Antwoord schriftelijke vragen : Antwoord op van het lid Van Campen over het bericht ‘Explosie in stal in Maarsbergen, brandweer redt twintig koeien uit de mestput’
Vragen van het lid Van Campen (VVD) aan de Ministers voor Stikstof en Natuur en van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit over het bericht «Explosie in stal in Maarsbergen, brandweer redt twintig koeien uit de mestput» (ingezonden 18 januari 2022).
Antwoord van Minister Staghouwer (Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit), mede namens
de Staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat (ontvangen 21 februari 2022).
Zie ook Aanhangsel Handelingen, vergaderjaar 2021–2022, nr. 1644.
Vraag 1
Heeft u kennisgenomen van het bericht en van de mestexplosie?1
Antwoord 1
Ja.
Vraag 2
Kunt u aangeven hoeveel agrarische bedrijven in Nederland beschikken over emissiearme
vloersystemen en hoeveel stalexplosies zich als gevolg van emissiearme vloeren in
de afgelopen tien jaar hebben voorgedaan?
Antwoord 2
Uit de ingevulde huisvestingcijfers die door het Ministerie van Infrastructuur en
Waterstaat (IenW) zijn opgevraagd in het GDI 2021 (Generieke Digitale Infrastructuur)
volgt dat van de 29.465 agrarische bedrijven, er 70.049 stallen zijn waarvan 2.609
zijn uitgerust met een emissiearm stalsysteem. Er zijn vier incidenten bekend waarbij
een explosie heeft voorgedaan in een melkveestal met een emissiearme vloer. Elk incident
is een drama voor veehouder en dier, en ik kan me goed voorstellen dat de boeren en
medewerkers op het bedrijf enorm geschrokken zijn.
De incidenten zijn aanleiding geweest om onderzoek in te stellen naar de veiligheid
en concentratie van mestgassen bij keldervloeren. Over de uitkomsten van het onderzoek
«Veiligheid van emissiearme stalvloersystemen – in melkveehouderijen» van Antea Group
en het onderzoek «Keldermetingen methaan- en ammoniakconcentraties tussenrapportage»
van CLM Onderzoek en Advies, bent u per brief geïnformeerd op 5 maart 2021 (Kamerstuk
29 383, nr. 359) en op 14 december 2021 (Kamerstuk 29 383, nr. 365).
Uit de onderzoeken volgt niet dat er stalexplosies zich hebben voorgedaan als gevolg
van een emissiearm vloersysteem. Een brand of explosie kan ontstaan als een ontstekingsbron
zoals een vonk, in de buurt komt van een hoge concentraties methaangas. Bij elk type
stalvloer, bij zowel traditionele roostervloeren als emissiearme vloeren, kunnen hoge
concentraties methaangassen uit mest ontstaan. Dit risico speelt met name bij het
mestmixen. Mogelijk is het risico op hoge methaanconcentraties groter bij emissiearme
vloeren dan bij traditionele roostervloeren, door de beperktere luchtuitwisseling.
Maar daaruit kan niet worden geconcludeerd dat de stalexplosies zich hebben voorgedaan
als gevolg van het emissiearme vloersysteem.
Vraag 3
Wat vindt u van bestaand onderzoek naar de effecten van langdurige opslag van mest,
waarbij mest zonder zuurstof meer gassen lijkt te produceren? Kunt u een opsomming
geven van de beschikbare onderzoeken die hierop toezien en bent u bereid om hier meer
onderzoek naar te doen? Zo ja, op welke wijze gaat u dit doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3
In kader van het klimaatbeleid is in 2018 het programma Integraal Aanpakken methaan
en ammoniak in de veehouderij gestart.2 Hierin lopen meerdere onderzoeken die gericht zijn op het bij de bron reduceren van
emissies met aandacht voor dier, voer, stal en mestopslag binnen de gehele bedrijfsvoering.
Het onderzoek «Keldermetingen methaan- en ammoniakconcentraties» van CLM Onderzoek
en Advies is een van de onderzoeken die is uitgevoerd in dit programma.3 Uit onderzoeken blijkt dat meerdere factoren, zoals de samenstelling van het rantsoen,
de methaanemissie uit mest beïnvloeden. Onlangs is een onderzoek gestart naar de beïnvloeding
van emissies uit mest. Gezien alle onderzoek dat er reeds loopt, zie ik nu geen noodzaak
om meer onderzoek uit te zetten over mestopslag. Op termijn kan worden bekeken of
aanvullend onderzoek nodig is over maatregelen die methaanvorming tegengaan en ophoping
van methaanconcentraties voorkomen, waarbij ook gedacht kan worden aan mestopslag
buiten de stal.
Vraag 4
Herkent u de spagaat waar veehouders door regelgeving enerzijds tussen het milieubelang
van emissiearme vloeren in zitten en anderzijds veiligheidsrisico’s die bij deze systemen
komen kijken?
Antwoord 4
Ik herken de spagaat in zoverre dat het een zoektocht is om reductieoplossingen voor
ammoniak én methaan te vinden, die integraal ook op alle andere opgaven zoals (brand)veiligheid,
natuur en dierenwelzijn een positief effect hebben binnen de gehele bedrijfsvoering
van de veehouder. Het is van belang om managementmaatregelen en staltechnieken beschikbaar
te hebben die zorgen voor zowel emissiereductie als veiligheid op de veehouderijbedrijven
voor mens en dier. Uit onderzoek van CLM komt naar voren dat er managementmaatregelen
zijn die de veehouder kan nemen om de totstandkoming van hoge methaangassen, en de
risico’s op stalexplosie en brand, te beperken.
Vraag 5
Bent u bereid om met fabrikanten van deze vloeren en met de agrarische sector te kijken
naar mogelijkheden om deze risico’s met innovatie en doorontwikkeling van bestaande
systemen te verminderen, bijvoorbeeld met ventilatiesystemen, luchtwassers en de toepassing
van onderdruk in mestkelders? Zo ja, hoe gaat u dit doen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 5
Naar aanleiding van de uitgevoerde onderzoeken naar methaangassen en de veiligheid
bij keldervloeren door Antea Group en CLM, zijn door de Staatssecretaris van IenW,
Minister van SZW en mijn voorganger al gesprekken gevoerd met betrokken partijen,
waaronder stalfabrikanten en de melkveesector. Op basis hiervan is geïnventariseerd
welke aanpak nodig is voor het verminderen van risico’s bij bestaande en nieuwe stalsystemen.
Over deze aanpak bent u per Kamerbrief van 14 december 2021 (Kamerstuk 29 383, nr. 365) geïnformeerd.
Vraag 6
Deelt u de opvatting dat bij de introductie van de emissiearme stalvloeren onvoldoende
aandacht is geweest voor de veilige toepassing hiervan? Zo ja, hoe gaat u dit alsnog
borgen? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 6
Ik ben van mening dat er voldoende aandacht is voor de veiligheid van stalsystemen
met traditionele of emissiearme vloeren. Bij zowel traditionele roostervloeren als
emissiearme roostervloeren kunnen hoge methaanconcentraties ontstaan, waardoor gevaarlijke
situaties kunnen voorkomen. Met name bij mestmixen kunnen hoge methaanpieken voorkomen,
waarbij naast gezondheidsrisico’s ook brand- en explosierisico’s zich kunnen voordoen.
Uit gesprekken met betrokkenen blijkt dat dit risico al langer in de sector bekend
is. Bij het stimuleren van innovaties is (brand)veiligheid een belangrijk aspect in
de Subsidiemodules voor brongerichte verduurzaming stal- en managementmaatregelen
(Sbv). Daarnaast heeft de Staatssecretaris van IenW de afspraak gemaakt dat een vloerfabrikant
aan RVO moet laten weten hoe de veiligheid van de emissiearme vloer gewaarborgd is
bij de aanvraag om de vloer te laten opnemen in de zogenaamde Regeling ammoniak en
veehouderij (Rav).
Vraag 7
Wat is uw reactie op het onderzoek van Antea Group «Veiligheid van emissiearme stalvloersystemen
in melkveehouderijen»4 en op de benoemde maatregelen:
– Het meenemen van veiligheid in de stal-beoordelingsprocedure;
– Inzet van Arbowetgeving;
– Het opstellen van een landelijke communicatiestrategie voor veiligheidsbewustzijn
in de melkveehouderij;
– Optuigen van een landelijk incidenten-registratiesysteem?
– Stimulering van sensoring-systemen als alarmering-systemen;
Antwoord 7
De Staatssecretaris van IenW heeft per brief van 5 maart 2021 (Kamerstuk 29 383, nr. 359) mede namens mijn voorganger gereageerd op de genoemde maatregelen uit het onderzoek
van Antea Group «Veiligheid van emissiearme stalvloersystemen in melkveehouderijen».
In de brief is de toezegging gedaan om met betrokken partijen in overleg te gaan om
te komen tot een aanpak die kan zorgen voor zowel emissiereductie als veiligheid op
veehouderijen. Over deze aanpak is uw Kamer geïnformeerd op 14 december 2021 (Kamerstuk
29 383, nr. 365).
Vraag 8
Kunt u per maatregel – concreter dan in de eerdere Kamerbrief (Kamerstuk 29 383, nr. 3595) – ingaan of en zo ja, hoe u opvolging hieraan gaat geven? Of wanneer hier geen sprake
van is, wat daarvan de reden is?
Antwoord 8
In navolging op de brief van 5 maart 2021 (Kamerstuk 29 383, nr. 359) en definitieve eindrapportage «Keldermetingen methaan- en ammoniakconcentraties
tussenrapportage» van CLM Onderzoek en Advies, is uw Kamer per brief van 14 december
2021 (Kamerstuk 29 383, nr. 365) geïnformeerd over de vervolgaanpak om de veiligheidsrisico’s van hoge methaanconcentraties
te kunnen voorkomen.
Vraag 9
Wat is de stand van zaken van de eerder aangekondigde uitbreiding van eisen en voorwaarden
die aan stallen worden gesteld? Wat betekent dit voor bestaande stallen en wat betekent
dit voor nieuwe stallen?
Antwoord 9
In de Kamerbrief van 5 maart 2021 (Kamerstuk 29 383, nr. 359) is uw Kamer over het opnemen van de voorwaarde in de Sbv voor het verbeteren van
de brandveiligheid en het dierenwelzijn bij het ontwikkelen van een innovatief stalsysteem.
De innovatiemodule van de Sbv is voor de derde keer opengesteld van 22 november 2021
tot 14 februari 2022 en zal naar verwachting nieuwe innovaties opleveren waarbij onder
andere de brandveiligheid wordt vergroot. Voor bestaande stallen wordt in het Voorlichtingsprogramma
«Boer Veilig» geïnformeerd waar je in de praktijk op kunt letten bij keldervloeren
om risico’s in de praktijk te beperken.5 Dit project is geïnitieerd door NMV, LTO Nederland, NAJK en NZO samen met ZuivelNL
en Stigas, om de veiligheid in de melkveehouderij te verbeteren.
Vraag 10
Op welke wijze gaat de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland bij de beoordeling meer
letten op veiligheid? Wanneer zal de Kamer hier nader over worden geïnformeerd? Vanaf
wanneer zullen (melk)veehouders dit in de praktijk gaan merken?
Antwoord 10
Een vloerfabrikant moet aan RVO laten weten hoe de veiligheid van de emissiearme vloer
gewaarborgd is bij de aanvraag om de vloer te laten opnemen in de zogenaamde Regeling
ammoniak en veehouderij (Rav). Hierover bent u in de Kamerbrief van 14 december 2021
(Kamerstuk 29 383, nr. 365) geïnformeerd.
Ondertekenaars
-
Eerste ondertekenaar
H. Staghouwer, minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit -
Mede namens
V.L.W.A. Heijnen, staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat
Gerelateerde documenten
Hier vindt u documenten die gerelateerd zijn aan bovenstaand Kamerstuk.