Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Gijs van Dijk over "mislopen hypotheekrenteaftrek in de bijstand en woonkostentoeslag"
Vragen van het lid Gijs van Dijk (PvdA) aan de Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid over mislopen hypotheekrenteaftrek in de bijstand en woonkostentoeslag (ingezonden 17 december 2021).
Antwoord van Minister Schouten (Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen), mede namens
de Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (ontvangen 25 februari 2022).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1383.
Vraag 1
Klopt het dat de hypotheekrenteaftrek door een gemeente als inkomen wordt gezien en
zodoende wordt ingehouden op een bijstandsuitkering?
Antwoord 1
Ja, de (voorlopige) belastingteruggave in verband met hypotheekrenteaftrek moet als
inkomen, in de zin van artikel 32 Participatiewet, worden aangemerkt. De bijstand
biedt immers een laatste vangnet waarbij rekening wordt gehouden met alle middelen
waarover iemand beschikt of redelijkerwijze kan beschikken, tenzij het middelen betreft
die op grond van artikel 31, tweede lid, Participatiewet zijn uitgezonderd.
Vraag 2
Wat is de reden dat de hypotheekrenteaftrek wel wordt ingehouden op de bijstandsuitkering
en de huurtoeslag niet?
Antwoord 2
De bijstandsuitkering is een vangnet en wordt afgestemd op de omstandigheden, mogelijkheden
en middelen van de belanghebbende. De voorlopige belastingteruggave hypotheekrenteaftrek1 wordt op grond van artikel 32 Participatiewet gezien als inkomen en daarmee als middel
in de zin van artikel 31 Participatiewet waarmee rekening moet worden gehouden in
het kader van bijstandsverlening.
De huurtoeslag is op grond van artikel 1 lid 1 onder 2 Wet op de huurtoeslag een tegemoetkoming
van het Rijk als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel h, van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen in de kosten van het huren van een woning. Bovendien worden, op grond van artikel
31, tweede lid, onder d van de Participatiewet, tegemoetkomingen in de zin van de
Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen, niet tot de middelen van de belanghebbende
gerekend en hoeft daarmee dus geen rekening te worden gehouden bij het berekenen van
de bijstand.
Vraag 3
Bent u het eens dat het onwenselijk is om mensen uit hun eigen woning, vanwege het
mislopen van de hypotheekrenteaftrek, te jagen als zij in de bijstand zitten?
Antwoord 3
Het is, ongeacht de oorzaak, heel vervelend als iemand in betaalproblemen komt en
hierdoor is gedwongen zijn woning te verlaten. Huiseigenaren met betaalproblemen worden
daarom door kredietverstrekkers en hypotheekadviseurs opgeroepen om tijdig contact
op te nemen. De kredietverstrekker kan in samenspraak met de klant maatwerk oplossingen
aanbieden en informeren over de mogelijkheden voor (schuld)hulpverlening, bijvoorbeeld
via Geldfit.nl. Welke oplossing het meest passend is hangt af van de (financiële)
positie van de klant. Daarnaast hebben mensen recht op (tijdelijke) bijzondere bijstand
in de vorm van woonkostentoeslag wanneer er in hun situatie naar het oordeel van het
college sprake is van, uit bijzondere omstandigheden voortvloeiende noodzakelijke
kosten, die niet uit de aanwezige middelen kunnen worden voldaan. Ik begrijp uit u
vraag dat bovengeschetste ondersteuning geen automatisme is. Ik wil binnen het traject
rond verbetering van de Participatiewet kijken waar eventueel aanpassingen noodzakelijk
zijn, zodat ook eigenwoningbezitters indien zij over een inkomen op minimum niveau
beschikken, toereikende financiële ondersteuning ontvangen.
Vraag 4
Bent u het eens dat dit, vanwege de woningnood, er toe kan leiden dat mensen gewoonweg
op straat belanden?
Antwoord 4
Zoals in het vorige antwoord is weergegeven, wordt bij betaalproblemen altijd samen
met de klant gezocht naar een passende oplossing en op mogelijkheden voor hulp gewezen.
Daarbij zijn de inspanningen van de kredietverstrekkers erop gericht dat klanten in
hun huis kunnen blijven wonen. Ik ondersteun op dit moment een experiment met vroegsignalering
van hypotheekachterstanden van een aantal hypotheekverstrekkers en gemeenten: de hypotheekverstrekker
geeft een signaal aan de gemeentelijke schuldhulpverlening als de hypotheekachterstand
minimaal twee maanden bedraagt en andere oplossingen voor de financiële problemen
niet hebben gewerkt. In vervolg op het signaal doet de gemeentelijke schuldverlening
de inwoner met de betaalachterstand een hulpaanbod.2 In het geval dat de klant geen uitzicht op een verbetering van zijn financiële situatie
heeft, kan uiteindelijk verhuizen noodzakelijk zijn om grotere financiële problemen
te voorkomen.
Vraag 5
Klopt het dat woonkostentoeslag alleen betrekking mag hebben op de hypotheekrente,
opstalverzekering, onroerendezaakbelasting (ozb), erfpachtcanon, onderhoudskosten,
bijdrage Vereniging van Eigenaren (VvE), rioolrecht en waterschapsbelasting.
Antwoord 5
De woonkostentoeslag kan betrekking hebben op de in de vraag genoemde kostenposten.
De woonkostentoeslag is een vorm van bijzondere bijstand die kan worden toegekend
als door onvoorziene omstandigheden de noodzakelijke kosten niet meer kunnen worden
betaald. Het is aan de gemeenten om dit per individuele situatie te beoordelen.
Vraag 6 en 7
Klopt het dat bij de woonkostentoeslag die gemeenten kunnen verstrekken, gemeenten
uitgaan van de woonlasten minus de hypotheekrenteaftrek? Zo ja, kan het dan voorkomen
dat mensen die hierdoor onder de huurtoeslaggrens, die wordt gehanteerd om de woonlasten
te berekenen, komen, waardoor zij vervolgens geen aanspraak kunnen maken, vanwege
te lage woonlasten, op de woonkostentoeslag?
Bent u het eens dat deze manier van berekenen leidt tot een catch-22 voor mensen die
hoge woonlasten hebben?
Antwoord 6 en 7
Individuele gemeenten hebben de ruimte en bevoegdheid om nader invulling te geven
aan de eisen die worden gesteld aan het recht op woonkostentoeslag. Bij de beoordeling
van een aanvraag voor woonkostentoeslag kijkt het college naar de draagkracht van
de aanvrager en de daadwerkelijke noodzakelijke kosten. Daarbij ligt het voor de hand
dat het college kijkt naar alle middelen waarover de betrokkene beschikt en voor dit
doel kan inzetten. De belastingteruggave in verband met hypotheekrenteaftrek wordt
daarbij meegenomen. Ofwel als inkomen zoals in de antwoorden op vraag 1 en 2 gezegd
of wel als verlaging van de woonlasten.
Dit kan er inderdaad toe leiden dat het college vaststelt dat er geen recht op een
woonkostentoeslag is omdat er voldoende middelen zijn of de woonkosten laag zijn.
De verstrekking van bijzondere bijstand is en blijft daarbij maatwerk. Als de individuele
situatie daarom vraagt, biedt de wet ruimte en ik ga gemeenten ook oproepen om – mede
gelet op de situatie op de huidige woningmarkt – van die ruimte gebruik te maken.
Vraag 8
Wat zijn de (financiële) gevolgen als eigenwoningbezitters de teruggave belasting
en premie, zoals de hypotheekrenteaftrek, kunnen behouden en deze niet wordt ingehouden
op hun bijstandsuitkering?
Antwoord 8
Op dit moment werkt de bijstand zo dat een eventuele hypotheekrenteaftrek op de algemene
bijstand in mindering wordt gebracht, waarna betrokkene in aanmerking kan komen voor
woonkostentoeslag indien zijn woonkosten dusdanig zijn dat hij deze niet volledig
vanuit de bijstand inclusief neveninkomsten kan voldoen. Zou de hypotheekrenteaftrek
buiten beschouwing worden gelaten. Dan leidt dit binnen het huidige systeem ertoe
dat de woningeigenaar dubbel wordt gecompenseerd.
Een verandering hierin zou een wijziging van de Participatiewet vereisen. Op grond
van het huidige artikel 32 jo. artikel 31, tweede lid onderdeel f, Participatiewet
is een belastingteruggave, zoals die in verband met hypotheekrenteaftrek, een middel
dat gekort moet worden op de bijstandsuitkering. Hiermee wordt uitwerking gegeven
aan de bijstand als laatste vangnet, waarbij rekening wordt gehouden met middelen
die de aanvrager redelijkerwijs tot zijn beschikking kan hebben.
Vraag 9
Kunt u deze vragen beantwoorden voor het nog in te plannen commissiedebat Armoede-
en schuldenbeleid?
Antwoord 9
Ja.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.J. Schouten, minister voor Armoedebeleid, Participatie en Pensioenen -
Mede namens
H.M. de Jonge, minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.