Schriftelijke vragen : De tegemoetkomingsregeling van 5000 euro voor (oud-)gymsporters en het artikel Stringente criteria voor aanvraag tegemoetkoming turnleed. Slachtoffers moeten relaas doen bij speciale commissie
Vragen van het lid Westerveld (GroenLinks) aan de Minister voor Langdurige Zorg en Sport over de tegemoetkomingsregeling van 5.000 euro voor (oud-)gymsporters en het artikel Stringente criteria voor aanvraag tegemoetkoming turnleed. Slachtoffers moeten relaas doen bij speciale commissie (ingezonden 3 maart 2022).
Vraag 1
Wie is betrokken bij de totstandkoming van schaderegelingen en tegemoetkomingen voor
slachtoffers? Welke organisaties zijn specifiek betrokken bij de totstandkoming van
de tegemoetkomingsregeling van 5.000 euro voor (oud-)turnsters (m/v)? Is hier ook
een rol voor het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport?1
Vraag 2
Waarom is gekozen voor een relatief korte periode van openstelling van de regeling
(van 1 maart t/m 30 september 2022)? Waarom wijkt deze af van de looptijd van bijvoorbeeld
de regeling die is ingesteld naar aanleiding van het rapport van commissie De Winter
over slachtoffers van geweld in de jeugdzorg?
Vraag 3
Wordt er voldoende ruchtbaarheid gegeven aan de regeling en de periode tot wanneer
de aanvraag ingediend kan worden? Zo ja, op welke manieren? Worden (oud-)sporters
actief aangeschreven? Is hier een rol voor het Ministerie van VWS?
Vraag 4
Waarom geldt als voorwaarde dat er enkel aanspraak op de tegemoetkoming kan worden
gemaakt als een turnster deel uitmaakte van een selectie voor hoogste (inter-)nationale
competities? Bent u het ermee eens dat het aannemelijk is dat ook andere turnsters
die bijvoorbeeld deel uitmaakten van regionale selecties, met grensoverschrijdend
gedrag in aanraking zijn gekomen? Zo ja, waarom dan dit onderscheid?
Vraag 5
Waar is de voorwaarde op gebaseerd dat een sporter moet kunnen aantonen ministens
30 trainingsuren per week gemaakt te hebben over een langere periode? Betekent dit
dat (oud-)turnsters die (een paar uur) minder dan 30 uur per week trainden geen tegemoetkoming
kunnen krijgen?
Vraag 6
Waarom wordt de voorwaarde gesteld dat een oud-turnster minimaal twee jaar met grensoverschrijdend
gedrag geconfronteerd dient te zijn? Betekent dit dat een aanvraag wordt afgewezen
als een (oud-)turnster bijvoorbeeld anderhalf jaar te maken heeft gehad met grensoverschrijdend
gedrag?
Vraag 7
Bent u het ermee eens dat het voor slachtoffers traumatisch kan zijn om hun verhaal
uitgebreid uit de doeken te moeten doen met een commissie die de aanvragen beoordeelt?
Waarom is gekozen voor deze werkwijze? Waarom is niet – net als bij de aanvragen voor
de tegemoetkoming van slachtoffers van geweld in de jeugdzorg – gekozen om de aanvraag
schriftelijk af te handelen?
Vraag 8
Bent u het ermeee eens dat bovenstaande criteria drempelverhogend zijn?
Vraag 9
Hoe kan een (oud-)turnster «aanwijzingen» laten zien om het grensoverschrijdend gedrag
aannemelijk te maken? Waar wordt aan gedacht?2
Vraag 10
Op de site van de regeling wordt gesproken over «ondersteunende documenten», maar
wordt er voldoende rekening gehouden met het gegeven dat het hier om gebeurtenissen
gaat bij vaak jonge kinderen? Bent u het ermee eens dat onmogelijk van hen verwacht
kan worden dat ze zaken en situaties schriftelijk hebben bijgehouden?
Vraag 11
Hoe verhouden deze criteria en werkwijze zich tot de aanbeveling van de adviescommissie
integriteit en ethiek van sportkoepel NOC*NSF, waarin «ruimhartigheid» wordt bepleit
alsmede een hardheidsclausule voor andere schrijnende situaties buiten het topturnen?
Vraag 12
Hoeveel aanvragen worden naar verwachting ingediend? Is er voldoende personeel om
alle aanvragen daadwerkelijk binnen 12 weken af te handelen? Hoe wordt voorkomen dat
– net als bij de commissie De Winter – het aantal aanvragen flink wordt onderschat
en wachttijden zullen oplopen?
Vraag 13
Hoe verklaart u het dat er nog steeds onduidelijkheid is of er achteraf nog inkomstenbelasting
moet worden betaald over deze tegemoetkoming?3 Bent u het ermee eens dat dergelijke regelingen vrijgesteld zouden moeten worden,
of dat anders het bedrag verhoogd dient te worden zodat de netto ontvangst tenminste
5.000 euro is? Bent u het met ons eens dat deze onduidelijkheid een verkeerd signaal
geeft over de gemaakte excuses?
Vraag 14
Waarom is hier pas op 1 mei 2022 duidelijkheid over en is dit niet van te voren geregeld?
Vraag 15
In navolging van de vorige vragen: Hoe verklaart u het dat nog steeds onduidelijkheid
is over de gevolgen van de regeling voor toeslagen? Bent u het met ons eens dat dergelijke
tegemoetkomingen geen nadelige gevolgen mogen hebben op toeslagen?
Vraag 16
Bent u het ermee eens dat het zeer onwenselijk is dat het van de individuele gemeente
afhangt of de ontvangen tegemoetkoming tot een korting op de uitkering leidt? Bent
u bereid hierover afspraken te maken met de VNG of afzonderlijke gemeentes?
Vraag 17
Hoe kijkt u naar het advies van de opvolgingscommissie waarin wordt geconstateerd
dat het nazorgprogramma van het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG) waardevol
is, maar dat dit programma zowel geografisch als in volume beperkingen heeft? Bent
u bereid om de mogelijkheden tot nazorg uit te breiden? Zo ja, hoe?
Vraag 18
Hoe gaat u, samen met de sportsector, aan de slag met de overige aanbevelingen uit
het Verinorm-rapport?
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
Lisa Westerveld, Tweede Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.