar dat in de betreffende woningen in Ommelanderstraat
met de nieuwste inzichten wordt gewerkt. Daarbij hebben de gemeenten de mogelijkheid
gekregen om maatwerk aan te bieden om mogelijke verschillen tussen buren te overbruggen
of een tegemoetkoming toe te kennen. De gemeenten Groningen is van oordeel dat hier
een tegemoetkoming van € 13.000 vrij te besteden en € 17.000 woningverbeteringssubsidie
passend is. Deze regelingen kunnen de bewoners dan ook aanvragen. Zoals benoemd, kijk
ik integraal naar de verschillen die door de jaren heen zijn ontstaan en zal ik de
Kamer berichten welke mogelijkheden het kabinet ziet om de onuitlegbare verschillen
zoveel mogelijk te beperken. Hier wordt de situatie in Ten Boer uiteraard bij betrokken.
Vraag 4
Vindt u dit uit te leggen? Zo ja dan bieden we u hiertoe graag de gelegenheid, zo
nee, wat wilt u hieraan doen?
Antwoord 4
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 3.
Vraag 5
Bent u bekend met de wijk Tuikwerd in Delfzijl?
Antwoord 5
Ja, hiermee ben ik bekend. Zie ook mijn antwoorden op Kamervragen van het lid Beckerman
over deze wijk (Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1676).
Vraag 6
Weet u dat daar veel zorg en onduidelijkheid speelt over de herbeoordelingen en mogelijke
(vergoedings)regelingen?
Antwoord 6
Ja, hiervan ben ik op de hoogte. Verschillende bewoners hebben de keuze gekregen om
een herbeoordeling aan te vragen. De NCG begeleidt en informeert de bewoners in dit
proces. Zie ook mijn antwoorden op de Kamervragen van het lid Beckerman (Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1676).
Vraag 7
Bent u ermee bekend dat de ene kant van de straat van Ganzenerf de subsidie voor verduurzaming
en verbetering van de woning reeds kreeg, terwijl de andere kant in onduidelijkheid
verkeert over de vraag of en wanneer zij hier aanspraak op maken? Wat vindt u daarvan?
Antwoord 7
Ja, hiermee ben ik bekend. Deze situatie is ontstaan doordat een aantal eigenaren
wel, en een aantal eigenaren niet een herbeoordeling kunnen aanvragen. Wanneer eigenaren
voor een herbeoordeling kiezen, komen zij in aanmerking voor een tegemoetkoming voor
de herbeoordeling en een aanvullende subsidie voor verduurzaming en woningverbetering.
Deze kunnen zij echter pas aanvragen op het moment dat zij een herbeoordelingsbesluit
van de NCG hebben ontvangen. Voor de keuze tot een herbeoordeling geldt een bedenktermijn
van maximaal 6 maanden. Zodra die verstreken is, of zo veel eerder als dat met tot
een eenduidige keuze is gekomen, heeft de NCG nog maximaal 8 weken nodig om tot een
besluit te komen. De NCG heeft betreffende bewoners hierover geïnformeerd.
Vraag 8
Wat vindt u ervan dat huiseigenaren worden gedwongen het eens te worden met de buren
over het aanvragen van een herbeoordeling? Is dat gewenst?
Antwoord 8
Zoals ik heb aangegeven in mijn antwoord op de Kamervragen van het lid Beckerman (Aanhangsel
Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1676) is het in de meeste gevallen onvermijdelijk dat eigenaren van constructief verbonden
panden, zoals bijvoorbeeld rijtjeswoningen, eenzelfde keuze moeten maken over de versterking.
De versterking van zulke woningen kan doorgaans enkel met een gezamenlijke versterking
in de hele constructie worden gerealiseerd. Mede omwille van de veiligheid dient een
constructief verbonden bouwwerk daarom als geheel te worden versterkt.
Eigenaren van gebouwen die constructief verbonden zijn, zullen met de buren tot een
gemeenschappelijke keuze moeten komen tot het laten uitvoeren van het liggende versterkingsadvies
of een herbeoordeling van de constructief verbonden panden. De NCG ondersteunt de
eigenaren hierbij en zet een zorgvuldig proces op waarbij eigenaren onderling overeenstemming
kunnen bereiken over de te maken keuze. Ook kunnen deze eigenaren advies inwinnen
bij een onafhankelijke adviseur/mediator. In die gevallen dat de eigenaren verschillende
belangen hebben en er mogelijk niet samen uitkomen, spant de NCG zich in om via overleg
en bemiddeling met de eigenaren tot een gezamenlijke beslissing te komen. Daarbij
zal ook worden gekeken of maatwerk mogelijk is of dat de constructief verbonden gebouwen
los van elkaar versterkt kunnen worden, zonder dat dit leidt tot vertraging van de
versterkingsoperatie. Bij een zeer beperkt aantal van deze adressen kan de versterking
van het ene deel van het gebouw namelijk uitgevoerd worden zonder dat dit invloed
heeft op het ander deel van hetzelfde gebouw.
Vraag 9
Hoe lang duren de processen voordat er duidelijkheid is over een herbeoordeling? Klopt
het dat dit zes maanden duurt en er ook nog eens een beroep wordt gedaan op de bedenktijd
die de Kamer zou hebben gevraagd?
Antwoord 9
Eigenaren die in aanmerking komen voor een herbeoordeling hebben zes maanden de tijd
om deze keuze te maken of zij dit willen. Deze periode is voor alle eigenaren gelijk.
Voor deze termijn is onder andere gekozen omdat het bij gebouwen die constructief
met elkaar verbonden zijn, belangrijk is om een einddatum te hebben voor het indienen
van een verzoek tot herbeoordeling. Voor de voortgang is het van belang dat dit proces
niet te lang duurt, echter moet deze termijn ook lang genoeg om eigenaren voldoende
tijd te bieden om een afgewogen keuze te kunnen maken. Wanneer een eigenaar niet constructief
verbonden is met andere panden, hoeft de termijn van zes maanden niet verder afgewacht
worden. De NCG neemt na het maken van de keuze door de eigenaar, indien van toepassing,
een besluit tot uitvoering van de herbeoordeling.
Vraag 10 en 11
Wat gebeurt er als bijvoorbeeld een belegger die een huis in een rij bezit nergens
aan meewerkt? Duurt dan de onduidelijkheid voor de anderen langer? Vindt u dat gerechtvaardigd?
Klopt het dat het zes maanden extra duurt als een huis in de tussentijd wordt verkocht?
Antwoord 10 en 11
Zoals ik heb aangegeven in mijn antwoord op vraag 18 van de Kamervragen van lid Beckerman
(Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1676), hebben eigenaren zes maanden de tijd om deze keuze te maken. Deze periode is voor
alle eigenaren – dus ook beleggers – gelijk. Doorverkoop van een woning heeft geen
effect op deze termijn.
Vraag 12
Hoe zijn de «blokken» die het eens moeten worden tot stand gekomen? Is daar een logische
bouwkundige aanleiding voor of zijn deze op procedurele gronden tot stand gekomen?
Antwoord 12
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 8.
Vraag 13
Deelt u de mening dat niet het onderdeel uitmaken van een badge, categorie, fase of
wat ook leidend moet zijn maar de feitelijke situatie van mensen en hun woningen en
dat die gelijke behandeling verdienen? Zo ja, wat gaat u daaraan doen? Zo nee, waarom
niet?
Antwoord 13
Ik verwijs u naar mijn antwoord op vraag 1.
Vraag 14
Op welke wijze gaat u de motie-Nijboer c.s. met als dictum «verzoekt de regering van
mensen uit te gaan en zich ervoor in te spannen dat mensen die in soortgelijke situaties
zitten, aanspraak kunnen maken op dezelfde regelingen» uitvoeren?1
Antwoord 14
De uitvoering van deze motie zal worden betrokken in het benoemde traject voortkomend
uit de beleidsbrief rondom onuitlegbare verschillen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
J.A. Vijlbrief, staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.