Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Inge van Dijk over de aanleg van glasvezel in het Westland
Vragen van het lid Inge van Dijk (CDA) aan de Minister van Economische Zaken en Klimaat over de aanleg van glasvezel in het Westland (ingezonden 24 december 2021).
Antwoord van Minister Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat) (ontvangen 10 maart
2022). Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1443.
Vraag 1
Bent u bekend met het bericht «Snel internet toch weer in beeld»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Deelt u de mening dat het voor zowel particulieren als bedrijven, zoals in de glastuinbouwsector,
van groot belang is dat zij ook in het buitengebied kunnen beschikken over glasvezel,
vanwege de toenemende afhankelijkheid van digitalisering en van snelle, betrouwbare
internetverbindingen voor bijvoorbeeld thuiswerken en online zakendoen?
Antwoord 2
Ik deel de mening dat het voor zowel particulieren als bedrijven in de buitengebieden
van Nederland van belang is dat zij, met het oog op de toenemende digitalisering,
kunnen beschikken over een snelle en betrouwbare internetverbinding. Dat kan een glasvezelverbinding
zijn, maar ook andere technieken kunnen hiervoor geschikt zijn.
Vraag 3 en 4
Wat is de huidige stand van zaken met betrekking tot de aanleg van glasvezel in het
Westland? Kunt u de ontwikkelingen schetsen vanaf het moment dat aanbieder Delta Fiber
aangaf zich te willen terugtrekken uit het samenwerkingsverband met de gemeente Westland
(december 2020)?
Is het juist dat hoge kosten, als gevolg van de complexiteit van het gebied (met veel
dijken, smalle bermen en sloten) de aanleg van glasvezel in het Westland in de weg
staat? In hoeverre spelen nog andere factoren mee?
Antwoord 3 en 4
Voor de beantwoording van deze vragen heb ik contact gezocht met Delta Fiber en de
gemeente Westland.
In december 2020 heeft Delta Fiber aan de bewoners in het buitengebied van Westland
laten weten dat de eerder aangekondigde aanleg van glasvezel in het gebied niet doorgaat.
Dit als gevolg van te hoge aanlegkosten. Volgens Delta Fiber is er daardoor geen sluitende
business case te maken. De hoge aanlegkosten zijn het gevolg van de complexiteit van
het gebied, dat zich kenmerkt door veel waterkeringen en dijken en smalle bermen.
Hierdoor zijn er veel extra ingrepen nodig om het netwerk aan te leggen, zoals boringen
onder waterwegen en het vrezen van sleuven in asfalt. Daarnaast is er afstemming nodig
met veel eigenaren van privégrond waar doorheen gegraven moet worden. Voornoemde factoren
maken de uitvoering complex en tijdrovend en daardoor kostbaar. Er is door Delta Fiber
naar alternatieve aanlegroutes gekeken, maar ook die bleken complex en te kostbaar.
Voor zover mij bekend, spelen er geen andere factoren mee die de aanleg van glasvezel
door Delta Fiber in de weg staan.
Gelijktijdig met het besluit om geen glasvezel aan te leggen, heeft Delta Fiber laten
weten het bestaande coaxnetwerk in het gebied op te waarderen naar de zogenaamde DOCSIS
3.1 standaard. Hiertoe wordt alle apparatuur in het netwerk en bij de eindgebruiker
vernieuwd, waardoor de stabiliteit en de snelheid van het netwerk fors verbetert.
Hierdoor krijgen eindgebruikers de beschikking over een internetsnelheid van ten minste
200 Megabit per seconde (Mbps) en is opwaardering mogelijk naar 1 Gigabit per seconde
(Gbps). Op dit moment is 85% van werkzaamheden voltooid en verwacht wordt dat aan
het einde van dit kwartaal de opwaardering grotendeels is afgerond.
Daarnaast heeft Delta Fiber specifiek voor de kern Heenweg en de bedrijventerreinen
in Westland gekeken of de aanleg van glasvezel alsnog mogelijk is. Voor Heenweg en
de grotere bedrijventerreinen bleek er wel een business case te maken en daar is of
wordt gestart met de aanleg van glasvezel. Voor de kleinere bedrijventerreinen is
Delta Fiber nog aan het inventariseren of er een sluitende business case mogelijk
is.
Vraag 5
Deelt u de mening dat digitalisering, waaronder het kunnen beschikken over snel internet,
een maatschappelijk belang is, wat overheidsingrijpen rechtvaardigt indien sprake
is van marktfalen?
Antwoord 5
Ja, ik deel de mening dat het kunnen beschikken over snel internet een maatschappelijk
belang is, waarbij in het geval van aantoonbaar marktfalen overheidsingrijpen gerechtvaardigd
is. Van marktfalen is bijvoorbeeld sprake wanneer een snelle breedbandvoorziening
in een gebied ontbreekt, alsook de bereidheid van de markt om een dergelijke voorziening
alsnog op eigen initiatief en risico te realiseren. Verder geldt dat overheidssteun
voor breedbandinfrastructuur alleen geoorloofd is, als voldaan wordt aan Europese
staatssteunregels. Daarmee moet oneigenlijke marktverstoring worden voorkomen. Kortweg
schrijven deze regels voor dat steun alleen is toegestaan in gebieden waar er op dit
moment of binnen 3 jaar geen snel vast breedbandnetwerk voorhanden is2. Met een snel vast netwerk wordt bedoeld, een netwerk dat op betrouwbare wijze downloadsnelheden
van ten minste 100 Mbps kan aanbieden.
Vraag 6
Wat kunt u voor de inwoners en ondernemers in het Westland en van andere moeilijk
te verglazen gebieden in Nederland, waar niet tot een sluitende business case kan
worden gekomen, betekenen om de aanleg van glasvezel daar alsnog mogelijk te maken?
Bent u bereid hiertoe contact op te nemen met de betreffende gemeentes?
Antwoord 6
De bewegingsruimte voor overheidsingrijpen wordt begrensd door Europese staatssteunregels.
Gelet op de situatie in het buitengebied van Westland, waar met de opwaardering van
het coaxnetwerk van Delta Fiber een snel vast breedbandnetwerk van ten minste 200
Mbps beschikbaar komt, is mijn beeld dat overheidsingrijpen hier niet gepast is. Die
mogelijkheid is er eventueel wel voor buitengebiedbewoners in het Westland en de rest
van Nederland, die niet over een snelle vaste internetverbinding (ten minste 100 Mbps)
kunnen beschikken. N.a.v. de motie Van Dijk c.s.3 wordt onderzocht hoe groot deze groep landelijk is en welke technische oplossingen
(incl. kosten) en handelingsperspectieven voorhanden zijn. Over de resultaten van
het onderzoek die ik uw Kamer naar verwachting nog dit kwartaal zal sturen, zal ik
ook in contact treden met provincies en de VNG.
Vraag 7
Welke nationale en Europese mogelijkheden zijn er voor investeringen in glasvezel,
met name in moeilijk te verglazen gebieden? Hoe maakt Nederland hier gebruik van?
Welke rol kunnen de middelen uit het Recovery and Resilience Facility (RRF) hierbij spelen?
Antwoord 7
In de brief aan de Tweede Kamer van 17 mei 20214 is n.a.v. de motie Bromet c.s.5 toegelicht dat er afgezien van de middelen uit het RRF op dit moment geen concrete
EU-financieringsmogelijkheden zijn voor de uitrol van snel internet in moeilijk te
ontsluiten buitengebieden in Nederland. In het coalitieakkoord is afgesproken dat
het Nederlandse herstelplan zal bestaan uit reeds begrote en gedekte uitgaven. De
Minister van Financiën zal uw Kamer informeren over het Nederlandse herstelplan.
Vraag 8
Welke aanbevelingen geeft u aan het nieuwe kabinet mee om invulling te geven aan de
inzet Nederland wordt het digitale knooppunt van Europa en krijgt robuust, supersnel en
veilig internet in alle delen van het land. uit het onlangs gepresenteerde coalitieakkoord «Omzien naar elkaar, vooruitkijken
naar de toekomst»?
Antwoord 8
In het coalitieakkoord «Omzien naar elkaar, vooruitkijken naar de toekomst» van 15 december
jl. is de ambitie opgenomen dat Nederland het digitale knooppunt van Europa wordt
en snel internet in alle delen van het land krijgt. De concrete uitwerking daarvan
wat betreft de (on)beschikbaarheid van snel internet in de buitengebieden vindt momenteel
plaats. Hierbij zal het externe onderzoek naar de technische opties en kosten voor
snel internet voor de moeilijk gelegen adressen in de buitengebieden worden betrokken.
Ik verwacht dat uw Kamer nog in dit kwartaal kan worden geïnformeerd over de uitkomsten
van het lopende onderzoek en de vervolgstappen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.A.M. Adriaansens, minister van Economische Zaken en Klimaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.