Lijst van vragen : Lijst van vragen over de IBO Onderwijshuisvesting funderend onderwijs: Een vak apart. Een toekomstbestendig onderwijshuisvestingsstelsel (Kamerstuk 35570-VIII-213)
2022D07022 LIJST VAN VRAGEN
De vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een aantal vragen voorgelegd
aan de Minister voor Primair- en Voorgezet Onderwijs over de brief van 9 april 2021
inzake IBO Onderwijshuisvesting funderend onderwijs: Een vak apart. Een toekomstbestendig
onderwijshuisvestingsstelsel (Kamerstuk 35 570 VIII, nr. 213).
De fungerend voorzitter van de commissie, Michon-Derkzen
De adjunct-griffier van de commissie, De Jong-van de Graaf
Nr
Vraag
1
In hoeverre wordt er rekening mee gehouden dat veel scholen niet de enige gebruiker
van een gebouw zijn? Zo is er vaak sprake van een kindcentrum waar kinderopvang en
onderwijs samen onder één dak zitten. Wordt hier rekening mee gehouden, niet alleen
in de financiering, maar ook in de regelgeving? Is het mogelijk, en zo ja, wenselijk,
om een landelijk telefoonnummer te regelen waar gemeenten, schoolbesturen en projectontwikkelaars
terechtkunnen met vragen over onderwijshuisvesting?
2
Op dit moment wordt jaarlijks 1,33% van alle schoolgebouwen vervangen. Om op tijd
aan de klimaatdoelstellingen te voldoen moet dit vervangingstempo opgeschroefd worden
naar 3,33%. Welke mogelijkheden worden gezien om het vervangingstempo te verhogen?
3
Het IBO1 adviseert om eisen aan schoolgebouwen mee te laten bewegen met de bekostiging voor
schoolgebouwen. In het coalitieakkoord staan veel doelstellingen die invloed hebben
op wat er van het gebouw vereist wordt, zoals het verhogen van de onderwijskwaliteit,
het vergroten van kansengelijkheid, een goede start voor ieder kind, investeren in
leerkrachten, streven naar inclusief onderwijs, toegankelijkheid de norm, een rijke
schooldag, klassen verkleinen, bouwen aan een groene toekomst, verduurzaming maatschappelijk
vastgoed, meer sporten en bewegen. Hoe wordt dit vertaald naar de bekostiging van
schoolbesturen en gemeenten?
4
Door het IBO is benoemd dat naast de reguliere bekostiging via de lumpsumbekostiging
en het Gemeentefonds, het mogelijk is voor schoolbesturen of gemeenten om via andere
kanalen aan (aanvullend) budget te komen. Dit krijgt over het algemeen vorm via tijdelijke
subsidies op het gebied van bijvoorbeeld verduurzaming. Hoe kijkt u naar deze manier
van bekostigen? Hoe ziet u de verdeling van de verantwoordelijkheden tussen de gemeenten
en het Rijk?
5
Bij het stroomlijnen van de budgetten wordt enerzijds voorgesteld om schoolbesturen
verantwoordelijk te maken om een MJOP2 op te stellen. Anderzijds wordt voorgesteld om de gemeenten budget te geven en verantwoordelijk
te maken voor onderhoud. Welke lijn heeft uw voorkeur omtrent de verdeling van verantwoordelijkheden
tussen schoolbesturen en gemeenten over het onderhoud in de praktijk?
6
Kunt u aangeven wanneer de laatste evaluatie van de bekostiging van de materiële instandhouding
heeft plaatsgevonden, wat de uitkomsten hiervan waren en welk effect dit heeft gehad
op de bekostiging van scholen?
7
Het IBO geeft aan dat veel schoolgebouwen verouderd zijn en daarom niet voldoen aan
de eisen van deze tijd (zie: p. 3, p. 8, p. 10, p. 11, p. 13, p. 24, p. 25, p. 42,
p. 44, p. 46, 47, p. 48, p. 49). Kunt u aangeven wat de definitie is van «een verouderd
schoolgebouw»? In het IBO wordt gesproken over de noodzakelijke aanpak van de verouderde
voorraad (zie p. 3, p. 10, p. 11, p. 13, p. 24, p. 44, p. 47). Dit lijkt erop te duiden
dat er bij de aanpak vooral naar de leeftijd van de schoolgebouwen gekeken moet worden
en niet naar de staat van het gebouw en de bruikbaarheid voor het onderwijs. Kunt
u aangeven of de term «verouderd» betrekking heeft op de staat van het gebouw, of
meer op de leeftijd van het gebouw?
8
Op pagina 5 van het IBO-rapport Onderwijshuisvesting funderend onderwijs wordt aangeraden
dat het Rijk een commissie de opdracht geeft om samen met schoolbesturen en gemeenten
een catalogus uit te brengen met schoolgebouwen. Binnen welke termijn acht u het mogelijk
om dit uit te voeren?
9
Het IBO Onderwijshuisvesting constateert dat schoolgebouwen in het funderend onderwijs
gemiddeld 40 jaar oud zijn en na 69 jaar vervangen worden, terwijl de vernieuwingscyclus
van gebouwen in het hoger onderwijs bijvoorbeeld 15 jaar is. Hoe verklaart u dit verschil?
10
In 1997 is de wettelijke zorgplicht voor onderwijshuisvesting van het Rijk overgedragen
aan de gemeenten. Destijds is het budget hiervoor overgeheveld naar het Gemeentefonds.
Hoe is de bijdrage aan het Gemeentefonds, naast de gebruikelijke aanpassing van het
accres, voor deze zorgplicht door de jaren heen aangepast aan veranderende wettelijke
eisen zoals het bouwbesluit, de extra toegenomen bouwkosten en maatschappelijke opgaven
en verwachtingen ten aanzien van onderwijshuisvesting?
11
Kunt u een toelichting geven op de stand van zaken betreffende de uitvoering van de
zes genoemde maatregelen die behoren tot «de basis op orde»?
12
Kan u een nadere toelichting geven op de noodzaak van een geschillencommissie en de
achtergrond waarom dit bij voorkeur een landelijke geschillencommissie zou moeten
zijn? Is er al meer bekend over de exacte invulling en specificaties van de geschillencommissie?
Per wanneer moet deze zijn ingericht?
13
Er moet eerst aan de slag worden gegaan met het op orde brengen van de basis en de
aanpak van de verouderde voorraad, voor er aan de slag kan worden gegaan met de aanbevelingen
over stelselwijzigingen en bouwcatalogus. Hoeveel tijd wordt er uitgetrokken om de
verouderde voorraad aan te pakken?
14
Kunt u aangeven wat wordt bedoeld met de zin «Afhankelijk van het verplichtende karakter
van de catalogus is deze mogelijkheid niet verenigbaar met de beleids- en bestedingsvrijheid
van bekostiging via het Gemeentefonds»?
15
De eisen aan schoolgebouwen vallen onder zes Ministeries, namelijk OCW3 (onderwijshuisvestingsstelsel, Uitvoeringsbesluit voorzieningen in de huisvesting
po/vo), VWS4 (toegankelijkheid gebouwen), BZK5 (utiliteitsbouw en leefbaarheid), SZW6 (arbeidsomstandigheden en kindvoorzieningen), EZK7 (energie en duurzaamheid) en IenW8 (Wet milieubeheer). Dit maakt het voor schoolbesturen en gemeenten niet helder en
transparant waar de verantwoordelijkheid ligt en welk eisen er gelden. Kunt u de verantwoordelijkheden
per ministerie schetsen? Bent u voornemens één ministerie hoofdverantwoordelijke te
maken? Zo nee waarom niet? Zo ja, welk ministerie? Welke stappen zijn eerder gezet
om te komen tot duidelijker inzicht in deze wettelijke kaders en onderlinge afstemming
van deze kaders? Bent u voornemens naar aanleiding van het IBO stappen op dit terrein
te zetten?
16
Zijn alle scholen wettelijk verplicht om een goede luchtkwaliteit te bewerkstelligen
in het klaslokaal?
17
Valt goede ventilatie wat het kabinet betreft onder de zorgplicht voor fysieke veiligheid
op scholen zoals die neergelegd is in de Wet op het primair onderwijs? Zo nee, waarom
niet?
18
Wie houdt er toezicht op de staat van de ventilatie op scholen? Op hoeveel scholen
is de ventilatie niet op orde?
19
Bent u bekend met de problematiek van de 150+-gemeenten die door de huidige bekostiging
per leerling voor onderwijshuisvesting een onevenredig zware last op hun gemeentelijke
begroting hebben?
20
Hoe neemt u de problematiek van de 150+-gemeenten mee in de verdere uitwerking van
het stelsel voor onderwijshuisvesting, zodat ook zij kunnen voldoen aan hun onevenredig
grote onderwijshuisvestingsvraagstuk?
21
Liggen er inclusieve richtlijnen klaar voor nieuwbouw van scholen, zodat deze direct
aan alle bouweisen voldoen? Zo ja, wat voor richtlijnen zijn dat? Zo nee, waarom niet?
22
Heeft het tegengaan van uitsluiting van leerlingen met een beperking in het onderwijs
net zoveel urgentie als het behalen van gestelde klimaatdoelen, kijkende naar het
aanpakken van verouderde gebouwenvoorraad? Zo nee, waarom niet?
23
Het IBO Onderwijshuisvesting constateert dat er veel verouderde schoolgebouwen zijn
en dat een slecht schoolgebouw het ziekteverzuim onder leerlingen en personeel doet
toenemen. Is aannemelijk dat een deel van de personeelsuitval het resultaat is van
een slecht schoolgebouw?
X Noot
1
IBO: interdepartementaal beleidsonderzoek.
X Noot
2
MJOP: meerjarenonderhoudsplan.
X Noot
3
OCW: Onderwijs, Cultuur en Wetenschap.
X Noot
4
VWS: Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
X Noot
5
BZK: Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
X Noot
6
SZW: Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
X Noot
7
EZK: Economische Zaken en Klimaat.
X Noot
8
IenW: Infrastructuur en Waterstaat.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
I.J.M. Michon-Derkzen, voorzitter van de vaste commissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap -
Mede ondertekenaar
D. de Jong-van de Graaf, adjunct-griffier
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.