Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op de vragen van de leden Hijink, Omtzigt, Van der Plas en Pouw-Verweij over de positie van zorgverleners die als gevolg van long covid lange tijd thuis zitten
Vragen van de leden Hijink (SP), Omtzigt (Omtzigt), Van der Plas (BBB) en Pouw-Verweij (JA21) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de positie van zorgverleners die als gevolg van long covid lange tijd thuis zitten (ingezonden 16 december 2021).
Antwoord van Minister Helder (Langdurige Zorg en Sport) (ontvangen 7 maart 2022).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1315.
Vraag 1, 5, 6 en 10
Wat is uw reactie op het bericht dat een ambulanceverpleegkundige al twintig maanden
thuis zit als gevolg van Long COVID?1
Bent u het ermee eens dat het onacceptabel is dat zorgverleners, die zich keihard
hebben ingezet om het virus te bestrijden, inkomensverlies lijden als zij zelf ziek
worden door corona?
Wat wordt er gedaan om langdurig inkomensverlies van deze groep mensen te compenseren?
Bent u bereid om te onderzoeken hoe deze mensen beter ondersteund kunnen worden, ook
in financieel opzicht?
Antwoord 1, 5, 6 en 10
We zijn de zorgverleners die hebben bijgedragen aan de strijd tegen COVID-19 veel
dank verschuldigd. Het is heel naar dat zorgverleners die met COVID-patiënten hebben
gewerkt, mogelijk als gevolg daarvan nu langdurige klachten hebben en daar schade
van ondervinden.
De samenleving – de zorg in het bijzonder – is geconfronteerd met een ziektebeeld
waarover nog veel onduidelijkheid bestaat. Dit betreft bijvoorbeeld de behandeling
en de duur en impact van eventuele gezondheidsklachten die resteren na een doorgemaakte
COVID-besmetting. De Gezondheidsraad duidt deze resterende gezondheidsklachten aan
met de medische benaming «post-COVID-syndroom». Met het begrip «syndroom» wordt verwezen
naar de nog niet nader geduide verzameling van klachten.
Helaas kan de overheid niet zonder meer mensen compenseren als hen iets vervelends
overkomt. Of COVID op het werk is opgelopen is in veel gevallen überhaupt niet vast
te stellen. Ons stelsel van sociale zekerheid voorziet in een vangnet bij ziekte en
arbeidsongeschiktheid, ongeacht de oorzaak van die ziekte en/of arbeidsongeschiktheid.
Dit stelsel voorziet niet in een speciale behandeling van mensen die na een COVID-besmetting
langdurige klachten hebben; dit geldt ook voor mensen met andere chronische aandoeningen
die leiden tot ziekteverzuim of arbeidsongeschiktheid.
In het debat van 26 januari jl. hebben de leden Hijink en Van der Plas een motie (Kamerstuk
25 295, nr. 1754) ingediend over zorgverleners die in de eerste coronagolf COVID-19 hebben opgelopen
en daardoor langdurig ziek zijn geworden. In reactie op die motie heeft de Minister
van VWS aangegeven dat het kabinet reeds verkent of het mogelijk is werkgevers op
een uitvoerbare manier te ondersteunen om zorgmedewerkers die in 2020 langdurig ziek
zijn geworden, voor de zorg te behouden.2 Dit in vervolg op het advies van de Taskforce Optimale ondersteuning inzet zorgprofessionals
om werkgevers die ondersteuning te bieden. In dat kader heb ik gesproken met het Ministerie
van SZW, het Ministerie van Financiën, het UWV en DUS-i over de ondersteuning van
werkgevers in de vorm van een extra impuls voor herstel en re-integratie, zonder daarbij
in de arbeidsrelatie van werkgever en werknemer te treden. Ook heb ik recent gesproken
met een aantal zorgverleners met langdurige klachten na een COVID-besmetting. Dat
heeft mij meer inzicht gegeven in de situatie waarin zij zich nu bevinden en de impact
die dat op hun leven heeft. Met mijn brief van 25 februari 2022 informeerde ik uw
Kamer over de tijdelijke ondersteuning die ik zorgwerkgevers bied om de zorgverleners
die in de beginfase van de pandemie na een doorgemaakte COVID-besmetting langdurig
ziek zijn geworden, voor de zorg te behouden. Werkgevers die met hun werknemer afspreken
na het tweede ziektejaar de loondoorbetaling met minimaal een half jaar te verlengen
en te blijven werken aan herstel en re-integratie, kunnen de kosten die daarmee gemoeid
zijn gedeeltelijk gesubsidieerd krijgen. Deze ondersteuning is bedoeld voor de zorgverleners
die in de periode maart tot en met 2020 na een COVID-besmetting langdurige klachten
hebben gehouden en richt zich op het behoud van deze zorgverleners voor de zorg.
In de COVID-stand van zaken brief van 14 december jl. heeft mijn ambtsvoorganger geschetst
welke vervolgstappen in brede zin ondernomen worden ten aanzien van het vraagstuk
van zorgverleners die langdurige klachten ondervinden als gevolg van een coronabesmetting.
Hierbij is aangegeven dat op het moment dat de Gezondheidsraad straks een (voorlopige)
definitie van Long COVID heeft bepaald, zou worden bezien of deze genoeg handvatten
biedt om langdurige klachten na een COVID-besmetting te onderscheiden van andere aandoeningen
en (nader) in kaart te brengen met welke vraagstukken de mensen die daarmee kampen,
te maken hebben.
Inmiddels is uw Kamer met de brief van 15 februari jl. over het advies van de Gezondheidsraad
geïnformeerd. Met de aanduiding van langdurige klachten na COVID als post-COVID-syndroom
verwijst de Gezondheidsraad naar «een nog niet nader geduide verzameling van klachten».
Daarmee biedt deze definitie geen handvatten om de klachten na een COVID-besmetting
van andere aandoeningen te onderscheiden. Onderzoeken, die nu onder andere via ZonMw
worden uitgevoerd, moeten aanknopingspunten bieden om het ziektebeeld bij langdurige
klachten na een COVID besmetting beter te kunnen afbakenen.
Mogelijk biedt de opbrengst van de uitbreiding van het programma «COVID-19 en werk»3 meer inzicht of en zo ja welke vraagstukken specifiek onder zorgverleners spelen.
Als bijvoorbeeld naar voren komt dat zorgverleners met specifieke vraagstukken kampen,
dan kijk ik hoe en door wie ondersteuning bij die vraagstukken kan worden geboden.
Met een goede ondersteuning van zorgprofessionals bij hun herstel en re-integratie
kunnen zij behouden blijven voor de zorg. Pas op het moment dat langdurige klachten
na COVID zich goed laten onderscheiden van andere aandoeningen, kan worden overwogen
het stelsel van sociale zekerheid of taken van de overheid te herschikken in antwoord
op de langdurige klachten die mensen kunnen houden na een COVID-besmetting. Bij zo’n
afweging zijn onder meer het gelijkheidsbeginsel en de verantwoordelijkheid van werkgevers
voor het bieden van een veilige werkplek, belangrijke aandachtspunten.
Vraag 2
Hoeveel zorgverleners, vanuit elke setting, zitten er al langer dan zes maanden deels
of volledig thuis na een coronabesmetting?
Antwoord 2
Er wordt geen registratie bijgehouden van het aantal zorgverleners dat na een coronabesmetting
deels of volledig thuiszit. Het RIVM rapporteert wekelijks in het epidemiologisch
beeld over het aantal zorgverleners dat met COVID besmet is (geweest). Tot en met
22 februari zijn ruim 273 duizend zorgverleners in de leeftijd van 18 t/m 69 jaar
met een positieve testuitslag voor SARS-CoV-2 gemeld.
Vraag 3 en 9
Wat wordt er momenteel gedaan om deze mensen te ondersteunen?
Hoe wordt omgegaan met mensen die wel ziek zijn geworden, maar nooit een officiële
besmetting of ziekenhuisopname hebben gehad door de beperkte inzet van testen in de
eerste golf? Krijgen zij enige vorm van ondersteuning en compensatie?
Antwoord 3 en 9
Voor mensen die door COVID langdurige gezondheidsklachten – ongeacht of de COVID-besmetting
met een test is bevestigd – ondervinden, is de ondersteuning beschikbaar:
– C-support biedt op het gebied van gezondheid, werk, inkomen en sociaal leven ondersteuning
aan COVID-19-patiënten die langer dan 3 maanden klachten houden en werkt daarbij samen
met alle professionals waarmee de patiënt te maken heeft;
– Coronaplein.nu biedt ondersteuning van patiënten met langdurige klachten na COVID,
onder meer door informatievoorziening en een plek te bieden voor lotgenotencontact
en contact met zorgverleners met deskundigheid op het terrein van COVID-19. Op 7 december
is het amendement van het lid Paulusma c.s. om extra financiering vrij te maken ten
behoeve van versterken van lotgenotencontact aangenomen. Een breed door patiëntenorganisaties
en C-support gesteunde subsidieaanvraag voor het organiseren en verstevigen van zowel
fysiek als digitaal lotgenotencontact via coronaplein.nu heb ik inmiddels in behandeling
genomen;
– Paramedische herstelzorg. Voor mensen die door COVID-19 last hebben van ernstige klachten
of beperkingen kan (onder voorwaarden) gebruik gemaakt worden van de tijdelijke regeling
paramedische herstelzorg, zoals fysiotherapie en oefentherapie. Voor een beroep op
deze regeling gelden voorwaarden. Het is echter niet noodzakelijk dat iemand positief
is getest op het coronavirus.
Vraag 4
Hoeveel zorgverleners zijn sinds maart 2020 in de Ziektewet of de Wet Verbetering
Poortwachter terechtgekomen? Bij hoeveel daarvan was dat als gevolg van een coronabesmetting?
Bij hoeveel daarvan was dat als gevolg van te hoge werkdruk?
Antwoord 4
De Ziektewetis van toepassing wanneer iemand ziek is en geen werkgever meer heeft, zoals na ontslag,
het aflopen van een tijdelijk contract of bij uitzendwerk. Er zijn op dit moment geen
gegevens beschikbaar over de branche waarin iemand werkte, direct voorafgaand aan
de instroom in de Ziektewet. Derhalve zijn er geen gegevens beschikbaar over de instroom
in de Ziektewet vanuit de sector Zorg en Welzijn.
Voor werknemers is vanaf de eerste ziektedag de Wet Verbetering Poortwachter (WvP) van toepassing. CBS heeft gegevens beschikbaar over het ziekteverzuim van werknemers
in de zorg4. Dit betreft alle ziekmeldingen van werknemers in de zorg, ongeacht de ziekteduur.
Dat betekent dat ook werknemers die slechts één dag ziek zijn geweest, hierin zijn
meegenomen. De ziekteverzuimgegevens zijn op jaarbasis beschikbaar; de meest recente
gegevens hebben betrekking op 2020. In dat jaar heeft 49% van de werknemers in de
sector Zorg en Welzijn één of meer dagen verzuimd wegens ziekte. Als dat aandeel geprojecteerd
wordt op het gemiddeld aantal werknemers dat in 2020 in dienst was in de sector, betekent
dat dat bijna 620.000 mensen zich in 2020 voor minimaal één dag ziek hebben gemeld.
Zowel voor de Wet Verbetering Poortwachter als de Ziektewet wordt geen registratie
bijgehouden over de redenen van ziekteverzuim. Daarom is onbekend in hoeverre ziekte
werd veroorzaakt door een coronabesmetting of te hoge werkdruk. Wel is bekend dat
bij het RIVM tussen eind februari 2020 en 22 februari 2022 er 273.557 zorgmedewerkers
gemeld zijn (in de leeftijd van 18 t/m 69 jaar) met een positieve testuitslag voor
SARS-CoV-2. In 2020 zijn er 103.697 zorgmedewerkers met een positieve testuitslag
gemeld.5
Vraag 7
Bent u het ermee eens dat alle zorgkosten die zorgverleners moeten maken als gevolg
van een coronabesmetting op het werk, vergoed dienen te worden? Bent u het ermee eens
dat als de zorgkosten worden vergoed, dat dit met terugwerkende kracht moet vanaf
maart 2020?
Antwoord 7
We hebben te maken met een besmettelijk virus. Zoals eerder aangegeven is niet met
zekerheid vast te stellen of de COVID-besmetting op het werk is opgelopen. Voor de
zorgkosten van zorgverleners die het gevolg zijn van een coronabesmetting geldt net
als voor die van andere burgers dat een deel van de kosten op grond van de Zorgverzekeringswet
vergoed kan worden, waarbij in de vorm van de regeling paramedische herstelzorg een
extra voorziening in het leven is geroepen. Dit laat onverlet dat een werkgever in
individuele gevallen kan beslissen zorgkosten voor de zorgverlener te vergoeden.
Vraag 8
Welke zorgkosten worden momenteel vergoed voor zorgverleners met Long COVID? Welke
niet?
Antwoord 8
Er is geen specifieke voorziening voor de vergoeding van zorgkosten voor zorgverleners
die na een COVID-besmetting met langdurige klachten kampen, met uitzondering van de
tijdelijke regeling paramedische herstelzorg. Vanuit het basispakket van de Zorgverzekeringswet
kan onder voorwaarden paramedische herstelzorg worden vergoed.
IZZ biedt hun verzekerden de mogelijkheid hun eigen risico terug te krijgen als zij
met corona besmet zijn geweest. Inmiddels hebben 1300 zorgmedewerkers die verzekerd
zijn bij IZZ hiervan gebruik gemaakt.6
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C. Helder, minister voor Langdurige Zorg en Sport
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.