Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Eppink over het gewenste nieuwe bedrijfsmodel van KLM
Vragen van het lid Eppink (JA21) aan de Minister van Financiën over het gewenste nieuwe bedrijfsmodel van KLM (ingezonden 8 februari 2022).
Antwoord van Minister Kaag (Financiën) (ontvangen 7 maart 2022).
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht «Verre KLM-routes verdwijnen bij ander bedrijfsmodel»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2, 3, 4, 5
Hoe ziet u het gewenste nieuwe bedrijfsmodel van KLM voor u dat u voorstelde tijdens
het commissiedebat over Staatsdeelnemingen op 26 januari 2022?
Bent u van mening dat KLM zich moet richten op de Europese luchtvaartmarkt en moet
stoppen met intercontinentale vluchten? Zo ja, hoe wilt u de economische positie van
KLM en Schiphol waarborgen?
Welke meerwaarde heeft KLM voor de Nederlandse staat als deze nog slechts fungeert
als regionale luchtvaartmaatschappij en niet langer bijdraagt aan de rechtstreekse
internationale bereikbaarheid van Nederland en de internationale hubfunctie van Schiphol?
Onderschrijft u de stelling dat een veranderd bedrijfsmodel voor KLM zal leiden tot
70 procent minder reizigers en dus ook tot fors baanverlies bij zowel KLM als Schiphol?
Antwoord 2, 3, 4, 5
De vormgeving van het bedrijfsmodel en de strategie is aan KLM zelf, waarbij van KLM
mag worden verwacht dat zij steeds haar bedrijfsmodel toetst aan de actuele omstandigheden
en (nieuwe) economische, maatschappelijke en milieu en klimaatverwachtingen. Tegen
deze achtergrond heb ik tijdens het commissiedebat Staatsdeelnemingen aangegeven dat
ik mij graag door KLM laat informeren over de ontwikkelingen die op KLM afkomen en
op welke wijze KLM deze belangen meeweegt in haar strategie. Ik heb in lijn met bovenstaande
bevoegdheidsverdeling geen nieuw bedrijfsmodel voorgesteld in het commissiedebat Staatsdeelnemingen.
Vraag 6, 7
Onderschrijft u de noodzaak van de internationale hubfunctie van Schiphol?
Is de positie van KLM als krachtige speler op de internationale markt van wezenlijk
belang voor het behoud van de internationale hubfunctie van Schiphol? Zo ja, onderschrijft
u dan ook de noodzaak dat KLM niet onverhoopt afschaalt tot regionale luchtvaartmaatschappij
om de positie van Schiphol als internationale hub te waarborgen?
Antwoord 6, 7
Adequate verbondenheid van Nederland met belangrijke bestemmingen in Europa en de
rest van de wereld is een publiek belang. Zoals ook aangegeven in het Coalitieakkoord
2021–2025, is door de aanwezigheid van Schiphol Nederland via de lucht uitstekend
verbonden met de rest van de wereld. Die sterke hubfunctie wil het kabinet behouden,
waarbij er tegelijkertijd aandacht moet zijn voor het verminderen van de negatieve
effecten van luchtvaart op mens, milieu en natuur. KLM levert met haar intercontinentale
bestemmingennetwerk de grootste bijdrage aan de hubfunctie op Schiphol.
Vraag 8, 9
Wilt u de Kamer zo spoedig mogelijk informeren over de plannen van een nieuw bedrijfsmodel
voor KLM, als dat bericht inderdaad op waarheid berust?
Kunt u de Kamer aan de hand van scenario’s informeren over welke gevolgen het onverhoopt
afschalen van KLM tot regionale luchtvaartmaatschappij heeft voor de rechtstreekse
internationale bereikbaarheid van Schiphol?
Antwoord 8, 9
Zoals hierboven aangegeven is de vormgeving van het bedrijfsmodel en de strategie
aan KLM zelf, waarbij van KLM mag worden verwacht dat zij steeds haar bedrijfsmodel
toetst aan de actuele omstandigheden en (nieuwe) economische, maatschappelijke en
milieu en klimaatverwachtingen. Ik heb in lijn met deze bevoegdheidsverdeling geen
nieuw bedrijfsmodel voorgesteld en kan daarover dus ook geen plannen of scenario’s
delen met de Kamer.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
S.A.M. Kaag, minister van Financiën
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.