Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid De Hoop over het bericht ‘Woede en verbijstering, Rijkswaterstaat wil na 130 jaar pontje Nieuwer ter Aa opdoeken: Onacceptabel’
Vragen van het lid De Hoop (PvdA) aan de Minister van Infrastructuur en Waterstaat over het bericht «Woede en verbijstering, Rijkswaterstaat wil na 130 jaar pontje Nieuwer ter Aa opdoeken: «Onacceptabel»» (ingezonden 7 februari 2022).
Antwoord van Minister Harbers (Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 1 maart 2022).
Vraag 1
Kent u het bericht «Woede en verbijstering, Rijkswaterstaat wil na 130 jaar pontje
Nieuwer ter Aa opdoeken: «Onacceptabel»»?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Waarom wordt de veerpont bij Nieuwer ter Aar uit de vaart genomen, terwijl deze veel
wordt gebruikt door onder meer scholieren?
Antwoord 2
Het voornemen komt voort uit de nautische onveiligheid van de veerpont. Rijkswaterstaat
heeft als vaarwegbeheerder gevraagd aan MARIN om onderzoek te doen de nautische veiligheid
van de veerpont. Het rapport van MARIN (bijgevoegd) beschrijft de nautische risico’s,
namelijk:
Groot aanvaarrisico door steeds meer grote schepen op het Amsterdam-Rijnkanaal. In
2010 is het pontje bovendien al een keer aangevaren met een dodelijk slachtoffer als
gevolg.
Deze grotere schepen veroorzaken daarnaast meer waterbeweging waardoor de veerpont
dusdanig beweegt dat letsel kan ontstaan bij vallende passagiers tijdens de overtocht
en bij het overstappen van de wal naar de pont (en v.v.).
Deze risico’s nemen alleen maar toe vanwege de schaalvergroting in de binnenvaart
en het feit dat er sinds februari 2020 grotere schepen door het Amsterdam-Rijnkanaal
varen naar aanleiding van de opening van de 3e sluiskolk Prinses Beatrixsluizen.
Daarom hebben we het voornemen om de veerpont De Aa uit de vaart te nemen, maar we
zijn nog in overleg met de gemeente. Het is dus nog geen definitief besluit. Bij de
definitieve besluitvorming zal ook rekening worden gehouden met het belang van het
gemeentebestuur en de inwoners van Stichtse Vecht.
Vraag 3
Vindt u het acceptabel dat kinderen vanaf augustus via een drukke en gevaarlijke weg
zonder fietspad naar school moeten?
Antwoord 3
De maatschappelijke effecten van het uit de vaart nemen zijn, op verzoek van Rijkswaterstaat,
onderzocht door SWECO. Per werkdag maken gemiddeld 276 personen gebruik van de veerpont
(261 fietsers, 15 voetgangers). 1/3 hiervan betreft woon-schoolverkeer, 1/3 woon-werkverkeer
en 1/3 overig. Wanneer de veerpont daadwerkelijk uit de vaart wordt genomen, zullen
de gebruikers 3.4 kilometer moeten omfietsen. Een enkele reis duurt daarmee tussen
de 6 en 10,5 minuten langer. Het is begrijpelijk dat men dat liever niet wil, maar
gezien het groeiende aanvaarriscio door het toegenomen verkeer in het Amsterdam-Rijnkanaal
acht ik het handhaven van het veer te gevaarlijk.
Uit het SWECO-onderzoek blijkt overigens dat de bestaande alternatieve routes veilig
zijn en slechts beperkte hinder opleveren. Daarmee is er een structureel en verkeersveilig
alternatief beschikbaar. Wel zijn er nog aandachtspunten voor de sociale veiligheid
(onvoldoende verlichting, weinig bebouwing). Hierover is Rijkswaterstaat in gesprek
met de gemeente.
Vraag 4
Bent u het ermee eens dat het voorgenomen besluit van Rijkswaterstaat moet worden
geblokkeerd?
Antwoord 4
Zie het antwoord op vraag 2.
Vraag 5
Vindt u ook dat de veerpont pas uit de vaart genomen mag worden, als er een alternatief
in de vorm van een fietsbrug ter plaatse is gerealiseerd?
Antwoord 5
Zoals aangegeven in antwoord 3 is er een structurele en verkeersveilige alternatieve
fietsroute beschikbaar, maar zijn we wel in gesprek met de gemeente over de sociale
veiligheid en de gevolgen van het mogelijk uit de vaart halen van de pont. Wat betreft
de door de gemeente Stichtse Vecht en provincie Utrecht geuite wens tot een fietsbrug:
de betreffende omfietsroute valt onder de verantwoordelijkheid van de gemeente. Het
ligt daarmee in de rede dat het initiatief tot een eventuele fietsbrug ook door hen
wordt genomen.
Toelichting:
Deze vragen dienen ter aanvulling op eerdere vragen terzake van het lid Van der Molen
(CDA), ingezonden 4 februari 2022 (vraagnummer 2022Z02018).
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.