Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Van Kent over de staking van veerschippers bij de Maasveren
Vragen van het lid Van Kent (SP) aan de Ministers van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Infrastructuur en Waterstaat over de staking van veerschippers bij de Maasveren (ingezonden 28 januari 2022).
Antwoord van de Ministers Van Gennip (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) en Harbers
(Infrastructuur en Waterstaat) (ontvangen 25 februari 2022).
Vraag 1, 2, 3
Wat vindt u ervan dat Stichting De Maasveren erop aanstuurt om bij nieuwe arbeidsvoorwaardenonderhandelingen
de vakbond buitenspel te zetten waardoor voor veerschippers de vrije keuze voor een
werknemersvertegenwoordiging vanuit een vakbond in het geding komt?
Hoe kijkt u naar de ontwikkeling dat steeds meer werkgevers de vakbond aan de kant
proberen te schuiven? Bent u het eens dat dit een zorgwekkende ontwikkeling is en
ziet u de noodzaak om in de grijpen? Zo ja, op welke wijze? Zo nee, waarom accepteert
u dat een bedrijf als Maasveren alles op alles zet om een door werknemers gekozen
vertegenwoordiging aan de kant te schuiven?
Wat gaat u doen om ervoor te zorgen dat de veerschippers ook in het vervolg onder
de vlag van de FNV kunnen onderhandelen? Gaat u contact opnemen met Stichting De Maasveren
om ze aan te spreken op hun gedrag? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 1, 2, 3
In Nederland geldt het principe van contractsvrijheid. Sociale partners bepalen zelf
met wie ze om tafel gaan zitten en afspraken maken. Het kader waarbinnen de onderhandelingen
plaatsvinden, wordt gevormd door de relevante nationale en internationale wet- en
regelgeving. De rol van de regering ziet met name op het scheppen van de voorwaarden
waarin onderhandelingen kunnen plaatsvinden.
In algemene zin hecht ik, als Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, er waarde
aan dat werkgevers en werknemers gezamenlijk goede afspraken maken over arbeidsvoorwaarden.
Collectieve onderhandelingen zijn een zaak van werkgevers en werknemers. De invulling
van de onderhandelingen is daarmee ook aan de sociale partners zelf. Hoewel het gebruikelijk
is om afspraken over arbeidsvoorwaarden vast te leggen in een cao, bestaat daartoe
geen verplichting. Het is natuurlijk mogelijk dat cao-onderhandelingen uiteindelijk niet leiden tot het daadwerkelijk afsluiten van een overeenkomst
tussen werkgevers(organisaties) en vakbonden. Ook op individueel niveau kunnen afspraken
over arbeidsvoorwaarden worden gemaakt. Overigens blijkt uit recente mediaberichten
dat de acties voorlopig zijn opgeschort vanwege de aanstelling van een bemiddelaar.
Vraag 4
Bent u het met de veerschippers eens dat de Maasveren een essentiële verbinding zijn
voor de regio? Ziet u een noodzaak om de veren in publieke handen te laten komen indien
de toekomst onzeker wordt door de opstelling van de werkgever? Zo nee, waarom niet?
Zo ja, wat gaat u eraan doen om dit voor elkaar te krijgen?
Antwoord 4
Navraag bij provincies Gelderland en Noord-Brabant leert dat gemeenten de veerdiensten
inderdaad beschouwen als essentiële verbindingen voor de regio. Beide provincies zijn
van mening dat de verantwoordelijkheid voor veerdiensten primair bij de betreffende
oevergemeenten ligt. Zij kunnen op maat invulling geven aan de instandhouding en exploitatie
van een veerdienst, passend bij de functie die het betreffende veer vervult. In dat
kader vindt het kabinet het ook positief dat de oevergemeenten bij de Maasveren een
bemiddelaar hebben aangesteld. Bovendien zijn er – indien nodig – vanuit beide provincies
mogelijkheden voor aanvullende ondersteuning. Vanuit het kabinet is er geen intentie
om veren in publieke handen te laten komen. Dit betreft een decentrale afweging, waar
het kabinet niet in de bevoegdheden van publieke en private partijen wil treden.
Vraag 5
Gaat u met het bestuur van Stichting De Maasveren in gesprek om hen te wijzen op het
Rijksbeleid omtrent «Gelijk Werk, Gelijk Loon»1? Zo nee, waarom niet? Zo ja, op welke termijn kunt u ons hierover voorzien van een
terugkoppeling?
Antwoord 5
Zoals in antwoord op vraag 1, 2 en 3 aangegeven is de invulling van onderhandelingen
aan sociale partners zelf. Voor zover bekend zijn de onderhandelingen nog gaande,
daarbij wordt van de Stichting de Maasveren verwacht dat zij het geldende beleid respecteren,
waarin in beginsel «gelijk loon voor gelijk werk» geldt.
Vraag 6
Gaat u met de betrokken gemeenten (Oss, Maasdriel en West Maas en Waal) en de provincies
Noord-Brabant en Gelderland in gesprek over de continuïteit van de veren? Zo ja, op
welke termijn kunt u ons hierover terugkoppelen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Zoals beschreven in het antwoord op vraag 4 is het niet primair aan mij, als Minister
van IenW, om hierover een gesprek aan te gaan. Ik heb goede hoop dat de Stichting
en de oevergemeenten er met inzet van de bemiddelaar uitkomen en daarmee de continuïteit
gewaarborgd is. Mocht dat tot onvoldoende zekerheid leiden, dan zijn eerst beide provincies
aan zet.
Vraag 7
Gaat u met de betrokken gemeenten (Oss, Maasdriel en West Maas en Waal) en de provincies
Noord-Brabant en Gelderland in gesprek over het garanderen dat de arbeidsvoorwaarden
worden gerespecteerd? Zo ja, op welke termijn kunt u ons hierover terugkoppelen? Zo
nee, waarom niet?
Antwoord 7
Zoals beschreven in antwoord op vraag 1, 2 en 3, is de invulling van onderhandelingen
en het overeenkomen van arbeidsvoorwaarden aan sociale partners zelf.
Vraag 8
Gaat u een voorstel maken voor de samenstelling van een nationaal verenfonds zodat
veerschippers niet meer in de private sector hoeven te werken en essentiële verbindingen
zoals de Maasveren weer in publieke handen kunnen komen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8
Zie het antwoord op vraag 4.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
C.E.G. van Gennip, minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid -
Mede ondertekenaar
M.G.J. Harbers, minister van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.