Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op vragen van het lid Ouwehand over de uitzonderingen die worden gemaakt op voorzorgsmaatregelen tegen de verspreiding van het vogelgriepvirus terwijl een pandemie mogelijk nabij is
Vragen van het lid Ouwehand (PvdD) aan de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de uitzonderingen die worden gemaakt op voorzorgsmaatregelen tegen de verspreiding van het vogelgriepvirus terwijl een pandemie mogelijk nabij is (ingezonden 14 februari 2022).
Antwoord van Minister Kuipers (Volksgezondheid, Welzijn en Sport), mede namens de
Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ontvangen 24 februari 2022).
Vraag 1
Is het bij u bekend dat de huidige situatie rondom het vogelgriepvirus zo ernstig
is dat er volgens Wageningen Universiteit rekening mee wordt gehouden dat een nieuwe
pandemie nabij is?1
Antwoord 1
Het is mij bekend dat de huidige situatie rondom het vogelgriepvirus zowel in de media
als door experts alarmerend wordt genoemd. Bij vogelgriepvirussen kunnen zich, net
als bij andere virussen, mutaties voordoen. Er zijn meerdere mutaties nodig voordat
het vogelgriepvirus van mens op mens overdraagbaar zou kunnen worden. Het is niet
te voorspellen of een dergelijk virus, als het zou ontstaan, bepaalde karakteristieken
zou hebben, die snelle verspreiding en (ernstige) ziekte bij mensen mogelijk maken
en daarmee een dreiging voor een nieuwe pandemie zou kunnen zijn.
Vraag 2
Bent u op dit moment betrokken bij de maatregelen die al dan niet worden genomen om
zicht te houden op het vogelgriepvirus, om de verspreiding van het virus in te dammen
en om nieuwe uitbraken en gevaarlijke mutaties te voorkomen? Zo ja, hoe?
Antwoord 2
Ja. Maatregelen ter bestrijding van het virus worden door het Ministerie van LNV opgelegd.
Hierover wordt het Ministerie van VWS goed geïnformeerd. Daar waar het ook de volksgezondheid
betreft, overleggen LNV en VWS over dode vogels en zoogdieren en de te nemen maatregelen.
Daarnaast wordt de informatie over het virus, dat door het veterinair referentielaboratorium
WBVR wordt onderzocht, gedeeld met het RIVM ten behoeve van het beoordelen van de
genetische karakteristieken op grond waarvan het RIVM de zoönotische eigenschappen
en daarmee het zoönotisch risico kan beoordelen.
Vraag 3
Is het bij u bekend dat er recent een vogelgriepuitbraak is geweest bij een eendenbedrijf
in de Gelderse Vallei, ofwel in het hart van de Nederlandse pluimveehouderij met het
bizarre aantal van 237 andere pluimveebedrijven in een straal van tien kilometer rondom
het besmette bedrijf?2
Antwoord 3
Er was een bedrijf in Ede, dat dicht tegen de pluimveedichte regio rondom Barneveld
ligt. Omdat er ook in de regio Ede veel pluimveebedrijven liggen, heeft LNV extra
vervoersbeperkingen opgelegd in een groter gebied rondom de uitbraak.
Vraag 4
Is het bij u bekend dat wetenschappers na de vogelgriepuitbraken in 2003 concludeerden
dat uitbraken in een gebied als de Gelderse Vallei moeilijk, zo niet onmogelijk te
beheersen zijn vanwege het grote aantal bedrijven dat daar dicht op elkaar zit?3
Antwoord 4
Dat is niet de conclusie, die ik uit het onderzoek heb getrokken. Uit analyses van
Wageningen Bioveterinary Reseach is gebleken dat in sommige gebieden in Nederland
de EU-maatregelen, zoals vervoersbeperkingen en het ruimen van het besmette bedrijf,
waarschijnlijk niet voldoende zijn om de reproductie ratio beneden de 1 te brengen.
Daarom neemt de Minister van LNV altijd aanvullend nationale maatregelen in het gebied
rondom een besmetting, dus bovenop de verplichte EU-maatregelen. Op pluimveebedrijven
in pluimveedichte gebieden zal de Minister van LNV extra maatregelen nemen, als dat
nodig is. Dit is bijvoorbeeld gebeurd bij de besmetting in Ede, waar bedrijven in
de 1 km zone aan een intensieve monitoring door de Gezondheidsdienst voor Dieren werden
onderworpen om zo een eventuele besmetting nog sneller op te sporen.
Vraag 5
Bent u door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit geïnformeerd toen
hij vier dagen na de uitbraak in de Gelderse Vallei een uitzondering instelde op het
regionale verbod op het vervoeren van dieren, om zo weer extra kuikens in de stallen
in dat gebied te kunnen plaatsen? Vindt u dit verantwoord, als politiek eindverantwoordelijke
op het moment dat een zoönose als het vogelgriepvirus op mensen overslaat?4
Antwoord 5
Ik ben door de Minister van LNV geïnformeerd over deze uitbraak, zoals gebruikelijk
is. De besluitvorming gebeurde conform regulier beleid. Toen de screening van de 3
km zone rondom de uitbraak in Ede door de NVWA voltooid was, is het vervoer van eendagskuikens
vanaf een boerderij in het gebied met extra vervoersbeperkingen naar een locatie buiten
de 10 km zone toegestaan. Dit achtte de Minister van LNV veterinair verantwoord, omdat
het transport van eendagskuikens een gesloten transport is, waardoor het risico van
dit transport laag wordt geacht. Binnen de 10 km zone rondom de uitbraak in Ede mogen
geen nieuwe kuikens worden aangevoerd gedurende de periode van 30 dagen, waarin de
beperkende maatregel in het gebied ingesteld zijn. Hier geeft de NVWA géén ontheffing
voor af.
Daarnaast heeft de Minister van LNV een extra vervoersverbod opgelegd in Regio 10,
waar Ede in ligt. Dat was een extra gebied, buiten de 10 km zone. Dat verbod is 4
dagen na de instelling van de regeling aangepast, waarbij het ook mogelijk werd om
eendagskuikens uit en ook in dit gebied te brengen en daarmee nieuwe aanvoer van kuikens
toe te staan in regio 10.
Vraag 6
Is het bij u bekend dat in de afgelopen vijf dagen drie vogelgriepuitbraken zijn geweest
bij twee eendenbedrijven en een bedrijf met leghennen in Hierden, nabij Ermelo, ofwel
het hart van de eendenhouderij in Nederland?5
Antwoord 6
Ja.
Vraag 7
Bent u door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit geïnformeerd toen
hij direct na de eerste uitbraak een uitzondering instelde op het regionale verbod
op het vervoeren van dieren om zo transporten naar slachthuis Tomassen Duck-To in
Ermelo mogelijk te maken? Vindt u dit verantwoord, als politiek eindverantwoordelijke
op het moment dat een zoönose als het vogelgriepvirus op mensen overslaat?6
Antwoord 7
Ja, ik ben hierover ook geïnformeerd en van mening dat dit een goed afgewogen beslissing
was: afvoer naar de slacht kan veilig plaatsvinden.
Het gebeurde met dieren van buiten de beperkingszone naar het slachthuis in de zone.
Die dieren vormden geen groter risico door dit vervoer dan als ze naar een ander slachthuis
buiten de beperkingszone waren vervoerd.
Vraag 8
Welke voorwaarden worden gesteld aan het vervoer van eenden door het gebied waar een
vervoersverbod geldt? Door wie en op welke wijze wordt gecontroleerd of aan deze voorwaarden
worden voldaan?
Antwoord 8
In de beperkingszone is vervoer van levende vogels en dus ook eenden verboden. In
de beperkingszone kan de NVWA in een aantal gevallen ontheffing verlenen voor het
vervoer van vogels. De NVWA geeft voor vogels uit de zone uitsluitend ontheffing voor
de slacht, als dit is om welzijnsproblemen te voorkomen. Doorvoer van vogels is toegestaan,
als het transport via hoofdwegen of hoofdspoorwegen verloopt, zonder de stoppen en
daarbij een route kiest, waarbij locaties met vogels vermeden worden.
Vraag 9
Kunt u deze vragen ieder afzonderlijk en voorafgaand aan het commissiedebat Zoönosen
en dierziekten beantwoorden?
Antwoord 9
Bij deze ontvangt u mijn antwoorden.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
E.J. Kuipers, minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport -
Mede namens
H. Staghouwer, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.