Schriftelijke vragen : Het advies ‘keuzes voor de krijgsmacht’ van de Adviesraad Internationale Vraagstukken
Vragen van het lid Valstar (VVD) aan de Ministers van Defensie en van Buitenlandse Zaken over het advies «keuzes voor de krijgsmacht» van de Adviesraad Internationale Vraagstukken (ingezonden 8 maart 2022).
Vraag 1
Bent u bekend met het AIV-advies «keuzes voor de krijgsmacht»?1
Vraag 2
Deelt u de analyse van de AIV dat, in het licht van de Russische invasie in Oekraïne
en de verslechterende veiligheidssituatie, de Navo moet worden versterkt om de vrijheid
en veiligheid van Europese burgers te beschermen?
Vraag 3
Deelt u de analyse van de AIV dat de Europese bijdrage aan deze collectieve verdediging
moet worden vergroot en dat Nederland de defensie-uitgaven moet verhogen naar twee
procent van het bruto binnenlands product om hierin een gepast aandeel te leveren?
Vraag 4
Deelt u de mening dat de veiligheidsdreiging urgent is en er geen goede redenen zijn
om aan te nemen dat deze dreiging binnen afzienbare tijd weer substantieel zal dalen?
Vraag 5
Deelt u de analyse van de AIV dat de krijgsmacht nadrukkelijk ingericht moet worden
op bondgenootschappelijke verdediging en dat het hiervoor noodzakelijk is zo snel
mogelijk de inzetbaarheid te verbeteren en de door de Navo vastgestelde capaciteitstekorten
weg te werken?
Vraag 6
Deelt u de analyse van de AIV dat er een grote financiële inspanning nodig zal zijn
om Nederland in staat te stellen naar verhouding bij te dragen aan initiatieven van
de Navo en de EU, zoals de Nato Response Force en de EU Rapid Deployment Capacity?
Vraag 7
Deelt u de mening dat er voor verdere specialisatie bij het wegwerken van tekorten
in Europese capaciteiten forse investeringen nodig zijn van de landen die kopgroepen
vormen?
Vraag 8
Deelt u de analyse van de AIV dat het voor een stabiele defensieplanning wenselijk
is als de planning en uitgaven voor een langere periode wettelijk worden vastgelegd,
zoals dat ook in Scandinavische landen en de Klimaatwet het geval is?
Vraag 9
Deelt u de mening dat, gezien de dreigingssituatie, de bondgenootschappelijke verplichtingen
en het toekomstbeeld uit de Defensievisie 2035, de uitgaven in een dergelijke wet
niet lager zouden moeten zijn dan twee procent van het bruto binnenlands product?
Vraag 10
Bent u bereid het advies van de AIV integraal op te volgen en de Kamer uiterlijk deze
maand daarover te informeren?
Indieners
-
Gericht aan
W.B. Hoekstra, minister van Buitenlandse Zaken -
Gericht aan
K.H. Ollongren, minister van Defensie -
Indiener
P.J. Valstar, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.