Schriftelijke vragen : Het mogelijk verdwijnen van de Bredabus
Vragen van de leden Van der Molen, Van den Berg en Inge van Dijk (allen CDA) aan de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over het mogelijk verdwijnen van de Bredabus (ingezonden 22 februari 2022).
Vraag 1
Kent u het bericht «Van Zeeland tot Breda: politici willen Bredabus koste wat kost
behouden»?1
Vraag 2
Deelt u de zorgen van de inwoners van Hulst en omstreken en de lokale politici over
het mogelijk verdwijnen van buslijn 19, de zogeheten Bredabus, tussen Hulst en Breda?
Vraag 3
Deelt u de mening dat de Bredabus van grote maatschappelijke waarde is voor Zeeuws-Vlaanderen
en dat deze verbinding cruciaal is voor veel jongeren uit Zeeuws-Vlaanderen die studeren,
werken en/of sporten in Brabant?
Vraag 4
Wat vindt u van het voorstel van de provincie Zeeland om de bus niet verder dan Antwerpen
te laten rijden, waarvandaan studenten de trein naar Nederland kunnen nemen, maar
geen gebruik kunnen maken van hun studentenreisproduct?
Vraag 5
Deelt u de mening dat het onredelijk is om Nederlandse studenten te laten opdraaien
voor hun reiskosten, terwijl eigenlijk voor hen een studentenreisproduct beschikbaar
moet zijn?
Vraag 6
Bent u bereid om, conform de unaniem aangenomen motie-Geurts2, het maatschappelijk belang van de Bredabus te benadrukken bij het provinciebestuur
van zowel Zeeland als Brabant, zodat deze buslijn voor de toekomst behouden kan blijven?
Vraag 7
Welke mogelijkheden ziet u om de verschraling van het openbaar vervoer in Zeeland
in samenwerking met de provincie Zeeland en de Zeeuwse gemeenten tegen te gaan, om
de bereikbaarheid en daarmee de leefbaarheid van Zeeuwse dorpen en steden te waarborgen?
Indieners
-
Gericht aan
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat -
Indiener
H. van der Molen, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
J.A.M.J. van den Berg, Tweede Kamerlid -
Medeindiener
Inge van Dijk, Kamerlid
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.