Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Agema over de uitspraak dat een boostervaccin een 30x lagere kans op een ziekenhuisopname geeft
Vragen van het lid Agema (PVV) aan de Minister van Volksgezondheid Welzijn Sport over zijn uitspraak dat een boostervaccin een 30x lagere kans op een ziekenhuisopname geeft (ingezonden 11 februari 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport) (ontvangen 7 maart
2022).
Vraag 1
Bent u bekend met uw uitspraak dat een boostervaccin een 30 keer lagere kans op ziekenhuisopname
geeft?1
Antwoord 1
Ja, daar ben ik mee bekend. Ik heb aangegeven dat deze kans ruim 30 keer lager is
op basis van de op dat moment meest actuele cijfers over vaccineffectiviteit. Het
RIVM rapporteerde 2 februari jl.2 dat de kans op ziekenhuisopnames na een boostvaccinatie 33 keer kleiner is ten opzichte
van niet-gevaccineerd zijn. Deze kans had betrekking op de periode van 1 december
2021 tot en met 25 januari 2022, waarin de meeste opnames werden veroorzaakt door
de deltavariant.
Vraag 2
Ten opzichte van wie of wat geldt deze 30 keer lagere kans?
Antwoord 2
De 33 keer kleinere kans om in het ziekenhuis opgenomen te worden als gevolg van COVID-19
na een boostvaccinatie is ten opzichte van mensen die niet gevaccineerd zijn.
Vraag 3
Geldt deze 30 keer lagere kans voor een driemaal gevaccineerde ten opzichte van een
ongevaccineerde? Zo nee, hoeveel kleiner is deze kans dan?
Antwoord 3
De 33 keer kleinere kans om in het ziekenhuis te worden opgenomen geldt voor mensen
die de basisserie hebben afgerond en een boostvaccin hebben ontvangen. Een basisserie
is dosis van de vaccins van AstraZeneca, Moderna of BioNTech/Pfizer, of één dosis
van het Janssen-vaccin. Daarom geldt deze ruim 30 keer lagere kans voor mensen die
driemaal of tweemaal zijn gevaccineerd. Mensen die via doorgemaakte COVID-19 en één
prik hun basisserie hebben afgerond kunnen niet worden onderscheiden in de CIMS-gegevens
van mensen die één prik hebben gehad zonder SARS-CoV-2-infectie, omdat in CIMS geen
informatie over eerdere infectie is opgenomen.
Vraag 4
Geldt deze 30 keer lagere kans voor een driemaal gevaccineerde ten opzichte van een
ongevaccineerde die een natuurlijke infectie met corona doormaakte? Zo nee, hoeveel
kleiner is deze kans dan?
Antwoord 4
Van de groep mensen die niet is gevaccineerd, zal een deel als gevolg van een SARS-CoV-2-infectie
immuniteit hebben opgebouwd. Het is echter niet mogelijk om op basis van de verrijking
van de opnamegegevens van stichting NICE met de vaccinatiegegevens in CIMS een onderscheid
te maken tussen ongevaccineerde mensen met een doorgemaakte infectie versus ongevaccineerde
mensen zonder doorgemaakte infectie. De ruim 30 keer lagere kans is dus ten opzichte
van ongevaccineerden met zowel doorgemaakte COVID als zonder doorgemaakte COVID.
Vraag 5
Geldt deze 30 keer lagere kans voor een driemaal gevaccineerde ten opzichte van een
tweemaal gevaccineerde? Zo nee, hoeveel kleiner is deze kans dan?
Antwoord 5
Het RIVM rapporteerde op 2 februari jl. dat de kans om in het ziekenhuis opgenomen
te worden in de periode van 1 december 2021 tot en met 25 januari 2022 vijf keer kleiner
was voor mensen die een boostvaccinatie hadden ontvangen, dan voor mensen die wel
de basisserie hadden afgerond maar geen boostvaccinatie hadden ontvangen. In deze
periode werden de meeste opnames veroorzaakt door de deltavariant.
Vraag 6
Als dit geldt voor een driemaal gevaccineerde ten opzichte van een ongevaccineerde,
dan is deze generaliserende uitspraak toch niet proportioneel als meer dan 86 procent
van de volwassen Nederlanders tweemaal gevaccineerd is?
Antwoord 6
In de analyse van het RIVM naar de vaccineffectiviteit tegen ziekenhuis- en IC-opname,
worden zowel ongevaccineerde mensen als mensen die hun basisserie hebben afgerond
maar geen boostvaccinatie hebben ontvangen als referentiegroep gebruikt. De verminderde
kans ten opzichte van mensen die niet zijn gevaccineerd geeft met name een beeld van
de kans op individueel niveau om te worden opgenomen. Het is geen graadmeter voor
de impact op populatieniveau.
Vraag 7
Het klopt toch dat niet voor alle leeftijdsgroepen een 30 keer lagere kans op ziekenhuisopname
geldt?
Antwoord 7
De ruim 30 keer lagere kans op ziekenhuisopname is voor de gehele populatie, rekening
houdend met het aantal personen in een leeftijdsgroep. In de analyses van het RIVM
naar vaccineffectiviteit tegen ziekenhuis- en IC-opname worden ook schattingen per
leeftijdsgroep gegeven. Zie mijn antwoorden op vragen 8 en 9.
Vraag 8
Kunt u alstublieft in een tabel de verminderde kans op ziekenhuisopname voor verschillende
leeftijdsgroepen geven, te weten voor de leeftijdscategorieën 12–49 jaar, 50–69 jaar,
en boven de 70 jaar?
Antwoord 8
Onderstaande tabel geeft de verminderde kans op ziekenhuisopname weer voor respectievelijk
mensen met een afgeronde basisserie en mensen die een boostvaccinatie hebben ontvangen
ten opzichte van ongevaccineerden in de periode 11 juli 2021 tot en met 25 januari
2022.
Leeftijd
Basisserie afgerond
Boostvaccinatie ontvangen
12–49
12,5 keer kleinere kans
16,7 keer kleinere kans
50–69
10,0 keer kleinere kans
50,0 keer kleinere kans
70+
4,5 keer kleinere kans
25,0 keer kleinere kans
Onderstaande tabel geeft de verminderde kans op ziekenhuisopname weer voor respectievelijk
mensen met een afgeronde basisserie en mensen die een boostvaccinatie hebben ontvangen
ten opzichte van ongevaccineerden in de periode 1 december 2021 tot en met 25 januari
2022. Het RIVM geeft aan deze data alleen voor de leeftijdsgroepen 12–69 en 70+ te
hebben in verband met de herleidbaarheid van deze privacygevoelige gegevens.
Leeftijd
Basisserie afgerond
Boostvaccinatie ontvangen
12–69
7,7 keer kleinere kans
50 keer kleinere kans
70+
3,8 keer kleinere kans
20 keer kleinere kans
Vraag 9
Kunt u in een tabel ook een onderverdeling geven tussen ongevaccineerden, tweemaal
gevaccineerden en driemaal gevaccineerden?
Antwoord 9
Het is niet mogelijk om op één gegeven peildatum de verdeling per vaccinatiestatus
te bepalen in Nederland en deze vervolgens te betrekken op een periode zoals ook in
vraag 8 is geformuleerd. De onderverdeling aan de start van deze periode verschilt
ten opzichte van de verdeling aan het einde. Een vergelijking maken tussen incidentie
over de hele periode en de verdeling op één peildatum zou derhalve scheef zijn. Bij
de berekening van de vaccineffectiviteit wordt daarom per dag de vaccinatiestatus
bepaald.
Vraag 10
Kunt u in een tabel ook een onderverdeling geven tussen ziekenhuisopname en ic-opname
voor ongevaccineerden, tweemaal gevaccineerden en driemaal gevaccineerden?
Antwoord 10
In het rapport van het RIVM van 2 februari jl. wordt onderstaande tabel getoond, met
daarin de onderverdeling tussen ziekenhuis- en IC-opnames voor niet gevaccineerde
mensen, mensen die de basisserie hebben afgerond en mensen die een boostvaccinatie
hebben ontvangen.
Vraag 11
Wordt er in deze berekening gerekend met een lagere kans op transmissie van het virus
door tweemaal gevaccineerden ten opzichte van ongevaccineerden? Zo ja, waarom?
Antwoord 11
Nee. De berekeningen zoals in het rapport over vaccineffectiviteit van het RIVM zijn
specifiek gericht op de effectiviteit tegen ziekenhuis- en IC-opnames. De vaccinatiegraad
van mensen die zijn opgenomen wegens COVID-19 wordt vergeleken met de vaccinatiegraad
in de bevolking.
Vraag 12
Wordt er in deze berekening gerekend met een lagere kans op transmissie van het virus
door driemaal gevaccineerden ten opzichte van tweemaal gevaccineerden? Zo ja, waarom?
Antwoord 12
Nee. De berekeningen zoals in het rapport over vaccineffectiviteit van het RIVM zijn
specifiek gericht op de effectiviteit tegen ziekenhuis- en IC-opnames. De boostvaccinatiegraad
van mensen die zijn opgenomen wegens COVID-19 wordt vergeleken met de boostvaccinatiegraad
in de bevolking.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.