Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Wassenberg naar aanleiding van de aflevering ‘Buitensporige dierenartsrekeningen’ van Meldpunt van 7 januari 2022
Vragen van het lid Wassenberg (PvdD) aan de Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de enorm hoge kosten bij spoedhulp voor huisdieren (ingezonden 12 januari 2022).
Antwoord van Minister Staghouwer (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens
de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (ontvangen 24 februari 2022). Zie
ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1527.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van de uitzending van MAX Meldpunt van vrijdag 7 januari 2022?
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Hoe oordeelt u over de in het programma genoemde woekerprijzen die in rekening worden
gebracht door de grote ketens van dierenartsenklinieken en over het gebrek aan transparantie
over de kosten vóór de behandeling bij huisdierennoodhulp in de avonden en in het
weekend?
Antwoord 2
De markt voor diergeneeskundige behandelingen is een vrije markt. De tariefbepaling
is zodoende aan de individuele dierenartsenpraktijk. In de tariefbepaling wegen factoren
mee zoals het type behandeling, de diersoort, de graad van specialisatie en de dag
en het tijdstip waarop de zorg wordt geleverd.
Het is bij wet verplicht om voorafgaand aan de koop van producten of diensten informatie
te geven betreffende de prijs en eventuele bijkomende kosten van het product of de
dienst. Ook dierenartsenpraktijken zullen daarom voordat een behandeling wordt verricht
duidelijk moeten zijn over de prijs ervan en de eventuele bijkomende kosten.
Vraag 3
Hoe oordeelt u over een aanbetaling van ruim € 500 voordat er medische hulpverlening
heeft plaatsgevonden?
Antwoord 3
Het is niet aan mij een oordeel te geven over de hoogte van een aanbetaling. Dierenartsenpraktijken
kunnen in vrijheid hun tarieven vaststellen. Dierenartspraktijken mogen net als andere
ondernemers met hun klanten een overeenkomst aangaan waar een aanbetaling onderdeel
van is. Het is echter niet bij wet verplicht voor de koop van een product of dienst
een aanbetaling aan te gaan. Op basis van jurisprudentie van het Veterinair Tuchtcollege
is het een dierenarts ook niet toegestaan in het geval van spoedzorg een aanbetaling
te vragen.1
Vraag 4 en 5
Wat vindt u ervan dat de klant van dergelijke commerciële klinieken wordt geadviseerd
om de pinlimiet te verhogen, een persoonlijk krediet af te sluiten, geld te lenen
bij vrienden of om een crowdfundingsactie op te zetten om de kliniekrekening te kunnen
betalen?2
Hoe oordeelt u over het feit dat de grootste keten van dierenklinieken in Nederland
(Evidensia, met meer dan 300 klinieken) aanbeveelt dat wanneer een eigenaar niet in
staat is om het benodigde geld voor een behandeling bij elkaar te krijgen er afstand
gedaan kan worden van het huisdier?3 Is deze aanbeveling volgens u in het belang van het dier?
Antwoord 4 en 5
Zowel de diereigenaar als de dierenarts hebben een zorgplicht in het belang van het
dier. Ik onderschrijf het belang van overleg tussen de dierhouder en dierenarts voorafgaand
aan de behandeling over de behandelingsmogelijkheden en de kosten daarvan. Voor de
diensten van een dierenarts wordt een tarief gehanteerd en indien een eigenaar aangeeft
dat aan de kosten niet kan worden voldaan staat het de dierenarts vrij om de mogelijkheden
voor de eigenaar uiteen te zetten. Het is aan de diereigenaar en dierenarts samen
om te zoeken naar de meest passende oplossing. Ik vertrouw op de expertise van dierenartsen
dat zij in goed overleg en met afweging van de verschillende belangen samen met de
klant tot de juiste beslissing komen.
Het Landelijk Expertise Centrum Gezelschapsdieren heeft hiervoor mogelijkheden in
kaart gebracht.
https://www.licg.nl/dierenhulp-voor-minima/#dierenhulp-voor-minima-adre….
Vraag 6
Deelt u de mening dat wanneer een dierenarts spoedeisende veterinaire handelingen
verricht bij een dier, bijvoorbeeld om het dier van de dood te redden of om het dier
veel pijn te besparen, dit geen luxe is, maar noodzakelijke hulp aan het dier? Zo
nee, waarom niet? Zo ja, bent u bereid om u, met uw collega van Financiën, in te zetten
om diergeneeskundige handelingen vrij te stellen van BTW? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Zowel de dierhouder als de dierenarts hebben de wettelijke plicht om dieren in nood
te voorzien van zorg. De geneeskundige behandeling van een dier is belast met het
algemene btw-tarief van 21%. Een btw-vrijstelling voor geneeskundige behandeling van
een dier is op basis van de Europese btw-richtlijn niet mogelijk.
Vraag 7
Deelt u de mening dat niet de wetten van de markt, maar het belang van het dier voorop
zou moeten staan bij spoedzorg?
Antwoord 7
Elke dierenarts heeft het belang van het dier zeer hoog staan. Deze belangen bestaan
echter binnen het marksysteem, waarin marktwerking plaatsvindt. Het belang van het
dier kan kosten voor veterinaire zorg met zich mee brengen. Deze moeten betaald worden
waarbij vraag en aanbod in een vrije markt altijd een rol spelen. Ik verwijs naar
mijn antwoord op vraag 4 en 5 indien situaties zich voordoen waarin de kosten voor
de diensten niet betaald kunnen worden. Daarnaast is er voor diereigenaren de mogelijkheid
om zich tegen onvoorziene kosten van diergeneeskundige zorg te verzekeren.
Vraag 8
Welk deel van de markt van dierenartsklinieken is in handen van IVC Evidensia, welk
deel van AniCura, en welk deel CVS?
Antwoord 8
Volgens het CBS waren er begin 2022 in Nederland 2780 bedrijven binnen de veterinaire
dienstverlening. Hieronder vallen bedrijven met betrekking tot gezondheidzorg voor
vee en huisdieren, dierenambulances en bedrijven ter advisering over welzijn en voeding
van huisdieren. De groep dierenartsenpraktijken wordt hierin niet gespecificeerd.
Momenteel zijn 287 dierenartsenklinieken onderdeel van IVC Evidensia, 100 klinieken
zijn onderdeel van AniCura en 26 klinieken zijn onderdeel van CVS.
Vraag 9
Is er volgens u voldoende toezicht op monopolievorming van huisdierennoodhulp in de
avonduren en in de weekenden en hoe is dit vormgegeven? Is er door de Autoriteit Consument
en Markt gelet op de monopoliepositie die grote concerns in de avonduren en in de
weekenden hebben ten opzichte van kleinere dierenklinieken, waardoor deze grote concerns
elke prijs kunnen vragen die zij willen? Zo nee, waarom niet en wat gaat u daaraan
doen?
Antwoord 9
De Autoriteit Consument en Markt (ACM) is de onafhankelijke toezichthouder voor mededinging,
een aantal specifieke sectoren en de bescherming van consumenten. Zij vervult haar
taken naar tevredenheid, zoals ook blijkt uit de recente evaluatie van de ACM (Kabinetsreactie
op de Evaluatie van de Autoriteit Consument en Markt, Kamerstuk 25 268, nr. 195 en de daarbij behorende bijlagen). Specifiek voor het mededingingstoezicht houdt
ACM toezicht op kartelvorming en misbruik van marktmacht (ook wel misbruik van een
economische machtspositie genoemd) en toetst zij fusies en overnames om het ontstaan
van marktmacht te voorkomen. De ACM kan bijvoorbeeld een onderzoek starten als zij
daartoe strekkende concrete signalen en tips ontvangt van consumenten of bedrijven
en op diverse manieren ingrijpen om problemen op te lossen.
Vraag 10
Hoeveel dierenartsen zijn er de afgelopen vijf jaar met pensioen gegaan of gestopt
met hun praktijk?
Antwoord 10
Ik neem aan dat uw vraag gericht is op praktiserende dierenartsen. Uit gegevens van
Stichting Pensioenfonds voor Dierenartsen (SPD) blijkt dat in de periode 2016–2020
de volgende aantallen praktiserende dierenartsen met pensioen zijn gegaan:
– 2016: 101
– 2017: 113
– 2018: 108
– 2019: 81
– 2020: 95
De cijfers over het jaar 2021 zijn nog niet openbaar. Voor de verdere beantwoording
van deze vraag verwijs ik u naar het antwoord op vraag 15.
Vraag 11
Klopt het dat er jaarlijks ongeveer 225 opleidingsplekken zijn voor nieuwe studenten
diergeneeskunde?4
Antwoord 11
Jaarlijks starten er 225 studenten met de bacheloropleiding Diergeneeskunde. Na succesvolle
beëindiging van de bachelor stroomt men door naar de master diergeneeskunde. Vanaf
aanstaand academisch jaar (2022–2023) zal er plek zijn voor 240 masterstudenten. Het
hogere aantal opleidingsplaatsen binnen de master biedt de mogelijkheid aan zij-instromers
om ook deze opleiding te kunnen volgen.
Vraag 12
Hoeveel dierenartsen zijn er de afgelopen vijf jaar, per jaar uitgesplitst, afgestudeerd?
Antwoord 12
Over de afgelopen jaren zijn de volgende aantallen studenten aan de Faculteit Diergeneeskunde
afgestudeerd in de master diergeneeskunde:
– 2017: 169
– 2018: 174
– 2019: 157
– 2020: 151
– 2021: 201
Vraag 13
Welk deel van de afgestudeerde dierenartsen gaat werken met huisdieren en welk deel
richt zich op veterinaire zorg voor landbouwhuisdieren?
Antwoord 13
Aan het begin van de master wordt de keuze voor een afstudeerrichting gemaakt. Studenten
kunnen kiezen tussen de richting Geneeskunde van gezelschapsdieren (GD), Gezondheidzorg
paard (P) of Gezondheidzorg landbouwhuisdieren & veterinaire volksgezondheid (LHD).
De verhouding binnen de groep masterstudenten over de afgelopen jaren is gemiddeld
50% GD, 15–20% P en 30–35% LHD.
Vraag 14
Erkent u dat er in de laatste jaren meer mogelijk is op het gebied van huisdierenzorg
en dat het gevolg daarvan is dat werk voor dierenartsen en de druk op de dierenarts
toeneemt?
Antwoord 14
In zijn algemeenheid wordt het werk van dierenartsen gekenmerkt door een toegenomen
complexiteit. Dierenartsen wegen in hun werk verschillende belangen af. De dierenarts
levert een private dienst richting patiënt en klant en daarnaast een publieke dienst
richting de samenleving door de belangen dierenwelzijn, diergezondheid, voedselveiligheid,
volksgezondheid en het milieu te dienen. Het is van maatschappelijk belang dat de
dierenarts deze rol op een sterke en onafhankelijke wijze kan vervullen, zodat een
goede afweging gemaakt kan worden tussen de private en publieke belangen.
Het karakter van de werkzaamheden en de context waarin de dierenarts werkzaam is,
is over de afgelopen jaren sterk veranderd. Vanuit de beroepsgroep worden signalen
gegeven dat de druk is toegenomen. Enkele oorzaken die daarvoor genoemd worden, zijn:
de toegenomen verwachtingen van diereigenaren, die tijdstiponafhankelijke dienstverlening
en een verder gaande (specialistische) zorg voor hun dieren verlangen. Daarnaast is
de vraag naar zorg toegenomen als gevolg van een stijging van het aantal huisdieren
in de afgelopen twee jaar gerelateerd aan de coronacrisis.
In opdracht van mijn ministerie wordt momenteel een onderzoek uitgevoerd naar de manier
waarop het veterinaire veld is gestructureerd, de dierenarts is gepositioneerd en
de kwaliteit van de diergeneeskundige beroepsuitoefening en de publieke belangen binnen
dit veld worden geborgd. Dit onderzoek vormt het startpunt van een dialoog met de
beroepsorganisaties en andere belanghebbenden uit het veterinaire veld over de toekomst
van de beroepsgroep.
Vraag 15
Bent u bereid om te onderzoeken of het gewenst is en welke mogelijkheden er zijn om
extra dierenartsen op te leiden?
Antwoord 15
Er is op dit moment onvoldoende kennis over de in- & uitstroom van dierenartsen uit
de praktijk en de vraag en het aanbod van dierenartsen op de arbeidsmarkt. Momenteel
wordt er in opdracht van het Ministerie LNV en de Faculteit Diergeneeskunde een arbeidsmarktonderzoek
uitgevoerd om dit in beeld te brengen. In dit onderzoek worden de trends en de oorzaken
die van invloed zijn op de vraag en het aanbod van de dierenartsenberoepsgroep onderzocht
en worden scenario’s geschetst. Ik verwacht de uitkomsten van dit onderzoek medio
2022 naar uw Kamer toe te sturen. Over de resultaten en aanbevelingen van dit onderzoek
ga ik met de Faculteit Diergeneeskunde, de beroepsorganisaties en andere betrokken
partijen in gesprek.
Vraag 16
Kunt u deze vragen één voor één beantwoorden?
Antwoord 16
Zie de beantwoording van de vragen.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H. Staghouwer, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede namens
R.H. Dijkgraaf, minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.